donderdag 25 oktober 2012

12-10-18-MD Indian summer op de Eifelsteig, Hillesheim (Oberbettingen) - ­ Trier


 donderdag 18 oktober 2012   Oberbettingen­ - Gerolstein   20 km  525 m stijgen   480 m dalen

In de vroege ochtend vertrekken we met de trein naar Arnhem. Daar stappen we op de ICE naar Köln-­Deutz. Tenslotte brengt de Eifelexpress, die beter de naam Eifelboemel kan dragen, ons naar Oberbettingen.
Onderweg is het nog zwaar bewolkt met buien, maar als we uitstappen schijnt de zon. Via de route die ik vorig jaar naar het station liep komen we in Bolsdorf. Daar begin ik aan het tweede deel van de Eifelsteig (voor Lilian het eerste stuk). Door open land lopen we naar Dohm. Daar ligt een aardig kerkje op een heuvel.


 Ook van binnen valt het niet tegen.


Er zijn moderne glas-in-­loodramen.

\

Rechts van het altaar staat een beeld van de heilige Rochus.


Hij maakte een bedevaart naar Rome. De jakobsschelpen op zijn kleding en de pelgrimsstaf maken dit duidelijk. Op de terugreis kreeg hij de pest. Hij trok zich terug in een bos. Een hond van een nabijgelegen boerderij bracht hem elke dag brood (vandaar de hond met brood in zijn bek). Ook likte hij de opengesprongen pestbuilen schoon. Met zijn vinger wijst hij naar de open wond. Hij genas en kon gezond naar huis terugkeren. Voor op het altaar staat waarschijnlijk een beeld van de heilige
Sebastiaan.


In dienst van de keizer hield hij zijn christenzijn geheim. Toen het uitkwam werd hij ontkleed, vastgeketend en daarna doorzeeft met pijlen. Meestal wordt hij afgebeeld met nog pijlen in zijn lichaam. Hij overleefde deze terechtstelling, maar toen hij verhaal ging halen bij de keizer werd hij alsnog doodgeknuppeld en in het hoofdriool van Rome gegooid. Aan de zijwanden van de
kerk zijn op polychrome tegels met reliëf de kruisweg uitgebeeld.


 Na dit bezoek steken we voor de tweede maal de Kyll over en gaan al stijgend het bos in. Op een zonnig plekje nestelen we ons voor de lunch.


Na deze versterking hebben we bij Heimatblick uitzicht op Niederbettingen met zijn grote neoromaanse kerk.


Het is heerlijk weer en de herfstkleuren doen ook goed hun best.


Door de akkers gaat het naar Roth. Langs het pad staat een kardinaalsmuts met vlammende vruchten.


Na Roth stijgen we weer door bos naar de Eishöhle en de Mühlsteinhöhle. De gangen zijn ontstaan door het hakken van molenstenen. We moeten er natuurlijk een eindje in.


Aan de buitenkant is ook te zien dat men hier geprobeerd heeft molenstenen los te maken.


We stijgen verder tot het hoogste punt van de Rother Kopf. Hier hebben we een fraai uitzicht; alleen ligt vlak voor ons een enorm gat van een groeve.


Over kleine paadjes lopen we schitterend naar beneden.



Dan gaan we even van het pad af voor het uitzichtpunt op de Rother Hecke.


We kijken hier uit op Gerolstein en omgeving. We kunnen onze route tot het
eindpunt voor deze dag goed overzien.


Verder afdalend komen we bij een stuwmeer, waar een complete toeristenkermis gebouwd is.

 

Wij gaan weer omhoog naar de Aubergfelsen, een groep rotsen die prominent uit de
omgeving oprijzen.


Tijdens de beklimming zelf kunnen we tussen twee rotsen doorkijken.


Lilian rust niet voor ze op de hoogste rots is, al is de beklimming enigszins delicaat.


Van hier hebben we uitzicht op de Munterley, wat onze volgende bestemming is.


We hebben ook een view over Gerolstein, waarbij de Erlöserkirche, rond 1900 gesticht door keizer Wilhelm II, het beeld bepaald.


Na de afdaling en een klein stukje bebouwde kom blijkt ons pad afgesloten. Met de gps vind ik een
alternatieve route. Flink stijgend en langs dolomietrotsen bereiken we de top van de Munterley met weer een fraai uitzicht.


Nog een stukje verder en hoger komen we bij de Buchenlochhöhle, een grot met voldoende hoogte om rechtop te lopen.


Weer iets verder passeren we de Papenkaule, een relatief kleine vulkaankrater, die er niet zo indrukwekkend uitziet. Nu volgt nog een prachtig stukje afdaling naar Gerolstein door schitterend gekleurd herfstbos.


Beneden gekomen moeten nog wat omhoog naar ons overnachtingsadres. Er is niemand thuis, maar er hangt wel een briefje met telefoonnummers. Na ons aangemeld te hebben, verschijnt er na enige tijd een moeizaam lopende dame op leeftijd die ons naar de kamer brengt. Het voldoet zeker, maar de kamer en badkamer ernaast zijn wel gedateerd. Na de rituele douche gaan we op weg naar het centrum voor een maaltijd. De rotsen boven het plaatsje worden door schijnwerpers verlicht.



 vrijdag 19 oktober 2012   Gerolstein - Daun    29 km    780 m stijgen    730 m dalen

Na een goed ontbijt in een niet al te warme kamer vertrekken we weer richting centrum, waar we de route opnemen en de bakker opzoeken. Langzaam stijgend lopen we het plaatsje door. Via een poortje gaat het steiler omhoog naar de burcht.


Onder ons ligt het oude kerkje van Gerolstein.


Boven gekomen betreden we door een grotere poort de voorburcht, die nog bewoond is.


De achterburcht bestaat uit muurrestanten


en biedt een uitzicht over de omgeving.


We zien o.a. een spooremplacement met remise en draaischijf.


Iets verder weg troont de Wolfsburg, dat tegenwoordig een Wolfs­ und Adlerpark herbergt. Ik ben er
vroeger eens met de kinderen geweest.


We klimmen verder naar de top van de Heiligenstein om nogmaals van het uitzicht te genieten. Door het bos bereiken we de Büschkapelle; hij is in 1900 herbouwd.


Binnen zijn diverse beelden o.a. van de apostel Jacobus de mindere met de knots waarmee hij werd
vermoord.


Er zijn plafondschilderingen


 en vloertegels.


Naast de deur bevindt zich een oud wijwatervat en het luidkoord.


Even verder op het pad staat een wegkruis uit 1680. De tekst vermeldt dat Carl Ferdinand graaf van Manderscheid, Blankenheim en Gerolstein hier in zijn koets werd overvallen, beschoten en beroofd. Er zat niets anders op dan te voet naar de burcht van Gerolstein te gaan.


Weer wat verder bereiken we de uitzichttoren van de Dietzenley. Het uitzicht is weer prachtig.




Als we beneden zijn is het tijd voor Kaffee und Kuchen. Lilan gaat nog even op een rotspuntje van de Dietzenley staan.


Hierna lopen we een lang stuk door de prachtige loofbossen tot we bij Neroth er uit komen. In de verte zien we de oude vulkaan Nerother Kopf liggen.


We lopen om Neroth heen. Op een hooggelegen bankje met uitzicht op Neroth en de Nerother Kopf houden we onze lunchpauze.


Vervolgens moeten we een heel eind afdalen om de kleine Kyll over te steken.


Dan kan de stijging naar de 650 m hoge top beginnen. We passeren een opmerkelijk gedenkkruis: een broertje en zusje van 7 en 9 jaar spelen 9 jaar na de oorlog bij een neergestorte V­1 die ontploft als ze aan de ontsteking komen.


Als we moeizaam bijna boven zijn, komen we weer bij een Múhlsteinhöhle. Hoewel de toegang
verboden is, hebben onverlaten het hekwerk gesloopt. Wij gaan ook even naar binnen.


Nog iets hoger bevinden zich de resten van Burg Freudenkoppe uit 1340, die overigens al weer voor 1500 verlaten werd.



Zonder al te grote hoogteverschillen dalen we naar Neunkirchen. Vlak voor de plaats lopen we via een vlonderpad over een moeras.


Na Neunkirchen mogen we weer stijgen door beukenbos. Op een omgevallen stam groeien porceleinzwammetjes.


We komen op de top van de berg Warth , waar we een uitzicht hebben op Daun.


Als we bij een sportcomplex komen, kiezen we voor de variant om Daun heen. We passeren een
monument voor de gevallenen in de beide wereldoorlogen.


Daarna komen we langs de Marienkapelle. In het park bij de Dauner Sprudelfabrik gaan we van de route af om naar de jeugdherberg te gaan. Daar krijgen we een piepklein kamertje naast de hoofdingang. Het eten is op, maar we kunnen nog wel iets anders krijgen. Dit keer eten we smakelijk en omdat het weekend is hebben we ook geen last van schoolklassen. Het slapen gaat wat minder. Tot laat in de avond staan groepjes mensen luid pratend voor ons raam om te roken. Daarna is er een stel jeugd dat tot twee uur 's nachts de trappen op en neer rent.

zaterdag 20 oktober 2012   Daun - ­ Manderscheid    26 km    600 m stijgen    610 m dalen

We zijn deze ochtend weer snel op de route. In het parkje waar we doorlopen, zien we op grote afstand drie reeën. Met 80 x zoom zijn ze nog wel op de foto vast te leggen.


Een boom knalt er wat kleur betreft uit.


We steken voor de tweede maal de Lieser over en duiken de krater van de Gemündener Maar in. Langs de kraterwand stijgen we van binnenuit naar het hoogste punt.


Wanneer we op hoogte zijn hebben we een sprookjesachtige blik op het Maar.


Op de rand van de krater staat een uitzichttoren de z.g. Dronketurm die er al 110 jaar staat.


Hier hebben we nog meer uitzicht.


Vlak naaste de uitzichttoren kijken we op de Weinfelder Maar met op de tegenovergelegen oever de
Weinfelder Kapelle.


Daar dalen we eerst naar af.


Deze 14e eeuwse kerk was de dorpskerk van Weinfeld, een plaats die in de 16e eeuw verdween door
een pestepidemie. Het is een intiem gebouw


met o.a. een beeldhouwwerk van de heilige Rochus.


We lopen nu aan de oostkant van het meer. We kunnen merken dat het weekend is. Toeristen worden hier met busladingen tegelijk losgelaten, maar het is hier inderdaad fraai.


Aan de andere zijde van het meer gaan we iets omhoog en kunnen dan direct afdalen maar de Schalkenmehrener Maar. In tegenstelling tot de twee vorige Maren zijn hier veel toeristische
voorzieningen. Bij een Conditorei nestelen we ons op het terras met uitzicht op het Maar. We laten ons de Kaffee mit Kuchen goed smaken.


De plaats Schalkenmehren diverse aardige oude panden.


Wij gaan weer flink omhoog en kijken op Schalkenmehren en zijn Maar.


We steken een verkeersweg over en lopen langs de ingang van Klinikum Altberg. Op de kolommen van de poort zijn bijzondere lantaarns aangebracht.


Daarna dalen we door prachtig herfstbos af naar de Lieser.


Voor we beneden zijn hebben we nog een blik op het kerkje van Trittscheid.


Bij het begin van ons pad langs de Lieser is het pad met rood­witte linten afgezet. Een bord maakt duidelijk dat er een drijfjacht op wilde zwijnen aan de gang is.


Omdat we geen idee hebben hoe we anders dan via de autoweg (die overigens veel langer is) in
Manderscheid kunnen komen, doen we alsof we er geen weet van hebben. We zijn niet de enigen. In het begin zijn er nog brede weilanden.


Omdat er ook geluncht moet worden zetten we ons tegen een hooirol.


Aan het einde van de maaltijd worden we geconfronteerd met een stel niet zo vriendelijke
jagers, die ons er op attent maken dat we met ons leven spelen en het gebied zo snel mogelijk
moeten verlaten. Voor ons betekent dat dus verder gaan langs de Lieser.


Op een gegeven moment slaan we even van de route af om het Eckfelder Trockenmaar te bekijken. Zoals de naam er zegt bevat deze Maar geen waterplas. Het blijkt een rijke vindplaats voor fossielen, maar amateurs moeten er wegblijven.


Er is een onderzoeksstation bij. De elektriciteit wordt door een groot aantal zonnepanelen verkregen.


Het traject wordt steeds mooier.


We klimmen omhoog naar de Kobuslochhütte, waar we een mooi gezicht op de Lieser hebben.


Via een prachtig paadje naderen we Manderscheid. We zien de Oberburg al liggen.


In Manderscheid wil Lilian nog niet naar de jeugdherberg. We gaan eten in de plaats, dus hoeven we
er niet vroeg te zijn. We lopen eerst de kerk even in. Hier wacht ons een verrassing. De kerk is modern. Door een vliegtuigbom is in 1945 de kerk verwoest. Men liet alleen de toren staan en bouwde in 1967 er een nieuwe kerk omheen. Elementen uit de oude kerk zijn in de nieuwe kerk
verrassend harmonieus aangebracht, zoals een barokke preekstoel.


Er is veel modern glas-­in-­lood.


Niet alledaags voor een moderne kerk is de crypte. Langs de trap naar beneden is ook glas-­in-­lood.


In de crypte is een doopbassin.


De zuil in het midden is rijk versierd.


In de ruimte achter het doopgedeelte bevinden zich o.a.een piëta


en een oud beschadigd christusbeeld.


Buiten staan tegen de kerk muur diverse wegkruizen. Één is van 1638


en één uit 1680.


Lilian wil ook nog naar de Oberburg; een klein paadje leidt daarheen. Aan de overkant van het dal zien we de Niederburg liggen.


In de 10e eeuw werd de Oberburg de woonplaats van de heren van Manderscheid. In de 12e eeuw veroverde de bisschop van Trier deze burcht, waardoor de heren van Manderscheid gedwongen waren een nieuwe burcht (de Niederburg) te bouwen. Via een poort betreden we het burchtterrein.


Hoewel er van de Niederburg veel meer overeind is gebleven, is er nog wel een indrukwekkende
toren. Met 123 treden bereiken we het hoogste niveau. Daar kijken we neer op de resten van een andere toren.


Halverwege de toren is nog een origineel middeleeuws toilet.


Het is nog een stukje lopen naar de jeugdherberg, waar we een wat ruimere kamer krijgen dan de
afgelopen nacht. Na de douche lopen we weer richting centrum, waar we in een stampvol restaurant dineren. Na afloop maken we nog een klein ommetje door Manderscheid en slapen daarna
beduidend beter dan de vorige nacht.

zondag 21 oktober 2012   Manderscheid  -­ Himmerod    22 km    535 m stijgen    640 m dalen

De eetzaal ziet er heel gezellig uit en het ontbijt is ook prima.


We lopen naar het centrum om de route op te pakken en de bakker te bezoeken.
Een wilde wingerd op een huis laat zijn mooiste herfstkleuren zien.


Bij de Jahrtausendbrunnen blijkt vandaag een pompoenenmarkt gehouden te worden.


We wandelen door het Kurpark


en even later verschijnt de Oberburg in de mist en de eerste zonnestralen.


Ook is de Niederburg weer goed te zien.


We blijven prachtige blikken werpen in het Liesertal.


Ook de smalle paadjes verhogen het geluksgevoel.


Er volgen vele mooie uitzichtpunten


en het bos blijft sprookjesachtig mooi.


Overal staan paddenstoelen, waaronder de in grote groepen voorkomende honingzwammen.


Bij Schöne Aussicht besluiten we dat dit een uitgelezen plek is voor de Kaffee mit Kuchen.


Voor de afdaling mogen we gebruik maken van een robuuste kabel.


Een stuk verder gaan we van de route af en naar beneden voor een bezoek aan het Mausloch. Eenmaal beneden is het nog flink zoeken waar deze zich precies bevindt. Lilian kruipt de gang geheel door.


Vroeger dacht men dat het een mijngang was, tegenwoordig houdt men het er op dat het waterbevloeiïngskanaal is uit de tijd dat de bedding van de Lieser een stuk hoger lag. Langs de Lieser bloeit de reuzenbalsemien fraai.


Weer terug op de route gaan we er nogmaals af voor nog meer schitterende uitzichten op het dal en de Lieser. We zijn hier op de z.g. Burgberg.



Weer terug op de route dalen we op een gegeven moment af naar het dal van de Ilgenbach.
Lilian en ik herkennen dit punt van een zware oefentocht, waarbij we die dag  ruim 40 km aflegden.
We moesten toen nog naar Manderscheid lopen. Een boomstam markeert het punt waar de beek in
de Lieser stroomt.


Aan de voet van deze boomstam groeit nog een fraaie  paddenstoel.


Nu volgt een lange klim door het dal van de Ilgenbach omhoog. Het is hier zeer glibberig en pruttig. Bij Grosslittgen komen we uit het bos en weer in de zon. Een Eifelsteigrustbank biedt een aangename verpozing.


Door open land gaat het verder. Een enkele grote centaurie staat er mooi bij.


Het is is heerlijk weer in de zon te kunnen lopen.


We passeren een stel dat later ook in het klooster blijkt te logeren naar waar wij op weg zijn.. Via een restaurant betreden we het kloostercomplex van Himerod. Lilian wil eerst nog wat rondkijken voor we ons aanmelden, maar dat blijkt achteraf geen goed idee. De eigenlijke ingang is via een
poortgebouw.


Aan het einde van een laan verheft zich de grote barokkerk.


Het klooster stamt al uit 1136. De huidige kerk is van 1751, maar in 1802 werden de monniken verdreven en kwam de kerk in verval. Pas in 1960 is de kerk weer opnieuw opgebouwd en ziet er van binnen voor een barokkerk erg sober uit. 


Dat de kerk een eeuwenoude historie heeft blijkt uit de hier opgestelde grafstenen. Één grafsteen is van Agnes von Heinzenberg de gemalin van de Cochemer Burggraaf Kuno van Pirmont. Ze is eind 13e eeuw gestorven.


Het hele complex is grotendeels nog omgeven door een 14e eeuwse kloostermuur.


Hier en daar zijn nog sporen van een eertijds rijke tuinaanleg. We wenden ons tot het klooster
om onze kamer te betrekken, maar het blijkt dat alle monniken net naar de vespers zijn gegaan. Als die afgelopen is, proberen we met een bel en een telefoon de aandacht te trekken, maar dat levert in eerste instantie niets op. Een telefonische poging wat later heeft wel succes. De gastenpater nodigt ons binnen en vertelt dat er geen tweepeoonskamers meer beschikbaar zijn. We zullen apart moeten slapen. Hij geeft ons de sleutels, vertelt waar we morgenochtend het ontbijt kunnen verwachten en verdwijnt schielijk. We hebben hem waarschijnlijk bij de avondmaaltijd gestoord. De metten is om half vier 's morgens, dus ze zullen het niet laat maken. Via een monumentale marmeren trap komen we op de tweede verdieping en onze zeer sobere kamers zijn snel gevonden. Het blijkt dat het weekend alle tweepersoonskamers gebruikt zijn en er op zondag geen personeel is om die kamers
weer op orde te brengen. Lilian heeft een echt bed


en ik een opklapbed dat uit een kast komt.


We kijken uit op de binnentuin van het klooster.


Omdat de deuren op de gang alleen maar nummers dragen is het moeilijk om een toilet te vinden.
Het dichtstbijzijnde vinden we pas vlak voor we weer vertrekken. De douche voldoet. Volgens de huisregels is het verboden bij elkaar op de kamer te komen, maar dat valt ons iets te zwaar. We verlaten het klooster weer om in een op het complex gelegen restaurant te gaan dineren. We hadden ook in het klooster kunnen eten, maar hadden dan een broodmaaltijd gekregen. De maaltijd in het
restaurant is goed. Ik neem een forelletje van de kloosterkwekerij. Het is er ook vrij rustig, want er komen hoofdzakelijk dagjesmensen. Toen we aankwamen zat het terras stampvol.

maandag 22 oktober 2012   Himerod - Gladbach    25 km    380 m stijgen    460 m dalen

Voor het ontbijt moeten we wachten tot de kerkdiensten afgelopen zijn. Even voor zeven gaan we naar de kerk om er iets van mee te maken. De akoestiek van de kerk is abominabel. De negen veelal oude monniken kunnen ook niet meer een fraai koor vormen. Een tiende monnik zit achter het orgel. Er zijn nog een handje vol andere kerkgangers, gedeeltelijk gasten van het klooster. Na de dienst gaan we naar het gedeelte van het klooster dat normaal ook voor bezoekers gesloten is. We hebben een sleutel om in de kloostergang te komen.


We moeten daar een klein stukje door lopen om bij het parlatorium te komen waar het ontbijt wordt geserveerd. Het is een enorme zaal waar een gedeelte is afgeschermd. Net als de kamers is het ontbijt sober, maar voldoende. Een paar monniken zitten aan een tafel met gasten die om religieuze redenen naar het kloosters zijn gekomen. We gaan weer naar onze kamer om de spullen op te halen en dalen daarna voor het laatst de imposante trap af.


Vanaf het laatste trapgedeelte kijk je uit op beeldhouwwerk.


Buiten is het nog wat nevelig, maar de zon doet haar best. We lopen langs de oude watermolen


naar de poort en vandaar langs de visvijvers en steken de Salm over. Deze rivier volgen we het grootste deel van de dag. We werpen nog een laatste blik op het klooster.


Een stukje verder steken we de Salm weer over. Links van ons ligt het Soldatenfriedhof.


In de laatste oorlog was in het klooster een Feldlazarett gevestigd, waar gewonde soldaten werden verpleegd. 198 soldaten redden het niet en werden door de monniken hier begraven. Later werden er nog eens 400 gesneuvelde soldaten uit de omgeving aan toegevoegd. Het pad langs de rivier is mooi, alleen ligt het vaak in de schaduw.


Langs de Salm liggen diverse grote watermolens, maar we worden er steeds op grote afstand om heen geleid. Alleen met flink zoomen is een bij een molen een draaiend rad zichtbaar.


Steeds wordt het bos weeropgefleurd met paddenstoelen, zoals deze bundels honingzwammen.


Zijn de omringende heuvels hoog dan is het somberder en frisser.


Maar altijd komt er weer een uitzichtpunt.


Vlak voor Burg passeren we een wat vervallen voormalig hotel Viktoria, waar nu Polen schijnen te wonen. Even later houden we op een bankje aan de Salm onze koffiepauze. Tussen Burg en Landscheid passeren we de A60. Een gigantisch viaduct overspant hier het Salmdal.


Na Landscheid gaat het omhoog naar de Scheibigenberg. Daar staat een bankje in de zon met fantastisch uitzicht op Niederkail en het Kailbachtal.


Door de bossen en nog steeds langs de Salm gaat het verder.
Parasolzwammen staan langs het pad te pronken


en we blijven genieten van de herfstkleuren.


Soms springt een boom er echt uit


of zijn bladen bijzonder verkleurd.


In een weiland geven de schapen de voorkeur voor een plek in de schaduw.


Dan komt Burg Bruch uit de 13e eeuw in zicht.


Het is tegenwoordig een bed en breakfast, maar wij gaan nog een stukje verder.
Even later doemt de kerk op.


We gaan er even binnen. De trap naar de barokke kansel is voorzien van medaillons.


Langs de weg zien we nog een origineel insektenhotel.


De Ölmühle leverde  volgens de beschrijving al sinds 1913 stroom aan de gemeente.


Hij staat er nu echter vervallen bij. De schoepen zitten vast in een dikke laag slib en de kozijnen zijn compleet verrot.

Hier verlaten we het Salmdal en gaan verder door het dal van de Gladbach. Via een leuk paadje boven de beek komen we in de plaats Gladbach. Als we bij ons overnachtingsadres zijn, betreden we een kil en rokerig dorpscafé. Gelukkig overnachten we er achter in een tuinhuisje, waar we op het terras van een glas Erdinger genieten.


Vrijwel gelijk met ons is er een Nederlandse vrouw binnengekomen die ook de Eifelsteig loopt en hier overnacht. We eten deze avond gezamenlijk , terwijl de houtkachel naast ons snort is er ook tijd voor gezellig kletsen. Na het eten maakt Lilian nog een kop thee in ons huisje.


We hebben ook een prima badkamer; alleen is die uitsluitend buitenom te bereiken.

dinsdag 23 oktober 2012   Gladbach - ­ Kordel    25 km    550 m stijgen    610 m dalen

Na het ontbijt, dit keer in het niet verwarmde café, verlaten we Gladbach snel. We zien de plaats in de nevel verdwijnen.


We stijgen verder door bos tot een wegkruis.


We doorkruisen het plaatsje Greverath. Als we het bos weer ingaan is het pad bedekt met geweizwammetjes.


Evenals de vorige dagen is het een genot hier te lopen.


Op een wat ludieke plaats vinden we een bankje op de zon voor de koffie.


Daarna lopen we langs de plaats Zemmer. In het volgende boscomplex zien we een merkwaardige bunker.


Paarden van  soldaten konden hierin gedrenkt en gevoerd worden. Even voor Rodt beklimmen we in 103 treden een uitzichttoren.


Het uitzicht bestaat hoofdzakelijk uit kale akkers.



Na Rodt duiken we de maisvelden in,


die later in weiden overgaan.


Een dame ligt hier te pronken in de zon.


Weer door de bossen bereiken we de Kyll, de rivier waar we tijdens het begin van onze tocht langs liepen. Hier staat de Deimlinger Mühle.


We lopen eerst een stuk door het Kylldal, waar ook een spoorlijn , een verkeersweg en een fietspad doorheen gaat. Vlak voor Kordel gaat het via een klein paadje steil omhoog. Boven gekomen
hebben we een uitzichtpunt op het Kylldal.


Door prachtige herfstbossen wandelen we verder het Ulgerbachtal in.


Hier bevindt zich een lange wand van Bundsandstein. Een uitstekende rots leent zich voor een plaatje.


Beneden ons zien we het pad waar we later langs zullen komen.


We volgen de rotsen tot er een doorgang naar beneden is en we langs de
onderkant van de rotsen kunnen lopen.


Op vele plaatsen zijn er flinke holen.


Dat bood kluizenaars ook een geschikte woonplaats. Lilian inspecteert de slaapkamer van een kluizenaar.


Wat later staan we onder de uitstekende rots waarop we hebben gestaan.


Het is nu niet ver meer naar ons zeer rustig gelegen overnachtingsadres. We worden uiterst vriendelijk ontvangen door onze gastvrouw, die onze zeer ruime kamer met badkamer al heeft voorverwarmd. We eten in het centrum, dus we kunnen nog even uitlopen. We genieten deze nacht van een weldadige rust.

woensdag 24 oktober 2012   Kordel ­ - Trier    25 km    680 m stijgen    670 m dalen

We hebben met onze gastvrouw afgesproken dat ze om zeven uur het ontbijt komt brengen. Dat was geen bezwaar, maar we moeten het wel zonder verse broodjes doen. Exact om zeven uur klopt ze op onze deur en het ontbijt is uitstekend. Hierna lopen we Kordel uit en de herfstbossen in, die nu nog voor het eerst in een dichte nevel gehuld zijn.


We gaan even van de route af om de Burg Ramstein te bezoeken. Na een poosje klimmen, zien we hem boven ons liggen.


Als we helemaal boven zijn, komen we via een loopbrug in de resten van het kasteel.


In een hoek is nog een trappentoren zichtbaar.


Via hetzelfde pad gaan we weer terug naar de route. Langs het pad staan oude stenen palen met
gebeeldhouwde gezichten er op.


We lopen nu het Butzerbachtal in, een romantisch dalletje met een beek die via rotsplaten loopt


 en vele watervalletjes veroorzaakt.


We kruisen de beek diverse malen via stapstenen. Op één plaats maken we gebruik van twee
hangbruggen.


We klimmen verder omhoog. We bereiken de Pützlöcher, een Romeinse groeve uit de eerste eeuw
na Chr.


Er is hier kopererts gewonnen, maar het kopergehalte bleek erg laag. Wel zijn hier veel
steenblokken gehouwen o.a. voor de Porta Nigra in Trier. Dit is zowel aan de oppervlakte te zien als
ondergronds.


Voor het laatste is een rondleiding vereist. Wat verder slaan we nogmaals van de route af voor een bezoek aan de Geverley. Het ons beloofde mooie uitzicht hult zich nog steeds in mist.


Zodra we terug zijn op de route dient zich de volgende bezienswaardigheid aan: de Klausenhöhle.


Dit is zoals de naam al aangeeft een imposante kluizenaarswoning geweest. Via een ladder
klimmen we naar zijn slaapkamer.


Door een opening in de rots heeft hij uitzicht over het dal.


Vanuit de hoofdruimte is het uitzicht ook bijzonder.


Door schitterend bos dalen we af


om na niet te lange tijd bij de Genovevahöhle aan te komen.


Deze reusachtige holte van 15 m breed en 10 m hoog zou reeds in de ijstijd bewoond zijn geweest. Na flink wat treden zijn we boven in de holte en vinden we een heerlijk plaatsje in de doorgebroken zon.


We laten ons de koffie met frambozengebak goed smaken. We merken dat we aan het einde
van onze tocht komen. We steken de A64 over en na wat bos komen we in de bebouwing boven de Moezel. Een composiet probeert nog mooi te zijn.


Er rest nog een leuk stukje over een rotswand boven de Moezel met mooie uitzichten.


Het oude centrum van Trier laat zijn silhouetten in de nevel zien.


We komen bij café­ restaurant Weisshaus dat een prachtig uitzicht op de Moezel en Trier heeft.  Wij dalen af en komen bij het officiële eindpunt van de Eifelsteig. we raken hier enigszins in verwarring, omdat hier ook de markering ophoudt, maar gelukkig vertelt een jongeman ons wat de meest aantrekkelijke route naar Trier is. Zo komen we langs het Drachenhaus (op de hoeken van het dak zijn draken aangebracht), een vroeg 19e eeuwse woning van de burgemeester van Trier.


We dalen verder af tot de Moezelbrug. Ook hier hebben we nog een mooi gezicht op de rivier.


Al spoedig komen we in Trier resten van de oude stadsomwalling tegen.


Niet lang erna zijn we bij bij de Porta Nigra.


In de elfde eeuw werd deze Romeinse poort tot dubbelkerk omgebouwd. De onderste kerk was een kloosterkerk; een klooster gewijd aan Simeon werd er naast gebouwd. Het bevat nu nog de enige vroegromaanse kloostergang in Duitsland. Bovendien zijn er twee kloostergangen boven elkaar.


Napoleon liet de kerken in de Porta Nigra verwijderen en vernielde nog veel meer religieus erfgoed in Trier. Nadat Lilian een Eifelsteigplaatje bij de VVV heeft gekocht,gaan we naar de romaanse Dom, die nog Romeinse muurdelen bevat. Één van de torens is imposant.



Het interieur kan me  niet bekoren. Al die pompeuze barokelementen in deze romaanse kerk doen naar mijn mening zwaar afbreuk het schoonheidsideaal. 



In een wand is nog polychroom beeldhouwwerk te ontdekken. 


De ernaast gelegen vroeggotische Liebfrauenkirche is na een ingrijpende restauratie weer geopend. 
Ook deze kerk staat op de resten van een Romeins gebouw. Het westportaal is rijk gebeeldhouwd.




Het interieur is veel evenwichtiger dan die van de Dom. 


Het heeft een prachtige viering 


en er is veel modern glas­-in-­lood. 



Op de zuilen bevinden zich medaillons. 


Na deze Amerikaanse sightseeing van Trier haasten we ons naar het station, waar de trein ons zonder problemen naar huis brengt, na alwéér een zeer geslaagde vakantie.