vrijdag 28 december 2018

18-12-23-C Museum Belvédère en landgoed Oranjewoud

zondag 23 december 2018

Op deze regenachtige zondag willen we museum Belvédère bezoeken. Daartoe treinen we naar Heerenveen, waar ons nog een tippel van vijf kwartier wacht. Eerst lopen we door het dorpse oude centrum en daarna via groenstroken door nieuwbouwwijken van Heerenveen. Hoewel de nieuwbouw van Heerenveen snel oprukt, lijkt het museum op een verlaten plaats gesitueerd op grens van de veenweiden van De Knipe en het parklandschap van Oranjewoud. Het gebouw is een lange zwarte doos, die over het lange Canal Grande van het voormalige lustslot Oranjewoud is geplaatst. Alleen boven het water zijn de wanden van glas, dat van binnen een mooi uitzicht geeft richting de Knipe



of richting Oranjewoud.



Aan het eind van het water is het huidige buiten Oranjewoud zichtbaar.

In het museum zijn twee tentoonstellingen. We bezoeken eerst
 Wâldman, werk van Tjibbe Hooghiemstra dat de sfeer van de Friese Wouden moet weergeven. Helaas wordt ik er niet direct door geraakt.






De andere expositie gaat over 100 jaar schilderkunst in Friesland met veel werken van meer dan 100 kunstenaars. 
Twee schilders zijn direct herkenbaar: Jopie Huisman, het rood baaien hemd uit 1975



en botervlootje met suiker uit 1981.


En Jan Mankes. Ondanks zijn wat somber kleurgebruik zijn het meestal voorstellingen die je wat doen.

Zelfportret   1913




Lijster op tak  1910



Maannacht (detail) 1910



Moeder in kamer   1910



De theeschenkster   1915



Hierna nog wat werk van andere schilders.
Tjerk Bottema   Compositie met koeien en rode daken   1929



Ruurd Wiersma (1904-1980)
Hof van Eden I



Hof van Eden II (detail)



Sjoerd de Vries
De romance van de 3 flessen   1980



Harmen Abma (1937 - 2007)



Christiaan Kuitwaard
Meer, 15.08.2015   (detail)



Sjoerd de Vries
Zelfportret 1987



Hannie Kamstra
Eupatorium   2015



Anne Feddema
Avondlicht Vogels Kat   2018



Anne Feddema
Winter Huis Kat   2018



Sommige musea zijn alleen om het gebouw de moeite waard, andere vanwege de wijze van presenteren van de kunst en weer andere vanwege hetgeen te zien is. Het mooiste is als dit samenkomt. Dit museum is best aardig, maar in mijn ogen geen topper. Normaal zijn we vaak na drie uur kijken nog niet weg te slaan, nu zijn we na een uur wel uitgekeken. Wij gaan onze wandeling vervolgen en lopen langs het canal grande richting Oranjewoud. In 1676 kocht Albertine Agnes van Nassau (weduwe van de Friese stadhouder Willem Frederik van Nassau-Dietz) er een state om daar een fraaie buitenplaats te stichten. Haar schoondochter Henriette Amalia van Anholt-Dessau liet het geheel nog meer allure geven door de beroemde architect Daniel Marot. Er verrees een fraai paleis, dat evenwel niet afgebouwd werd. Twee vleugels werden voltooid, maar voor de middenbouw was geen geld meer. Het canal grande stamt ook uit die tijd. Tijdens de Franse tijd werd het landgoed geconfisqueerd en het paleis voor afbrak verkocht. Na de Franse tijd viel het 400 ha grote landgoed uiteen. Op de fundamenten van het vroegere paleis verrees een nieuw buiten met de naam Oranjewoud.



De ingang van de overtuin wordt gemarkeerd door twee stenen met kinderkopjes.



Vlak naast het buiten Oranjewoud ligt het buiten Oranjestein.



Het park van Oranjewoud kent vele fraaie plekjes,



Weer terug in de nieuwbouwwijken van Heerenveen vallen een reeks opgeleukte huizen op.



Ondanks de continue regen zijn we er toch nog lekker op uit geweest.

woensdag 24 oktober 2018

18-09-30-MIt Nauders - Meran te voet via de Vinschger Hoehenweg

zondag 30 september 2018 Ede - Nauders

De appels zijn van de bomen dus kunnen we nu met een gerust hart even op vakantie gaan. Met de ICE reizen we naar Bazel en vandaar met de railjet naar Bludenz. Het is al donker als we daar aankomen. De dochter van de eigenaar van Gasthof Martha uit Nauders staat even later voor het station en rijdt ons in duizelingwekkende vaart binnen een half uur naar onze bestemming.  Op onze kamer is niets aan te merken



en het eten is goed.

maandag 1 oktober 2018   Nauders - Bergstation Bergkastelbahn - Stieralm - Plamort - Reschen
                                              13,7 km  900 m stijgen   730 m dalen

Na een prima ontbijt gaan we er tegen aan. Wij  hebben een wandelarrangement van STAP-Reizen dat we de komende dagen tot een goed eind proberen te brengen. Het regent, dus goed ingepakt gaan we de grashelling direct tegenover het Gasthof omhoog.


Al spoedig zien we Schloss Naudersberg onder ons liggen.


Door wei en bos gaat het gestaag omhoog. We steken de Piengbach over.


In een wei staat een huisje met een flink overstekend dak. Hier kunnen we even droog koffie drinken.


We zien mooie oranje bekerzwammen.


En er komt flink wat water naar beneden.


Bij het bergstation van de Bergkastelbahn staan de nodige sneeuwkanonnen al opgesteld, terwijl de regen in sneeuw is overgegaan.


Hier wijken we van de beschreven route af. In plaats van de brede steenslagweg nemen we het iets hoger gelegen smalle pad aangeduid met Bullzone. Er staat ook een aardig houtsnijwerk.


De sneeuw laat een poederlaagje op de open helling achter.


In het bos overheersen de herfstkleuren van de bosbessen.


Omdat ons pad ook een geocacheroute is, zien we zo nu en dan aanwijzingen.


Op de hoger gelegen hellingen blijft de sneeuw goed liggen.


We naderen de Oostenrijks-Italiaanse grens. Bij de overschrijding krijgen we hiervan een bewijs.


In dit gebied liggen talrijke verdedigingswerken, die voor WO II aangelegd zijn. Als eerste zien we een tankbarrière.


Op dit punt wijken we weer van de route af om een uitzichtrots aan te doen, waar we mooi zicht op de Reschensee hebben.


Vervolgens gaan we via een klein paadje weer terug naar de route, waar een complex van bunkers ligt.


Lilian wordt nog even onder schot gehouden.


Rest ons nog een lange afdaling naar Reschen. Boven het dorp lopen we een flink stuk langs een enorme wal in aanbouw die het dorp tegen lawines moet beschermen. In Reschen is ons onderkomen in Villa Claudia snel gevonden. We worden hartelijk ontvangen en krijgen een flinke pot thee met gebak mee naar onze kamer. 's Avonds eten we in het Seehotel, dat zoals de naam al aangeeft, mooi aan de Reschensee ligt. Het eten is goed, waarna we een prima nachtrust genieten.

dinsdag 2 oktober 2018   Reschen - Planeil   20 km   750 m stijgen   665 m dalen

Na het ontbijt krijgen we behalve een lunchpakket ook twee zakken met streekproducten waaronder loodzwaar perenbrood. Goed dat we bagagevervoer hebben!  Ook zit er een goede wandelkaart en een ov-kaart die zeven dagen geldig is bij. Vandaag beginnen we aan de Vinschger Hoehenweg,  die min of meer het dal van de Etsch volgt.


Na een tijdje hebben we een terugblik op Reschen.


Als de zon aan onze kant over de bergkam komt, is dat een fraai gezicht.


We naderen het plaatsje Graun. In de Reschensee zien we nog een stuk van de oude kerktoren van Graun boven het water uitsteken.



Ze staan symbool voor een bizar stukje geschiedenis. Na WO I werd Zuid-Tirol aan Italië toebedeeld. Daarna volgde een systematische onderdrukking van de Duitstalige bevolking.  Duits en Duitse (achter)namen werden verboden en Italianen werden massaal gedwongen zich in Zuid-Tirol te vestigen. In WO II verhuisden  een groot aantal Zuid-Tirolers naar Oostenrijk en Duitsland. Na WO II ging de onderdrukking door. Degenen die protesteerden werden gemarteld, soms met de dood tot gevolg. In dit patroon past ook het onder water zetten van het gebied waar Reschen en Graun lagen. Hierdoor verloren talloze mensen huis, grond en bestaan. Ze kregen geen enkele vergoeding of vervangende huisvesting. Italië hoopte dat ze wel naar Oostenrijk zouden vertrekken. Ondertussen begon er een soort burgeroorlog te ontstaan, wat tot effect had dat er vele jaren later een zekere mate van autonomie werd toegestaan. Sinds 2001 is de autonomie nog versterkt.

Omdat de wind nog ijzig is zoeken we een beschut plekje bij een kapel boven Graun om koffie te drinken.


Hierna lopen we een flink stuk langs de Reschensee, eerst nog door het groen en daarna door een lawinegalerij.


Vervolgens gaat het omhoog door met lariksen bedekte hellingen, die tevens als weidegrond dienen.


Daarom moeten we zo nu en dan over een omheining.



We krijgen nu zicht op de Haidersee, wat wel een natuurlijk meer is.


Omdat de zon nu volop schijnt staan de zilverdistels mooi open.


Voor de appelpauze vinden we een heerlijk beschut hokje dat je op de zon kan draaien.


Er komt nog een plaatselijke bewoner langs op zijn hardlooprondje. Met hem hebben we nog een aardig gesprek. We kijken uit op het hoofddal dat nu nog hoofdzakelijk uit weidegronden bestaat.


Het gaat verder naar het dorpje Plawenn.


Hier blijkt de route te zijn verlegd. In plaats van meteen rechts over een asfalt verder te lopen, doorkruisen we het dorpje, waarachter een mooi keteldal ligt.


Aan het eind van het dorp dalen we af  via een smal paadje langs een beek en komen een tijd later weer op de oorspronkelijke route. Op het laatste stuk naar Planeil kunnen we nog even uitrusten.


Nu de zon zo zijn best doet, zijn er veel insecten te zien.



Gasthof Gemse ziet er leuk uit. Op onze kamer is de tv met een designgrapje in een houtkachel veranderd.


woensdag 3 oktober 2018   Planeil - Spitzige Lun (2324 m) -Mals   13,5 km    725 m stijgen   1265 m dalen

Altijd weer jammer al je zo'n mooi onderkomen zo snel al weer moet verlaten. Wij lopen eerst via smalle straatjes omhoog door het dorp


met mooie doorkijkjes.


Als we wat hoger zijn, zien we het dorp mooi liggen


met op de achtergrond abdij Mariënberg


en slot Fuerstenburg.


We komen nu snel in het bos en pas na een lange klim hebben we weer zicht. Op een beschut plekje drinken we koffie terwijl we genieten van het burlen van de edelherten.


Door meer open terrein gaat het richting top.


Lilian raakt in de ban van uitgebloeide distels.


En dan zijn we bijna op de Spitzige Lun.


Tijd voor de topfoto, maar niet te lang, want het is ijzig koud.



We hebben 360 graden zicht, zoals op de Reschen- en Haidersee.


Ook hier krijgen we een bewijs van onze aanwezigheid.


Als we nog maar een klein stukje zijn afgedaald, lopen we al weer in de luwte en kunnen we genieten van de uitzichten, zoals op het Muenstertal.


Bij een meertje vinden we een heerlijk plekje om te lunchen.


Langzamerhand komen we in landbouwgebied.


Mals zien we al liggen.


Hier begint het grootste appelareaal van Europa.


Mals is een oud stadje met talrijke oude torens. Hieronder de resten van de Johanneskerk.


De St Janskerk is nog wel in tact.


Wij nemen onze intrek in hotel Greif. We krijgen een enorm appartement met groot dakterras.


Heerlijk eten en een goede nachtrust.

donderdag 4 oktober 2018   Matsch -Tanas   18,6 km   780 m stijgen en dalen

De start van deze dag verloopt niet vlekkeloos. In onze instructie staat dat we om 9.00 door een taxi naar het beginpunt van de wandeling worden gebracht. Als we om ons lunchpakket vragen, krijgen we te horen dat we dit zelf moeten klaarmaken. De vorige dagen kregen we dit mee. Bovendien blijkt dat er geen taxi zal komen, maar dat we de bus, die eens per uur rijdt, moeten nemen. Voor de bus komt, kunnen we nog even de gotische parochiekerk  bekijken,


De inrichting is in barokstijl.




Al met al komen we vrij laat in Matsch aan. Vanaf hier slaan we een stuk Vinschger Hoehenweg over. We steken het dal van de Saldurbach over om aan de andere kant de route te vervolgen. Hier blikken we terug op Matsch.


We volgen enige tijd een kleine asfaltweg, maar dan volgt weer een klein paadje.


Steeds zijn er weer fraaie uitzichten.


De Hoehenweg heeft als symbool een voetafdruk.


De temperatuur is inmiddels aangenaam geworden en met zulke paadjes is het helemaal genieten.


Vroeger werden bijna alle hellingen voor landbouw gebruikt, zodat er nogal wat bouwvallen zichtbaar zijn.


Voor het eerst lopen we nu langs een Waal (bevloeiingskanaaltje) en wel de Geschneier Waal.
Helaas stroomt er nu geen water door, omdat het groeiseizoen nu voorbij is.


Langs een steile rotswand zijn houten bakken aangebracht.


Behalve voor het transport van water kunnen ze ook nog voor andere zaken gebruikt worden.


Het uitzicht op het dal is van weidegronden verandert in
appelgaarden.


Ondertussen doet de temperatuur zomers aan.


Veel vlinders laten zich nu zien, zoals het vrouwtje van de gele lucernevlinder.


We passeren met veel moeite een doorgang in een hek, waarbij we ons afvragen hoe mensen met een iets grotere omvang hier doorheen komen.


We blijven genieten van de omgeving.


Vlak voor onze bestemming moeten we nog moeite doen om niet al te nat aan te komen.


Het is al laat als we bij Gasthof Paflur in Tanas aankomen. Als we buiten een biertje willen drinken verdwijnt de zon al snel. Ons onderkomen kan zich niet meten met de verblijven van de vorige dagen. Vloeren kraken hevig, evenals het bed dat aardig doorzakt. 

vrijdag 5 oktober 2018   Tanas - Schlanders   17,5 km   500 m stijgen   1400 m dalen

Het eerste adres waar we niet om half acht, maar vanaf acht uur kunnen ontbijten. Op tafel staat een mandje met wat hompen brood en een bolletje. We moeten nog een kwartier wachten voor het beleg komt: vier flinterdunne plakjes kaas en wat boterhamworst. Er wordt nog meegedeeld dat dit ook voor de lunch is.

Het weer is prachtig; dus we willen graag naar buiten


en van het landschap genieten. 


De voetjes op de houten richtingaanwijzers geven de route aan.


We passeren een aantal eeuwenoude boerderijen. Sommige zijn gerestaureerd, andere zwaar vervallen,


maar wel bewoond en in gebruik.


Door het continue uitzicht blijft het hier heerlijk lopen.


Het lukt ons een parelmoervlinder te verschalken.



Diep beneden zien we het doel voor vandaag, Schlanders, liggen.


We komen in Talatsch met een aardig kapelletje.


Een mannetje tapuit komt in tegenlicht mooi op de foto.


Het gaat nu flink naar beneden en na enige tijd is de parochiekerk van Schlanders goed zichtbaar.


Door de warmte laten zich steeds meer hagedissen, zoals de ruïnehagedis, zien.


Als we Schlanders binnenlopen, komen we langs Slot Schlandersburg. Het is in 1200 gesticht en zijn huidige vorm stamt uit 1600.


Tegenwoordig is er o.a. de bibliotheek gevestigd.


Het heeft bijzondere schoorstenen.


Als we in ons hotel Goldene Rose aankomen wacht ons een verrassing. Onze bagage is niet aangekomen. Die blijkt nog in Gasthof Paflur te liggen. Na een uur arriveert de bagage alsnog en kunnen we gaan douchen. Het eten is uitstekend, de nachtrust minder, doordat er de hele nacht vuurwerk onder ons raam wordt afgestoken.


zaterdag 6 oktober 2018   Schlanders - St. Martin im Kofel   12 km   1100 m stijgen   70 m dalen

Het ontbijtbuffet heeft een duizelingwekkende omvang met een groot assortiment gebak. Wij houden het maar bij muesli met fruit en een broodje. Voor we op pad gaan bezoeken we nog even de parochiekerk. De gotische kerk is later in barokstijl ingericht.


In het altaar is de kroning van Maria prominent afgebeeld.



Bezienswaardig zijn verder het orgel,


de muur- en plafondschilderingen,


een gotisch doopvont met barok deksel


en borduurwerk van een baldakijn.


Als we de kerk van het kapucijnenklooster willen bezoeken is daar een dienst aan de gang.


We besluiten maar aan onze wandeling te beginnen. Spoedig zijn we buiten de plaats.


Hier nemen we niet de beschreven route, maar gaan de rotspartij op waar boven slot Schlandersberg ligt. Tijdens de afdaling gisteren zagen we het liggen.


Voordeel is dat onze route vrij uitzicht biedt terwijl de andere route door bos loopt. Het is vrij somber weer, terwijl het zo nu en dan regent. We winnen snel hoogte.



Schlanders zien we beneden ons liggen.


We komen bij slot Schlandersberg aan.


Het heeft een grote zonnewijzer op zijn gevel.


In de achtergevel is een groot modern raam aangebracht,


Na een klein stukje asfalt volgt weer een leuk stevig stijgend paadje.


In de regen houden we onze koffiepauze.


We komen nu eerder op de Hoehenweg dan via de beschreven route. Als die route zich weer bij de onze voegt zijn we snel bij de resten van hoeve Patsch, die al in 1325 genoemd werd. In de vorige eeuw was er een desastreuze brand. Nu zijn de resten enigszins gerestaureerd en er zijn vele open en overdekte picknickplekken. De regen is opgehouden en wij gaan hier lunchen.

   
De volgende ruïne is van de hoeve Zuckbichl reeds in 1277 genoemd.


Het is te merken dat het weekend is. Er passeren nu regelmatig groepjes mountainbikers.


We passeren nog een ruïne van de hoeve Laggar, al in 1290 genoemd.


Beneden ons zien we slot Annenberg liggen.


Aan de overkant van het zijdal is onze eindbestemming al zichtbaar; een groot boerenbedrijf.


Zover is het nog lang niet; het dal moet geheel omrond worden. Tijd voor een appeltjespauze, waarbij Marlene verorberd zal worden.


Daarna gaan we weer verder.


Tenslotte bereiken we onze bestemming. We hebben een heel aardig appartement dat goed verwarmd is.


Helaas is de temperatuur tijdens het avondeten ver beneden dat wat aangenaam is, ondanks dat de houtkachel even is aangedaan. De ruimte is daarvoor te groot en we zijn de enige gasten.


zondag 7 oktober 2018 St. Martin Im Kofel - Kasteel Juval - Tschars   16,5 km    375 m stijgen   1460 dalen

Het ontbijt is een overlevingszit; zelfs met twee fleeces aan verkillen we tot op het bot. Buiten kunnen we meteen flink omhoog, zodat het inwendige kacheltje goed gaat branden. Zo komen we bij het bergstation van de kabelbaan. Vele mountainbikers laten zich hier naar boven zeulen.


Iets verder staat het kerkje van St. Martin.


Ook hier is de inrichting weer in barokstijl.


In het altaar is Sint Maarten prominent afgebeeld.


Het orgel staat op een beschilderd balkon.


Er zijn vele muurschilderingen.



Vanuit de kerk kan je ook nog een in rotsen uitgehouwen kapel bezoeken, die ook aan Sint Maarten is gewijd.




We vervolgen onze route. Schapen staren ons nieuwsgierig aan.


Zo hier en daar ziet het er al aardig herfstig uit.


Op andere plekken kleurt het nog zomers.


 Ondertussen zijn we op een kruisweg beland, die in de beschrijving als Knie-Killer beschreven staat.


Ondertussen blijven de uitzichten op de Ortlergroep prachtig.


We passeren een bijzonder gesneden crucifix.


Een vlinder die we vandaag veel zien vliegen lijkt op de heidevlinder, maar is toch iets anders.


Ook ziet Lilian nog een vluchtende bidsprinkhaan,


Tijd voor de koffiepauze op de Liegewiese.


Via heerlijke paadjes dalen we verder af.



Tenslotte lopen we nog een stuk langs Waalwegen maar nu met stromend water.



Boven ons nadert slot Juval.


Het laatste stuk gaat via een stenen pad flink omhoog. We kopen kaartjes voor de rondleiding en zetten ons daarna aan de lunch. Het slot is het zomerverblijf van de familie Messner. Reinold Messner is een bekende ex-bergbeklimmer die veel kunst van over de hele wereld heeft verzameld. Wat in de privévertrekken staat mogen we niet fotograferen, maar het kasteel zelf is zeer bezienswaardig. Hier volgt een selectie van wat er allemaal te zien is.

Het gedeelte van het kasteel dat als zomerverblijf dient.


















De achterzijde van het woongedeelte vanaf de donjon.







De donjon kan beklommen worden, luchtig of minder luchtig.


Op elke verdieping hangen schilderijen, zoals im Schatten des K2 van J.G. Inca.


Nadat we enigszins overweldigd zijn met indrukken, wacht ons bij het verlaten van het kasteelterrein nog een verrassing.


Via de Stabner Waalweg lopen we richting Tschars.


We moeten Tschars helemaal doorlopen om bij ons appartement te komen. Ons welkom en instructies lopen geheel via de intercom zonder iemand te zien. Op het ruime appartement is weinig aan te merken. Enig minpuntje is dat het dicht bij een drukke autoweg ligt en dat is te horen. Die avond eten we in bij een pizzeria in het plaatsje Tschars. De Hoehenweg zit er op.

maandag 8 oktober 2018   Rabland - Meran   15 km   200 m stijgen  370 m dalen

Deze ochtend maken we kennis met de stem achter de intercom. We krijgen een uitstekend ontbijt en begeven ons naar het station. Een roodborstje zingt ons toe.


We komen langs een enorm koelhuis, dat is belegd met zonnepanelen, waar de appeloogst wordt opgeslagen.


Een lange rij tractoren met aanhangers vol appels staat te wachten om hun waar af te leveren.


We steken de zwaar gekanaliseerde Etsch over


en zijn dan snel op het station.



Snel nadat we in Rabland zijn uitgestapt komen we op het complex van Nonkel Taa. Het bestaat uit een museum, restaurant en een kapelletje. Alles staat in het teken van keizer Frans-Joseph en keizerin Elisabeth.

Op maandag is de boel echter dicht. Overal op het complex staan oude voorwerpen gemengd met volkskunst.




De tuin van het restaurant doet denken aan een tropisch oerwoud.


Op een rustig plekje aan de Etsch houden we koffiepauze.


Onze gasbrander en windscherm zijn een prima statief.


Kort hierna bereiken we de Algunder Waalweg, waar we onder de druiven doorlopen.


Hoe verder we over dit pad lopen hoe drukker het wordt. Het pad is op diverse stukken erg smal en het is moeilijk de tegemoetkomende stroom te passeren. Op een gegeven moment wordt het ons te veel en nemen we bij een splitsing een pad omhoog. Het gaat door bos en wijngaarden. De druiventrossen zijn hier keurig verpakt.


Wat hoger gekomen zijn we op een soort topje met enorme rotsblokken.


Via een klein paadje dalen we af door het bos en vinden een bankje met uitzicht voor de lunch. Later komen we via wijngaarden weer op de route. Beneden ons zien we de kerk van het dorp Algond liggen.

Hoe dichter we bij Meran komen, hoe breder de paden worden en we  passeren enkele bruggen.



Ook staan hier veel kastelen, zoals Schloss Thurnstein


en Schloss Tirol.


Naast het pad zien we een smaragdhagedis


en boven ons een vink.


We hebben nu een weids uitzicht over het Etschdal.


Als we bij de Pulverturm van Meran aankomen 


moet die beklommen worden. Eerst met een lange trap aan de buitenkant en dan door een poortje naar binnen


om vervolgens nog een stuk omhoog te gaan.


Boven kijken we mooi op de oude stad.


De kerktoren heeft twee wijzerplaten boven elkaar.



We dalen af naar de Passeier Tor. een stadspoort die al in 1349 genoemd werd.


Langs de rivier de Passer gaan we aangenaam op weg naar ons hotel. Wij volgen de Sommerweg met veel schaduw; de andere oever is de Winterweg.


We houden zicht op de stad.


In het lommerrijke park staat ook een standbeeld van keizerin Elisabeth (Sissi), die hier dikwijls verbleef.


Na een tijdje gaan we naar de andere oever. Daar werpen we nog een blik in de neogotische Evangelische Kirche.




Op ons hotel Windsor is wederom weinig aan te merken. Voor het avondeten moeten we wel de stad in.

dinsdag 9 oktober 2018  Meran en Innsbruck

Na een heerlijk ontbijt verlaten we ons hotel, wel nog met achterlating van onze bagage.


We gaan eerst naar de Sint Nicolaaskerk. Het heeft een bijzondere façade.


De heilige Nicolaas bevindt zich ook aan de buitenzijde van de kerk.


Er zijn nog veel muurschilderingen aan de buitenzijde, zoals die van een Christophorus.


Binnen is de kerk licht.


Het heeft een natuurstenen preekstoel


en een mooi roosvenster.


Verder valt een aardige madonna met kind op.


Naast de kerk staat de Barbarakapel, die vroeger op het kerkhof stond. Het heeft een in de rotsen gehouwen krekelhuis en een kunstig gewelf.


Aan de buitenzijde bevindt zich wederom een afbeelding van Christophorus.


We lopen door de Bozner Tor,


waar nog iemand op wacht staat.


De andere zijde van de stadspoort 


draagt een wapensteen.


Op de andere oever ligt de Spitalkirche.


Het heeft een klein roosvenster.


We lopen vervolgens de Sissi-Weg, eerst langs de Kurpromenade die overdekt is.



De Steinerne Steg is de oudste brug van Meran, hier gaan we de Passer over.


Op de andere oever ligt de St Georgenkirche. Deze gotische kerk werd later in barokstijl ingericht en begin 20e eeuw nog uitgebreid.


Het heeft veel muur- en plafondschilderingen.



We passeren hierna Hotel Bavaria.


De toegang wordt bewaakt door twee immense leeuwen,


De hellingen van Obermals zijn zonovergoten, de grond is vruchtbaar en er is water.  Vanaf de 13e eeuw vestigden hier zich veel adellijke families. We komen bij Schloss Rottenstein. De broer van keizer Frans Jozef kocht het later. Sissi logeerde hier ook.




Iets ver ligt Ansitz Reichenbach. In de tweede helft van de 19e eeuw woonde hier de arts Franz Tappeiner, die Meran als Kurort op de kaart zette.



Schloss Rubein dateert zelfs uit de 12e eeuw. Het is een enorm complex en heeft een groot park en je kan er in alle weelde overnachten. De hofhouding van Sissi is hier ingekwartierd geweest.





Vervolgens belanden we bij Schloss Pienzenau. Bij een bezoek van Sissi aan Meran werden in de stallen van het slot haar 27 paarden ondergebracht. Men kan er tegenwoordig tegen een normale prijs overnachten.



Het laatste kasteel is Schloss Trauttmansdorff. In 1870 verbleef Sissi hier langere tijd. Hier is nu een museum en een enorme botanische tuin van 12 ha met grote hoogteverschillen. Helaas laat ons tijdschema geen bezoek meer toe.



Via andere wegen en parken dalen we weer af naar de stad en zien we onderweg nog een muurhagedis.


We lopen nog langs het Stadttheater


en door de Vinschgauer Tor.


Aan de andere zijde bevindt zich nog een wapensteen.



Wij halen onze bagage op in het hotel en lopen naar het station, waar we de trein naar Bozen nemen en daar overstappen op de trein naar Innsbruck. Voor we daar met de nachttrein vertrekken hebben we nog wat tijd om Lilian wat van de stad te laten zien. We lopen over de Maria-Theresienstrasse


met de Spitalkirche.



Natuurlijk hoort der Neue Hof mit dem Goldenen Dachl ook bekeken te worden.


Keizer Maximiliaan I liet de erker bouwen ter gelegenheid van zijn derde huwelijk in 1494.


Hierna lopen we nog even naar de Hofburg, het in 1460 gebouwde paleis van de Habsburgers.


Wij installeren ons buiten op een terrasje pal bij het Goldenen Dachl voor de avondmaaltijd.  Hier zien we drommen toeristen voorbijkomen. We hebben ook zicht op het 15e eeuwse Hoelblinghaus dat in de 18e eeuw zijn barokke gevel kreeg.


Vlak naast ons staat de Stadtturm uit 1450, die later een nieuwe bekroning kreeg.


De zon verdwijnt achter de bergen en het Goldene Dachl wordt verlicht.




We zijn heel tevreden met dit plekje; goed eten en veel om je heen te zien. Daarna gaan we toch echt naar de nachttrein, waarin we meteen kunnen instappen. Het is wel even wennen na al die luxe overnachtingen, maar we krijgen wel een ontbijtje de volgende morgen! De vakantie zit er weer op en was heel geslaagd.