maandag 30 april 2018

18-04-27-DNBr Brandend Zand Udenhout - Drunen


vrijdag 27 april 2018 (koningsdag)    Udenhout - Drunen   17 km

Na de Voerstreek en het Gaasterland is nu Brabant aan de beurt uit onze Voetwijzer deel 1 uit 1982.
We treinen naar Tilburg. In Den Bosch voegt Frits zich bij ons. Samen bussen we naar Udenhout. Eerst lopen we door de Groenstaat Udenhout uit, waarna we het natuurgebied De Brand ingaan. Het Pelgrimspad  doet dat een stukje verder en niet zonder reden. Dat zullen we spoedig merken. Eerst gaat het nog door een lieflijk landschap.


Als we wat verder zijn komen we in een moerasbos, terwijl het pad drassiger wordt.



Dat het hier zo drassig is heeft de mens aan zichzelf te danken. Op de noordelijker gelegen zandgronden werd landbouw gedreven, maar de grond werd zo uitgeput dat deze ging verstuiven. Door de ontstane zandduinen werd de afwatering van het gebied waar wij nu lopen  naar de Maas afgesneden en ontstond er een moerasgebied. Tegenwoordig probeert men het overtollige water via kanaaltjes met een omweg toch naar de Maas te brengen. De Zandley is de belangrijkste.


De inheemse vogelkers bloeit nu mooi.


Hoe verder we komen hoe drassiger het wordt. Diverse stukken vormen een ware uitdaging. Hierbij verdwijnen de schoenen zo nu en dan dieper in de prut dan gewenst. Ook worden we aangevallen door horden muggen.



Een laatste onneembaar prutstuk weren we te omzeilen door op een rabat te springen en die af te lopen.  Dan passeren we de Zandkantse Ley.


 Dit was het oorspronkelijke afwateringskanaal, maar wegens te geringe afvoercapaciteit is nog de extra Zandley gegraven.  Hierna wordt het pad beter begaanbaar en we zijn dan ook blij het droge zand te bereiken waar we ongestoord van onze koffie kunnen genieten. Na Bosch en Duin  gaan we de grootste zandverstuiving van Nederland op.


Soms weet een eik zich te handhaven als hij met zijn wortel de oorspronkelijke bodem weet te bereiken.


We lopen door het zand tot aan de uitspanning de Roestelberg. Hier liggen zeer hoge stuifduinen, waar een pad bovenover loopt, maar dat grotendeels alleen toegankelijk is voor mountainbikers.


Vervolgens belanden we op het landgoed Plantloon met fraaie bossen, afgewisseld met water en weiden. Hier bevindt zich ook de Turfvaart die in 1396 gegraven werd.


Het herinnert aan de tijd dat arme boeren wat bij verdienden met turfsteken. We komen langs de fraaie hoeve Plantloon.


Als laatste lopen we langs het afwateringskanaal Den Bosch - Drongelen.


Bij de spoorbrug uit 1885 eindigt onze wandeling.


Een plaquette vermeldt dat de oorspronkelijke brug vijf maal zo lang was.


Sinds een half jaar staat er ook een kunstwerk in de vorm van een wiel.


De gemeente Waalwijk had er € 70.000 voor over. Wij lopen weer terug naar de bushalte in Waalwijk. De terugreis verloopt zeer voorspoedig.

woensdag 18 april 2018

18-04-14-MNFr Balk - Stavoren te voet


zaterdag 14 april 2018   Balk - Bakhuizen   19 km

Evenals met Pasen gaan we nu weer uit het stokoude boekje Voetwijzer voor Nederland deel1 lopen. De trein brengt ons naar Heerenveen en vandaar is het nog bijna een uur bussen naar Balk. De grote bus is bevolkt door ons en twee mannen die het Elfstedenpad lopen. Wij laten Balk snel achter ons en wandelen naar Harich. Het weer is dit weekend al weer grijs en grauw. De kerk van Harich bestaat uit een 12e eeuwse toren en een 17e eeuws schip.


Boven de ingang hangt een plaquette, die aan de herbouw in 1663 herinnert.


Over de oude kerk:  Dit Huis was Eerst gevelt Door storrem-windt ter neer.


Even buiten Harich nemen we het tsjerkepaad dat kaarsrecht door het bos loopt.


Stroken (voormalig) weiland geven open stroken in het bos.


We steken de weg van Balk naar Koudum over en komen na enige tijd bij het landhuis Kippenburg.


Na de Franse tijd wilde de eigenaar hier een hoenderfarm beginnen, maar dat bleek na enige tijd niet meer rendabel. Daarna werd het een herberg. Tegenwoordig kan het gehuurd worden. De vroegere bestemming blijkt nog uit een groot bord dat hoog boven de voordeur hangt.


Hierna lopen  we naar Rijs. Tussen Rijs en Oudemirdum bevinden zich talloze recreatieparken en horecagelegenheden.In Rijs duiken we het Rijsterbosch in. Hier zien we op diverse plekken voorjaarshelmbloem en bosanemonen bloeien. Bij Mirns bereiken we de voormalige Zuiderzeekust.


Aan de landzijde gaat het snel omhoog, zodat hier geen dijken nodig zijn.


We lopen een stukje langs de kustlijn, wat zeer moeizaam gaat. Waarschijnlijk door kwelwater is het hier zeer dras. We gaan het hogere land weer op en lopen naar Bakhuizen. Op het hoogste punt is het 12 m boven NAP.  Bakhuizen is een katholieke enclave. We nemen een kijkje in de neogotische kerk uit 1914.


Op een van de gebrandschilderde ramen zijn de drie wijzen uit het oosten te zien.


Het altaar uit het atelier van Mengelberg is rijk uitgevoerd.


Op onze digitale kaart zien we nog een voetpad dat rechtstreeks naar ons overnachtingsadres gaat.



Het blijkt een goede keuze te zijn. Ook over ons Vrienden-op-de-fietsadres hebben we niets te klagen. Een hartelijke ontvangst en de hele bovenverdieping voor ons alleen. Omdat er in Bakhuizen geen horeca is gaan we die avond met de bus naar Oudemirdum (alleen met z'n tweetjes in de grote bus).
Op de Brink liggen drie restaurants op een kluitje. De Brasserie blijkt vol,  in Boschlust is nog wel plaats. Lilian stort zich op de kikkererwten en ik neem vis; koffiemousse toe. Ook nu brengt de lege bus ons snel terug. We hebben een heerlijk bed. De regen valt deze nacht overvloedig op het dak.

zondag 15 april 2018   Bakhuizen - Stavoren   18 km

Na een geweldig ontbijt nemen we afscheid en stappen de regen in. Met een boog lopen we naar Hemelum. De 17e eeuwse Hervormde kerk is tegenwoordig PKN-kerk.


De gereformeerde kerk werd daardoor overbodig en is tegenwoordig een orthodox klooster. Na dit dorp gaat het langs de oever van het meer de Morra. Ondanks het troosteloze weer zijn er nog zeilers actief.


Bij Galamadammen gaan we onder een aquaduct door. Boven ons is het Johan Frisokanaal.


Tot 1942 werd hier zowel op de weg als op het water tol geheven. Wij lopen richting Koudum en maken daar een extra rondje door het park om op een aangename plek koffie te drinken. Op het hoogste punt van het dorp staat de 19e eeuwse kerk. De kerk geldt als bezienswaardig omdat het fraaie interieur na de sloop van de vorige kerk weer herplaatst is


Langs het water De Gronzen wandelen we naar  station Molkwerum. Vandaar is het nog een kilometer naar het dorp. Vroeger was het met Stavoren een welvarende plaats door de Oostzeevaart. Van de Oostzee werd hout en graan naar Amsterdam vervoerd. In de 18e eeuw ging het bergafwaarts, zelfs zodanig dat de kerk voor afbraak verkocht werd. Alleen de toren bleef staan. In 1850 werd een nieuwe kerk gebouwd.


 Uit de glorietijd is nog wel het rechtshuis bewaard gebleven.


Na Molkwerum gaan we de vroegere zeedijk op. Het is hier goed chillen.


De vroegere zeesluis van Molkwerum is dichtgegooid.


De dijk slingert zich eindeloos naar nevelige verten.


Steeds opletten op de schapenstront en zo nu en dan een hek nemen.


Zo  komen we bij de haven van Stavoren aan. De glorietijd van Stavoren is reeds lang voorbij. De laatste opleving was de goederenspoorlijn van Amsterdam naar Leeuwarden, waarbij de wagons op een veerboot reden. De vroegere aanlegplaats is in een soort monument omgetoverd.


Wij maken van dezelfde spoorlijn gebruik om naar Leeuwarden te gaan  en nog met overstappen in Zwolle en Arnhem thuis te geraken. Op de dijk na was het deze dag voornamelijk verhard lopen.
Het weer stemde niet direct vrolijk. Nog twee routes en dan hebben we de Voetwijzer uit.

donderdag 12 april 2018

18-03-31-MNL Te voet van Sint Geertruid via de Voerstreek naar Epen


zaterdag 31 maart 2018   Sint Geertruid - Teuven 18,5 km

Leidraad voor deze dag is de Voetwijzer voor Nederland uit 1982, maar wij hebben de recentere tweede druk uit 1986. Bijna traditioneel is het dit weekend grauw en koud. Onze trein komt met een flinke vertraging, dankzij een overwegstoring, in Maastricht aan. Onze bus moet al vertrokken zijn, maar het geluk is aan onze zijde, want de bus heeft 8 minuten vertraging waardoor we hem nog net kunnen halen. In Sint Geertruid starten we bij de kerk, waarvan de oudste delen uit de 10e eeuw stammen.


Als we beginnen te wandelen is er nog veel blauw in de lucht. We houden een zuidelijke koers aan waarbij we spoedig in België zijn. Landerijen en bomen zien er nog winters uit.



Alleen de bosanemonen herinneren eraan dat het lente is.



De zon heeft al afscheid genomen als we in  's-Gravenvoeren aankomen.  De kerk heeft een 14e eeuwse toren en een 18e eeuws schip en koor.


Het 18e eeuwse interieur is overgenomen van de Madaleinekerk in Luik. Bovenop de preekstoel staat de aartsengel Michael die de duivel vertrapt.


In de plaats komen we ook nog langs een watermolen die aangedreven kan worden door het water van de Voer.


We lopen nu een stukje langs dit riviertje.


Daarna gaan we flink omhoog om vervolgens langs een berkenbos af te dalen.


Ook hebben we zicht op Sint-Martensvoeren met zijn spoorwegviaduct.


Ook in deze plaats heeft de 18e eeuwse kerk een oude (12e eeuwse) toren, gelegen op een kunstmatige heuvel aan de Voer.


We lopen verder naar Sint-Pieters-Voeren met zijn slot van de Commanderie. Dit stuk liep ik al van het zomer met de bergsportvereniging vanuit Noorbeek. Het gaat verder naar Veurs, genoemd naar de gelijknamige zijbeek van de Voer. We passeren de bron van de Veurs.


Even later staan we bij de ingang van de tunnel van Veurs in de goederenspoorlijn  Tongeren - Aken.


Hierna gaat het nogmaals omhoog en boven gekomen lopen we geruime tijd vlak, terwijl het even flink regent.


Als we in Teuven aankomen breekt even de zon door. We maken hiervan gebruik om onze regenkleding uit te trekken voor we ons melden bij Vrienden op de Fiets. Voor onze hartelijke  gastvrouw blijken we de eerste gasten te zijn. 's Avonds eten we in het sfeervolle Moeder de Gans.


zondag 1 april 2018   Teuven -Epen en een rondwandeling vanuit Epen   20 km

Na een paasontbijtje met een beschilderd eitje zetten we onze tocht in grauw, miezerig weer voort. We steken de Gulp over


 en stijgen daarna weer met een terugblik op Teuven.


Wat later zien we door het geboomte kasteel van Sinnich liggen.


Eigenlijk is het een 13e eeuws klooster, maar in de Franse tijd werd het opgeheven. Door afbraak en oorloghandeling is een groot deel verdwenen, maar de overgebleven gebouwen zijn nog monumentaal. Via een holle weg gaat het verder omhoog.


We komen bij de grens en betreden het Bovenste Bos.


Doordat dit wekend de gps-bestanden niet goed zijn overgekomen, lopen we hier een stuk verkeerd. Via Terziet  lopen we tot vlak voor Epen en slaan af naar het onderste Bos om  met een wandeling van de Vallekebergse Alpe Vrung onze tocht te vervolgen. Langs de westkant stijgen we langzaam tot de grenspaal bij het Bovenste Bos waar we al eerder deze dag zijn geweest. Daarna volgt een moeizaam stuk door diepe prut.


Voor we het Bovenste Bos verlaten, lunchen we bij een oude groeve.  Het uitzicht is in vijftig tinten grijs.


We dalen daarna af naar de Terzieter beek die verder stroomopwaarts volgen.


We moeten een heuvel over en dat wordt weer een flinke glibberpartij. Wel hebben we mooi zicht op het oude kasteel Beusdael.


Door een lieflijk landschap dalen we af naar de Geul.



Zijn oevers zijn soms flink steil.


Via een brug komen we aan de andere kant en gaan dan richting Epen. Het lopen langs de Geul blijkt geen sinecure. Op diverse plekken zakken we diep weg in de löss.


We wisselen weer van oever en steken de Terzieterbeek over die hier in de Geul stroomt. Aan de andere oever loopt een schaapskudde.


Op het terras van restaurant De Smidse (we durven met onze modderpoten niet naar binnen) nemen we nog een koffie met vlaai voor we de lange terugreis aanvaarden.