dinsdag 6 april 2010

08-01-20-MB GR 5 TRAJECT DER LAGE LANDEN

20 januari 2008  Essen - Bergen op Zoom   20 km

Een nieuw jaar, dus ook weer tijd voor een nieuw wandelboekje. Bovendien wil Arnold meewandelen en niet te laat thuis zijn. Het eerste traject lijkt aan die eisen te voldoen. Helaas heeft de internationale trein weer eens vertraging (sinds de NS de naam High Speed heeft ingevoerd is de betrouwbaarheid van de lijn Amsterdam-Brussel alleen maar afgenomen), zodat we de stoptrein naar Essen missen en bijna een uur moeten wachten. In Essen spoeden we ons naar de Quarantainestallen, één van de restanten van een groots verleden van Essen als grensstation. Spoedig erna komt de omgeving me heel bekend voor. Dat blijkt ook te kloppen. Het Grenslandpad volgt precies dezelfde route. Eerst langs het arboretum en daarna langs het riviertje de Zoom, een met bomen omzoomde diepe afvoergoot. In Wouwse Plantage verlaten we het Grenslandpad weer. Nu volgt een wandeling door de uitgestrekte bossen van de Wouwse Plantage onder een grauwe lucht. We krijgen nog een gezicht op "het kasteel", een landhuis van een rijke Antwerpse bankiersfamilie.



We naderen al gauw de buitenwijken van Bergen op Zoom en kunnen nog meegenieten van het carnaval. Het station is voor vandaag het eindpunt.


17 februari 2008  Kalmthout - Essen   18 km

Omdat het zo dicht bij huis is kunnen we ons nog een dagtraject veroorloven. Bij het station van Kalmthout is het even zoeken waar we moeten beginnen. We vinden een paadje langs de sportvelden naar de route. De eerste kilometers door Kalmthout zijn niet bijster interessant, maar daarna begint het natuurreservaat de Kalmhoutse Heide, wat absoluut de moeite waard is. Alleen denken daar in het weekend meer mensen zo over, zeker nu het mooi weer is. Gelukkig is het een groot gebied. Op een mooi plekje genieten we van het uitzicht over vennen



 en Lilians eerste zelfgebakken muffins.



We ontdekken ook dat sommige paden nog flink onder water staan, zodat een alternatieve route noodzakelijk is.



Na het natuurgebied belanden we weer in villawijken en de bebouwing van Heikant. Het laatste stukje gaat nog langs het arboretum van Essen, met hoog opgaand geboomte, maar officieel niet toegankelijk. Een kleine wandeling doet ons weer op station Essen belanden

22 maart 2008   Bouwel - Zoersel   19 km

Met Pasen besluiten we weer een stukje van de GR 5 te lopen vanaf Bouwel. Bij de overstap in Antwerpen missen we de krappe aansluiting omdat we het nieuwe station nog niet goed kennen. Er zijn drie lagen treinen boven elkaar. Vanaf het station van Bouwel lopen we de plaats door, snelweg en Albertkanaal over naar Grobbendonk. Hier begint een klein aardig traject langs het riviertje de Nete, maar al spoedig zitten we weer tussen de huizen en later villa wijken. Als we het plaatsje Pulle zijn gepasseerd, houden een lunchpauze. Het is nogal fris, zodat we ons goed inpakken.



Vervolgens komen we door een natuurreservaat. De talloze beken voeren veel water aan en buiten de paden staat er veel land blank. We steken nu een landbouwgebied met enkele bosjes door en kruisen de N 14 en de A 21. Nu wordt het wat interessanter. Een groot natuurgebied, het Zoerselbos ligt voor ons. Het was bijna verloren gegaan; het was al verkaveld voor woningbouw en de percelen waren al verkocht, maar de rechter besliste gelukkig anders. Al spoedig zijn we bij het natuur-educatief bezoekerscentrum dat in een oude hoeve is gevestigd. Het regent al enige tijd en het is een aantrekkelijk idee om binnen een tijdje droog te staan. Bovendien blijkt de expositie daar zeer de moeite waard. Ook worden we geattendeerd op het boek "De Loteling" van Hendrik Constance dat zijn oorsprong vond in de hoeve tegenover het bezoekerscentrum. Deze hoeve, het Boshuisje genoemd, vereren we ook met een bezoek. Binnen is het zeer donker, maar open haardvuur geeft wat licht. We lessen onze dorst met een biertje dat luistert naar de naam Loteling. We kunnen hier ook een Gagelaar drinken ( de hop is hier vervangen door gagel), maar we moeten nog verder. Na het natuurreservaat belanden we weer in de villawijken van Zoersel en een tijdje later blijkt onze overnachtingsplaats, de jeugdherberg, midden tussen de villa's te staan. Het is de enige jeugdherberg in België die door vrijwilligers wordt gerund. We krijgen een mooie kamer voor ons alleen, met douche en toilet. Er zijn vier vrouwen aanwezig die het eten bereiden. We zijn de enige eters en nuttigen gezamenlijk een prima vegetarische maaltijd. 's Avonds zijn twee vrijwilligers actief met het oplossen van een cryptogram, maar tegen bedtijd zijn ze nauwelijks verder gekomen. Een hoog bejaarde moeder van een van hen, pakt het cryptogram achteloos op en geeft hem vijf minuten later geheel ingevuld weer terug. Wij houden ons aan een spelletje scrabble.

23 maart 2008  Zoersel - Wuustwezel   37 km

We hebben prima geslapen en het ontbijt is goed. Dus goedgeluimd weer op pad. Via een paar bosjes en landbouwgronden bereiken we spoedig de N 12. Aan de overzijde hiervan ligt de beroemde abdij van Westmalle. Helaas zijn we er nu op paaszondag op mistijd en er stroomt ook veel publiek toe, maar wel per auto. Gezien het aantal af te leggen km's lijkt het ons niet verstandig om ons bij de kerkgangers te voegen. Spoedig duiken we weer een niet al te interessant bos in en na nog wat bosjes en landbouwgronden bereiken we de Schotenvaart, die we een vijftal km volgen. Aan het eind van dit traject houden we koffiepauze. Nu slaan we af naar Brecht en laten St. Lenaarts, waar een prachtige kerk moet zijn rechts liggen. We worden wel uitgebreid getrakteerd op de lelijkheid van Brecht en komen later uit bij een tunneltje onder de autosnelweg A 1. Halverwege staat de tunnel blank en het water wordt steeds dieper. Daar hebben we geen zin in en we trekken ons terug. Een omweg via een verkeersknooppunt volgt. Het blijkt dat de HSL pal achter de A 1 loopt en de afwatering van het tunneltje blokkeert. Overigens is het ook onmogelijk de HSL te passeren met zijn hoge afrasteringen. Op de kaart lonkt nu een zeer groot natuurreservaat, maar wij moeten er met een grote boog omheen: de toegang is alleen voorbehouden aan militairen. Tot ons groot verdriet is het pad een gigantische modderpoel met talloze plassen,



 zodat we vele malen via het verboden terrein toch onze voeten proberen droog te houden. Na de grote boog met succes voltooid te hebben, komen we in de buurt van Wuustwezel. We hebben gepland hier te overnachten, maar het adres ligt ver buiten het centrum waar we willen gaan eten. Onze route loopt met grote slingers om Wuustwezel heen. Twee stieren kunnen het goed met elkaar vinden en poseren mooi in het late licht.



 Bij een kasteel houden we beraad, wat is tactisch, eerst gaan eten dan naar het overnachtingsadres, maar dan morgen een enorm stuk teruglopen om de route weer op te pakken. Ik zie op de kaart nog een restaurant op de route liggen als dat lukt, hoeven we morgen veel minder terug te gaan. Na enige tijd belanden we bij de Napoleonshoeve, een oud posthuis uit 1650, waarin het restaurant gevestigd moet zijn. Helaas blijkt de uitbater er de brui aan gegeven te hebben. Er zit niets anders op om weer terug te gaan naar het dorp. Er zijn daar diverse eetgelegenheden en wij strijken neer bij een Italiaan. Terwijl we eten begint het te sneeuwen. Na de maaltijd is het niet minder geworden, Lilian weigert via een grote weg verder te gaan, zodat we in de duisternis en met de sneeuw in het gezicht via kleine weggetjes ons einddoel, de oude pastorie, proberen te vinden. Laat in de avond bellen we aan. We worden gastvrij ontvangen door een ouder echtpaar. De heer des huizes begeleidt ons naar de bovenverdieping, die we geheel tot onze beschikking hebben, zelfs een flesje wijn ontbreekt niet. We hebben 37 km gelopen en laten de uitgebreide collectie dvd's en CD's voor wat ze zijn. We gaan slapen.

24 maart 2008  Wuustwezel - Kalmthout   14 km

Als we wakker worden en naar buiten kijken zien we dat de wereld met een dik wit tapijt bedekt is. Op de gang is een raam dat op de kerk uitkijkt; een witte pauw zit triest op de vensterbank van een kerkraam en ziet er wel erg vies uit te midden van de maagdelijke sneeuw. Het hele huis staat boordevol met curiosa, zodat we ogen nog even de kost geven voor we ons naar het ontbijt begeven. Dit wordt geserveerd in een kamer beneden en is voortreffelijk. We willen spoedig naar buiten, want de zon schijnt volop en de sneeuw op de takken zal spoedig smelten. We nemen afscheid en volgen een aardige route via de Molenbergen naar het verlaten restaurant van gisteravond. Daar pikken we de route weer op. Anderhalf uur later lopen we nogmaals langs de oude pastorie steken de N 133 en even later de N 111 over en komen na enige tijd in het Pastoorsbos. Daar krijg ik de schrik van mijn leven: een flink pak losgesmolten sneeuw stort zich van een spar in mijn nek. Gelijktijdig volgt een daverende dreun van een onweersontlading en begint het zeer hard te hagelen. Op een bankje bekomen we even van de schrik.



Nu volgt nog een niet erg boeiend stuk van anderhalf uur over asfaltwegen naar het station van Kalmthout, waar we vroeg in de middag aankomen, zodat we op tijd weer thuis zijn.

5 juni 2008   Bouwel - Westerlo  27 km

De treinkaartjes van Belgie verlopen op 9 juni dus een verplichte wandelexcursie. Omdat Lilian het weekend in Limburg moet zijn worden het dus donderdag en vrijdag. Dat betekent dat ik pas na negen mag vertrekken. De eerste trein die een goede aansluiting geeft is die van 9.28, maar die is er niet op dat tijdstip. Ondanks dat we in Utrecht en in Rotterdam een kwartier overstaptijd hebben halen we de internationale trein in Rotterdam niet en moeten we een uur wachten. Als er eindelijk in zitten wordt de lucht steeds donkerder. In Antwerpen giet het en in het treintje waarmee we naar Bouwel gaan striemt de regen tegen de ramen. Precies op het moment dat we om 14.10 uitstappen houdt de regen op. We lopen nu naar het oosten. Omdat we de komende uren parallel aan de snelweg E 313 lopen, hoeven we niet bang te zijn voor de stilte. Wandelaars zien we niet. Als het pad niet verhard is, geeft de begroeiing zijn vocht af aan onze kleding, ook is er weer veel prut en plas. De eerste bezienswaardigheid is de Hogewegmolen in Noorderwijk.



Hij ziet er aardig uit, maar er is storende bebouwing in de omgeving. Vlak er na lopen we over de voormalige spoorlijn Tilburg - Aarschot langs het landgoed en kasteel Schravenhage, waar koeien, kalfjes en stier harmonieus samenleven.



Een tijdje later wandelen we op de opgeheven spoorlijn naar de Britse militaire basis in Olen. Vanaf Olen buigen we naar het zuiden en zien na enige tijd de toren van de abdij van Tongerlo opduiken. De abdij is zeer bezienswaardig, vele oude gebouwen (oudste deel uit 1479).





De gebouwen zijn alleen op zondagmiddag van binnen te bezichtigen. Het grauwe weer zorgt ervoor dat de gevels er niet op hun voordeligst bij staan. Het landschap is hier veel aantrekkelijker geworden en dat is niet toevallig. We hebben de arme zandgronden van de Kempen verlaten en bevinden ons nu in het veel vruchtbaarder Hageland. Het moet nu minder dan een uur naar de camping in Westerlo zijn, maar op de plaats waar Lilian dacht dat hij zou moeten liggen is alleen een nieuwbouwwijk. Een bewoner weet dat de camping in Zoerle-Parwijs ligt dus begeven we ons langs de autoweg naar die plaats. De camping (hier kampeerverblijfplaats geheten) ligt gelukkig aan de kant van Westerlo. Het is moeilijk om een niet drassig stukje op het grasveld te vinden, maar voor 2,25 EURO per persoon moet je niet klagen. De enige andere bewoners hier zijn Polen in caravans. Om te eten moeten we nog wel lopen naar Zoerle-Parwijs. We hebben de keuze tussen een Chinees, frietkot en een wegrestaurant. De laatste lijkt ons de beste keus en het eten is redelijk. Lilian neemt gegratineerde witlof en ik een duootje vis. 's Nachts regent het en ik slaap slecht (wat ligt dat toch hard op zo'n dun matje).

6 juni 2008  Westerlo - Zichem   19 km

We hebben geen zin om langs de autoweg terug te lopen naar de route en gaan aan de overkant van de weg het bos in en op kompas richting Grote Nete. Langs deze rivier loopt een fietspad, maar er is geen hond te zien, De stroom is vrij breed en kronkelt zelfs voortdurend, maar is wel ingebed tussen steile overs. De oude ruimere meanders zijn nog zichtbaar aan de andere kan van het pad als verlandende plassen. Bij Westerlo steken we de N 19 over met een blik op een afschuwelijk industrie pand in aanbouw (moet dat nou in dit dal?). Om het betreden van het domein van kasteel de Merode te voorkomen, verhuizen we naar de andere oever. We hebben eerst zicht op het kasteelpark en even later verschijnt het zeer imposante pand in beeld.



Aan onze kant bevindt zich nog een Canal Grande in verre staat van verlanding en een verwaarloosd geometrisch park. Ook aanschouwen we nog een gevaarte op wielen van ijzer dat op rails over de rivier geschoven kan worden. Het nut is onduidelijk en het is de vraag of het nog kan rijden gezien de vele roestgaten in het ijzerwerk.We gaan weer door de bossen naar het zuiden en belanden uiteindelijk bij de abdij van Averbode gesticht in 1134, vier jaar later dan de stichtingsdatum van de abdij van Tongerlo. Ook hier weer een keur van oude gebouwen. De toegangspoort is uit de veertiende eeuw.



De kerk is de eerste in België in Barokstijl voltooid in 1672. De mis is net afgelopen, zodat we binnen ook een blik kunnen werpen. De versieringen zijn gelukkig niet overdadig.



Even buiten de abdij op de kruisweg nuttigen we onze lunch. Nu volgt een lus door het dal van de Demer. Het is hier zeker mooi en vogelrijk, maar ook zeer drassig. En we zijn beiden genoodzaakt onze schoenen vol te laten lopen om de tocht voort te zetten.



Langs de Demer zelf vervolgen de route naar Zichem, maar we zitten aan de verkeerde oever. We hebben wel een gezicht op de oude kerk,



maar de watermolen blijft onzichtbaar. De volgende keer toch maar eerst Zichem bekijken. Ik voel me verplicht nu ook " De Witte van Zichem" van Ernest Claes te gaan lezen (thuis constateren we dat de bieb in Ede er diverse exemplaren van heeft). Het is nog een klein stukje tot het station van Zichem waar we de trein naar Aarschot nemen om daar over te stappen op het boemeltje naar Antwerpen.

zondag 11 april 2009  Zichem-Diest 13 km

We treinen weer naar Zichem, waar we vorig jaar geëindigd zijn. We lopen eerst in een stekend zonnetje naar de Demer om de Maagdentoren ( een middeleeuwse burchttoren) te bezichtigen. Helaas is die geheel ingepakt voor restauratie, dus geen mooi plaatje. Nu gaan we even van de route af, want Lilian wil Zichem zelf absoluut niet missen. Eerst bekijken we de watermolen.



Daarna de kerk. Deze is voor een deel opgebouwd met ijzerzandsteen.



De kerk zelf blijft voor ons gesloten. Een briefje op de kerkdeur verklaart dat openstelling niet meer verantwoord is wegens vandalisme en diefstal. Aan het marktplein staat nog een enkele oude gevel. We gaan weer naar route terug via een leuk klein paadje. Vervolgens lopen we op een oude spoorlijn naar Scherpenheuvel, waar zich een belangrijk bedevaartsoord voor Mariaverering bevindt. De spoorlijn is dan ook het laatst in de zestiger jaren voor bedevaartgangers gebruikt en in 1974 opgebroken. We verlaten de spoorlijn weer om de heuvel te beklimmen waarop de barokke kerk en het voormalige klooster staat. Ook deze kerk staat in de steigers.



Het interieur kan ons niet erg bekoren. Bij de toren staat een expositie aangekondigd. Als we naar binnengaan leidt een trap ons niet omhoog, maar naar beneden. We komen in de z.g. barokgang die vroeger het klooster met de kerk verbond. Nu is er een tentoonstelling van paaseieren gemaakt van de meest uiteenlopende materialen. Ook is er een grote collectie van de kunst(kitsch???)eieren van de Russische familie Fabergé. Al met al best aardig, bovendien regent het buiten. Als we weer in de open lucht komen houdt de regen op en wordt het weer allengs beter. We gaan nu door een vrij heuvelachtige streek en stijgen via het Grootveld steeds verder.



Vanaf de Galgeberg dalen via een holle weg met bloeiende kersenbomen af.



Na de N2 overgestoken te zijn, gaat het weer omhoog de Kloosterberg op. Hier heb je een goed uitzicht op de stad Diest. Via een mooie groene route met veel bloeiende sleedoorns belanden we in de stad.



We gaan eerst naar het adres van Vrienden op de fiets waar we de nacht zullen doorbrengen. We hebben daar een prima kamer. Na een kop thee bij de gastvrouw gaan we de stad in. We bekijken eerst de Sint-Sulpituskerk in de stijl van de Brabantse Demergotiek. Het is zowel van buiten als binnen een mooie kerk.



De magen beginnen te rammelen. Het is nog steeds prachtig weer dus nestelen we ons op een terrasje bij de kerk, waar we zelfs nog een tijd in de zon zitten. Omdat we in een Oranjestad zitten gaan we na het eten eerst het stadspaleisje van Hendrik van Nassau opzoeken, Ook al begint het aardig donker te worden.



We beklimmen nog even de burchtheuvel. Alleen de fundamenten zijn nog aanwezig van het immense bouwwerk. Na nog een bezoek aan de ruïnes van de St. Janskerk gaan we weer terug naar onze overnachtingsplek.

maandag 12 april 2009  Diest-Bolderberg 30 km

Met onze gastheer (een pottenbakker) en gastvrouw nuttigen we een prima paasontbijt. Met gesprek is zo geanimeerd dat we bijna niet wegkomen. Via de vestinggordel komen we bij de Lindemolen.



We gaan nu even van de route af om het grootste en best bewaarde begijnhof van België te bekijken. Het werd in 1253 gesticht en is eigenlijk een stad in de stad met een eigen stadspoort



en een eigen kerk: de vroeggotische St-Catharinekerk opgebouwd uit ijzerzandsteen.



Ook waren er grotere leefgemeenschappen. Op de binnenplaats van één ervan staat een groep begijnen.



Verder zijn er vele pittoreske plekjes en straten.





We gaan weer terug naar de vestinggordel en lopen nu boven op de wal waar we nog een mooi gezicht op het begijnhof hebben. Na een tijdje gaan we over een sluizencomplex.



Hiermee kon met het water van de Demer het land om de stad onder water gezet worden. Na weer een stuk wal gaan we via een doorgang in de wal



naar een brug over de Demer. Daarna volgt een tweede doorgang in de volgende wal en weer een brug over de Zwarte Beek. Deze beek volgen we een stukje. Een paar kilometer verder blijkt het pad afgesloten te zijn. We moeten via een steile helling weer terug naar de Zwarte beek, maar de paden zijn wegens erosiegevaar afgesloten. We moeten nu een omweg maken. Na de beek overgestoken te zijn gaat het richting A2. Als we naast de snelweg lopen is er naast ons toch nog een aantrekkelijk natuurgebied.



We blijven genieten van de vele bloesems, vooral kersen en sleedoorns.




Het is nu niet ver meer naar de imposante duizendjarige eik.



In het centrum van Lummen pikken we een terrasje om van een streekbiertje te genieten. Dat moet wel lukken want de temperatuur is hoog (we lopen al de hele dag in korte broek en een T-shitje). Het wordt een Loterbol Brune uit Diest en smaakt prima. Tot onze verrassing komt de waardin langs met een schaal excellent gebak. En dat alles voor 1,70 EURO. Na deze verpozing komen we op korte afstand na elkaar langs drie kastelen. Helaas houden de adelijke families niet van pottenkijkers, want ze hebben hun stulpjes aardig ingeplant. Van kasteel Burg krijgen we onverwacht nog een glimp te zien.



Tot de A 13 lopen we door een landschappelijk aantrekkelijk gebied. Als het Albertkanaal is overgestoken is het ook weer aardig. We lopen een stuk langs een beek en ik ontdek grote hoeveelheden muskuskruid.



Dit is het landgoed Terlamen bekend om zijn autoracecircuit Zolder. Bij het kasteel lopen we een stukje langs de autoweg door de vijver van Terlamen



Deze streek kent talloze van dergelijke waterpartijen die ontstaan zijn door de winning van ijzerzandsteen. We maken nu nog een grote lus, eerst onderlangs en daarna terug over een 3 km lang duin. Op het hoogste punt (60 m) hebben we een uitzicht over het natuurgebied en het kasteel van Terlamen. Nu dalen we af naar Bolderberg waar op een kruising van wegen ons hotel staat. Onze kamer is erg klein, heeft geen gordijnen en er is ook nog een wc en douche ingepropt, terwijl daar eigenlijk geen ruimte voor is. Resultaat is dat je vanaf het bed op de wc kijkt (geen afscherming) en de douchecabine zo klein is dat alleen slanke mensen erin passen als ze zich maar niet willen bewegen. Het bed heeft een lattenbodem met een dunne matras. Er is wel een TV, maar de afstandsbediening ontbreekt. Het restaurant is weinig sfeervol, maar het eten is niet slecht.

dinsdag 13 april 2009  Bolderberg-Hasselt 13,2 km

We kunnen om 8 uur ontbijten en het is prima. Als ik wil afrekenen heb ik een probleem. Ik gebruik al tientallen jaren een creditcard en nu wordt voor het eerst mijn pincode gevraagd. Na al die jaren ben ik die al lang vergeten. Het wordt nu spannend of we nog genoeg geld voor de trein overhouden. Spoedig hierna lopen over het Domein Bovy, waar we ook hadden kunnen slapen. Het is een aardig terrein en we lopen zelfs een stuk knuppelpad (wel buiten de officiële route). Na een stukje langs het Albertkanaal gaan we erover en nu is het niet ver meer naar onze laatste bezienswaardigheid: de abdij van Herkenrode, gesticht omstreeks 1182). Eerst lopen naar de watermolen aan de Demer. Het gebouw is prachtig gerestaureerd, alleen het waterrad ontbreekt nog en de oevers van de watergang zien er ook niet geweldig uit.



Ook de tuinen zijn opnieuw aangelegd en alleen tegen betaling te bezichtigen. Het kloostercomplex zelf is gedeeltelijk gerestaureerd en de overige gebouwen verkeren nog in erbarmelijke staat.



De tiendschuur waar vroeger de belasting in de vorm van een tiende van de oogst in werd bewaard ligt er weer prima bij.



Ook de abtswoning en het poortgebouw zien er mooi uit.



Vlak naast dit klooster is nog een klooster van de zusters van het Heilig Graf gevestigd in het kasteel van Herkenrode.



We verlaten Herkenrode weer en hebben nog even een terugblik.



 We volgen nu een aardig pad door de akkers richting Hasselt. Het laatste stuk lopen we langs het spooremplacement, duiken er onderdoor zodat we bij het station de trein naar huis weer kunnen nemen.

zaterdag 3 april 2010  Maastricht - Zutendaal 24 km

Ook nu weer proberen we in een lang weekend weer een routeboekje af te sluiten. Met ruim een kwartier vertraging komen we in Maastricht aan, dus is onze bus al vertrokken. Maar er blijken wel vier buslijnen de goede kant op te gaan. Dus blijft de vertraging een kwartier en kunnen we in de wijk Malburgen aan de wandeling beginnen. Via een modderig paadje gaan we richting België. Zodra we de grens gepasseerd zijn hebben we meer water dan grond onder de voeten, maar we bereiken heelhuids het Albertkanaal. Dit volgen we richting Lanaken. Waar het Albertkanaal naar het westen buigt lopen wij verder langs het verbindingskanaal met de Zuid-Willemsvaart. We kruisen de spoorlijn Maastricht-Hasselt, die momenteel weer gereactiveerd wordt. Op de foto de spoorbrug over het verbindingskanaal.



Het Nederlandse traject is in 2009 gereedgekomen, maar de Belgen zijn nog steeds aan bakkeleien hoe het tracé voor personenvervoer verder moet lopen. Het zou een sneltram moeten worden, die ook door de binnenstad van Hasselt rijdt. Ook zijn er diverse tracés voorgesteld, die door natuurgebieden gaan. Wij zagen later op onze tocht dat de huizen daar getooid waren met zwarte vlaggen. Maar goed wij steken het verbindingskanaal over naar Lanaken en hebben nog zicht op de sluis naar het Albertkanaal.



Lanaken heeft weinig schoons te bieden; er bevindt wel een meer dan 30 jaar oude LAW- richtingwijzer, die met wat recentere borden een beetje is opgelapt.



Ondertussen is het flink gaan regenen. Na Lanaken lopen we de bossen in; helaas zijn het monotone dennenplantages. Alleen een enkel beekje geeft nog enige schittering aan het landschap.



Een groepje jeneverbessen staat er een beetje grauw bij.



Vlak voor Zutendaal licht een beek beneden ons op. langs de oevers staan grote plekken met paarbladig goudveil.



In Diepenbeek zelf is de oude pastorie de belangrijkste bezienswaardigheid.



Inderdaad geen onaardig optrekje voor een dorpspastoor. Ons overnachtingsadres ligt niet ver buiten de route aan een vrij drukke weg. Onze kamer is ijzig koud en kan niet verwarmd worden. Mevrouw kookt voor ons een eenvoudige maaltijd, die we in de serre van het huis opgediend krijgen. Die nacht kunnen we ons beiden nauwelijks op temperatuur houden.

zondag 4 april 2010  Zutendaal - Diepenbeek 35 km

Nog maar nauwelijks Zutendaal uitgelopen, komen we bij de Mariabidplaats O-L-Vrouw van Lourdes met kruisweg. De aanblik is die vreselijk kitscherig, dus gaan we snel verder de ons vertrouwde dennenbossen van domein "Kattevennen" in. Ook nu laat de regen zich niet onbetuigd, ondanks dat er in de nacht ook al veel gevallen is. De paddenstoelen moeten ons een beetje opvrolijken.




Na deze bossen gaan we het heempark van Genk in, een aardig stukje natuur met vijvers en een beek.



Het heempark gaat over in het Molenvijverpark. Er zijn hier vele varianten van de zonnewijzer opgesteld. De kegelvormige is zelfs in staat twee tijden weer te geven.



Genk is een moderne ruim opgezette plaats, groot geworden door de steenkolenmijnen, maar van dat zwarte verleden is niets meer te bespeuren. We maken gebruik van de vele winkelcentra om een stuk droog en beschut verder te komen. Direct na Genk lopen we al weer in het groen. Nadat we een snelweg en een spoorlijn gepasseerd zijn wordt het interessant. We passeren een slagmolen uit 1523



en komen dan in het grote natuurreservaat "De Maten". Het bestaat uit droge stuifduinen met heide met daartussen uitgestrekte moerasgebieden. Ook stroomt er een beek doorheen. Er zijn grote oppervlakten met bloeiende gagel.


















Tot onze grote vreugde komt er een brede opklaring, zodat we dubbel kunnen genieten van het landschap.



We gaan tot tweemaal van de route af om wat dieper het reservaat in te kunnen gaan.



Er moeten hier tientallen vogels broeden (o.a. de roerdomp), maar veel meer dan een zwaan zien we niet.



Leuk is dat als het pad over een duintje gaat, je een goed overzicht over het terrein krijgt.



De opklaring is voorbij, het begint weer te regenen en tegelijkertijd zitten we op modderpaden.



Als we het reservaat verlaten en het Albertkanaal oversteken om enige kilometers buiten de route te gaan eten en slapen krijgen we een onvervalste hagelbui over ons heen. Lilian heeft twee restaurants vlak bij elkaar uitgezocht in een buitenwijk. Om niet steeds tussen de huizen te moeten lopen, wandelen we stukje door een natuurreservaatje, maar we moeten twee maal constateren dat het pad op de kaart er niet is. Dus weer omlopen! Ter plekke van de restaurants zien we dat het ene restaurant gesloten is en het andere te koop staat. Met de nodige kilometers in de benen een desillusie. Dus een paar kilometer verder gaan naar de kern van Diepenbeek. Vlak voor de plaats werpen we nog een blik op het kasteel.



We zien al snel een eetgelegenheid, maar het voldoet niet geheel aan onze normen. Gelukkig vinden we midden in de plaats een restaurant naar ons hart : De Waterput. Het is er niet eens druk en we worden vlot en vriendelijk bediend. Het eten is zeer origineel opgemaakt en smaakt uitstekend. Met een rond buikje begint de laatste etappe naar het overnachtingsadres. We worden vriendelijk ontvangen en nodigen ons nog uit voor een wijntje. Maar we zijn zo moe dat we dit beleefd afslaan en na het douchen in bed kruipen.

maandag 5 april 2010  Diepenbeek - Hasselt 19 km

Na een goed ontbijt lopen we weer naar de sluis in het Albertkanaal om daar de route op te pakken. Spoedig gaan we door een natuurterreintje met vijvers.



Paddenstoelen



en bloeiend mos



geven nog wat kleur aan de verder nog kale bosschages. Na de N75 en de spoorlijn overgestoken te zijn, komen in het Domein van Bokrijk. Dit is een zeer toeristische plek. Voor ons is de ingang van het openluchtmuseum en rechts het kasteel van Bokrijk. Wij gaan naar links tussen de afrastering van het museum en een immense parkeerplaats. Door de afrastering zien we nog een molen, een oude boerderij en een stuk middeleeuwse stad. Daarna belanden we weer bij een vijvercomplex. Rond de eerste vijver zitten talloze vissers, wij nestelen ons er tussen voor een bakje leut. Even verder hebben we volop rust, maar ook volop nattigheid. In de plassen groeit vlotgras



en wij hebben moeite om droge voeten te houden.



Uiteindelijk komen we bij een volgende sluis in het Albertkanaal. Een cruiseschip wordt juist geschut.



Aan de andere zijde van het kanaal lopen we langs de buitenkant van het stadspark naar de oude stad van Hasselt, die in de laatste oorlog gebombardeerd is geweest. In de oude stad bevinden zich nog veel gebouwen van vroegere jeneverstokerijen.



Natuurlijk wil ik de kathedraal zien.



Aan de buitenkant zitten talloze spuwers.



 Ook het interieur mag er zijn ,



veel gebrandschilderde ramen



en pas gerestaureerde middeleeuwse muurschilderingen.



Van het begijnhof is nog maar een gedeelte aanwezig.



De rest is weggebombardeerd. Aan de grote markt staat nog één oud gebouw.



In de onze lieve vrouwe kerk bewonderen we het 14e eeuwse beeld Virga Jesse.



Elk jaar zijn er enkele dagen feesten en processies ter ere van haar; ze is ook de patrones van de stad. Verder bezoeken we nog de minnebroederskerk, een sobere, maar mooie barokkerk. Als laatste gebouw bekijken we het oude stadhuis.



Op een bankje aan een pleintje ernaast nuttigen we ons twaalfuurtje. Als we de stad uitlopen zien we nog een standbeeld van Hendrik van Veldeken. Deze in 1128 geboren man is de oudst bekende Nederlandstalige dichter. Hierna treinen we naar het fraaie station van Antwerpen, waar we nog een klein uur op de volgende trein moeten wachten.




Nog net voor het donker wordt zijn we weer thuis. Het traject der lage landen zit er op.