dinsdag 29 november 2016

16-11-27-DNOv Rondwandeling vanuit Rijssen

zondag 27 november 2016   16,5 km

Omdat we dit weekend de benen nog niet hebben gestrekt, zoeken we op de wandelzoekpagina een geschikt tochtje. Het wordt Rijssen. Als we vanuit Deventer in het boemeltje naar Rijssen zitten, regent het en we zien grote plassen en op het aankomststation is het ook nog niet droog. We lopen richting centrum, waar het geheel uitgestorven is. De oude kerk heeft een classicistische voorgevel die er bij een uitbreiding aan toegevoegd is en de driebeukige hallenkerk er achter verbergt.


Vanuit de kerk klinkt een krachtig geluid van psalmen op hele noten.
Als we buiten de plaats zijn lopen we langs de gracht van het landgoed Oosterhof. Deze havezate wordt al in de 14e eeuw genoemd en is in de 18e eeuw tot landhuis verbouwd. Via een ophaalbrug  komen we in de aardige tuin.


Het huis ziet er fraai uit een heeft twee bouwhuizen.


Tegenwoordig herbergen de gebouwen o.a. twee musea. Weer wat verder komen we bij de olie- en pelmolen Ter Horst uit 1752.


De molen heeft een eigen haven aan de Regge, zodat producten per Enterse zomp aan- en afgevoerd konden worden. Wij volgen de Regge stroomopwaarts.


Aan de overzijde zien we een beekje de Regge instromen.


Steeds lopen we stukken van het Overijssels Havezatepad, het Marskramerpad en het Reggepad.


Er zijn grootse plannen de Regge een natuurlijker aanzien te geven, maar dat is een zaak van lange adem met zoveel grondeigenaren. We gaan verder langs de Elsgraven waar wel een nieuwe vistrap om een stuw heen gebouwd is.


We volgen een tijdje een houtsingel en steken de Elsgraven over. Niet lang erna komen we op een paadje dat spoedig vrijwel geheel dichtgegroeid is. Manmoedig worstelen we ons verder. Twee maal moeten we onder en over prikkeldraad. Na een modderpoel hebben we weer de ruimte.


Na nog een prikkeldraadbarrière komen op een wandelroute langs de Regge.  Hier ligt ook een oude loop van de Regge die in de toekomst weer aangesloten moet worden. Wat verder lopen we over een fietspad langs de Eksosche Aa. Hier is een grote waterbuffer aangelegd om te zorgen dat het gebied niet verdroogd door waterwinning. Het natuurgebied dat ontstaan is, wordt vernoemd naar  het adellijke huis Dackhorst. Wij gaan van het fietspad af om er een stukje doorheen te lopen.




Na met een brug de waterpartij overgestoken te zijn, lopen we een stuk door landerijen. Een boer heeft een uitzichtpunt gebouwd om zijn aquitainekoeien te bewonderen.


Wat later komen we op het landgoed Grimberg. De havezate werd al in de 13e eeuw genoemd. We passeren een 17e eeuwse schutstal. Hier werd loslopend vee in ondergebracht. De eigenaar kon het tegen betaling weer terugkrijgen.


Van de havezate rest alleen nog de toegangspoort en de dubbele slotgracht.


In 1820 werd het pand voor sloop verkocht. De rest van de wandeling kon ons weinig bekoren. Gedeeltelijk (vooral de eerste helft) een aardige wandeling. Helaas rijdt de trein op zondag maar 1 x per uur, dus moeten we even geduld hebben voor we kunnen vertrekken.

dinsdag 15 november 2016

16-11-12-C Prinses Marianne van Oranje en Museum Swaensteyn te Voorburg

zaterdag 12 november 2016

Lilian vertrekt morgen voor ruim een week naar Roemenië om daar te werken. Vandaag gaan we er samen nog op uit. De aanleiding is tweeledig. Tijdens een sneeuwschoentocht in Polen in 2013 werd onze interesse gewekt voor prinses Marianne van Oranje. Daar schreef ik toen al over in mijn blog:

http://leendertreudlertalsma.blogspot.nl/2015/02/13-01-25-mpl-sneeuwschoenwandelen-op-de.html

In museum Swaensteyn is een zaaltje aan haar gewijd. In de nrc lazen we dat er daar nu ook een aardige expositie was van aquarellen van Herman Bogman. Om de dag vol te maken lopen vooraf de wandeling Oud en nieuw Voorburg. Hoewel het stervenskoud is, is de wandeling wel interessant. We lopen eerst door parkachtig aangelegde buurten uit de vorige eeuw met veel waterpartijen en daarna langs oudere villa's en buitenplaatsen langs de Vliet. Hier ligt ook het monumentale restaurant Central Park by Ron Blauw. Een groene as loopt van hier tot aan Huis ten Bosch. Het is voor het eerst in mijn leven dat ik hier loop. Bij de oude kerk komen we voor het eerst in aanraking  met Marianne. Een wat met vogelpoep besmeurd standbeeld van haar staat voor de kerk.


Omdat er die middag een orgelconcert in de kerk wordt gehouden, kunnen we vluchtig een paar blikken binnen werpen.




Marianne had in Voorburg van 1848 tot 1883 een buiten Rusthof, waar zij vaak verbleef. Ze had in de kerk haar eigen bank.


Ze schonk de kerk een orgel,


een pastorie en bekostigde het gemeentehuis.
Wij gaan verder naar museum Swaensteyn. Dat is niet gevestigd in het prachtige eeuwenoude pand wat er schuin tegenover staat met dezelfde naam.


Voor we verder gaan, lunchen we vlakbij in een winkel met Italiaanse producten annex eenvoudig restaurant. Het ziet er leuk uit, het eten en drinken is goed, maar erg warm is het er niet.
Het museum is gevestigd in een voormalig notarishuis. We gaan eerst naar boven om de expositie over Marianne te bekijken. Er zijn gebruiksvoorwerpen, brieven, door haar verzamelde kunst en een aantal portretten.
Marianne werd in 1810 in Berlijn geboren. Ze was dochter van de latere koning Willem I en veel jongere zuster van de latere koning Willem II. De Oranjes waren in 1795 voor de Fransen gevlucht naar Berlijn. In 1806 bereikte Napoleon ook Berlijn. Haar moeder ging op de vlucht met 3 kinderen. Haar zusje Pauline stierf in de winterkou, vader werd gevangen genomen, maar kwam het jaar daarop vrij. In december 1813 kon Marianne met haar moeder naar Den Haag vertrekken.


In 1828 verloofde ze zich met een Zweedse prins. maar moest die onder politieke druk verbreken omdat men een huwelijk met Frederik Hendrik Albert van Pruissen,



de broer  van de later Duitse keizer beter vond. Dit huwelijk was slecht. De prins was gewelddadig en overspelig. Wel werden er 5 kinderen geboren, waarvan er 3 in leven bleven. Van haar moeder erfde ze 1837 enorme bezittingen in Neder-Silezië. Ze deed veel voor de ontwikkeling van die streek en was zeer sociaal. In Kamenz (nu in Polen) begon ze de bouw van een enorm paleis met meer dan 100 kamers en een schitterende tuinaanleg. 


In 1845 was de breuk met haar echtgenoot definitief en mocht ze niet langer dan 24 uur in Pruissen zijn. Zo kon ze haar kinderen ook niet meer zien. Om toch nog in Kamenz te kunnen komen, kocht ze een paleis net over de grens met Oostenrijk (nu Tsjechië).Kamenz schonk ze later aan haar zoon Albrecht. In 1940 namen de Duitsers het in bezit als opslag van roofkunst. Toen de Russen er  kwamen werd de kunst met wagonladingen naar Rusland afgevoerd en om deze misdaad te maskeren werd het paleis in brand gestoken. Na de oorlog is het paleis, dat nu in Polen ligt, een beetje gerestaureerd.
In Voorburg kocht ze diverse buitens, waarvan Rusthof haar Nederlandse residentie werd. Ondertussen begon ze een relatie met haar ook getrouwde koetsier Johannes van Rossum, tot afgrijzen van de koninklijke families. Ze raakte in verwachting en ging in 1949 met een dominee op reis naar het heilige land. Op Sicilië beviel ze, maar zette de reis voort met achterlating van haar zoontje. Op de terugweg kocht ze een slaafje in Alexandrië, dat ze een voorbeeldige opvoeding gaf en zelfs liet studeren.
Ze kocht Villa Cellimonte in Rome, waar ze met van Rossum en haar zoontje verbleef.




Ook kocht ze Villa Charlotte aan het Comomeer voor haar gelijknamige dochter.
In 1855 werd Villa Cellimonte verkocht en Schloss Reinhardshausen te Erbach aan de Rijn gekocht, wat van toen af een belangrijke woonplaats werd. In 1861 stierf hun zoon Johannes Rheinhardshausen aan roodvonk.


Hij kreeg een praalgraf in de kerk van Erbach. In 1873 stierf  Johannes van Rossem en tien jaar later zijzelf.  Omdat ze bij Johannes  wilde begraven worden, was zij de eerste Oranje die niet in de grafkelder van Delft werd bijgezet. Johan Friso is de tweede Oranje waarbij dat is gebeurd.
Ze wilde ook bij haar zoon in de kerk begraven worden, maar de Pfarrer verbood dat vanwege haar levenswandel.  Ze ligt nu op de begraafplaats van Erbach.


Marianne was een godsdienstig en sociaal bewogen mens. Ze bleek een uitstekende zakenvrouw, maar als kunstverzamelaar had ze minder succes, ze kocht veel vervalsingen.
Keizer Wilhelm I heeft later nog een verzoeningspoging ondernomen, maar die werd door Marianne afgewezen.

Nu verder met de museumcollectie. Er hangen nog twee enorme portretten van het huis van Oranje, geschilderd door Gerard Honthorst ongeveer 1637, waarvan hier details.
Ze zijn van Frederik Hendrik


en zijn echtgenote Amalia van Solms. De ketting en oorbellen verraden grote rijkdom. Ze waren in die tijd zeer kostbaar.


Hierna volgt een aantal schilderijen en aquarellen die ik niet onaardig vind. Van Anton Mauve:  Kar op zandweg


en Jongen in de duinen


Van Louis Apol: Winterlandschap met korenmolen van Baas


Van Frida Holleman: Twee meisjes aan een tafel


Van de speciale tentoonstelling van Herman Bognan: Schaal met krabben


Bloesemtakken in groene vaas


Achterhuizen aan stadsgracht


Een laatste voorbeeld betreft de Romeinse geschiedenis van Voorburg. Bij een opgraving trof men een waterput aan die onderaan verstevigd was met een karrenwiel.



Voor we het station binnengaan werpen we nog een blik op het buiten Hofwijck van Christiaan Huygens. Het is ook te bezichtigen.


De terugreis verloopt niet geheel comfortabel.



donderdag 10 november 2016

16-10-27-DNG Gangen door de Rijnstrangen

donderdag 27 oktober 2016

Vandaag hebben de "oudjes" een wandeling in het Rijnstrangengebied. Daartoe spoor ik naar Zevenaar en lopen we met 7 man/vrouw naar het eeuwenoude kerkje van Oud Zevenaar, waar de route begonnen kan worden. Hier staat een informatiebord over de route.


In het gebied liggen oude Rijnarmen, waartussen graslanden, water en riet. Er is nauwelijks bebouwing of een weg. Ook wordt er nog volop aan natuurontwikkeling gedaan. Verwacht geen mooie wandelpaden. We passeren een oude sluis.


Vele malen moeten we ons over prikkeldraad werken. Er waren wel overstapjes, maar de meeste zijn gesneuveld.Voor de eerste maal steken we over met een pontje.


In de verte zien we de kerk van Oud Zevenaar in de nevels liggen.




Soms lopen we door een aantrekkelijke wildernis.



De route komt ook langs een voormalig stoomgemaal uit 1883. In de 20er jaren werd de stoommachine vervangen door een elektromotor en werden de pompen vernieuwd, die nu 145 kub.meter water per minuut konden verplaatsen.


In 1970 stopte het gemaal. Zijn functie werd overgenomen door het nieuwe gemaal Kandia wat verder op, dat 1000 kub.meter per minuut kan verplaatsen.


Van het oude gemaal werd de schoorsteen afgebroken. Nu is het gebouw gerestaureerd en de pijp is er als kunstwerk weer aan toegevoegd.


Binnen zijn de enorme centrifugaalpompen nog te bewonderen.




Het aangrenzende woonhuis is tegenwoordig een huiselijk restaurant,


Na een aangename pauze gaan we verder. Voor de tweede maal stuiten we opeen pontje dat we eerst naar ons toe moeten halen,


voor we aan boord kunnen gaan.


Ondanks het wat sombere weer kunnen we toch wel genieten van het landschap.


Op de terugweg naar het station komen we langs de voormalige steenfabriek Panoven. De fabriek werd rond 1850 gesticht en maakte toen dakpannen en bakstenen. In 1926 kwam er een nieuwe zig-zagoven en werden er uitsluitend bakstenen geproduceerd, In 1983 stopte de productie.


Tegenwoordig is het pand een museum en rijksmonument. Het is de nog enige werkende zig-zagoven van West Europa. Ook zijn er vele mogelijkheden voor verblijfsrecreatie.
We zijn snel op het station. Een heel aardige wandeling.