maandag 26 juni 2017

17-06-25-DNNh-Noord-Hollandpad Anna Paulowna-Den Helder

zondag 25 juni 2017   25,8 km

Na drie maanden weer een volgend traject van het Noord-Hollandpad. Om op de route te komen moeten we een klein uur vanaf het station van Anna Paulowna lopen over kaarsrechte saaie asfaltwegen. Bovendien begint het ook nog te miezeren. De hele dag blijft het grijs. We lopen door een bollenlandschap. Het meest zien we verdroogde tulpen, met zo nu en dan een strookje kleur.



We komen uit bij het Noord-Hollandskanaal, waar we een kilometer over de grasdijk mogen lopen.


Dan steken we met een pontje het kanaal over.




We belanden op het enorme complex Noorderhaven, een van de vestigingen van 's Heeren Loo. Op een overdekt bankje kunnen we lunchen, waarna het asfaltcorvee door Noorderhaven en de bebouwing van Julianadorp geruime tijd doorgaat. We merken op dat in Julianadorp huizen niet per straat worden genummerd, maar per wijk. Zo ontstaan zeer hoge huisnummers.


Zo komen we bij Landal Greenparks Ooghduyne, waar Frits en Lilian voor koffie met appeltaart gaan en ik het golfgebeuren aanschouw.


Wij volgen hierna een fietspad dat de naam Kanopad draagt.  Het asfaltleed wordt enigszins draaglijk gemaakt door een fraaie berm.


Dicht bij het water staat het vol met rietorchissen.



In 1911 vestigde de eerste bloembollerteler zich in de kop van Noord-Holland. Tegenwoordig is het een zeer belangrijk bollengebied. Toen in de tweede wereldoorlog de Wieringermeer onder water kwam te staan merkten de bollentelers dat ze de jaren er na veel minder last hadden van ziekten. Vandaar dat er tegenwoordig ook grote stukken bollenland tijdelijk onder water worden gezet. Veel vogels vinden dat een luilekkerland, zoals deze grutto's.


Als we bij de Donkere Duinen aankomen gaan we van de route af om weer een stukje onverhard te kunnen lopen. We bezoeken daar de uitkijktoren, waar je rondom uitzicht hebt.




Hierna gaat het richting station Den Helder-Zuid. We passeren Het nieuwe natuurgebied De Nollen.
Na het station wordt de route beter en in ieder geval onverhard en hebben we uitzicht op een futuristische moskee in de duinen.


Wel moeten we een onbegrijpelijke lus maken om aan de andere kant van het spoor te komen. Dan wordt het pas echt leuk. Een fraai pad dat later hoog over het fort Dirks admiraal gaat. Het werd in de Franse tijd gebouwd en is nu rijksmonument. Vanaf het hooggelegen schelpenpad heb je mooie uitzichten.


Dan is het nog even doorzetten tot het station. Een niet zo fraaie wandeling met nog een verrassend slot. Frits heeft drie treinen nodig om thuis te komen, wij hebben er aan  één genoeg ondanks dat de afstand een stuk groter is.

vrijdag 16 juni 2017

17-05-21-MFr Orchideeënrijke wandeltrektocht rond Millau

Tour du Larzac Templier - Hospitalier  (GR71C/D),           Grand Tour des Monts et Lacs de Lévézou en GR 62

zondag 21 mei 2017

Gisteren is Lilian van haar werk in Roemenië teruggekomen en vandaag gaan we  met vakantie. In de middag treinen we naar Schiphol, waar we overstappen op de Thalys naar Parijs. Dat doen we eerste klas, dan worden we lekker verwend.



In Parijs nemen we de metro naar Gare d'Austerlitz om de nachttrein naar Rodez te nemen. Eerste klas betekent nu dat we met z'n vieren een couchette delen.

maandag 22 mei 2017

De nacht overleven we redelijk. In Rodez stappen we over voor het laatste stuk naar Millau. Daar kunnen we  vrij vroeg aan onze trektocht beginnen.

Millau - Le Cun   20,3 km   610 m stijgen   130 m dalen

We moeten eerst de hele stad van Millau doorsteken, wel rondkijken, want het is een middeleeuwse stad, maar niet te veel tijd verliezen. Over een week zijn we hier weer en kunnen we nogmaals rondkijken. We zien leuke mozaïeken in het wegdek en


uithangborden aan de gevels.


We passeren een prachtige oude markthal.


Aan de kerk Notre Dame de l'Espinasse besteden we wat meer aandacht. De oorspronkelijk romaanse kerk werd in 1095 door paus Urbanus II ingewijd. Deze paus had had drie jaar strijd met behulp van Normandische legers gevoerd om de tegenpaus Clemens III uit Rome te verdrijven.  In de herfst van 1561 houden de protestanten enorm huis in de kerk. De katholieke eredienst wordt verboden en de kerk vervalt tot een ruïne. Later worden de kerkdiensten weer toegestaan en wordt de kerk weer opgebouwd en in 1646 weer opnieuw ingewijd.
Als we de kerk binnengaan vallen meteen de fresco's in het koor op.


De fresco's zijn in 1940 gemaakt. Geheel bovenin bazuinende engelen.


Links van het koor een 18e eeuws schilderij van de gekruisigde christus te midden van engelen.


Ook hangen er nog twee grote 18e eeuwse schilderijen van de aanbidding  van de herders.



Wij lopen de stad uit en steken over een oude brug de Tarn over. Naast de brug staat nog een oude watermolen


en op een steen in het water zit een kwikstaart.


Op de andere oever ligt een supermarkt, waar Lilian nog inkopen doet en ik probeer tevergeefs een papierbak te vinden. Hierna kan de klim naar de Causse du Larzac beginnen. Zodra we de bebouwing achter ons hebben zien we de eerste orchidee: Hondskruid, die we de hele vakantie en masse zullen zien.


Ook de kamperfoelie bloeit mooi.


We kijken nu al boven op de stad Millau.


Van de bloemenpracht fotograferen we de morgenster,


de bruine orchis,


het soldaatje,


sniporchis (Ophrys scolopax)


en wit bosvogeltje.


Het kan hier niet op dus gaan we er mee verder,


bijenblad,


een donkere vorm van de vliegenorchis,


een kruising tussen de bruine orchis en het soldaatje,


de poppenorchis,


en een groep soldaatjes, terwijl Millau al diep onder ons ligt.


Het is prachtig wandelen zo langs de rand van de causse. We zien nu de Tarn langs Millau kronkelen.


Ook de vlinderrijkdom is hier enorm. Hier de knoopkruidparelmoervlinder waarvan we aan het eind van de dag de onderzijde van de vleugels kunnen fotograferen.


Op de causse trekt een veld esparcette onze aandacht.


Onder een boom vlijen we ons neer voor de lunch met uitzicht op Millau en op de achtergrond zijn beroemde viaduct, die we onze vakantie uit vele richtingen zullen zien.


Na de lunch gaan we even van de route af om een oppidum te bekijken. Opgravingen hebben deze versterkte nederzetting voor circa 700 personen blootgelegd. De eerste bewoning dateert van ca. 1000 jaar voor Christus.


Ook zien we een vale gier over ons heen vliegen.


Langs ons pad merken we alpenaster,


een gele lucernevlinder,


en veldsalie op.


We zijn net een weg overgestoken of er komt een eindeloze stroom  schapen aan. Het zwarte schaap ontbreekt ook niet.


Wij gaan verder over een bouissonnière. We zullen ze nog veel tegenkomen deze week. Deze door buxus overhaagde paden waren van oudsher veilige verbindingswegen voor mens en vee over de causses. Deze is vrij breed, meestal zijn ze een stuk smaller.




Grote delen van de causse worden gebruikt als weidegrond voor schapen en zijn omrasterd. Deze versperringen komen we regelmatig tegen.


In het gehucht St. Martin-du-Larzac bezoeken we eenvoudige rond 1500 gebouwde kapel. Hij ligt enigszins verscholen.


Via een zwaar beschaduwd pad komen we er.


Op de plaats van het altaar hangt een fraai doek.


Veel glas-in-lood is niet lang geleden geplaatst en gemaakt door Claude Baillon, een glazenier uit Millau.



Er wachten ons nog meer verrassingen. We lopen langs prachtige rotsformaties. 


In de rotsen bevindt zich een rotswoning uit de 15e eeuw.


Tijdens de godsdienstoorlogen in de 16e eeuw werd hij nog versterkt. Kortgeleden is het geheel gerestaureerd. Met wat klauterwerk kunnen we bij de ingang komen en staan dan in een ruimte, waar balklagen de verdiepingen aangeven, die vroeger met een wenteltrap verbonden waren. Aan de andere zijde waren latrines.


Het is nu niet ver meer naar de plaats van onze eerste overnachting: de ecocamping van Le Cun. Deze is vrijwel geheel verlaten. Er staan vele soorten tenten met alle mogelijke ruimte en kuxe. Wij hebben voor het eenvoudigste type gekozen. Onze "tent" wordt vrijwel geheel in beslag genomen door een uitstekend bed. Voor de tent hebben we nog een terrasje waar we ons een biertje goed doen smaken.



Het voortreffelijke sanitair bevindt zich vlak naast de tent. Het enige wat we moeten missen is wifi.
's Avonds wordt ons een heerlijke maaltijd gebracht, die we nog in de laatste zon kunnen nuttigen.


Een rondje om de tent levert nog verrassingen op:

aangebrande orchis,



vogelnestorchis en een knoopkruidparelmoervlinder,


Ondanks dat het overdag zeer warm is koelt hier 's avonds flink af.
Nog even nagenieten  van deze schitterende dag en de kooi in.



dinsdag 23 mei 2017   Le Cun - Nant (via variant)   23,6 km   430 m stijgen   710 m dalen

We mogen deze ochtend ontbijten in het huis van de beheerder. Ze hebben de camping nog niet zo lang geleden gekocht en hun huis ecologisch verbouwd. Omdat het weer warm zal worden willen we vroeg op pad. Bij de boerderij van le Sot kiezen we voor de variant. Ook vandaag weer kleine paadjes en een overvloed aan bloemen. We zien mannetjesorchis, welriekende nachtorchis, de aapjesorchis


blauw vlas,


heel veel vogelnestorchis,



Dan een nieuwe orchidee voor mij waar ik graag voor ga liggen.


Het is de vliegenorchis van de causses (Ophrys aymoninii), iets breder en met geel erin.


De paadjes worden nu ook vaak omzoomd door muurtjes. Wel blijkt de route op mijn gps heel anders te lopen dan in het veld.


We lopen nu vrij dicht bij de rand  van de Gorges van de Dourbie.



Op een boom zien we een stel zadelzwammen zitten.


Dan komen we in het plaatsje St. Sauveur du Larzac. We hebben enige moeite het 12e eeuwse romaanse kerkje te vinden, dat wat van onze route afligt. In de 19e eeuw werd de grond om  de kerk met een meter verhoogd en werd de ingang aan de andere zijde van de kerk gebracht.


 De kerk blijft voor ons gesloten, wel mogen we een blik door het traliewerk werpen, maar we kunnen weinig schoons ontwaren. In de 15e eeuw zijn nog een sacristie en kapellen aangebouwd.


De orchideeën blijven ons pad opfleuren. Naast elkaar een aapjesorchis, een bruine orchis en een bastaard van bruine orchis en soldaatje.


 Ook staat er een perfect voorbeeld van een vliegenorchis.


En de paarse aspergeorchis ontbreekt ook niet.


Op een mannetjesorchis kruipt een rups van een bloeddrupje.


We blijven lopen langs de rand van de causse met in de diepte de Dourbie.


Van de vlinders laat de koningspage zich regelmatig zien.


Dan krijgen we in de diepte zicht op ons einddoel van vandaag: Nant.


Groepen blauwtjes zitten op ons pad.


We dalen langzaam naar Nant toe. Het laatste stuk lopen we langs een water dat in de middeleeuwen is aangelegd door monniken van de abdij van Nant om het klooster en de plaats van water te voorzien. Nog steeds worden de stukjes land om Nant ermee bevloeid. Vlak langs dit water ligt ons overnachtingsadres. We krijgen de hele beneden verdieping


en hebben ook nog een tuintje.


We mogen boven een welkomstdrankje komen drinken. Eten doen we in de plaats zelf. We werpen een blik op de voorgevel van de kerk van de voormalige abdij.


Na het eten lopen we nog een rondje door de plaats. We bekijken de 14e eeuwse Pont de la Prade,


oude huizen,


en de oude parochiekerk van Nant. Toen de monniken uit de abdij verdreven werden, werd de kloosterkerk parochiekerk en werd de oude kerk voor andere doeleinden gebruikt. Op dit moment is men bezig het gebouw te restaureren. Het blijft een merkwaardig bouwsel nu nog met twee verdiepingen.





Voor we naar bed gaan vullen we ons vocht nog wat aan.


woensdag 24 mei 2017   Nant  - La Couvertoirade   18,4 km   500 m stijgen   220 m dalen

We gaan deze morgen eerst nog even Nant in. Het klooster hier is in de 7e eeuw ontstaan. In 1135 verleende paus Innocentius II het klooster de status van abdij. De  romaanse abdijkerk is in de 12 e eeuw gebouwd. 

De Klokkentoren staat boven op een donjon. Deze is aangebracht nadat de klokkentoren op het transept was ingestort. We zullen in deze vakantie nog veel versterkte kerken tegenkomen.


Binnen zijn de vormen van een driebeukige romaanse kerk duidelijk zichtbaar.



De kapitelen zijn ook hier prachtig bewerkt.


Onder de voormalige klokkentoren is nu een eenvoudig gewelf.


Aan de buitenkant is ook nog wel wat te zien.


De 14 e eeuwse markthal was oorspronkelijk een onderdeel van een binnenplaats van het klooster.



We maken buiten de route nog een rondje om Nant, waarbij we het eeuwen oude bevloeiingssysteem bewonderen. De kerktoren van Nant blijft steeds in zicht.


Op de rand van een zwembad zien we een vrouwtje gekraagde roodstaart zitten.


Spoedig lopen weer gestaag stijgend in de natuur.


Ons oog valt op een vroege spinnenorchis (Ophrys araneola), wiens bloeitijd eigenlijk al voorbij is.


Ook bloeien er wilde gladiolen


en soms bloeit er nog een leverbloempje.


Dan stuiten  op de gedeeltelijk ontmantelde spoorlijn LeVigan - Tournemire. Hij werd in 1883 in gebruik genomen en was 62 km lang. Vanuit St, Eulalie rijden nog toeristische treinen over ongeveer 25 km. Wij gaan er een stukje over lopen.


Als we een viaduct tegenkomen, besluiten we daaronder te lunchen om even aan de zon te ontsnappen.



Op de causse was vroeger veel landbouw. Een stille getuige is de ruïne van een korenmolen.
In Aveyron waren vroeger zo'n 60 windmolens.


Een mooi voorbeeld van de markering van onze GR. Als je goed kijkt kan je nog net de wit-rode markering op het paaltje onderscheiden. Maar dan is nog niet duidelijk welk pad je moet nemen. Er zijn twee landweggetjes zichtbaar, maar wij moeten het onzichtbare pad er tussenin hebben!


Zo hier en daar zien we nog groepjes wildemanskruid bloeien.


Tot nu toe lopen we voornamelijk in grote eenzaamheid en steeds pal naar het zuiden.


Plots komt de molen van La Couvertoirade in zicht, de plaats waar we zullen overnachten.


Het is een ommuurd vestingstadje gesticht door de tempeliers. Toen de tempeliers zo'n grote macht kregen dat vorsten zich bedreigd voelden werd de orde ontbonden en gingen rond 1300 de bezittingen over naar de Hospitaalridders.


In 1249 werd de plaats ommuurd en het kasteel gebouwd.


In de 14e eeuw bouwden de Hospitaalridders een eenvoudige kerk.


Een van de weinige versieringen is een sluitsteen.


De buitenkant van de kerk heeft ook nog enkele versieringen.



Op het kerkhof bevinden zich nog zeer oude graven. Dit voorbeeld heeft een zonneschijf met een Grieks kruis erin.


Wij gaan op zoek naar onze gite. Via een poortje komen we op een binnenplaatsje. De gite staat open en onze kamer hebben we snel gevonden. Lilian gaat op onderzoek uit om eten te kopen. Dat valt niet mee. Het is een toeristenplaats en aan het eind van de middag is de plaats grotendeels verlaten. Ik ga onder een boom op het binnenplaatsje zitten en heb gezelschap van twee kippen, waarvan er een hardnekkig in mijn voet blijft pikken.


Lilian bereidt een maaltijd, die we buiten opeten. Daarna maken we nog een rondje om en door het stadje. Hierbij zien we ook nog de hop voor de eerste maal, maar voor een foto is hij te schuw.







donderdag 25 mei 2017   La Couvertoirade - Cornus   22,4 km   360 m stijgen   490 m dalen

We verlaten La Couvertoirade langs enorme betaalde parkeerterreinen, die nu nog geheel verlaten zijn. Op een bord staat een luchtfoto van het plaatsje.


Snel zijn we midden in de natuur waar de affadil bloeit.



Ook zien we de spinnenorchis bloeien.


In een veld met soldaatjes staat een wit exemplaar.



We kunnen hier aan het fotograferen blijven.


We vinden hier ook de eerste vlierorchissen.


Omdat het Hemelvaartweekend is zien nu wel mensen:  mountainbikers, wandelaars en als we een weg naderen een grote groep Franse botanisten op jacht naar orchideeën. Als ik een gesprek met een van hen aan ga, is haar eerste vraag of ik van de 1e of de 2e klasse ben. Ze denk dat ik bij de groep hoor.


We naderen nu het plaatsje Canals, waar we doorheen lopen.


Hierna "scoren"  we nog Ophrys aveyronensis.


Een vedergras dat hier zeer algemeen groeit is Stipa pennata.


We dalen af naar Saint-Rome-de-Berlières. Het heeft een 12e eeuws romaans kerkje met enige latere toevoegingen..


Het interieur stemt tot een en al droefenis. Het verval heeft al flink toegeslagen doordat regenwater  overal doordringt. Muurschilderingen gaan zo verloren.




Hierna lopen we door een dal verder en mogen daarna weer omhoog naar Cornus. Daar nemen we onze intrek in een hotel. De baas is heel vriendelijk, ook bij de maaltijd neemt hij alle tijd om een voor Lilian een acceptabel vegetarisch menu samen te stellen.

vrijdag 26 mei 2017   Cornus - La Baraque   25,5 km   580 m stijgen   590 m dalen

De meeste keren is het ontbijt afzien. Een stukje stokbrood, een botertje, wat jam en een mes. Dat is het met een bakje koffie of een kop thee. Vaak is de jam zo vloeibaar dat je handen er ook onder komen te zitten. De kwaliteit van zo'n ontbijt zegt niets over de kwaliteit van het avondeten. De Fransen weten dat er een overvloedige lunch komt, terwijl wij dan weer op een broodje zitten te kauwen, 
Wij verlaten Cornus langs het kerkhof.


Voorlopig nog stijgend. De boerderijen liggen fraai in het landschap.


Hier bloeit ook de oosterse morgenster.


We  lopen nu een tijdje langs de zuidrand van de Causse du Larzac. Beneden stroomt de rivier La Sorgues die in  Le Dourdou uitmondt en even later in de Tarn opgaat.  Langs de rand van de causse cirkelen 14 vale gieren die een hele tijd bij ons in de buurt blijven. Ze vliegen met enorme snelheden wat het fotograferen lastig maakt.


Het is vaak spoorzoeken hoe we moeten lopen. maar mooi is het wel.


Beneden ons zien we in de diepte het plaatsje St.Paul des Fonts liggen, waar we naar mogen afdalen om vervolgens direct weer naar de causse terug te keren.



Het enige wetenswaardige wat ons beneden wacht is een gedenkplaat bij de kerk waarin de pastoor Coste wordt herdacht die hier rond 1900 zijn standplaats had. Hij zou een verdienstelijk botanist zijn geweest. Wij verzamelen kracht onder de bomen naast de kerk door te lunchen. Hierna volgt de steile en hete klim terug.




Op de causse passeren een oud versterkt huis: Mas Baldy.


We zien een fraai vrouwtje bosbeekjuffer.


Ons pad is vol gegroeid met fluitenkruid.


We bereiken Viala-du-Pas-de-Jaux. Hier bouwden de tempeliers een motte, later bouwden de hospitaalridders in 1430 een grote toren, die dienst deed als graanopslag en als toevluchtsoord tijdens oorlogsgeweld.



Naast de rechthoekige toren verrees nog een gebouw dat afgesloten werd door een ronde toren.


Dit gebouw bevat aardige details.



Helaas hebben we geen tijd om binnen een kijkje te gaan nemen. Wij gaan de causse weer op waar we vele kilometers in eenzaamheid verblijven.


We zijn blij als we even met een beetje schaduw kunnen rusten.


Ook hier zien we overal orchideeën, zoals de Ophrys passiones.


Door de enorme ruimte lijkt het net alsof je nauwelijks vooruitkomt.


Mooi zijn ook de groepen alpenasters.


Nadat we een stuk geklommen hebben, volgt een afdaling. We passeren de oude spoorlijn, waar we al eerder langs liepen en dan staan we voor kasteel la Baraque. Het is een verzameling van eeuwenoude gebouwen. Wij proberen een receptie te vinden, maar alles is afgesloten en er is geen mens te zien. Alleen een hond is dolblij met ons gezelschap. Na enige tijd komt er een oudere heer aanlopen, die de kasteelheer blijkt te zijn. Hij wijst ons de zeer ruime kamer waar we mogen overnachten.



Voor het diner genieten we nog van een biertje, de zon en het uitzicht.


Die avond wacht ons een fantastische maaltijd. De kasteel heer bedient ons zelf. Ondanks zijn parkinson gaat hem dat goed af. Op een enkele vlieg na niets dan lof.


Zaterdag 27 mei 2017   La Baraque - La Cavalerie   15 km   490 m stijgen 340 m dalen

Wij verlaten dit prachtige oord weer. 


Al snel passeren we een dolmen, waaruit blijkt dat hier 4000 jaar voor Christus al menselijke bewoning was.


Omdat we vandaag een relatief korte wandeling hebben, kunnen we het stadje Sainte -Eulalie-de-Cernon wat beter bekijken.



Het is gesticht in 1153 en heeft de best bewaarde commanderie van de tempeliers in Frankrijk. De tempeliers vormden een kleine groep onder de kruisvaarders, leefden als monniken, maar waren ook militair actief. De commanderie werd in 1312 door de hospitaalridders overgenomen. De romaanse kerk heeft een bijzondere ingang.


De kerk was alleen via de commanderie te betreden. Omdat de kerk ook als parochiekerk dienst ging doen, draaide men de inrichting om en kwam de ingang in de romaanse absis.


Opvallend is een groot stenen doopvont.


Kapitelen laten zien dat de landbouw belangrijk was om inkomsten te genereren


of toonden dankbaarheid voor een schenking.


De schelpen verwijzen naar de abdij van Conques dat een belangrijke doorgangsplaats was op de Camino Santiago.
De commanderie was een klooster toen de tempeliers er in trokken. Op de binnenplaats is geheel rechts de schaapskooi waar de beesten 's nachts verbleven.


Van hier uit is ook de achtergevel van de commanderie te zien.


Binnen zijn delen van de muren nog beschilderd met 16e eeuwse fresco's.


De slaapzaal doet erg primitief aan, maar er is wel verwarming, wat de monniken niet hadden.


De grote zaal ziet er fraai uit,


maar is nog maar een fractie van wat hij oorspronkelijk was. Voor en achter is er een ruimte van afgescheiden. De vloer was er ook niet, de zaal begon op de verdieping eronder en had dus veel meer hoogte. Er zijn aardige sluitstenen,


 Nu hangen er in de zaal werken van een textielkunstenares.


In een andere zaal liggen zeer veel voorwerpen uit de tijd van de kruistochten.


Wij gaan weer verder met onze wandeltocht en zien alweer een fraai mannetje bosbeekjuffer.


Kaardenbollen van het vorige jaar steken mooi af tegen een kale akker,


Onder ons zien we Saint-Eulalie liggen.


Een vlinder laat zich vastleggen. Het is Limenitis reducta, een soort die verwant is aan de Kleine IJsvogelvlinder.


We lopen door een golvend coulisselandschap.


 Langs onze berm vliegen diverse platbuiklibellen.


We bereiken La Cavalerie. in de 15e eeuw ommuurd door de Hospitaalridders.


De kerk is van oorsprong  uit de 12e eeuw.


Het bevat een 18e eeuws houten beeld van de heilige Rochus.


Het stadje is compact , maar aardig.


Men kan  geheel over de muur rondlopen.




Buiten de stadsmuur bevindt zich een grote hal, waarvan de oorsprong niet geheel duidelijk is.



De gite (Le moulin à vent) waar we zullen overnachten ligt aan de buitenkant van de plaats. Als we er zijn blijkt de deur open te zijn en ligt er een briefje met instructies. De beheerders zijn weg en wij hebben de hele gite voor ons zelf. Vlak erbij ligt een grote supermarkt, waar Lilian avondeten en een biertje haalt.



zondag 28 mei 2017   La Cavalerie - Millau   30 km   460 m stijgen   875 m dalen

Wij verlaten La Cavalerie weer


en zijn spoedig op de weidse vlakte van de causse.


Ter herdenking van het 200 jarig bestaan van de Franse revolutie heeft men hier een dennenbos aangeplant in de vorm van 1989. Daar is hier natuurlijk niets van te zien. Een luchtfoto moet dat duidelijk maken.


Vandaag en ook nog de komende dagen zullen we verrast worden met een zicht op het beroemde viaduct van Millau.


In de begroeiing merken we een ringelrups op,


In de buurt van boerderijen zijn vaak paadjes, maar deze loopt vat in stekelstruiken. Via een weiland weten we ons te ontzetten.


Bij de boerderij zien we veel kippen loslopen. Even voorbij de boerderij loopt een vos richting boerderij. Als dat maar goed afloopt.


Op de tijm doet een koningspage zich te goed aan de nectar.


Vlak voor we de autoroute zullen kruisen, komen we door een dennenbosje in zien we boven in een boom een hop zitten. Mijn wens wordt vervult en hij komt op de plaat.


Aan de andere zijde van de autoroute stuiten we op de 15e eeuwse versterkte ferme ds Brouzes, dat een typisch voorbeeld is van een historische boerderij van de Larzac.


Even later krijgen we een prachtig uitzicht naar het westen.


Als we nogmaals de autoroute gekruist hebben lopen we langs de ferme Bel Air dat ook een monument historique is.



We dalen aardig af langs de rand van de causse. Dan zijn we op een punt waar we het dichtst bij het viaduct van Millau staan. De een na laatste pilon is 336 m hoog.


Door een groot gat in de rotswand kunnen we heen kijken.


De rand van de causse maakt grote bogen. We hebben hier zicht op het stuk, waar we straks weer bovenop lopen.


Dan komen we op een punt waar we het viaduct geheel kunnen zien.


Nu moeten we weer terug klimmen naar de causse en lopen daarna nog een stuk langs de rand en gaan nogmaals naar beneden en omhoog. We gaan niet de hele route lopen. Een stuk hebben de eerste dag al gelopen en het totaal  aantal kilometers zou ons te veel worden. Wij kiezen ervoor eerder aan de afdaling naar Millau te beginnen. Dat valt niet mee, want ons paadje is steil en soms zelfs zeer steil. Gelukkig komen we uiteindelijk vlak bij de brug over de Tarn uit. We passeren nogmaals de watermolen


en gaan in de stad op zoek naar ons hotel. Het punt op onze gps blijkt niet goed te zijn, maar met enige vertraging vinden we het moderne hotel toch. We eten op het terras van een nabijgelegen restaurant. Het smaakt goed ondanks dat er wat ingrediënten vergeten zijn. We hebben nu onzeTour du Larzac voltooid en beginnen morgen aan een nieuw gebied.

maandag 29 mei 2017   Millau - Saint Beauzély   21 km   715 m stijgen   450 m dalen

Vandaag zullen we een stuk van de GR 62 doen. In de stad lopen we nog langs een interessant gebouw. Het is een donjon uit de 12e eeuw, bebouwd door de graven van Barcelona, die toen ook heer van Millau waren. De donjon is 21 m hoog en bijna 11 m breed. In de 17 e eeuw werd door de gemeentelijke autoriteiten nog eens een achthoekige klokkentoren van 21 m boven op gezet.


De donjon heet nu Tour des rois d'Arragon (de koning van Arragon was graaf van Barcelona) en het bovenstuk Beffroi de Millau. Wij gaan al stijgend de stad uit. In een weiland zien we spreeuwen op de ruggen van de schapen.


We zien hellingen vol met bloeiende graslelies.


Lilian ziet een fraai gekleurde langpootmug


en een vlinderhaft.


Een graanveld staat vol klaprozen.


De bokkenorchissen staan nu vol in bloei.


We zien ons einddoel Saint Beauzély liggen. Het was vroeger belangrijk omdat het op de route van Lodève naar Rodez lag.


Het plaatsje heeft een van oorsprong 12e eeuwse kerk,


een indrukwekkend 12e eeuws kasteel


en andere aardige bouwwerken.


Wij hebben deze nacht een chambre d'hote bij een ouder echtpaar dat een oude boerderij geheel verbouwd heeft. Het pand heeft veel hoogteverschillen en een aardige tuin. We mogen zelfs gebruik maken van het zwembad, maar omdat we geen zwemkleding bij ons hebben zien we er maar van af. 's Avonds krijgen we een overheerlijke maaltijd.

dinsdag 30 mei 2017   Saint Beauzély - Saint Léons   24 km   800 m stijgen   680 m dalen

Vandaag beginnen we aan de Grand Tour des Monts du Lévézou. We stijgen geleidelijk en zien een weiland vol margrieten.


We volgen een steil beekdal, waarin een vervallen watermolen staat.


In de berm zit een boterbloempje (dat is in dit geval een spanner).


Dan komen we op de col met la Croix de Boudet. 


We zitten hier op ruim 1000 m. Hier is ook de scheiding tussen de kalkgronden van de Larzac van de afgelopen dagen en de schisten van de Lévézou de komende tijd. We zullen zien dat de begroeiing nu veel weelderiger is en we zullen ook veel meer beken tegenkomen. Al stijgend komen we op het een na hoogste punt van de Lévézou de Mont Seigne van 1128 m.


Hier hebben we 360  graden zicht, op de foto richting de Aubrac.


Aan de andere zijde is het viaduct van Millau nog zichtbaar, zo'n 15 km hemelsbreed hier vandaan.


Op deze hoogte bloeit de Narcissus poeticus nog volop.


Nog net voor een gouden loopkever in de begroeiing wegschiet kan ik hem nog vastleggen.


Op het pad zit een kolibrievlinder.


In de wei is het hier goed toeven.


We kijken nu uit op Saint-Laurent-de-Lévézou, maar wij moeten nog een grote boog maken om daar te komen.


Op ons pad bloeit de bergnachtorchis


en het bleek bosvogeltje.


Ik kan het niet nalaten de koningspage nogmaals re fotograferen.


We passeren bizarre rotswanden.


We komen Saint-Laurent binnen bij een van de dorpsbronnen.


De romaanse kerk blijft voor ons gesloten.


We zijn verrast als we na deze plaats ook sniporchissen zien.


We naderen Saint Léons waar we zullen overnachten. Het plaatsje kent flinke hoogteverschillen. Veel prachtige huizen zijn fraai gerestaureerd.



De plaats is tegenwoordig bekend om zijn insectenmuseum micropolis.
Het water voor de plaats komt van een bron beneden de plaats en via een ondergrondse leiding  wordt het naar een reservoir 100 m boven de plaats gebracht. Vroeger werd het water  in onderstaand bouwsel gehaald.


Na enig zoeken vinden we onze chambre d'hote. Ook hier hebben we weer een prima onderkomen en een heel aardige gastvrouw, die hier nog maar kort woont en uit Parijs komt.

woensdag 31 mei 2017   Saint Léons - Boussac   24 km   750 m stijgen   630 m dalen

Ook van dit onderkomen moeten we afscheid nemen.

.
We lopen de plaats uit langs het 15e eeuwse kasteel,




waarna de leuke paadjes weer beginnen. 


In de wei staan een moeder en kind.


Lilian fotografeert het vruchtpluis van de morgenster.


Soms worden we opgeslokt door de brem.


Voor het eerst zien we gevlekte orchis staan.


 Licht golvend gaan we verder door een coulisselandschap.


In het plaatsje la Clau bevindt zich een commanderie van de tempeliers uit de 13e eeuw en een kapel uit de 15e eeuw.


Hierna stijgen we naar het hoogste punt van de streek: de Puech du Pal (1155 m). We kunnen nog net wat van het uitzicht zien, want van rechts nadert met hoge snelheid een bui.


Snel trekken we de regenkleding aan.


Voor de statistiek lopen we nog even naar de eigenlijke top, waar een zendmast midden in het bos staat. Na enige tijd passeren we de plaats Vézins-de Lévézou. Hier staat een enorm kasteel uit de 12e  eeuw dat al 900 jaar door dezelfde familie bewoont wordt. Het heeft een prachtig park en de bebouwing rond het kasteel is uit de 15e en 16e eeuw.


Toch is de grandeur wel wat verdwenen. Een toegangshek dat vroeger fraai verguld moet zijn geweest blinkt nu uit in roest.


Een stuk voorbij de plaats komen we bij een abri de chasse dat de markies eind 19e eeuw liet bouwen om er bij regen te kunnen schuilen. Zijn vrouw gebruikte hem voor geheime amoureuze afspraakjes.


Ons overnachtingsadres is een eenzaam gelegen boerderij. Buien blijven ons op de hielen zitten,



maar we komen toch redelijk droog in Boussac aan, waar we een grote ruimte tot onze beschikking hebben.


Deze avond genieten we van een geweldige en zeer overvloedige maaltijd die ze alleen voor randonneurs bereidt.  Buiten regent het overvloedig.

donderdag 1 juni 2017   Boussac - Ségur   25 km   580 m stijgen   740 m dalen

Als we deze ochtend vertrekken krijgen we nog van alles mee: kruidenpannenkoekjes, muffins, tomaat... Een adres uit duizenden.


 We zijn nog maar nauwelijks vertrokken of we lopen op een klein paadje met hoge begroeiing. In combinatie met de vele regen die er gevallen is, levert dat snel kletsnatte schoenen en broek op. Ik probeer op onorthodoxe wijze de schade te beperken.


Het landschap is parkachtig.


Gelukkig wordt de begroeiing wat minder hoog.


Ook zien we winterheide bloeien.


Vaak lopen we door een zee van gele brem.


We komen in Saint-Amans-du Ram waar een 12e eeuws romaans kerkje staat.


In de 15e eeuw zijn er vijf kapellen aan toegevoegd


en een klokkentoren.


In het ingangsportaal zijn fraaie kapitelen.



Achter de kerk bevindt zich nog een sarcofaag. 


Helaas is ook deze kerk hermetisch gesloten. Wat verderop zien we wel een markering maar geen spoor van een pad,


Wel zien we hier moeraskartelblad staan.


Dan hebben we wel een pad, maar dat lijkt meer op een beek.


Een grauwe gors wordt opgemerkt.


De ene keer lopen we op verscholen intieme paadjes, dan weer met weidse uitzichten,


waarbij we diep in het dal kunnen kijken.


In het gehucht Mannap staat een imposante boerderij.


Even later gaat de lucht er wel heel dreigend uitzien.


Vlak voor we in onze overnachtingsplaats komen zien we in Cabanes een enorm kasteelcomplex omgeven door hoog geboomte. We zien een fraaie toegangspoort. 


Het meeste blijft voor ons verborgen.


Als we bij ons hotel aankomen blijkt dat we daar geen kamer hebben. De eigenaar neemt ons mee het plaatsje in en daar blijkt dat we een heel huis ter beschikking krijgen. Voor het eten willen we nog even naar het romaanse kerkje, dat we met enige moeite weten te vinden. Het ligt hoog boven in het dorp.





Er is aardig beeldhouwwerk.




vrijdag 2 juni 2017  Ségur - Salles Curan   25 km   725 m stijgen   760 m dalen

Als we deze ochtend vertrokken zijn zien we het kerkje van de plaats van een andere positie.




Nadat we twee uur gelopen hebben komen we bij de kapel van Bergounhoux uit de 11e eeuw.



Zoals zo vaak is ook deze kapel gesloten. Het verhaal gaat dat de graaf van Bourgondië op pelgrimstocht naar Santiago verdwaalde in het bos. Hij ontmoette een vrouw die net terugkwam uit Santiago en hem de juiste weg kon tonen. Op zijn terugweg besloot hij hier een kapel te bouwen.

Weer een stuk verder passeren we een helling met prachtig getekende runderen.



We komen in Viarouge, een gehucht met een kleine 11e eeuwse kapel.


Het plaatsje op bijna 1000 m kent een ruig klimaat met veel sneeuwval. In de 18e eeuw was hier een eenheid van 3 ruiters en een brigadier gelegerd, omdat het lag aan een drukke doorgangsroute en het in de bossen wemelde van roversbenden. Een prachtige boerderij is helaas zwaar aan het vervallen.


Het is ook een bekend gebied om paddenstoelen te verzamelen en daarom is de pluk hier streng gereglementeerd. 


We stappen over op de Grand Tour des Lacs de Lévézou, terwijl we in de verte de meren al zien.



We omronden Chateau Larguiès


Het huidige kasteel dateert uit de 16e eeuw.


Boven de ingang bevindt zich een fraai wapenbord.


Lilian klimt omhoog om een abri aan de andere kant van een muurtje te fotograferen.



We dalen verder af naar het haventje van Salles-Curan


om daarna weer flink te stijgen naar de oude binnenstad. We bezoeken eerst de 15e eeuwse kerk. Het heeft een fraai gewelf.


Houtsnijwerk aan de preekstoel


en de koorbanken.


Ook is er ander beeldhouwwerk.


Het stadje is ook bezienswaardig met aardige gebouwen.


Wij gaan naar ons hotel, waar we naar tevredenheid de maaltijd en de nachtrust genieten

zaterdag 3 juni   Salles-Curan - Pont-de-Salars   16,5 km   300 m stijgen   520 m dalen

Deze ochtend is er voor ons hotel markt en daar maken we na het ontbijt gebruik van. Als we daarna  het hotel willen afrekenen is er een probleem. De baas die als enige gerechtigd is dit te doen is weg. Maar hij komt er aan.  Maar dat duurt eindeloos en wij zijn niet de enigen die zich zitten te verbijten. Gelukkig hebben geen lange dag vandaag. Eindelijk kunnen we vertrekken. Het weer is grijs en miezerig. Ik neem nog even een foto van het kasteel dat vrijwel naast het hotel staat.


Het 15e eeuwse gebouw was een residentie van de bisschoppen van Rodez. Tegenwoordig kan je er overnachten. Wij gaan nu tot Rodez de GR 62 volgen. Ondanks het druilerige weer is er toch nog wat te genieten.

Op het meer zijn enkele vissers actief.


Lilian komt er achter dat ze vergeten heeft brood te kopen. Gelukkig komen we even later bij een camping waar ze een brood uit de diepvries weet los te peuteren van een Nederlandse dame. Onze hotelbaas blijkt hier ook te zijn. Een poosje later zien we op de kaart een paadje staan dat ons een stuk asfalt kan besparen en wonderwel is het begaanbaar.



We komen uit in Canet de Salars. Hier staat een van oorsprong 12e eeuwse kerk


met robuuste klokkentoren


en mooie ingangspartij.


Naast de kerk bevindt zich een oratoire.


We vervolgen onze route in druilerig grijs door een parkachtig landschap.


In Pruns besluiten we van de route af te gaan om een stuk autoweg te vermijden.  We passeren een potloodventer


en zien een oude watermolen in een dal liggen.


In drassige weilanden groeien gele lissen.


Een Franse boer heeft een oplossing gevonden voor het mestoverschot. Leg de mest op het hoogste punt, dan stroomt er bij iedere bui wat naar beneden.


Weer op de route worden we overvallen door een korte plensbui. We lopen snel verder naar onze overnachtingsplek in Pont-de-Salars waar we een hotel geboekt hebben. Nauwelijks zijn we op onze kamer of de hemelsluizen gaan pas goed open.



Omdat de route vandaag kort was, is het nu nog geen 3 uur. Als de stortbui na geruime tijd voorbij lijkt te zijn gaan we weer in de benen. Boven het plaatsje ligt nog een oud kerkje. Het duurt even voor we een klein paadje gevonden hebben dat door de kletsnatte begroeiing omhoog gaat. Het kerkje is gesticht in 1078 en vroeger was er nog een ziekenhuisje naast. Het lag aan een pelgrimsroute naar Rome.


Het heeft een vrij sobere ingang


en ook het interieur is eenvoudig.


In een nis bevindt zich een zeer oude primitief weergegeven madonna met kind, misschien wel uit de 13e eeuw.



Ook is er een fraai gemetseld gewelf.


Via de kruisweg dalen we af


naar een oude brug over de Viauer.


Langs zijn oever met vele bloeiende gele lissen gaan we terug naar het hotel,



waarna we nog even uitstrekken voor het diner.


Het restaurant blijkt een vrij luxe tent, maar we eten er lekker zonder een rib uit ons lijf.

zondag 4 juni 2017 (eerste pinksterdag)  Pont-de-Salars  - Rodez   25 km  670 m stijgen  730 m dalen

Al snel na ons vertrek passeren we de nieuwe rondweg van Pont-de-Salars die hier met een viaduct 
over Viaur gaat.



Wij moeten het op ons paadje met heel wat minder geavanceerde bouwwerken doen.


We komen bij de 11e eeuwse romaanse versterkte kerk van Saint Georges, die hoog boven de Viaur ligt.




Het bovenste deel van de kerk diende als schuilgelegenheid bij troebelen.
Boven de ingang


hangt een fraai beeldhouwwerk van St. Georges.




Ook is er een oratoire.


Lilian gluurt in een van de bijgebouwen.


Wij gaan verder langs de Viaur. Vele bosbeekjuffers vergezellen ons. Op de foto een mannetje.


Hoog boven ons verheffen zich de ruïnes van het 11e eeuwse chateau de Camboulas.


De hier zetelende burggraaf bestierde 107 dorpen. Aan de oever van de Viaur vleien wij ons neder voor de koffiepauze.


We volgen verder een meander om de rots waar het kasteel heeft gestaan. Hier staan veel bloeiende gele monnikskappen.


Dan gaan we via een bijna onzichtbaar paadje langs de rotswand omhoog. Beneden zien we het dorpje Le Poujol met een grote 11e eeuwse kerk liggen.


We gaan even van de route af om er naar te kijken.


Helaas blijft ook deze kerk voor ons gesloten, zodat we het met de buitenkant moeten doen,


Op de weg ontdekken we de resten van een overreden vliegend hert.


Voor een huis staat de spoorbloem fraai te bloeien.


Weer verder lopend zien we het vrouwtje van de bosbeekjuffer samen met een bont zandoogje.


Ook zien we een verwant van het bont zandoogje: Lasiommata macra.



Als we bij Inières omhoog klimmen zien we in de verte ons einddoel liggen: Rodez.


In Inières staat een prachtig voorbeeld van een 14e eeuwse versterkte kerk met een mooie weergang.


Dit keer kunnen we wel naar binnen.




Er bevindt zich een 15e eeuwse beeldengroep van de aankondiging aan Maria,



Even buiten de plaats gaan we lunchen. Vlak voor ik wil gaan zitten, springt een aspisadder tegen me op. We schrikken waarschijnlijk beiden, waarna de adder snel verdwijnt. In een den voor ons strijkt een hop neer, alleen kijken we recht in de zon. Dat wordt dus een silhouet.


Later zien we wat verderop zelfs een groep van 6 hoppen. Het lukt Lilian er twee op een plaatje te krijgen.


Er komt een volgende plaats in zicht: Sainte-Radegonde, alweer met een versterkte kerk uit de 13e eeuw.



Ook hier kunnen we naar binnen.




Het blijven bijzondere bouwsels.



Door een licht golvend landschap naderen we Rodez.


Ook als we vlak bij de stad zijn blijft de route aantrekkelijk.  Dan moeten we de rivier de Aveyron oversteken. We lopen langs een oud wegkruis 


  en over een oude brug.


Aan de overzijde volgen we een weg stroomafwaarts. Op de weg is geen verkeer omdat een gedeelte van de weg richting rivier is verschoven. Langs de weg zien we nog een onbekende juffer.



Na een tijdje nemen we een steil paadje omhoog, dat verder gaat met eindeloze trappen. Uiteindelijk komen we bij het oude centrum en is ons onderkomen voor de komende twee nachten snel gevonden. Dat zullen we voor het eerst van ons leven in een airbnb doen. De eigenaren zijn niet thuis, maar we hebben een code gekregen om hun huis binnen te komen, alwaar bij de brievenbus de sleutel van het ernaast liggende appartement moet liggen. Er ligt inderdaad een sleutel op de brieven bus, maar die blijkt niet op onze voordeur te passen. Het is de sleutel van de brievenbus zelf. Die is echter geheel volgepropt met papier en ook na grondig onderzoek is er geen andere sleutel te bekennen. Net als we maar en telefoontje willen plegen, veeg ik nog met mijn handen langs de buitenomtrek van de brievenbus en zie: aan de achter-onderzijde is met een magneet de sleutel "geplakt". Het appartement ziet er eenvoudig, maar prima uit. Omdat het zondagavond is en in Frankrijk dan de meeste restaurants gesloten zijn, gaan we snel de stad in. We hebben nog nauwelijks een stuk gelopen of we zien een open supermarkt. Dan gaan we zelf koken. Met onze boodschappen gaan we terug, waar een jongeman ons staat op te wachten. Hij blijkt de zoon des huizes en vertelt dat er vanavond een paar vrienden op bezoek komen. Hij geeft ons zijn telefoonnummer voor het geval de muziek te hard aanstaat. Die avond blijkt dat hij zijn verjaardag viert onder ons slaapkamerraam met een grote schare jeugdigen, waarbij veel sterke drank genuttigd wordt. Het geluidsniveau zwelt steeds meer aan, ondanks ons telefoontje. Pas diep in de nacht keert de rust terug. We are not amused.

maandag 5 juni 2017 (tweede pinksterdag)   Rodez

Deze ochtend aanschouwen we de stille getuigen van een rumoerige nacht.


 Overigens is door de hoge ligging van de stad het uitzicht vanuit ons appartement fraai.


Toch vermannen we ons om snel de stad te bekijken. Dat dit op tweede pinksterdag moet gebeuren was geen gelukkige planning. Alles is dicht en de stad is uitgestorven, hoewel dat laatste ook een voordeel kan zijn. We beginnen met de Saint-Amans kerk. Deze is van oorsprong een 12e eeuwse romaanse kerk, die in de 18e eeuw gesloten werd wegens bouwvalligheid. Na lange discussies werd besloten de kerk in neo-romaanse stijl te herbouwen met zoveel mogelijk oud materiaal, Hij kreeg echter wel een barokke voorgevel.



Van binnen is hij wel duidelijk romaans


met fraaie kapitelen.


Een 17e eeuws wandtapijt verhaalt over het leven van Saint Amans.


Een andere afbeelding stelt misschien Saint Amans voor.


Aan de buitenzijde van de kerk zijn de nodige ludieke beeldhouwwerken.



In de oude stad die al bloeide in de Romeinse tijd, zijn nog veel oude huizen bewaard gebleven; b.v.  Maison dite d'Armagnac uit de 16e eeuw.


Een religieuze voorstelling op de gevel is tijdens de godsdiensttwisten zwaar beschadigd.


Maison Trouillet is uit de 15e eeuw.


Rodez ontstond uit twee steden. Rond de kathedraal en het bisschoppelijk paleis was La Cité. Rond Saint Amans zetelde de graaf en heette Le Bourg. Na de verschrikkingen van de 100-jarige oorlog rond 1400 vonden ze het toch veiliger om samen te werken en bouwden ze een gezamenlijk stadsmuur met torens. Diverse torens zijn nog bewaard gebleven, zoals de Tour Corbières


of de Tour Reynalde.


We passeren de ingang van het 15e eeuwse Maison Canoniale.


Absolute topper is de kathedraal. Deze werd van de 13e tot de 16e eeuw Noord-Franse gotische stijl gebouwd. De duur van de bouw was zo lang vanwege pestepidemieën,  de honderdjarige oorlog en een brand. De westgevel was onderdeel van stadsmuur en heeft daarom geen ingangsportaal.


Het is ook de kant waar enige ruimte voor de kerk is, De andere zijden liggen in de binnenstad, zoals de zuidzijde, wel met een rijke ingangspartij.


Aan de noordzijde van het koor bevindt zich de klokkentoren,


met een prachtig bewerkte lantaarn.


Bovenop prijkt Maria.


In het noordportaal zijn alle beelden tijdens de godsdiensttwisten kapotgeslagen.


Op plaatsen in de lantaarn waar men moeilijk bij kon komen, bevinden zich nog wel beelden.


De talloze spuwers zijn toen ongemoeid gelaten.



Eenmaal binnen weet je niet waar te beginnen, er is hier zo veel te zien. Dus maar een paar indrukken. Het koor


met prachtige koorbanken.


Het fraaie orgel


dat zeer rijk versierd is.


Van de vele kapellen kies ik Chapelle Gillard Roux uit. Hier staat een enorm prachtig bewerkt kalkstenen kunstwerk uit 1520.





Dan zijn er nog de vele glas-in-loodramen. Diverse grote roosvensters,


maar ook het eerste glas-in-lood-werk van de kunstenaar Stéphane Belzère. Alleen al voor deze glazen zou je een halve dag nodig hebben. Twee voorbeelden. In de Chapelle de tous les Saints heeft hij de hemel verbeeld.


Linksonder de aartsengel Michael met de draak.


Geheel bovenin een fraai kleurenspel.


In de Chapelle Saint Raphael is de schepping weergegeven.




Tenslotte nog een detail uit een ander raam met een haast Chagallachtige voorstelling.


Verder zijn er nog vele oude muurschilderingen


en veel beeldhouwwerken en schilderijen te zien, maar ondanks een overvloed aan foto's moet ik me toch  maar inhouden.  Hierna zwerven we nog door de stad langs een keur van gebouwen. Het Palais de Justice


met een aardig fries.


Het 17e eeuwse bisschoppelijk paleis, waarvan hier de (gesloten) ingang.


Het  fraai gelegen Musée Soulanges met werken van de grootste kunstenaar ooit volgens Hollande (wij zijn het daar duidelijk niet mee eens).


Het moderne Centre Culturel annex Archief.


De oude gevangenis.


Het 15e eeuwse Maison Benoit


met een detail ervan dat Lilian op de vorige foto vastlegt.


Het 14e eeuwse Maison de Guitard.


Het Musée Denys-Puech met werk van de gelijknamige beeldhouwer en andere werken uit de regio.


We moeten ons bezoek aan Rodez afsluiten en lopen naar ons appartement terug.



We vinden nog een excuusbrief van de zoon, die later een potje paté brengt als genoegdoening.



Dinsdag 6 juni 2017   Rodez - Toulouse - Parijs

Deze ochtend lopen via de oude stad naar het station, waar we de trein naar Toulouse pakken. Onderweg kan ik nog net de Kathedraal van Albi knippen, die ook nog op mijn verlanglijstje staat.


In Toulouse stappen we over op de TGV naar Parijs, maar alleen op het laatste stukje is er hogesnelheidsspoor. Helaas lopen we ook een aanzienlijke vertraging op en als we met de metro op Gare du Nord aankomen is de laatste trein naar Nederland al vertrokken. Wij gaan naar het kantoor van Thalys dat buiten het station ligt, waar we dit jaar al eerder naar toe moesten. We kunnen hier onze kaartjes omruilen voor morgenochtend, echter zonder zitplaatsgarantie. Daarna terug naar het station om te kijken wat de Franse spoorwegen voor ons kan doen. In eerste instantie wordt gevraagd een half uur later terug te komen. Daarna wordt er gebeld en ons meegedeeld dat we naar een Ibis-hotel kunnen gaan met een vodje papier dat we daar moeten afgeven. Zonder problemen krijgen we daar een kamer van 170 EURO, ontbijt van 20 EURO niet inbegrepen.


Woensdag 7 juni 2017   Parijs - Ede

Beneden gekomen genieten we van een overvloedig ontbijt. Als we afmelden bij de balie wordt gezegd dat alles in orde is.  Een goede service van de spoorwegen. De rest van de reis verloopt wat minder comfortabel. Er zijn geen zitplaatsen meer. Op een klapstoeltje tussen stapels koffers in het halletje moeten we het uithouden. Afgezien van wat rimpeltjes aan het eind van onze vakantie waren het heerlijke dagen, waar we met grote tevredenheid op terugkijken. Volgend jaar weer Frankrijk?