zondag 23 maart 2014

14-03-07-MFr Sneeuwschoenwandelen in de Chartreuse

vrijdag, 7 maart 2014

Omdat er morgen werkzaamheden aan het spoor zijn, vertrekken we al vrijdagmiddag naar Arnold in Rotterdam. We zullen gezamenlijk eten in het Lachende Varken. Deze besloten eetgelegenheid is enige tijd gesloten geweest en voor ons is het al weer een tijd geleden dat we hier waren. We zijn niet erg enthousiast over deze hernieuwde kennismaking en de huidige prijs/kwaliteitsverhouding.

zaterdag, 8 maart 2014

Na het ontbijt gaan we met de metro naar het nieuwe station van Rotterdam. Daar nemen we de Beneluxtrein naar Brussel. In Roosendaal stappen een paar medereisgenoten op. Één van hen (Eric) heeft de treinkaartjes voor het vervolg van de reis. Vanaf Brussel gaat het met de TGV naar Lyon. We kunnen nu bij elkaar zitten. Eric heeft zich ruimschoots voorzien van wijn, worst en kaas om de reis aangenaam door te komen. Hans Peter blijkt een schoonzoon van mij goed te kennen uit zijn NIO-tijd, door hem Dolle Jelmer genoemd omdat hij altijd mega-onderzoeken opzette. Na Lyon stappen we over op de aanmerkelijk langzamere trein naar Grenoble, waar we opgewacht worden door een busje. Hier voegen zich nog enkele deelnemers bij ons. We gaan echter niet naar de aangekondigde auberge in Sarcenas, maar naar het lager gelegen hotel Les Skieurs in Le Sappey en Chartreuse. Dit levert de komende dagen een logistiek ongemak op. Voor een drankje en de avondmaaltijd worden we wel in de auberge verwacht. Daartoe worden we steeds in drie groepjes met een auto heen en weer getransporteerd; zo nu en dan met de nodige wachttijd. Het hotel en de maaltijden in de auberge zijn overigens prima. Vóór de maaltijd kunnen we nog genieten van de zonsondergang vanaf het fraaie terras.



Op een vraag aan Francois of we de komende dagen lawine-uitrusting dragen, geeft hij een opmerkelijk antwoord. Hij heeft lawine-uitrusting in zijn auto liggen, maar zal die niet gebruiken. Als er op enig traject lawine gevaar bestaat, zal hij daar niet met ons heen gaan. Volgens hem dient een "pieps" alleen voor het bergen van doden.

zondag, 9 maart 2014   15,1 km     750 m stijgen   750 m dalen
n.b. De km's zijn horizontale afstanden; in geaccidenteerd terrein zijn de werkelijke afstanden groter! 

Na het ontbijt worden de sneeuwschoenen en stokken verdeeld en volgt een autorit naar de Col de Porte. Na een stukje lopen kunnen eindelijk de sneeuwschoenen aan.



Naarmate we hoger komen, krijgen we ook meer uitzicht.



Maar er moet vandaag nog veel meer geklommen worden. De gids Francois heeft besloten het programma van dag 1 en 2 samen te voegen om zo een stuk dubbel lopen te voorkomen.



We komen op een rug met prachtige vergezichten.



Voor ons zien we een top liggen, die we na de lunchpauze zullen proberen te bedwingen. De eigenlijke top van de Charmant Som (1867m) is nog niet zichtbaar.





We passeren een kapelletje met een beeltenis van Petrus.



Dat hier nog meer dan voldoende sneeuw ligt, blijkt wel uit de hoogte van de wandelbordjes.



We vinden een heerlijke plek om te lunchen. Francois heeft de inkopen gedaan en een ieder heeft een deel van de proviand in de rugzak.



Na de lunch maken we ons op voor de"final climb". Voor twee van ons is dit teveel van het goede voor de eerste wandeldag. De rest gaat de strijd met succes aan.


















Het duurt toch nog langer dan verwacht voor we de top, omringd door alpenkauwen, in zicht krijgen.



De beloning voor onze inspanning is groot. Een groots panorama, waarbij zich ook de Mont Blanc zich laat zien (links van ons).





Diep beneden ons zien we met 20x zoom het kartuizer klooster liggen waar we over twee dagen langs zullen lopen. Een indrukwekkende film over het leven in dit klooster is Into great silence.



We zien zelfs dicht bij de top een paar gemzen grazen.



Tijdens de lange afdaling komen we nog langs een paar ingesneeuwde almboerderijen.



Wilfrid denkt een stuk te kunnen afkorten, maar moet dat bezuren. Met een uiterste krachtinspanning klimt hij via een steile sneeuwhelling weer naar ons toe.

Wanneer we uiteindelijk weer terug zijn tussen de auto's op de pas, moeten we nog lang wachten voor we in drie groepjes per auto naar de auberge worden gebracht voor een biertje op het terras. Daarna volgt dezelfde procedure om ons naar het hotel te brengen en na de douchebeurt nogmaals terug voor het diner. Het eten is weer prima, maar na afloop ondergaan we voor de laatste maal de vervoersprocedure. Als we als laatsten bij het hotel aankomen, staat de vorige groep nog buiten. Het hotel is onbemand en alleen met een code te betreden. Blijkbaar heeft niemand van hen de juiste code onthouden, maar nu kunnen we gezamenlijk naar binnen. Na zo'n inspannende dag buiten is het goed slapen.

maandag, 10 maart 2014   15,2 km   560 m stijgen   800 m dalen

We hebben weer heerlijk geslapen. Tijdens het ontbijt worden we door het personeel op niet mis te verstane wijze erop gewezen dat er gistermorgen door sommige mensen van onze groep meer dan 1 croissantje en/of meer dan 1 plakje kaas is verorberd. Dit mag niet meer gebeuren!
Omdat de tocht van gisteren grotendeels het programma voor vandaag bevatte, hebben we een afwijkende tocht. Gelukkig mogen we vanaf het hotel vertrekken.  Omdat dit vrij laag ligt hebben we de sneeuwschoenen voorlopig nog niet nodig. Het is wederom stralend weer en we zien de hoogste berg van de Chartreuse, de 2082 m hoge Chamechaude schitterend voor ons oprijzen.



Na een tijdje kunnen de sneeuwschoenen aan en door de bossen klimmen we gestaag door tot we op een open rug komen.



Deze rug volgend, komen we bij een steil stukje naar beneden, waarbij Francois klaarstaat om eventueel de helpende hand toe te steken.



Deze rug is zonder twijfel het mooiste stuk van de route van vandaag,




We hebben hier een groots uitzicht. In de verte is de Mont Blanc weer zichtbaar. Rechts in de diepte stroomt de Isère, die de scheiding vormt tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Alpen.



Wat later is de graat bebost. Voor we deze graat gaan verlaten, houden we een lunchpauze.



Het is niet voor niets dat we we hier stoppen. We genieten behalve van de lunch en de zon ook van een grandioos panorama op de Zuidelijke Alpen.



Francois doceert nog dat de Chartreuse voor 75 % tot het departement Isère behoort en voor de rest aan Savoie is toebedeeld. Er volgt een lange afdaling naar het dal. Daar heeft Francois nog een verrassing in petto. Een kerk in St. Hugues de Chartreuse is tegenwoordig een museum van hedendaagse religieuze kunst. De kerk hangt vol met schilderingen van Arcabas (1926). Zijn werk is ook op tal van plaatsen in Frankrijk, en zelfs daarbuiten, te zien. Er zijn ook andere kunstvoorwerpen. Aan ons is dit door Francois zeer aanbevolen uitstapje wel besteed, maar het is onmogelijk alles in een keer in je op te nemen.



Hieronder enige voorbeelden:












Als laatste een versierde kerkdeur.



Na dit bezoek voegen we ons bij de rest van ons gezelschap, dat al zit te genieten op een plaatselijk terras. In de nabijheid van ons terras zien we nog een apart herinneringsmonument van iemand die in Algerije is gesneuveld. Het is nu niet ver meer naar ons hotel Le Saint Pierre.



Het ligt pal aan de weg, maar het is er goed toeven. Het eten is prima, maar niet overvloedig. Ik ben dan ook blij met een extra dessert van rabarbertaart met perensorbetijs dat ik van een van de dames toegeschoven krijg. Gerard heeft een probleem. Zijn voeten zijn zodanig gehavend, dat verder lopen niet verstandig is. Om toch de volgende avond bij ons te kunnen zijn, wordt een logistieke operatie uitgevoerd.  De Restauranthouders uit Sarcenas zullen de auto van Francois hier naar toe rijden, zodat Gerard toch comfortabel verder kan.

dinsdag 11 maart 2014   14,7 km   955 m stijgen    780 m dalen

De dag begint alweer zonovergoten. Het is hier in de Chartreuse dat ik voor het eerst uitgezette sneeuwschoenwandelingen zie. Blijkbaar is het sneeuwschoenwandelen hier populair. Dat verandert niets aan het feit dat we ook vandaag vlak bij het hotel zonder sneeuwschoenen beginnen.


  
Na een kort klimmetje komen we op een klein asfaltweggetje, dat we een tijdje volgen.


Hierna gaan we weer onverhard verder. De route door het nauwe dal is zo gekozen dat we de verkeersweg zoveel mogelijk mijden. We passeren een beeldengroep waar duidelijk een monnik waarneembaar is.


Na de verkeersweg overgestoken te hebben, gaat het verder over een smal paadje in de steile bergflank totdat we op de autoweg in een zijdal uitkomen. Hier bevindt zich een museum over het kartuizer klooster in de gebouwen van een vroegere lekenbroederorde. Het is helaas alleen 's middags open, We moeten het doen met enige blikken van buitenaf.





Na dit complex is de weg verboden voor auto's en bevinden we ons in de stiltezone van het kartuizer klooster. Grande Chartreuse is het moederklooster van de kartuizer orde, gesticht in 1084 door de Duitse Bruno van Keulen. Het immense complex ligt twee kilometer verder in het dal.





Het gebergte van de Grand Som zorgt dat het klooster een indrukwekkend decor heeft.





Buiten de ommuring ligt nog een groot gebouw



en een prachtige boerenschuur.



We klimmen een net ontdooide grashelling op voor een goed zicht op het klooster en voor de koffie. Wel je mond houden! Voor elke monnik is er een kluiscel. Deze cellen zijn in een rechthoek gegroepeerd. Tussen de cellen bevinden zich nog stukjes grond, waar iets op verbouwd kan worden. De achterste rij cellen is links op de foto goed zichtbaar.



Op onze koffieplek is het voorjaar duidelijk begonnen. De vleugeltjesbloem bloeit al.


We dalen weer af voor een volgend op-en-neertje. Het klooster heeft oorspronkelijk nog hoger in het dal gestaan, maar is in 1132 door  een lawine verwoest. Daarna werd het klooster op de huidige plek gebouwd. Het klooster zou nog vele malen afbranden. (Meestal door één van de vele open haarden en eenmaal door oorlogshandelingen.) Het huidige klooster stamt uit 1676. Op de oorspronkelijke plaats staan nog twee kapellen. Onderweg passeren we nog de forellenkweekvijver. De monniken mogen geen vlees, maar wel vis eten. De eerste kapel stamt uit de 15e eeuw en is gewijd aan Notre Dame-de-Casalibus.



Het heeft een aparte ingangspartij.



Door de openingen in de deur werpen we een blik naar binnen.



Iets verder ligt boven op een rots Chapelle Saint Bruno.


Het lukt ons niet om bij de ingang te komen, een andere groep sneeuwschoenwandelaars verspert ons de toegang. We dalen weer af tot de forellenkweekvijver en beginnen aan de klim naar de Col de la Ruchère (1407 m). Onderweg komen we langs Habert de Billon, een prachtige boerderij en huis die aan het klooster toebehoren.





Bij de boerderij gaan we lunchen; helaas begint de lucht dicht te trekken. Hierna zetten we onze tocht naar de col weer voort.




Voor ons ligt de top van de Grand Som, waar we bij het kruis mensen zien staan. Volgens Francois is de beklimming nu onverantwoord.



Ook de terugblik is fascinerend.


Hierna volgt de afdaling naar onze volgende overnachtingsplek. Omdat we nog tamelijk vroeg beneden zijn, maakt het grootste deel van de groep nog een ommetje naar het centre de ski nordique de la Ruchère. Hier nuttigen we ons dagelijks biertje; dit keer een Perforth Brune. Vervolgens dalen we af naar L´etape Cartusienne. Sommigen gaan via de asfaltweg, anderen gaan het avontuur met de diepe sneeuw aan. Zonder sneeuwschoenen. We krijgen in de gîte een eigen kamer; douche en w.c. zijn op de gang. Helaas blijkt later dat dit geen garantie is voor een perfecte nachtrust. Een stang onder ons bed, die de lattenbodem op zijn plaats moet houden, is volledig doorgebogen. Zodoende komen we samen in een diepe kuil te liggen. De geluidsisolatie tussen de kamers is nihil. Aan de ene kant van de kamer is het toilet voor iedereen gelegen, waarvan 's nachts continu gebruik wordt gemaakt; aan de andere kant ligt onze gids Francois, die snurkt als een beer. Gevolg: een doorwaakte nacht.

woensdag 12 maart 2014   18,4 km   540 m stijgen   880 m dalen

Vandaag zou  de interessantste dag moeten worden, maar Francois ziet er vanaf vanwege lawinegevaar. Om de tijd vol te maken gaan we wat rondjes draaien rond het centre de ski nordique in naaldhout. Misschien is het zonnetje voor de gîte wel aangenamer.



Het eerste stukje is nog wel aardig



en leidt naar een afgezet uitzichtpunt. Van de afzetting trekken we ons weinig aan.


We kijken in een sneeuwvrij dal met veel nevel.



Na enige tijd volgt nog een tweede uitzichtpunt



 met een iets mooiere blik.



Daarna houden we op een open plek in het bos een koffiestop.  Nu volgt weer een stuk golvend terrein door het bos tot we bij het centre de ski nordique uitkomen. We zijn hier niet alleen, maar aan de rand van het bos kunnen we tenminste in de zon lunchen. We dalen af naar de gîte, waar we vanmorgen begonnen zijn,



 rusten even (gaat het Wilfrid?),



en nemen nogmaals afscheid van de vrouw des huizes. We volgen nu een niet veel begane, geheel sneeuwvrije route naar St. Pierre-d'Entremont. Al spoedig zien we de eerste lenteklokjes.



Hoewel de route vrijwel geheel door bos loopt, hoog boven de rivier Rau de Malissard, is het hier interessanter dan vanmorgen. Op vele plekken staan primula's te bloeien.




Zijbeekjes moeten worden overgestoken, liefst met droge voeten.



En zelfs het zwarte peperboompje staat al in bloei.


Plotseling blijkt ons pad afgezet. Een bord vertelt dat het strikt verboden is deze plaats te betreden. Een brug die we moeten passeren staat op instorten. Francois bagatelliseert het probleem door op te merken dat het alleen voor vrachtauto's geldt. Het is mij een volkomen raadsel hoe een vrachtauto deze plek zou moeten bereiken. Maar goed veel keuze hebben we niet. We stappen over de afzetting heen en bereiken allen veilig de andere zijde van de brug.



Via een voetbrug gaan we naar de andere zijde van de rivier.



De rest verloopt via asfalt, eerst nog door een imposante kloof. Ons hotel Le Grand Som blijkt een heel ander dan in onze beschrijving staat, maar anders hadden we nog zo'n vier kilometer verder moeten lopen en het blijkt een prima hotel.

donderdag 13 maart 2014   13 km   935 stijgen   480 m dalen

Na het ontbijt neemt Francois ons eerst mee naar de VVV. Binnen is een maquette, waarop hij onze tocht wil aangeven. Dat doet hij met z'n telescoopstok.



Tegenover de VVV staat de kerk. Helemaal bovenin staat een Mariabeeld. Het verguldsel is vrijwel verdwenen. Korstmossen komen er voor in de plaats.



Voor de kerk staat ook het monument voor de gevallenen.


Ook vandaag blijkt dat we een geheel andere route nemen dan in de beschrijving staat. We lopen nu eerst langs de rivier Le Cozon en gaan dan omhoog en passeren een aardig gehucht.



Hierna volgt een onverhard wandelpad, waar we volop van het voorjaar kunnen genieten.



Bij een idyllische nederzetting houden we koffiepauze.



Na geruime tijd bereiken we de eerste sneeuw, maar het pad is nog sneeuwvrij.



Uiteindelijk gaan de sneeuwschoenen aan en wordt het tijd voor de lunch. Na veel discussies wordt de ideale lunchplek gevonden met uitzicht op de Mont Blanc.


Hester ploft er neer; hoe ze weer overeind komt is van later zorg.  Op de achtergrond de imposante Mont Granier (1933 m).




Terwijl de rest van de groep zich van mij verwijdert, neem ik nog een panoramafoto. Net links van de Granier is de Mont Blanc zichtbaar. Rechts onder de Granier is een sneeuwveld zichtbaar, waar La Plagne in ligt. De berg rechts ervan is de Sommet du Pinet (1867 m). Via zijn voet hadden we volgens de routebeschrijving aan moeten komen, maar wij kwamen van de tegenovergestelde kant.



Als we bij het plaatsje Le Désert d'Entremont aankomen, ontstaat enige consternatie. Een man blijkt razend op onze groep. Francois krijgt uiteindelijk als gids alle toorn over zich heen en weet hem niet tot bedaren te brengen. Het blijkt dat we over een particuliere tuin zijn gelopen, die nu nog dik onder de sneeuw ligt, zodat een verschil met rest van de omgeving niet opvalt. Een oranje netje had voor ons het sein moeten zijn niet verder te gaan. Het blijft een raadsel hoe we dan op de weg hadden moeten komen. Francois moet hierna ook nog even stoom afblazen. We nemen een een aardig paadje omlaag, waarbij de sneeuwschoenen al weer snel afkunnen. Voor ons ligt de Sommet du Pinet.


Spoedig dient zich de voorjaarsflora aan met o.a. bloeiende maagdenpalm.


We dalen af tot het plaatsje Epernay (dus niet hèt Epernay), waarna de 'final climb' naar La Plagne begint. Gelukkig hoeven we niet over de asfaltweg, maar we zijn blij de gîte bereikt te hebben om van een welverdiend biertje te genieten, ook al is het Heineken.




Even later is Francois nogmaals ontstemd. Niemand van ons heeft handdoeken en beddengoed bij zich, wat in deze gîte vereist is. Maar ons is door SNP uitdrukkelijk meegedeeld dat dit niet nodig was. Francois weet te regelen dat er lakens voor ons komen en een handdoek per twee personen. Voor mij vandaag geen douche. De maaltijd is bijzonder en zeer overvloedig, inclusief een enorme crudité met gefrituurd deeg. Een zeer royaal kaasplateau ontbreekt ook niet en de prima wijn is ook nog goedkoop. Hulde voor de baas, die alles alleen doet. Wilfrid blijkt mijn neef Egbert goed te kennen van de tijd dat hij bij het RIVM werkte. 

vrijdag 14 maart 2014  15,5 km   200 m stijgen   1100 m dalen

Ondanks dat we voor het eerst met z'n vieren geslapen hebben op stapelbedden was dit een van mijn beste nachten op de tocht. Omdat we gisteren een heel andere route hebben gelopen dan van te voren aangekondigd, zou dat betekenen dat we vandaag een flink stuk hetzelfde zouden lopen. Daarom worden we met een busje weggebracht naar een punt in de buurt van Le Désert. Terwijl we staan te wachten op vertrek, bekijk ik nog de dorpsoven, die nog in gebruik is.




Na een niet al te lange rit komen we op het uitgangspunt voor vandaag terecht: Espace nordique d' Entremont. Ook nu blijkt dat we een route gaan volgen die westelijker ligt dan in onze beschrijving.


De stijging naar de Col du Mollard (1320 m) gaat geleidelijk en is best aantrekkelijk.




Dichter bij de pas wordt het minder open.



Op de pas ziet Francois in bergflank twee gemzen. Met enige moeite zien we twee donkere vlekjes. Met 20 x zoom neem ik een foto en constateer thuis dat er drie gemzen waren.



De afdaling vanaf de pas biedt voorlopig geen uitzicht meer. In dicht bos lopen we vrij steil naar beneden. We moeten het met paddenstoelen doen, zoals de platte tonderzwam


of de oranje trilzwam.


Op een gegeven moment is Francois de route kwijt. Hij gaat een tijdje op verkenning en alles komt goed. Ook vandaag verschillen de meningen wat een ideale lunchplek is. Tenslotte wordt het een stukje opengekapt bos, waar we in de zon kunnen zitten. Hier staan vele voorjaarsbloemen, zoals witte maartse viooltjes,



alpenhoefblad,


massa's primula's en


klein hoefblad.



Na de lunch komen we spoedig in de bewoonde wereld. Dat betekent veel asfalt lopen. Toch doen we ons best om nog iets moois te zien onderweg, zoals een aardig schuurtje,


longkruid


of de fertiele stengels van de reuzenpaardenstaart.


Vlak voor de hectiek van Chambéry zien we nog een bakoven langs de weg.



Francois loodst ons keurig naar ons hotel des Princes. Een uiterst vriendelijke receptioniste geeft ons de sleutel van de kamer. Nadat we onze bagage daar hebben gestald en onze sneeuwschoenuitrusting naar een busje hebben gebracht, kunnen we de oude stad verkennen. Chambéry bestond al in de Romeinse tijd en was later de hoofdstad van het land Savoye. Napoleon voegde het bij Frankrijk, maar na zijn nederlaag werd het toebedeeld aan Sardinië. Sinds 1860 behoort het definitief  bij Frankrijk.
Vlak bij het hotel staat de Fontaine des Elephants. Het is een eerbetoon aan graaf Benoît de Boigne. Hij was een mix van avonturier, militair en zakenman. In Noord-India hielp hij een vorst een leger van 100.00 man te organiseren, dat zich met succes tegen de Engelsen verweerde. Schatrijk geworden keerde hij in 1807 terug naar Savoye. Hij werd daar tot maarschalk benoemd. Na aansluiting bij Sardinië werd hij luitenant-generaal en kreeg hij de titel graaf. Vanwege zijn genereuze liefdadigheid voor Chambéry is dit monument opgericht. De vier olifanten zijn zeker een verwijzing naar India.


Hoog boven op een zuil boven de fontein staat de weldoener zelf.


We spoeden ons nu naar de kathedraal. Van oorsprong is het de kerk van het ernaast gelegen Franciscaner klooster.


Van binnen  is 6000  vierkante meter  met trompe-l'oeil beschilderd. Het resultaat is verbluffend.




Behalve deze schilderingen is er nog een beroemd orgel van Zeiger uit 1847



en er zijn veel glas-in-loodramen.


Van het ernaast gelegen klooster, dat nu een museum is, is de kloostergang nog intact.



Op de binnenplaats staat een enorme wijnstok.



De volgende bezienswaardigheid is het kasteel.  De 15e eeuwse gotische kapel blijft helaas voor ons gesloten.

Hier zijn vele koninklijke huwelijken voltrokken. De voorzijde heeft een classicistische voorgevel.





Het kasteelterrein is enorm groot. Het was het bestuurscentrum van de hertogen van Savoye en ook nu is de prefectuur hier gevestigd, 


Ook zijn er nog diverse middeleeuwse torens en poorten.




Tot slot maken we nog een wandeling door de middeleeuwse binnenstad met zeer smalle straatjes en verbindingen tussen de verdiepingen aan weerszijden van het straatje.




Deze straatjes bevatten aan beide kanten vele onderdoorgangen die talloze binnenplaatsen met elkaar verbinden.


Op een van die binnenplaatsen treffen we ook trompe-l'oeil-schilderingen aan.


In een ander straatje zien we wel vier verbindingen boven elkaar.



We gaan weer terug naar het hotel, vanwaar we gezamenlijk naar een restaurant gaan voor het slotdiner. Een waardige afsluiting van een geslaagde week. Hoewel onze kamer en badkamer in het hotel er keurig uitzien, wordt de nachtrust een ramp. De matras is zo zacht dat deze geen enkele steun geeft. Bovendien is het bloedheet in de kamer, ondanks dat de verwarming dicht en het raam open is. Vanaf de binnenplaats, waar onze kamer aan gelegen is, klinken soms harde geluiden.

zaterdag 15 maart 2014

Na het ontbijt nemen we afscheid van Francois en een deel van de groep. Met de rest treinen we naar Nederland. Om kwart voor zes zijn we weer thuis. Wat is het hier koud!