maandag 2 januari 2012

11-12-27-MD Moselhöhenweg

 dinsdag, 27 december 2011   Koblenz-­Güls -­ Kobern-­Gondorf   14 km 360 m stijgen 360 m dalen

Tweede kerstdag hebben we traditiegetrouw bij Lilians moeder doorgebracht. De volgende ochtend gaan we met de bus naar Venlo. Daar wacht ons en vele anderen een minder prettige verrassing: onze trein naar Düsseldorf rijdt niet. Er komt wel vervangend busvervoer, maar de bus blijkt ondanks veel indikken niet groot genoeg. Wij behoren tot de "gelukkigen". We rijden via kleine weggetjes, omdat alle stations aangedaan moeten worden. Voor de meeste stopplaatsen is geen enkele interesse. Uiteindelijk worden we in Mönchen­-Gladbach uitgeladen en rennen we het station binnen. We kunnen zowaar een snelle trein naar Düsseldorf oppikken en daar precies de geplande trein naar Koblenz halen, omdat we daar een zeer ruime overstaptijd hadden. We hebben in deze trein gereserveerde plaatsen, maar de wagonnummers op onze kaarten bestaan niet, zodat we flink moeten zoeken naar een vrije plaats, die we in de laatste wagon vinden. In Koblenz hebben we weer een ruime overstap, maar we moeten nog 7 minuten verder naar Koblenz­-Güls. We zijn blij als we
daar de benen kunnen strekken al is het erg somber en fris. Spoedig lopen we over een landelijk weggetje met bloeiende winterjasmijn er naast.


Daarna stijgen we door de wijngaarden verder omhoog en krijgen we zicht op de Moezel.


We stijgen steeds verder tot 270 m, waar we de Autobahn oversteken, die zelf hier de Moezel
kruist. De brug zelf is een knap stukje bouwkunst.


We komen nu in de bossen, die in het hele Moezelgebied voornamelijk uit loofhout bestaan. Eerst gaat het nog over een breed pad,


maar daarna wordt het spoorzoeken in de dikke bladerlaag.


Als we tenslotte steil moeten afdalen, kost het veel moeite ons staande te houden en maken we
regelmatig schuivers. We zijn blij als het ergste stuk achter de rug is.


Beneden lopen we eerst een stuk langs de spoorbaan en daarna door de plaats Kobern­-Gondorf. Hier
blijkt de Moezel ook flink te kunnen spoken, getuige de paal met waterhoogten in het (recente)
verleden.


Op het station nemen we de trein naar Cochem. Het appartement wat we gehuurd hebben ligt aan de andere kant van de Moezel iets bergop en ongeveer 10 minuten van het station. We hebben het snel gevonden, maar er is niemand thuis. We vinden de sleutel op een voor de hand liggende plek. Het appartement is ruim voor ons tweeën en we zijn dik tevreden. Lilian gaat nog boodschappen doen en
komt geruime tijd later terug met een rugzak volproviand.


De verhuurster komt nog even kennismaken en geeft ons een set wandelkaarten van het
Moezelgebied en het wachtwoord van de wifi. We eten natuurlijk met een Moezelwijn en gaan vroeg naar bed.

woensdag 28 december 2011  Bullay - ­ Cochem 30 km 730 m stijgen 730 m dalen

De wekker gaat om 7 uur. We willen met de trein naar Bullay en omdat we nog geen ervaring hebben met kaartjes uit een automaat halen, willen we wat speling hebben om de trein van half negen te halen. Als we over de Moezelbrug lopen begint het net wat licht te worden.


Het treintraject naar Bullay gaat grotendeels door tunnels om meanders van de Moezel af te snijden. Bullay ligt aan de Hunsrückzijde dus moeten we naar de overkant via een verkeersbrug, waar bovenop treinen rijden. Dan gaat het langs de weg naar Alf, waar we onze route oppakken. Het is somber en koud, maar op een klein beetje druil na wel droog. Vanaf Alf gaat het meteen 300 m omhoog, eerst door wijngaarden en hoger door loofbossen tot we op de top van de Sollig zijn. Er staat een Grillhütte, een perfecte plaats voor onze koffie met gebak.


Lilian probeert ook nog de in hoogte verstelbare grillplaat uit.


Na deze pauze blijven we lange tijd op hoogte. Regelmatig zien we takken met de gele trilzwam.


Als onze route een stuk over een verkeersweg gaat, proberen wij een onverhard alternatief.
Dat gaat een heel stuk goed, maar dan houdt het pad abrupt op. Dat levert een aardig struintraject op.


Een stuk verder hebben we een fraai gezicht op een meander van de Moezel.


Er is een schuilhut, dus een prima plek voor de lunch. Niet veel verder bereiken we de "berg" Calmont (378 m). Hier zijn de fundamenten van een Romeinse tempel gevonden en men heeft deze gereconstrueerd.


Vlak er bij bevindt zich een diepe waterput, die mogelijk ook uit de Romeinse tijd stamt. Nu volgt een lange afdaling naar de Ellerbach. Door dit dal lopen we verder naar beneden tot we op 125 m zijn.


Dan gaat het weer rap omhoog naar 365 m. We schampen aan het plaatsje Brauheck en dalen
dan af naar Cochem. We passeren een kapel die aan het eind van de kruisweg vanaf Cochem staat


en die wij nu naar beneden volgen. We krijgen zicht op de Reichsburg van Cochem, eigenlijk een fantasieburcht ruim een eeuw geleden gebouwd door een rijke industrieel op de ruïnes van de oude burcht.


Als we bijna beneden zijn wil Lilian toch nog een kijkje nemen bij de burcht, dus gaan we weer omhoog.


 Op de hoofdtoren bevindt zich een mozaïek van Christophorus.


Op de zonnige hellingen onder de burcht bevinden zich uitgestrekte wijngaarden.


Via de oude en toeristische stad lopen we naar de Moezelbrug die het verst weg van ons appartement
is. Vanaf de brug hebben we nog zicht op de oude stad en de Reichsburg.


Aan de overzijde kunnen we nu geleidelijk aan hoogte winnen en komen goed uit bij ons onderkomen. 's Avonds kijken we naar de film "De storm" via internet.

donderdag 29 december 2011   Ürzig Bahnhof -  ­ Bullay 27 km 460 m stijgen 540 m dalen

Deze ochtend treinen we naar Bahnhof Ürzig, ons meest westelijk gelegen uitgangspunt. Het station is in zwaar vervallen toestand. Het perron is met dik mos bedekt. Blijkbaar stapt hier zelden iemand op of uit. De enige bus bij het station vertrekt 1 x per dag en alleen op werkdagen. Wij moeten eerst een stukje langs de autoweg lopen om onze route op te pakken. Een voordeel is dat het station niet aan de Moezel ligt, de trein heeft ons al 100 m omhoog gezeuld. Op de route gekomen gaat het verder omhoog door loofbos.


De route is herkenbaar door de letter M op bomen, hoewel er soms hele stukken zijn waar we niets opmerken. Het hoogste punt is de Borberg van 354 m. Hier hebben we weer een gezicht op de Moezel.


Een stukje verder vinden we een hutje waar we beschut koffie kunnen drinken. We hebben
uitzicht op de hoogvlakte aan de overzijde van de Moezel.


Het valt ons op hoeveel er nog bloeit door deze abnormaal zachte winter (tot nu toe). zo zien we b.v. bloeiende brem


en fijnstraal.


We lopen nu hoog boven de wijngaarden. Onder ons ligt het plaatsje Reil, dat aan de doodlopende spoorlijn van Bullay naar Traben­-Trarbach ligt.


Even verder begint de zon volop te schijnen en dat voelt heerlijk aan als je uit de wind loopt.


We passeren een eeuwenoud wegkruis


en dan verlaten we de route, anders moeten we voor de tweede maal van Alf naar de Moezelbrug lopen. De zon is verdwenen; het begint te regenen en de wind trekt aan. Overal zijn lianen van de wilde clematis. De vruchtpluizen zijn bij nadere beschouwing steeds weer fraai.


Ons volgende punt is een uitzichttoren. Via een oorlogskerkhof komen we daar en Lilian wil ondanks dat het weer steeds slechter wordt de hoge toren op. De wind giert door de open constructie en maakt ook nog een soort muziek met alle buizen waar hij langs stroomt. We komen veilig boven, maar het uitzicht is niet optimaal in de stromende regen.



Beneden ons zien we de gecombineerde spoor/verkeersbrug liggen die we straks over moeten.


De afdaling naar de Moezel kost ons enige moeite. We moeten een pad hebben wat een stuk onder ons aan de steile helling ligt. Gelukkig vinden we een klein paadje dat de helling op verantwoorde
wijze af gaat. We komen bij een landhuis met wijngaard. Er staat een bord dat er geen doorgang is naar de Moezel. Eigenwijs als we zijn, proberen we het toch. De wijngaarden lopen vrijwel tot onderaan de helling. Helaas houdt het karrenspoor dat door de wijngaard steil naar beneden gaat op een gegeven moment op. We besluiten de steile en glibberige helling naast de wijngaard toch maar af te gaan, want ik heb weinig zin de helling terug naar boven te lopen. Het kost de nodige inspanning, maar ook hier komen we veilig beneden. Via de Moezelbrug komen we weer in Bullay, waar we de trein terug nemen.

vrijdag 30 december 2011   Cochem ­ - Hatzenport  32 km  820 m stijgen  820 m dalen

Vandaag beginnen we zonder trein. We willen naar het oosten lopen om zodoende het minste last te hebben van de steeds stevige westenwind. We lopen wel eerst naar het station en beginnen daar met een klein paadje dat in de steile rotsen omhoog gaat. We komen uit bij het "Bergstation" van de stoeltjeslift, die nu in winterrust is. Daar pakken we de route weer op die voorlopig richting pretpark gaat. Als we de ingang gepasseerd zijn, zitten we weer midden in de natuur. Plotseling zien we een
roedel moeflons, die de steile helling naar beneden afrent. Aan de overzijde zien we ons appartement
liggen.


Het grote witte gebouw aan de bovenkant is het ziekenhuis van Cochem. Achter het sportcomplex bevindt zich het winkelcentrum waar Lilian de inkopen doet. Zo nu en dan breekt de zon door en dan is het weer heerlijk wandelen.


Zoals gebruikelijk vinden we een hutje voor de koffiepauze met prachtig uitzicht.


Hierna beginnen we aan de afdaling naar Klotten. in het dorp passeren we een wegkruis uit 1638.


na dit dorp lopen we een lang stuk door het dal, nu eens links dan weer rechts van de spoorlijn. Meestal gaan we onder het spoor door, maar éénmaal gaat het via een onbewaakte overweg.


In de jonge wijngaarden hebben ze een bijzondere manier om de planten te beschermen. Ze zetten er lege Ice-Tea­pakken omheen. Dat wordt stevig drinken met de hele familie!


We komen in het plaatsje Pommern. In het centrum bevindt zich de put, waar vroeger water gehaald werd.


Hierna gaat het omhoog naar de Martberg, waar vroeger een grote Romeins-Keltische stad lag. Langs het pad omhoog staan beelden, die naar dit verleden verwijzen, zoals van de Romeinse godin van de boomvruchten Pomona.


Op de berg heeft een groot archeologisch onderzoek plaatsgevonden. Op de plek waar een groot
tempelcomplex stond, heeft men de fundamenten duidelijk aangegeven en een gedeelte zelfs
gereconstrueerd.


We hebben trek in de lunch, maar de tempels zijn afgesloten. We vinden wel een gereconstrueerde
Keltische boerenwoning.


Nadat we een reuzenkei voor de deuringang weggeschoven hebben kunnen we er in. in een hoek staat zelf een bank. Terwijl een hevige bui op het huisje klettert zitten wij lekker beschut ons broodje te eten.


Naast het huisje bevindt zich nog een soort openluchtkeuken met oven.


Er volgt een afdaling naar het stadje Karden. Bij een kerkhof staat nog een oude romaanse toren, het enige overblijfsel van 13e eeuwse parochiekerk.



Het centrum bevat talrijke historische gebouwen, maar de romaanse dom St Castor is wel het meest opvallend met drie torens.


Gezien de afstand die we vandaag willen lopen hebben we voor al dit moois weinig tijd, maar we we kunnen het niet laten even de kerk in te lopen. De bouw begon in  1183. Zeer opvallend is een 17e eeuws kunstwerk dat de graflegging uitbeeldt.


Ook zijn er nog resten van fresco's.


Een veelheid aan kerstversiering vertroebelt het beeld wel enigszins.


In de directe omgeving van de kerk staan nog twee belangrijke romaanse bouwwerken. Een gedeelte van de abdij die bij de kerk hoorde


en een groot pand waar vroeger o.a. de tienden werden opgeslagen. Het is tegenwoordig museum.


We klimmen het stadje uit. Van boven zijn de kerk en de romaanse gebouwen goed zichtbaar.


We komen uit op een plateau met akkerbouw­ en weiland. De lage zon geeft een mooi licht op de
houtstapels die langs de weg liggen.


Na een paar kilometer duiken we de bossen in en dalen af naar het Elzbachtal. Plotseling krijgen we zicht op de beroemde Burg Eltz, die strategisch in een meander van de Elzbach ligt.


Aan alle steigers te zien is een grote restauratie aan de gang. De burcht is meer dan 800 jaar in het bezit van dezelfde familie en nog nooit verwoest geweest. Hij ontstond aan een belangrijke handelsweg van de Eifel naar de Moezel. We komen dichterbij en zien nu de toegangsbrug, die nodig is omdat het kasteel op een rots is gebouwd.


Tegenover de brug klimmen we weer flink omhoog en hebben nu een goed gezicht op de meander van de Elzbach waar het kasteel in ligt.


Nog iets hoger komen langs de ruïnes van een andere burcht die er recht tegenover ligt.


Wat later komen we op een gedeeltelijk bebost plateau. Het laatste zonlicht laat de bosranden in brand staan.


We gaan naar de rand van het plateau vlak langs de Moezel. Hier lopen we nog geruime tijd, maar
het licht gaat wel uit. Dankzij de verlichte gps gaat dat vrij aardig. Op het station van Hatzenport nemen we de trein terug. Ondanks de pittige dag zijn we niet echt moe.

zaterdag 31 december 2011   Cochem ­ - Karden (Hunsrückseite) 17 km 240 m stijgen 240 m dalen

We beginnen al een beetje af te bouwen. Een uurtje langer in bed en thuis koffie drinken. Buiten is het wat druilerig en mistig. Gisteren hebben we eigenlijk twee etappes in één gedaan, dus we hebben een dag over. Een dag binnen zitten is onbespreekbaar, dus gaan we een stuk aan de andere kant van de Moezel lopen. Dat is de kant waar we zitten en de hoogte waarop de woning ligt is nu meegenomen. We wandelen langzaam stijgend richting de oude stad, waar we een goed zicht op krijgen.


De burcht komt net uit de wolken.


We blijven de Moezel hoog boven het water volgen over leuke paadjes.


Bij een partij steile rotspartijen is een uitzichtpunt ingericht.


Een steen herinnert er aan dat hier een kind dodelijk naar beneden is gevallen toen het zijn broertje
wilde redden, die daarvoor naar beneden gevallen was. Na enige tijd bereiken we Valwigerberg. hier staat een laatgotisch pelgrimskerkje, waar we naar binnen gaan. Er is enig beeldhouwwerk te aanschouwen.


Na dit plaatsje nemen we onze intrek in een hutje voor de lunch. Na deze oppepper komen we bij een
uitzichtpunt waar we een mooi gezicht op een meander van de Moezel hebben.


Het zicht is ook wat beter geworden. We wenden ons nu van de Moezel af en gaan over het plateau.met bossen en landerijen. In een hoekje staan wat geknotte wilgen.


De tenen werden vroeger overal gebruikt om de wijnranken te binden. Tegenwoordig gebruikt men bijna overal kunststof om op te binden. bij het snoeien belandt dat op de bodem. Zo ligt er elk jaar meer kunststof afval onder de wijnstokken; het is geen gezicht. De markering gaat een andere kant op dan hij op de kaart aangegeven staat, dus kijkt Lilian op de hoek van een akker waar we precies heen gaan.


Bij het erf van een grote boerderij moeten we ons door diepe prut waden. Gelukkig zijn we snel in het bos waar het pad goed is. De zon komt door, maar we duiken het diep ingesneden dal van de Lambertsbach in, zodat we er weinig profijt van hebben. Onder in de beek liggen stapels boomstammen, die van de steile hellingen afgegleden zijn. Halverwege steken we een zijbeek over met een nog net betrouwbaar bruggetje.


We bereiken de Moezel. Van hier dalen we af naar Treis. In de plaats ziet Lilian een bord staan dat naar Kloster Engelport verwijst. Dat lijkt haar wel wat en we gaan op weg. Na een kilometer staat
er weer een bord maar nu met de vermelding dat het nog 8 km ver is. Dat is een beetje te veel van het goede. Gelukkig verheft zich Burg Treis recht boven ons, dus klimmen we omhoog om die te bekijken. Er zijn veel muurresten met diverse poorten.


Op het hoogste punt staat een donjon.


Aan de andere kant van het dal ligt nog een burcht : de Wildburg.


Deze is nog bewoond. Ze zullen samen de toegang tot het dal of de Moezel beheerst hebben.
Hierna lopen we heel Treis door en steken bij de brug de Moezel over om naar het station van Karden te gaan. We vieren oud­ en nieuw op bescheiden wijze. We kijken een filmpje en verorberen een fles biologische, rode moezelwijn. Om 11 uur duiken we de koets in, we willen morgen nog een stuk
lopen en dan hebben we een zware rugzak op. Het vuurwerk is hier zeer bescheiden, zodat we een goede nachtrust hebben.

zondag 1 januari 2012   Hatzenport ­ - Kobern-­Gondorf  15 km  290 m stijgen  290 m dalen

Na alles ingepakt te hebben lopen we voor de laatste keer naar het station in Cochem. We nemen maar geen afscheid van de huiseigenaren, want die zullen wel willen uitslapen. In Hatzenport start onze laatste etappe. Direct na het station ziet Lilian een markering van de Mosel-­Erlebnisweg
dat bij een klein paadje hoort dat in de rotsen verdwijnt. Omdat onze route voorlopig over een asfaltweggetje gaat, wordt er voor dit pad gekozen. Wel een veel leuker pad maar ook vele malen steiler en met moeite weet ik mezelf en de bagage omhoog te krijgen. Eenmaal boven is het Genusswandern.


Er staat minder wind dan de afgelopen dagen en de zon schijnt regelmatig. Bij het Rabenlay hebben we een mooi uitzichtpunt en gaan dan scherp terug het plateau op. Bij het Mühltal gaan we een stukje naar beneden; er staan idyllisch verscholen huizen en zo te zien wonen er alternatieve lui. Bij een woning ligt een nest katten te dromen onder de kerstboom.


Voor automobilisten is het geen eenvoudige zaak hier te komen getuige de reeksverkeersborden, die wel een wasbeurt kunnen gebruiken.


Een half uur verder lopen we weer boven aan de Moezel. Een vooruitstekende rots heet hier Ausoniusstein, vernoemd naar een Romeinse dichter. Ook hier hebben we een goed uitzicht.




We poseren samen met de Moezel onze laatste dag op de Moselhöhenweg.


We volgen het pad hoog boven de Moezel aan de rand van het plateau. blijkbaar gedragen niet alle toeristen zich even netjes, getuige een bord in dichtvorm.


Wij rekenen ons zelf ieder geval niet tot de categorie Bergwaldschwein. Even voor Lehmen krijgen we zicht op één van de stuwen die de Moezel goed bevaarbaar moet houden.


We dalen af naar dit plaatsje. Muren van oude terrassen zijn fraai gekleurd door korstmossen.


Lehmen is een schilderachtig dorpje.


Van de voormalige parochiekerk rest nog de 12e eeuwse romaanse klokkentoren.


We blijven nu dicht bij de Moezel lopen tot Kobern-­Gondorf bereiken. Hier staat het 12e eeuwse Schloss von der Leyen. Oorspronkelijk was het een waterburcht. Het huist nu o.a. een wijnmuseum.


We nemen hier de trein huiswaarts. In Koblenz pakken we de stoptrein naar Mönchen­-Gladbach, waar we overstappen naar Venlo. We komen nog op een redelijke tijd thuis en zijn tevreden over dit uitstapje. Wel jammer dat Lilian de volgende dag al weer moet werken.