dinsdag 15 september 2009

09-09-05-MD Rheinhöhenweg Wiesbaden - Koblenz


zaterdag 5 september 2009   11,5 km ­ 170 m stijgen ­ 45 m dalen   Wiesbaden - Naurod
  
Op het station van Arnhem ontmoet ik Joop. We wachten op De ICE waar de anderen al in moeten zitten. Dat blijkt het geval te zijn. Han is druk aan het bellen, want hij is zijn paspoort en bankpas kwijt waarmee hij voor iedereen de hotels en maaltijden moet betalen. De reis naar Wiesbaden
verloopt voorspoedig, waarna we eindelijk de benen kunnen strekken om in een paar uur het hotel Zur Rose in Naurod te lopen. Voor we het station verlaten gaan we nog op de foto (v.r.n.l. Ruud, Joop, Koos, Pieter, Diny en ik, Han achter het fototoestel).


Als we het station uitkomen regent het flink, maar het duurt gelukkig niet lang. Han wil eerst naar het Kurhaus, omdat daar de route volgens het boekje begint. Achter het Kurhaus duiken we een groot park in en volgen we de Rambach. Spoedig merken we de eerste verwijzing naar ons pad op.


Het pad blijft overwegend door het groen lopen langs het riviertje. In Sonnenberg hebben we nog zicht op Burg Sonnenberg, een imposante burcht gesticht door het geslacht Nassau.


Uiteindelijk komt Naurod in zicht en via een aardig weggetje belanden we in het centrum. Het hotel Zur Rose is gauw gevonden, maar een ingang vinden is moeilijker. Tenslotte vinden we een deur bovenaan een trap waarachter op een tafeltje instructies voor ons liggen. In een Italiaans restaurant in de buurt nuttigen we ons eerste avondmaal. Het personeel kent nauwelijks Italiaans, alleen nummers van de gerechten zegt hen iets. Het eten en drinken is goed, maar de bediening duurt uren. De nacht in het hotel is een hel. Er blijkt een dicotheek onder onze slaapvertrekken te bevinden, die tot diep in de nacht open blijft. De drukke hoofdstraat waar onze kamer aan gelegen is doet ook nog een duit in het zakje. En alsof dat nog niet genoeg is: mijn kamergenoot blijkt een zeer onrustige slaper en een luide snurker.

zondag 6 september 2009   26 km ­ 700 m stijgen ­ 500 m dalen   Naurod - Schlangenbad

Han ontdekt 's morgens in een geheim zakje van zijn rugzak zijn verlorengewaande paspoort en betaalpas. Ons eerste doel vandaag is de Kellernkopf 474 m, zo'n 200 m boven ons hotel. Boven aangekomen blijkt het restaurant met uitzichttoren gesloten, dus druipen we weer af.


Tijdens de afdaling ontmoeten we echter een jongedame, die de sleutels van de uitspanning bij zich draagt en voorstelt alsnog de toren met 121 treden te beklimmen en aldus wordt besloten.


Helaas is het uitzicht op Wiesbaden geheel in de wolken maar naar het oosten is wel zicht.


We dalen voor de tweede maal af en vervolgen onze weg over ellenlange Forststrassen. Ze zijn meer geschikt voor zwaar vrachtverkeer dan voor romantisch wandelen.


Het is zonnig met een temperatuur van 25 graden en op deze zondag moeten we de weg delen met vele wandelaars en mountainbikers. Aangekomen bij de Jagdschlossplatte wordt er gepauzeerd. De resten van het oude Jagdschloss zijn weer aangevuld met glazen bouwsels, maar het resultaat kan ons niet bekoren. Wel wordt de inwendige mens versterkt bij de aanwezige kiosk. In de HerzogHütte, een halfopen houten onderkomen met banken nuttigen we onze lunch. Weer een stuk verder lopen we langs het spoorlijntje van Wiesbaden naar Limburg an der Lahn.


Maar spoedig gaat het weer verder over brede boswegen naar het hoogste punt van onze tocht de Hohe Wurzel 613,9 m. Er is is geen top en geen uitzicht te bekennen, wel een op het oog vlak stuk bos, maar het zal vast wel het hoogste punt zijn.


Naar onze eindbestemming van deze dag moeten we dus nog 300 m dalen. Dat gebeurt vooral op het eind en dan hebben we zicht op het Kurort Schlangenbad.


Er zijn hier warme bronnen met een temperatuur tussen de 21 en 32 graden Celsius. Deze plaats moet vroeger vol gestaan hebben met hotelpaleizen, waarvan er nog enkele overeind staan. De rest is opgevuld met appartementsgebouwen en nieuwe hotels. Wij logeren in een nostalgisch oud hotel, waar in 1845 de Russische keizerin Alexandra vertoefde, getuige de naam Russicher Hof. Het hotel is keurig opgeknapt. Ook hier kunnen we niet eten, maar bij de buren lukt dat prima.

maandag 7 september 2009    28 km ­ 500 m stijgen ­ 600 m dalen

We gaan meteen weer flink omhoog om daarna weer de brede boswegen op te zoeken. Langs de randen van de weg worden bramen gezocht en soms een paar frambozen verschalkt. Het hoogste punt ligt vandaag op 585 m. Als we weer afdalen komen we langs de Graner Stein 528 m


en spoedig erna houden we een lange lunchpauze, naar keuze in


of uit de zon.


Diny en Koos blijken na deze pauze teken opgelopen te hebben. We dalen af naar Stefanshausen in in de bebouwde kom gaat het verder steil naar beneden. We zien bomen zwaar beladen met pruimen, waarvan de eigenaren het blijkbaar vertikken ze te oogsten. Vanaf dit moment doen wij ons elke dag tegoed aan een flinke portie van dit heerlijke fruit. We lopen verder door het dal van de Eisterbach en komen bij het klooster Marienthal.


We bekijken de kapel van binnen en drinken een flesje fris bij een kiosk met godsdienstige handelswaar. Via het dorp Marienthal komen we bij het voormalige klooster Nothgottes.


Hier vormen we twee groepen. Ik kies voor de omweg van twee kilometer naar de abdij van St. Hildegard (van Bingen) bij Rüdesheim.


De kloosterkerk met mooie gebrandschilderde ramen is gebouwd in neoromaanse stijl.


Op de binnenplaats staat een standbeeld van St. Hildegard.



De omgeving van het klooster wordt omgeven door wijngaarden met uitzicht over de Rijn met aan de overkant de stad Bingen.


Langs die wijngaarden wandelen we verder naar Aulhausen, waar we niets, behalve bier, kunnen drinken. Om 18.00 melden we ons bij Landgasthof Germania. Ondanks de Ruhetag kunnen we 's avonds in het hotel dineren.

 dinsdag 8 september 2009   29 km ­ 750 m   stijgen ­ 850 m dalen

Om 8.30 uur vertrekken we van het Landgasthof in Aulhausen naar Kauf voor onze langste afstand deze week. Het weer is aangenaam en in de zon stijgen we over een asfaltweggetje door landerijen naar het bos Kammerforst. Over ruime boswegen bereiken we boven op een heuvel het, op dit moment niet bewoonde, Forsthaus aan de rand van een stuk open grasland. Hier is het tijd voor onze koffiepauze.
Na 20 minuten vervolgen we onze tocht door de bossen en lopen via het hoogste punt, Eiserne Hand, naar de 12 apostelen, een kruispunt van boswegen waarbij men 12 vrij nieuwe bomen in een cirkel heeft geplant ter vervanging van de oude. Vanaf hier dalen we langzaam over brede bospaden naar het stadje Lorch. Onderweg komen we regelmatig joggers en wandelaars tegen; een teken dat we de bewoonde wereld opnieuw naderen.
Aangekomen in Lorch, 12.30 uur, zoeken we in het kleine centrum van deze plaats naar een eetgelegenheid. Helaas zijn de paar aanwezige restaurants gesloten of opgeheven. We besluiten over de brug van de plaatselijke beek te lopen en vervolgens onder het spoor door naar de oever van de Rijn te gaan. We zien bij het veer over de Rijn het restaurant Rheinblick, dat zeer geschikt is voor de lunch. Inmiddels hebben we reeds 16 km gelopen.


De zon schijnt volop en de temperatuur is gestegen tot 29 graden Celcius als we om 14.45 uur vertrekken voor het middagtrajekt naar Kaub. Over heet asfalt, voor de brug, gaan we vanuit het Rijndal steil omhoog en ontdekken na 600 m. dat we op een verkeerd spoor zitten. ( Dit is
eenmalig). Teruggekeerd naar de brug wordt de juiste route gevolgd.
Gestaag stijgen we over een zonnig pad langs de heuvel naar een driesprong van wegen,


waar we de weg in de richting van Sauerthal oversteken. Aan de westkant van de volgende beek moeten we over een afstand van 600 meter al struinend het pad zoeken; het aangeven van de officiële route is van hieraf vaak gebrekkig. Vervolgens wandelen we over oude boswegen naar Sauerthal en komen onderweg langs een wat hoger gelegen ruïne Waldeck, waar alleen ik zonder rugzak naar toe klim.




Het uitzicht is fraai. De anderen sparen hun energie voor wat nog komt. Vanuit Sauerthal gaat het steil en recht omhoog,een kuitenbijter die we langzaam bewegend ondergaan. Na het bos wordt het iets minder steil; we stijgen in de brandende zon door weilanden naar een boerderij op de heuvel ( 420 m) en vandaar dalen we via een smalle asfaltweg naar enkele sportvelden boven het stadje Kaub. Over een smal pad langs tennisvelden bereiken we de wijngaarden langs de Rijn. Een groot deel van de wijnbergen wordt niet meer gebruikt voor de productie van druiven en wordt teruggegeven aan de natuur. Soms meer dan 60% van de oude wijngaarden. Onder ons zien we het stadje Kaub met in de Rijn Die Pfalz, een mooi gerestaureerd kasteeltje op een eilandje.




Over een wijnpad wandelen naar de Burg Gutenfels


en dalen vervolgens af naar het stadje op weg naar ons hotel Deutsches Haus, waar we om 18.10 inchecken. De waard van het hotel­restaurant is een beetje nors en verbaast ons bij het afrekenen van de avondmaaltijd door niet alleen alle prijzen te kennen maar ook zonder enige aantekening te weten wat iedereen gegeten heeft.

woensdag 9 september 2009   16 km ­ 400 m stijgen ­ 400 m dalen

Na een zware dinsdag is het de bedoeling dat we vandaag kunnen genieten van een halve rustdag en dus pas om 9.00 uur vertrekken, zodat voor en na het ontbijt gelegenheid is het oude stadje Kaub, dat betere tijden heeft gekend, te verkennen.
We beginnen met een stevige stijging over een “Weinsteig”



naar een pad boven de wijngaarden en lopen ongeveer evenwijdig aan de Rijn met steeds een prachtig uitzicht.




Na 800 meter buigen we af naar het dorp Dörscheid, wandelen over de dorpswegen naar de landwegen langs de akkers en weilanden richting Bornich. Deze landwegen, die 100 jaar geleden nog zandwegen waren, zijn inmiddels voor een deel geasfalteerd.
Gelukkig worden deze landwegen nog vaak omzoomd door pruimen­, peren­ en appelbomen, niet meer uitgebaat door de eigenaars.


De koffiepauze houden we op een dalweg omringd door bomen halverwege het volgende dorp. Vanuit het dalletje stijgen we door de landerijen, kaal door de oogst, naar Bornich. Een paar honderd meter voor de bebouwde kom zien we een ree met kalf weglopen en na honderd meter blijven staan en naar ons kijken.
Na Bornich kiezen we voor een variant van de Rheinhöhenweg naar de Loreley en wandelen we evenwijdig aan de weg langs geploegde velden en een paar weilanden richting de rotsen van de Loreley, 100 m boven de Rijn. Er staat ook een beeld van de nimf, die met haar gezang schippers
zo betoverde dat ze op de rotsen te pletter sloegen.


Van drie zijden kijken we van bovenaf naar de Rijn met zijn vele soorten schepen.



Een prachtig uitzicht, ook tijdens de lunch op de rots.


13.30 uur vertrekken we omhoog door velden en bossen naar het dorpje Heide. Onderweg,
het is zonnig en warm, komen ons veel ongeoefende wandelaars tegemoet, waarschijnlijk met een bus in Heide gedropt. We hebben ook nog zicht op Burg Katz.



In het dorp vervolgen we de officiële Rheinhöhenweg en dalen zigzaggend over een mooi pad onder hoge bomen tot een beek af om daarna stijgend langs de vangrail het dorpje Patersberg te bereiken en
vervolgens dalen we af naar St Goarshausen. Ons hotel voor de nacht, hotel Colonius, bereiken we om 15.25 uur. Na een dorstlessende consumptie is er ruim tijd voor een douche, een korte slaap, een bezoek aan een winkel, het verkennen van het dorp met vele mooie huizen


of voor een tochtje met het veer naar de overkant van de Rijn; Han en Ruud laten zich een glas witte rijnwijn aan de overkant goed smaken. Ook hier wordt aan het hoogwater van de Rijn gememoreerd.



De waard van Colonius is uit het goede hout gesneden; een verademing in vergelijking met dinsdag. In dit hotel nemen we, in tegenstelling tot de andere onderkomens deze week, half pension van een goede kwaliteit.

donderdag 10 september 2009   22 km ­ 700 m stijgen ­ 710 m dalen

Vandaag staan drie steile klimmen op het programma. We vertrekken zoals gebruikelijk om 8.30 uur van uit hotel Colonius en lopen onder het spoor door in de richting van het plaatselijke kerkhof.
Even voor de begraafplaats begint het oude pad van de werkers in de wijngaarden, voor ons de eerste
kuitenbijter van de dag. Boven gekomen volgen we de Rheinhöhenweg langs een plateau in de richting van de burcht Maus. ( Het traject van de Rheinsteig valt deze dag grotendeels samen met de oudere Rheinhöhenweg). Aan de overkant van de Rijn hebben we zicht op de immense burcht Rheinfels.


Vlak voordat we over een smal pad met haarspeldbochtjes afdalen naar het niveau van de burcht Maus,




genieten we van een fraai uitzicht over de Rijn en de heuvels aan de overkant. Vanaf de burcht Maus wandelen we over en smalle kronkelende asfaltweg naar de beek die ons scheidt van de heuvel met vroeger mijnbouw aan de overkant.
Even over de beek bij brandweergarage met banken en een goudvisvijvertje genieten we van onze koffiepauze.
We vervolgen onze tocht met een klim over de oude mijnbouwpaden en lopen langs een schuilhut in de richting van het dorp Prath; eerst onder loofbomen en vervolgens over de openvelden en een hoogspanningleiding door.
Vanuit Prath loopt de route door velden met mais, gras en geploegd bouwland naar het volgende dorp Lykershausen. In dit dorp zien we een paar stalletjes met fruit, gericht op wandelaars ( betalen door geld in doos te deponeren). Even buiten Lykershausen aan de rand van een bos pauzeren we om 12.30 uur voor de lunch.
Over het pad voor onze pleisterplaats zien we verscheidene wandelaars met dagrugzak voorbijkomen; dit deel van de Reinsteig is kennelijk populair.
Na de pauze gaan we op weg naar de burcht Liebenstein; aangekomen bij het volgende bos passeren we een twee meter hoog tourniquet en afrastering; nodig voor een kudde bosgeiten. Lopend door dit bos ziet Diny in een eikenboom een wespennest ter grote van een voetbal hangen.


Het paadje, na het tweede tourniquet, kronkelt naar beneden naar de burcht.Vanaf daar opnieuw een stukje asfalt naar een beek.
We beginnen aan de laatste stijging van de dag door een koel bos tot een weide voor de Bruno Löhr Hútte. Langs deze hut wandelen we verdere over bospaden naar Marienberg, een gehucht met een paar huizen. Voor Marienberg wordt het pad breder en half verhard en daarna gat het over in een asfaltweg naar beneden. Intussen worden we enige malen gepasseerd door een postdame in een gele bestelwagen.
Bij een kleine picknickplaats aangekomen nemen we een korte pauze; Han deelt weer het dagelijkse snoepje uit en we genieten van het uitzicht op Osterspai en de Bopparder wijnbergen aan de overkant van de Rijn. We lopen verder naar beneden langs linkerkant van de weg, over het viaduct boven het spoor en via het fraaie raadhuis


naar hotel “Zum Anker” in Osterspai, waar we om 16.00 uur
aankomen. Na het inchecken, een dorstlessende drank en een douche hebben we voldoende tijd het oude stadje te verkennen. Sommige huizen zijn mooi versierd.


Interessant is bij een oud vierkant huis het aangeven van de hoogwaterhoogtes van de Rijn uit het verleden. Eind achttiende eeuw bereikte de Rijn het hoogste peil.
Om 17.30 uur gaat de sirene in Osterspai drie keer, waarop de brandweer uitrukt voor wat later blijkt een vermeende drenkeling: een man neemt een duik in de Rijn en zwemt naar de overkant buiten het zicht van zijn vrouw, die vervolgens 112 waarschuwt.
De avondmaaltijd valt ook in dit hotel onder halfpension.

vrijdag 11 september 2009   22 km ­ 600 m stijgen ­ 600 m dalen

Gezien de relatief korte afstand voor vandaag vertrekken we pas om 9.00 uur. Eerst stijgen we terug naar de snoepjesplaats van gisteren en vandaar verwijderend van de Rijn over een veldweg met gruis langs een beek langzaam stijgend. We steken de beek over en stijgen aangenaam verder weer in de richting van de Rijn, vervolgens wandelen we weer hoog boven de Rijn; dalen bij een volgend dal langzaam van de Rijn af en stijgen weer omhoog. Dit doen we nog een keer tot we bij een vrijwel rechte hoek van de route komen met een grote tafel met banken, waar reeds een Duits echtpaar heeft plaats genomen. Zij hebben geen bezwaar tegen het gebruiken van de tafel voor onze koffiepauze om 10.30 uur. Tijdens de pauze genieten we, voor één van de laatste keren op onze trektocht, van de prachtige vergezichten op de Rijn en de overzijde.
Deze vrijdag met goede weersvooruitzichten voor het weekend blijkt veel wandelaars met trekkingrugzak aan te trekken; we komen deze dag verschillende stellen en groepjes tegen.
Na 20 minuten dalen we opnieuw naar een dal en stijgen weer naar hoog boven de Rijn; we wandelen
evenwijdig langs de Rijn naar het stadje Braubach .We hebben nu zicht op de Marksburg uit de 12e eeuw.


Het is de enige burcht langs de Rijn die ongeschonden is. Via een zigzagpatroon naar
beneden naar de kapel van Martinus van Braubach uit de 13e eeuw,


over een paadje evenwijdig aan de weg naar het centrum, onder het spoor door naar de oever van de Rijn voor de lunch om 12.30 uur.
Etend op gerieflijke banken kijken we naar het scheepvaartverkeer op de Rijn en hebben bovendien nog een fraai gezicht op de Marksburg.


De lage waterstand heeft gevolgen voor deze scheepvaart: tankers en vrachtschepen zijn allesbehalve volledig beladen. De zon schijnt volop en de temperatuur stijgt tot 25 graden als we opbreken voor het middagtraject. Over een asfaltweg stijgen we in de volle zon van 70 m naar een plateau op 240 m. met de laatste 70 m. stijgen onder bomen. Langs de weg staan de laatste pruimenbomen van onze trektocht. Op het plateau wandelen we langs een vakantieoord, onder hoge bomen door en verder over een landweg door de velden naar een verkeersweg richting Hoog Lahnstein. Door het bos links van de weg, langs de weg, dan weer rechts van de weg door een bos klimmen we naar Hoog Lahnstein. Langs een flat keren we licht dalend naar de weg terug, steken deze over om vervolgens door romantisch bos een recreatief centrum te bereiken. Over een natuurleerpad lopen we naar de rand van een plateau totdat we een uitzicht krijgen over Lahnstein en de Rijn. Hier nemen we een korte pauze voor het laatste snoepje van de dag, voordat we middels een zigzagpaadje ( met enkele omhoog fietsende mountainbikers) afdalen naar de bebouwde kom van de stad. In Lahnstein lopen we eerst naar de spoorbaan en volgen de weg daarlangs in noordelijke richting naar het oude stadscentrum op zoek naar onze overnachtingplaats “Zum Alten Haus”. Dit hotel heeft betere tijden gekend; vroeger ook een restaurant met stamtafel. Nu kun je er alleen slapen en ontbijten. Na het inchecken om 16.15 uur en het verfrissen zoeken we in het oude centrum een leuk café voor het gebruikelijke glas bier, wijn of fris. Na wat heen en weer wandelen vinden we een leuke gelegenheid waar het besluit wordt genomen om zaterdag in twee gescheiden groepje te wandelen naar het Hbf van Koblenz.
’s Avonds om 19.00 uur blijkt het nog lastig een pinautomaat te vinden en een goed restaurant te zoeken; het is vrijdagavond en veelbelovende restaurants zijn volgeboekt. Uiteindelijk kiezen we voor een Dalmatisch restaurant waar we uitstekend eten.

zaterdag 12 september 2009

Vandaag is onze laatste dag.’s Morgens een wandeling naar het Hbf in Koblenz en’s middags de treinreis naar huis. Na het ontbijt om 7.30 uur vertrekken we op de gebruikelijke tijd gezamenlijk naar de brug over de Lahn, waar we ons splitsen in twee groepen en afspreken uiterlijk om 12.45 uur voor het Hbf te verzamelen.
Groep I: Han, Joop, Ruud en ik.
Vanaf de brug voert het traject onder een spoor en een drukke verkeersweg door naar het
Niederlahnsteinerwald. In het bos volgen we het pad naar de Lichter Kopf met een uitzichttoren, die wegens bouwvalligheid gesloten is. Na dit hoge punt dalen we langzaam af. Zonder in de bebouwde kom te komen dalen we via een prachtig dalletje af aar de Pfaffendnorfer Brücke over de Rijn naar Koblenz. In Pfaffendorf verlaten we de Rheinhöhenweg. ( Het plan van Han de Rheinhöhenweg in 2010 verder te wandelen tot Bonn neemt al vaste vormen aan). Over de brug kiezen mijn tochtgenoten de kortste weg naar het station; ik maak nog een rondje door de oude stad. Eerst naar de oude romaanse kloosterkerk: de basiliek St. Kastor uit de twaalfde eeuw.


Het interieur mag er zijn, maar vooral de gewelfschilderingen vind ik heel mooi.





De kerk ligt bij het Deutsche Eck, de plaats waar de Moezel in de Rijn stroomt.
Daar staat ook het pompeuze Kaiser Wilhelmmonument.


Aan de overkant van de Rijn bevind zich een van de grootste burchtcomplexen van Duitsland: de vesting Ehrenbreitstein.


Op mijn verdere wandeling vallen nog op een gebouw met verschillende bouwstijlen waar in een muur een paar gotische venters zitten,


een fontein op een plein, waarvan de beeldhouwwerken de geschiedenis van de stad Koblenz uitbeelden




en een poort met toegangshek tot de binnenplaats van het stadhuis.



Tegen 13.00 uur gaan we gezamenlijk het station binnen, zoeken perron 3 op en vertrekken om 13.12 uur in een Duitse intercity richting Keulen, waar we om 14.05 aankomen. In Keulen hebben we meer dan 40 minuten overstaptijd, die we gebruiken voor een bezoek aan het plein voor de Dom ( het Hbf ligt naast de Dom).


Han toont ons een replica van de top van de torens


en we bekijken de ingang van de Dom en ontdekken daar een aantal levende beelden op het domplein.
Met de ICE reizen we, vooraan in de trein, om 14.48 uur naar Nederland. In de trein, ruim voordat
de Nederlandse grens wordt bereikt, bedanken we Han en onderstrepen onze waardering met het
aanbieden van fles witte wijn uit Baden­Würtenberg.
In Arnhem stappen Joop en ik uit de ICE.