vrijdag 9 februari 2018

18-01-28-C Centraal Museum Utrecht met Pyke Koch


zondag 28 januari 2018

Pieter Frans Christiaan Koch werd in 1901 geboren in Beek bij Nijmegen. Toen hij later op een jongensinternaat in Zeist zat kreeg hij de bijnaam Pike. Sindsdien ging hij door het leven als Pyke Koch. Hij gaat rechten studeren en als hij  in 1927 zijn professor wil vragen het doctoraal examen af te nemen, blijkt de professor al op vakantie te zijn gegaan en heeft hij enige tijd  om wat anders te doen. Met een schilderskist die enige tijd daarvoor gekregen heeft maakt hij een eerste schilderij. Degenen die het te zien krijgen zijn vol lof. Zeker als je bekent dat hij geen enkele opleiding op dat gebied heeft gehad. Zo werd hij dan geheel onverwacht schilder. Met Carel Willink wordt hij tot de magisch realisten gerekend. In de jaren 30 raakte hij gefascineerd door het fascisme, maar na een bezoek aan Berlijn in 1941 neemt hij er afstand van. Wel ontwerpt hij in 1943 een reeks postzegels met Germaanse symbolen. Na de oorlog krijgt hij wegens collaboratie enige jaren een tentoonstellingsverbod. Hieronder wat werken in chronologische volgorde.

Bertha van Antwerpen   1931


Zelfportret met zwarte band   1937


portret van H.M. de Geer   1940


In 1934 was Pyke getrouwd met Hedwich Maria (Heddy) de Geer, dochter van minister van Staat Dirk Jan de Geer.

De schoorsteenveger II   1944


Wanneer een schilderij bij het publiek in goede aarde viel, maakte er verschillende keren meerdere exemplaren van. Vandaar de aanduiding II.

portret mevrouw J.C. barones van Boetzelaer   1948


Voor de oorlog verbleef Pyke met Heddy enige jaren in Italiƫ. Daar was hij onder de indruk gekomen van de renaissanceschilderkunst.

De zomer   1948


Voetballers V   1959


Scrum III   1969


Leeuw in interieur   1972


De koorddanser III   1977-1984


Een aardige overzichtstentoonstelling. Het was alleen jammer dat het erg druk was toen wij er waren.

donderdag 1 februari 2018

18-01-20-C Teylers Museum


zaterdag 20 januari 2018

Ik heb een dochter Johanna Reudler, die gepromoveerd is, maar ik heb ook een oud-tante Johanna Reudler gekend.

Zij promoveerde in 1912 als eerste vrouw in Leiden in de wis- en natuurkunde bij professor Lorentz.
Lorentz werd op 24 jarige leeftijd professor in de theoretische natuurkunde in Leiden. In 1902 kreeg hij met Zeeman de Nobelprijs. Hij wordt ook wel de peetvader van Einstein genoemd, waarmee hij een goede relatie had.
Nadat hij van Teylers Museum een aanbod had gekregen voor een eigen laboratorium, ging hij vervroegd met emeritaat en werd conservator/curator van het Teylers museum.


Hij bleef nog wel buitengewoon hoogleraar te Leiden. Van 1918 tot zijn dood in 1926 hield hij zich bezig met de voorbereiding van de Afsluitdijk. Slechts weinigen waren in staat de complexe berekeningen van de zeestromingen uit te voeren,
Dit jaar is een verbouwing in Teylers gereed gekomen, waardoor het mogelijk is geworden ook het Lorentz-laboratorium te bezoeken. Hiervoor dient gereserveerd te worden en dat hebben we gedaan. Tijdens een soort theatervoorstelling wordt het leven van Lorentz uit de doeken gedaan, In zijn werkkamer staat de koffie koud te worden en ligt een brief van Einstein op zijn bureau.


Een verdieping lager staat een replica van de grote elektriseermachine uit de 18e eeuw. Toen een spektakelstuk, waar zelfs de Franse keizer Napoleon naar kwam kijken. Wij kunnen ook van de wel 60 cm lange vonken genieten.



Pieter Teyler van der Hulst was een doopsgezinde laken- en zijdekoopman, bankier en filantroop. Vooral met bankieren werd hij vermogend. Toen zijn vrouw kinderloos stierf liet hij een testament opmaken waarin  o.a. een legaat van twee miljoen gulden stond ter bevordering van kunst en wetenschappen. Na zijn overlijden in 1778 is het Teylers Museum met het geld opgericht, dat aanvankelijk een stuk kleiner was dan nu. Het museum laat nu eigenlijk zien hoe een museum er vroeger uit zag. Bovendien is er een indrukwekkende verzameling fossielen, gesteenten, natuurkundige instrumenten en schilderijen. De tegenwoordige entree is indrukwekkend.


De ovale zaal met boven de bibliotheek behoort tot het oudste gedeelte.



We beginnen met de fossielen.


Steneosaurus bollensis, een soort krokodil.


Pholidophorus spec.


Pectinidae uit de St. Pietersberg


Aeger spec.


Homocosaurus maximiliani

Vervolgens gesteenten, mineralen en kristallen.


Aragoniet


Fluoriserende gesteenten

Talloze natuurkundige instrumenten,


 zoals deze Leidse flessen.

En  dan is er nog een indrukwekkende schilderijenverzameling uit de romantiek.



Johannes Christiaan Schotel    Storm op zee   1825



Johannes Christiaan Schotel    Stil water   1829


Christiaan Lodewijk Willem Dreibholtz    Schipbreuk voor de Engelse kust   1839


Barend Cornelis Koekkoek   Winterlandschap   1837


Andreas Schelfhout    Winterlandschap 1847


Louis Apol    Bos bij winter 1885

In een nieuwe vleugel is een tijdelijke tentoonstelling van werk van de in 1914 overleden Sieb Posthuma, een begaafd illustrator. Dit werk is wel sterk contrasterend met de oubollige Leidse flessen.


Vrouw met hondje   2010   illustratie bij een column over ItaliĆ«



De tijd van elfjes is voorbij   2011 bij  het gedicht Een vijver vol inkt van Annie M.G.Schmidt

Voor deze laatste tentoonstelling moet je snel zijn. 11 februari is de laatste dag.

Weer een interessante dag in een bijzonder museum.