vrijdag 26 oktober 2007

07-10-17-MFr GR 53 NOORDELIJKE VOGEZEN


 woensdag 17 oktober 2007

We vertrekken per trein naar de Vogezen. Eerst naar Arnhem en daar overstappen op de trein naar Keulen. Daar moeten we weer overstappen en gebruiken de tijd die we hebben om door de dom van Keulen te lopen. Ook al ben ik er vele malen geweest, steeds ontdek je weer nieuwe dingen. Weer verder naar Mannheim en overstappen naar Neustad. Vandaar naar Wissembourg in Frankrijk en overstappen naar Straatsburg. Daar hebben we anderhalf uur de tijd en spoeden we ons naar de dom. Ik vind dat een nog mooiere kerk dan die van Keulen.




Hierna de laatste trein naar Urmatt. Net als we uitstappen begint het te regenen en moeten we nog anderhalf uur lopen naar ons eerste overnachtingsadres. We slapen bij een beeldhouwersechtpaar. Het hele huis is een soort galerie. We kunnen er eten en de kamer is uitstekend.


donderdag 18 oktober 2007

Het weer ziet er veel beter uit dan de avond ervoor. We lopen langs het riviertje "la Hasel" omhoog tot een rotswand, waar de "cascade de Nideck" naar beneden komt en boven je al de "chateaux du Nideck" kan zien. De herfstkleuren zijn hier overweldigend.




Het laagste kasteel is afgesloten, maar de resten van het hoogste kasteel kunnen wel beklommen worden).



Na veel klimmen bereiken we het hoogste punt voor deze vakantie: de Schneeberg van 961 m, een
verborgen stukje rots in een bos, met aan één kant uitzicht, dat we bijna voorbij gelopen zijn. We vinden een uitstekend plekje om te lunchen en de zon laat zich zo nu en dan zien.
Bij de afdaling lopen we boven langs het plaatsje Wangenbourg en daarna via een pasje naar Dabo, waar ons volgende overnachtingsadres is. Dabo heeft naast het dorp een hoge rots met daarop een kerk, die vanuit alle richtingen van verre zichtbaar is. Dabo ligt naast onze route, maar ondanks dat we geen wandelkaart van het gebied hebben komen we toch goed uit. We blijken een complete verdieping tot onze beschikking te hebben: grote zitkamer, grote eetkeuken, badkamer, toilet, slaapkamer en reuzenbalkon. Alles goed verwarmd en voor een aanzienlijk lagere prijs dan de dag ervoor. We willen zelf eten koken, maar het enige winkeltje is donderdagmiddag gesloten. Zodoende eten we in een restaurant vol met beelden en afbeeldingen van katten.


vrijdag 19 oktober 2007

Meneer en mevrouw kloppen precies om half acht op de deur en brengen een fantastisch ontbijt
met vers brood en croissants.
Op ons gemak genieten we ervan. Het kost ons een beetje moeite om de route weer op te pakken, maar bij de camping van Dabo zijn we weer overtuigd dat we goed zitten. Via de gehuchten la Hoube en la Hardt belanden we bij de Billebaum, de resten van een 350 jaar oude eik met 6 m omvang, die het slachtoffer werd van een storm in 1990. Na nog een stukje geklommen te hebben belanden we bij "la grotte du Brotsch". Het is een imposante opening in een geweldige rotsformatie.



 Nog wat verder klimmen en we zijn er bovenop met een prachtig uitzicht.



Niet lang erna staan we op de Brotschberg met een "tour­ belvédère". Het zijn net reusachtige
schoorsteenpijpen met een stenen wenteltrap erin. Boven 360 graden uitzicht, maar wel wat heiig. De volgende bezienswaardigheid, net iets van de route af, is château Grand Geroldseck. Het is een enorm complex met vele trappen en poortjes, maar al flink overwoekerd met bomen, struiken en klimop. In de ruimten moet je door de brandnetels je weg vinden. Weer even later zijn we bij een "station du télégraphe" uit 1798 dat tot 1852 gefunctioneerd heeft. Het was er een uit een reeks van 46. Door houten borden bovenin een mast in een bepaalde stand te zetten, kon er een bericht worden doorgegeven. Na een half uur zijn we bij château Haut ­Barr, gelegen op drie enorme rotsen van 30 m hoog. Het dateert uit de twaalfde eeuw. Vanaf de binnenplaats kan je met ladders de rotsen beklimmen, twee rotsen zijn met een brug met elkaar verbonden. Op de binnenplaats staat nog een romaanse kapel. Nu dalen we af naar Saverne, de grootste plaats op onze tocht. Het laatste stuk lopen we langs het Marne­-Rijnkanaal. Het stadje is van Romeinse oorsprong en bevat vele historische bezienswaardigheden. Wij bezichtigen de parochiekerk uit de twaalfde eeuw met o.a. een fraaie preekstoel.



Vervolgens naar het klooster met een gotische kloostergang (de kerk blijft voor ons gesloten). We lopen nog langs de stadswallen met gigantische, deels zeer oude gebouwen erop. Nu willen we weten of we hier kunnen overnachten in het paleis van kardinaal Rohan. In een zolder van een zijvleugel is de jeugdherberg. We bellen aan en nadat de deur is opengegaan moeten we vele trappen op om boven te komen. Langs de trappen hangen grote borden dat de jeugdherberg alleen voor leden toegankelijk is. Wij zijn geen lid, maar we hebben geluk: de lidmaatschapskaarten zijn op en er is buiten ons maar één gast. We worden gewoon als lid ingeschreven. Koken kan je er niet, wel koffie
zetten. Onze kamer heeft uitzicht op de tuin aan de voorkant.



Het sanitair is uitstekend. We moeten dus weer een restaurant zien te vinden, en dat blijkt niet eenvoudig. Veel restaurants zijn gesloten of bevinden zich in de hogere prijsklasse. We belanden bij gebrek aan beter bij "Chez amis Fritz", een bruin café waar we voor een redelijke prijs te eten krijgen. Na de maaltijd maak ik nog een rondje door de stad en fotografeer verschillende verlichte gebouwen, waaronder de achterkant van "ons" paleis.



Na het indrukken van een code gaat de paleisdeur weer open, we drinken nog een kopje koffie en slapen goed, maar wel gescheiden.


zaterdag 20 oktober 2007

We zijn de enigen die in een zaaltje een ontbijt krijgen. Geen chocoladecroissant, maar niet slecht. We doen eerst nog inkopen, waarbij iets voor bij de koffie voor mij heel belangrijk is (lekker en energie). Lilian wil de route helemaal lopen, dus gaan we naar het punt waar we er gisteren vanaf zijn gegaan. We lopen een heel stuk, maar er is nergens markering te vinden. Uiteindelijk blijkt dat de route heel anders loopt dan we denken. Ook later missen we weer het juiste pad, maar komen er zonder problemen weer op uit. We passeren een snelweg. Na een bultje belanden we tegen lunchtijd in een dalletje, maar aan onze zijde is schaduw, dus waden we door moeras en begroeiing naar de andere zijde waar we aan de bosrand zo nu en dan van de zon kunnen genieten. Na de lunch komen we in Graufthal dat beroemd is vanwege zijn rotswoningen. In de zomer zijn er rondleidingen, maar wij moeten het doen met een blik van buitenaf.



Via prachtige rotsformaties



komen we in la Petite­ Pierre, een vestingstadje met kasteel dat op een hoge rots is gelegen. Ons
onderkomen voor de nacht ligt nog een stuk buiten het plaatsje en als we bij de ingang zijn, blijkt dat we nog een flink stuk omhoog moeten. Het is een soort conferentiecentrum dat ook nog een paar gîtes heeft. Het is ondertussen snijdend koud en de gîte is tijden niet verwarmd geweest en we beginnen aardig te verkillen. Een klein wit elektrisch plaatje aan de wand moet twee verdiepingen op temperatuur zien te krijgen. Tijdens het diner zit ik er nog wat verkleumd bij.



Als we na het eten koffie willen zetten valt de stroom uit. De receptie is dicht en er is verder niemand te bekennen. Als we aan buren ons probleem voorleggen, blijkt dat daar geen onbekend verschijnsel. Ondanks dat de buurman zeer diep in het glaasje heeft gekeken, lost hij het probleem
kundig op. De prijs is wel dat hij ons helemaal plat zoent. Na een scrabbeltje duiken we in het warme bed en slapen weer goed.


zondag 21 oktober 2007

Nu we niet op een verzorgd ontbijt hoeven te wachten kunnen we vroeg vertrekken. We gaan eerst weer terug naar het stadje la Petite Pierre. We bekijken de schilderachtige straatjes, de kerk met middeleeuwse schilderingen en het kasteel, dat nu dient als bezoekerscentrum voor het "Parc naturel régional des Vosges du Nord".



Vandaag lopen we weer de hele dag in de bossen en zullen onderweg geen kastelen passeren, wat deze vakantie zeer ongebruikelijk is. Bij het plaatsje Wimmenau passeren we de spoorlijn. Vlak erna lunchen we in het bos, zelden zien we mensen. We zijn gelukkig vroeg in Lichtenberg, want er is een groot kasteel op een berg, dat we tegen betaling kunnen bezichtigen. Ze hebben er diverse zeer moderne bouwsels tegen aangeplakt om zo ruimte voor tentoonstellingen, lezingen en sanitair te hebben. Het heeft een bewogen geschiedenis en uit vele eeuwen zijn er bouwsporen b.v. uit
de barok.



Twee reusachtige middeleeuwse torens en een kapel zijn ook nog intact.




Binnenin de toren is nog veel beeldhouwwerk te vinden.



Vanaf het kasteelplateau is het plaatsje Lichtenberg goed te zien evenals ons overnachtingsadres voor de komende nacht, rechts boven de boom op de voorgrond.



Helaas regent het al een tijdje en staat er een ijskoude wind. Beneden in het plaatsje vragen we waar de gîte is; het ligt aan een doodlopend straatje. Volgens afspraak bellen we de beheerster en na enige tijd kunnen we naar binnen. We hebben een flinke ruimte voor ons alleen ter beschikking en de dame is zo vriendelijk geweest de vertrekken voor te verwarmen. In de enorme keuken weet Lilian weer een voortreffelijk maal te bereiden. Ik loop alle straten van de plaats af op zoek naar een brievenbus, die ik natuurlijk in de laatste straat vind. Ook deze nacht wordt het weer gescheiden slapen.

maandag 22 oktober 2007

Gelukkig zijn we te weten gekomen dat de slager in het dorp meer dan vlees verkoopt en ook vroeg geopend is. Hierdoor kunnen we met vers brood ontbijten. Na alles netjes achtergelaten te hebben,
beginnen we aan het eerste bostraject naar het Muhlthal. In ons boekje staat daar een restaurant, maar besluiten een privéhutje aan een plas te "kraken" en daar ons brandertje neer te zetten. We zitten aardig beschut tegen de ijzige oostenwind. Even later blijkt het een goede beslissing om niet tot het restaurant door te lopen: menu's zijn vanaf 135 EURO en een flesje wijn van 250 EURO is ook heel normaal. Nu op naar château du Grand Arnsbourg. Ook hier wordt de toren tot de laatste steen beklommen, maar het beloofde uitzicht op Lichtenberg blijft uit, we worden ook bijna weggeblazen. Ruim een uur later staan we op de Wasenkoepfel met "tour­belvédère", maar na de beklimming wacht ons een teleurstelling: het bos rondom reikt hoger dan de toren. Na weer een klein uur zijn we bij "chateau de Wasenbourg".



Vroeger was hier een Romeins castellum. Er zijn nog fundamenten van een tempel gewijd aan Mercurius en de resten van een observatiepost waar nog Latijnse inscripties op staan.



Het huidige kasteel werd gebouwd voor de bisschop van Straatsburg gelijktijdig met de dom door dezelfde bouwmeesters. Er zijn mooie gotische ramen en andere verfraaiingen.



We naderen nu Niederbronn-­les- Bains, een vrij grote toeristen en industrieplaats. Een beek en een spoorlijn gaan midden door de langgerekte plaats. In het westen de industrie, in het oosten veel parken, hotels en casino. Lilian denkt precies te weten waar ons hotel is, maar op die plek aangekomen zien we een bord met de naam van ons hotel, die wijst naar een weg die stijl omhoog gaat. Ruim een uur later zijn we er. Een kamer met mooi uitzicht, maar van binnen alsof er sinds 1950 niets meer aan gedaan is. Als we op het bed gaan zitten, zakken we een halve meter naar beneden. Wc en badkamer op ruime afstand van onze kamer van dito kwaliteit. Onder onze wastafel staat een emmer, want de afvoer is lek. We weten nu wat een hotel met de aanduiding "non classé" betekent. Met gemengde gevoelens gaan we omstreeks half acht naar de eetzaal. Doch hier wacht ons een totale verrassing: Het eten is zeer goed en verzorgd en niet duur. Het voelt als een pleister op de wonde. Blijkbaar danken ze hun bestaan aan het restaurant en waagt zich zelden hier iemand aan een overnachting. Ondanks het krakkemikkige bed en versleten beddengoed slapen we goed en weer samen.


dinsdag 23 oktober 2007

Na een uitstekend ontbijt besluiten we niet via de autoweg weer terug naar Niederbronn te gaan,
maar via de GR 531. Dit loopt een stuk aangenamer. In Niederbronn doen we onze inkopen bi de supermarkt bij het station en zetten dan koers naar de "source celtique". Het zeer zoutenrijke water wordt aangeprezen als heilzaam voor de urinewegen en wordt commercieel geëxploiteerd, getuige een grote fabriekshal. Bij een klein bronnetje buiten is een man met een mand vol flessen bezig deze te vullen. In zijn auto blijken zich nog veel meer flessen te bevinden. We mogen nu 400 m klimmen om op de Grand Wintersberg te komen. Hij is 581 m hoog en na de "tour­belvédère" te hebben beklommen zijn we ruim boven de 600 m en met uitzicht .




Weer twee en en half uur verder bereiken we het hooggelegen hotel Windstein. Het ligt op een soort pas met aan beide zijden een bergje met een kasteel erop. We gaan eerst naar het zuiden om château fort du Nouveau­Windstein te bezoeken.



Het heeft een mooie ridderzaal en veel ramen met spitsbogen en nisbanken.



Ook bevat dit kasteel een grote uitgehakte ruimte in de rots. Nu naar château du Vieux­Windstein.
Dit kasteel is veel moeilijker te bereiken. De stenen trappen zijn steil en erg uitgesleten.



Sommige trappen zijn uitgehouwen in tunnels door de rots. Het lijkt wel een labyrint, maar we kunnen niet alles verkennen, want we willen wel voor donker beneden zijn. Daarom laten we het laatste kasteel voor vandaag Château de Wittschloessel voor wat het is. Ons overnachtingsadres ligt weer enigszins buiten de route, zodat we al ruim voor Obersteinbach met het kompas een route zoeken. Het blijkt precies goed uit te komen. We zien al een bord naar een zijweg wijzen met de naam van het "centre equestre" waar we heen moeten. In de gîte is het een grote troep. Op de vloer ligt een dikke laag zand en overal staan vuile kopjes, borden en bestek. Mevrouw spreekt goed Nederlands, want ze is met een Hollander getrouwd. Op onze vraag waar er een winkel is in dit dorp is het antwoord: er is er geen. Maar als we zelf willen koken, zal zij wel even wat van haar voorraad halen. Ze haalt haar groente en fruit uit eigen tuin en maakt ook zelf zuivel. Dus staan er even later 3 appels, 3 potjes yoghurt, een zak gesneden andijvie, een pot bietjes, een pot slaboontjes, een fles wijn en een zakje slamix op tafel en ze wil er geen cent voor hebben. Hier kunnen we wel een feestmaal van brouwen en dat wordt het! Een parttime knecht uit Saverne komt zo nu en een praatje met ons maken; hij slaapt in een aangrenzende ruimte. Met scrabbelen ben ik nu al weer aan de winnende hand. En je raadt het al, we mogen weer gescheiden slapen.


woensdag 24 oktober 2007

 Als we na het ontbijt de gîte willen verlaten, klinkt er een luid getoeter. De bakker komt langs en
dat is onze redding, want anders hadden we op hardkeks over moeten gaan. Mevrouw wijst ons nog een leuk paadje om in het dorp op de route te komen. Boven het dorpje verheft zich chateau Petit Arnsbourg, maar dit kasteel laten we letterlijk links liggen; er staat nog heel veel op het programma vandaag. Spoedig zijn we al bij het volgende kasteel château de Wasigenstein of eigenlijk twee kastelen vlak naast elkaar, die ook in bezit waren van twee niet gelieerde families. Als je van het grote kasteel op het kleine kasteel kijkt zie je de enorme hoogte, enorme bomen worden bijna struikjes.




Het is dan ook steeds weer een inspannende klim om helemaal boven te komen, maar meestal wel met een fraai uitzicht. De eenvoudige ramen hebben hier ook weer banknissen.



We dalen af naar het kleine kasteel via steile uitgehouwen trappen in de rots waar het kasteel op staat.



Op naar Chateau de Froensbourg. Het lijkt er natuurlijk op dat we deze vakantie van kasteel naar kasteel hoppen, maar we komen hier in de eerste plaats voor de fantastische herfstkleuren en de
absolute rust. Die kastelen zijn een welkome afwisseling. Bij de Froensbourg maken we weer een ronde over de vele ladders en trappen.



 Een klein uur later zijn we bij château fort de Fleckenstein, volgens de beschrijving een van de grootste, prachtigste en stoutmoedigste kastelen van de Vogezen. Gelegen op een 40 m hoge en 50 m lange rots, ziet het er inderdaad imposant uit. Helaas is het alleen toegankelijk via een elektronische poort, waarvoor de kaartjes een stuk verder worden verkocht. Omdat we een stuk extra op en neer moeten lopen en we vandaag met kastelen overvoerd worden, besluiten we het op een afstandje voor gezien te houden. Van hieraf blijkt er nog een alternatief voor het volgende traject: een pad over de rotsen. Niet voor kinderen en alleen bij droog weer en nog meer waarschuwingen. Dat laat Lilian zich geen twee keer zeggen. Het is inderdaad een goede keus want het voert over de kam langs prachtige rotsformaties. Hierna maken we nog een extra rondje om nog een paar kastelen te bekijken. Eerst château du Loewenstein. We zijn vooral geïmponeerd door het prachtige uitzicht, nadat we helemaal naar boven zijn geklommen. Maar niet te lang: de wind is ijzig en sterk. Dus op naar château de la Hohenbourg. Dit kasteel biedt wel wat nieuws: het is de laatste keer verbouwd in renaissancestijl.



Op een van de poorten staat het jaartal 1578. We zijn ook vlak bij de Weglenbourg, net in
Duitsland gelegen. Hoewel hij omschreven wordt als de mooiste burcht van de Pfalz, vinden we het wel weer mooi voor vandaag en deze vakantie. Vrijwel alle kastelen die we gezien hebben zijn in 1680 door de artillerie van Montclar in brand geschoten in opdracht van Lodewijk XIV. We moeten nog een flink stuk stuk lopen naar ons besproken hotel in Climbach. Bij het hotel aangekomen blijft de restaurant-­ en de hotelingang ook na bellen voor ons hermetisch gesloten. Gelukkig komt er nog een hotelgast aan en hij weet de aandacht van madame in de keuken te trekken. We krijgen een mooie kamer, met minder fraai uitzicht. Het eten is van goede kwaliteit, maar wat de grootte van de porties betreft niet op de magen van randonneurs berekend.


donderdag 25 oktober 2007

Het ontbijt is nog kariger dan het avondeten. Twee broodjes, that 's it. Koffie en thee in thermoskannen. Ergens in een hoek van het zaaltje staat nog een fruitschaal. Besmuikt nemen we er een trosje druiven van. Maar goed, we hebben geen grote wandeling meer voor de boeg. Door de bossen richting Wissembourg, het eindpunt van onze tocht. In de omgeving van ervan verzamelen we nog wat walnoten en stoofperen van verwaarloosde opstanden. Als we in het stadje aankomen, hebben we nog ruim de tijd om het te bekijken, want onze trein vertrekt pas in de loop van de middag. De oude stad is geheel ommuurd en er lopen verschillende watertjes door.



Gezien de bittere koude nemen we in een vrijwel verlaten zaakje een warme chocolade en ik neem er nog wat bij om het ontbijt aan te vullen. We bezoeken de kloosterkerk met prachtige achthoekige lantaarn uit de twaalfde eeuw,



de nooit voltooide gotische kloostergang uit de veertiende eeuw



en de romaanse kapel uit de elfde eeuw.



Het is nu tijd om een lunchadres te vinden. We komen in een restaurant dat binnen de kortste keren stampvol zit. Blijkbaar een goed adres; over het eten hebben we niet te klagen. Ons rest nog een korte wandeling naar het station. Ondanks dat er die dag bij de Duitse spoorwegen wordt gestaakt, komen we toch op de geplande tijd in Ede aan.