dinsdag 20 januari 2015

15-01-17-DNF Aekingerzand

zaterdag 17 januari 2015   15 km

Vandaag is er zonnig, maar koud winterweer voorspeld. Omdat we al sinds nieuwjaarsdag niet meer in de benen zijn geweest, een prima gelegenheid om weer een van onze Capitoolwandelingen af te vinken. Gelukkig kijk ik 's morgens nog even naar de treinenloop en zie dat er geen treinen naar Amersfoort rijden (wegens een defecte trein). Vlug omschakelen. Als we wat eerder via Arnhem gaan, kunnen we ons schema nog aanhouden. Lilian gooit haar ontbijt in een bakje en daarna spoeden we ons naar het station. Zo zijn we toch nog om 10.42 in Appelscha.
Nadat we het dorp uit zijn, gaan we het bos in. Voorlopig zullen we nog niet veel in de zon lopen. Een ven ligt er nog heel winters bij.


Plasjes zijn bevroren, maar de dorre pijpenstrootjes koesteren zich alweer in de zon.


De lage zon maakt het wandelen in het bos sfeervol.


We zien een tak liggen met ijsveren. Ze ontstaan doordat bij vorst het water uitzet en via de minuscule openingen het hout verlaat en dan bevriest. Bij strenge vorst ontstaan de mooiste exemplaren, dus vandaag niet.


Voor we het bos verlaten passeren we nog een groot ven:  de Meeuwenpoel.


Nu betreden we het eigenlijke Aekingerzand, een vlakte, gedeeltelijk met stuifzand, van 1,5 bij 2 km. Er staat een uitkijktoren.


Daar hebben we een weids uitzicht.


Iets verder zien we de Grenspoel al liggen, dat ons volgende doel is.


Het water van dit ven is haast mediterraan blauw. Stukken pad staan hier geheel onder water.


Hierna lopen we nog door een stuk stuifzand, waar je je in de Sahara waant.


Het laatste stuk gaat weer door het bos. Omdat we te vroeg voor de bus zijn, lopen we nog een paar haltes verder om ons warm te houden. De terugreis verloopt probleemloos.  Het was een heerlijke wandeling.

vrijdag 2 januari 2015

14-12-29-MD Winterse wandelingen over de Rheinburgenweg en Rheinhoehenweg tussen Koblenz en Bacharach

maandag 29 december 2014   Rheinburgenweg 

Koblenz -Rhens   19 km   500 m stijgen en dalen

Het is een al een vele jaren oude traditie om na de kerst er op uit te gaan om de Edense oudejaarsavond met al zijn stank en geknal te ontlopen. Dit jaar hebben we er voor gekozen om vanuit Oberwesel te gaan wandelen. De ICE waar we vanaf Arnhem Duitsland in reizen heeft helaas technische problemen, waardoor we onze aansluiting in Duisburg missen. Later dan gepland komen we in Koblenz aan. Hier beginnen we meteen te lopen. Onderweg besluiten we van de geplande Rheinhoehenweg over te schakelen op de Rheinburgenweg om zo wat tijd te besparen. Vanuit het station lopen we rechtstreeks naar de Rijn. Vandaar is het meteen rustig en aangenaam lopen langs de Rijnpromenade.


Na niet te lange tijd passeren we de spoorlijn en begint een klim naar boven door rijkelijk met sneeuw bedekte bossen.



Spoedig zien we de Rijn beneden ons.


De sneeuw waar we doorlopen is nog grotendeels onberoerd door mensen, maar sporen van dieren zijn er wel veel.


Na enige tijd hebben we plotseling even zicht op Burg Stolzenfels. Deze van oorsprong 13e eeuwse tolburcht werd in 1689 door de Fransen verwoest. De Pruisische kroonprins Frederik Willem IV liet de burcht weer in neogotische stijl herrijzen in de eerste helft van de 19e eeuw.


Hierna dalen we een flink stuk af om daarna weer nog hoger te stijgen naar de plek waar vroeger een Romeinse tempel gewijd aan Mercurius heeft gestaan. De fundamenten zijn duidelijk zichtbaar gemaakt.



Een tekening laat zien hoe het er ongeveer een eeuw voor Christus uit gezien moet hebben.


Nu volgt een lange afdaling naar het middeleeuwse stadje Rhens. De eigenaar van onze tijdelijke woning belt nog om te vragen hoe laat hij ons van het station moet ophalen. Wij prefereren echter de 500 m te lopen. Het is al bijna donker als we een stadspoort (de Viehtor uit 1400) naderen.


Als we naar het station snellen, schiet ik nog een plaatje in het plaatsje.


De MittelRheinBahn brengt ons naar Oberwesel. Daar nemen we een glibberig voetpaadje over een rotspartij. Aan het eind hiervan staat op het hoogste punt de burcht.


Het is nog een klein stukje naar ons onderkomen. De eigenaar, een oudere, alleenstaande heer, toont ons de vertrekken. Over gebrek aan ruimte hebben we niet te klagen. Lilian gaat meteen boodschappen doen, terwijl ik de meegebrachte spruitjes van de Nieuwe Ronde schoonmaak. De maaltijd gaat er goed in. We slapen heerlijk op deze rustige plek.

dinsdag 30 december 2014   Rheinburgenweg

Bacharach - Oberwesel   16 km   480 m stijgen en dalen

Na een worsteling met de kaartjesautomaat nemen we de trein naar Bacharach. Daar gaan we meteen steil omhoog naar Burg Stahleck. Het paadje en de trappen zijn spekglad door ijs. Met de nodige voorzichtigheid worstelen we ons langs de stadsmuur naar boven. De burcht is in de omwalling opgenomen.



Voor de burcht  moeten we nog een stuk omhoog en door een aantal poorten om op de Burghof te komen.


In het gebouw blijkt een jeugdherberg te zijn gevestigd. Geen gekke plek. Er zijn nog weergangen en diverse torens. In een ervan staat een ping-pongtafel. Zoals deze tolburcht uit de 11e eeuw betaamt, heeft het een prima uitzicht over de Rijn.


Ook deze burcht werd in 1689 door de Fransen verwoest. Later is hij weer gedeeltelijk opgebouwd. We glibberen weer naar beneden.


Via een ander pad dalen we verder af langs de stadsmuur. Door de bomen kunnen we nog drie torens in de muur onderscheiden.


Even later hebben we zicht op de resten van de Wernerkapelle.


Tijdens het opblazen van de burcht in 1689 werd hij sterk beschadigd en moest hij uit veiligheidsgronden gesloopt worden. Het verhaal over de oorsprong van deze kapel is minder fraai.
In 1287 werd het lijk van de 16 jarige Werner aan de oever van de Rijn gevonden. Omdat hij bij een joodse familie werkte, werd dat een aanleiding voor een twee jaar durende pogrom langs de Rijn en de Moezel. Alleen al in Oberwesel en Boppard kwamen 40 joden om, nog afgezien van de vernieling van eigendommen en gewonden. Ter nagedachtenis van de omgekomen jongen werd deze kapel gesticht. Werner werd ook nog heilig verklaard, maar in 1963 ging daar een streep door. Ook in Oberwesel bevindt zich een Wernerkapelle. Aan de resten van de kapel hangen nog wel een aantal fraaie spuwers,



Een stuk stadsmuur ziet er uit als een besneeuwde bergketen.


We gaan de stad verlaten. Voor ons zien we een weergang op de stadsmuur.


Buiten de stadsmuur begint het moeizame klimmen weer. Steeds grote stappen omhoog die ook nog verijsd zijn. Als we weer wat op hoogte zijn, blijkt dat we in twee en een half uur 4 km hebben afgelegd!  Wel hebben we hier een mooie terugblik op de stad.


Met de zoom halen we de burcht nog een keer dichterbij.


Weer een stuk hoger kunnen voor het laatst naar Bacharach kijken.



Dan volgt een hoogvlakte met landbouwgronden en wijngaarden. De wind heeft hier vrij spel, zodat de gevoelstemperatuur ver onder nul ligt.


Als we weer langs de Rijn lopen zien we beneden ons midden in de rivier Burg Pfalzgrabenstein. Het is gemakkelijk voor te stellen dat je hier de tol moeilijk kon ontlopen. Overigens is de gemiddelde afstand tussen de tolburchten aan de Rijn 1,5 km.


De burcht is in 1327 gebouwd door Ludwig van Beieren. Er werd tot 1866 tol geheven en is een van de weinige burchten die nooit is vernield. Vlak hierbij boven de plaats Kaub ligt Burg Gutenfels.


Het is omstreeks 1200 gebouwd en na 1800 door Napoleon opgeblazen en daarna weer herbouwd. De naam Gutenfels kreeg het omstreeks 1500 nadat het een belegering goed had weten te doorstaan. Het is tegenwoordig een hotel, waar gasten of laaiend enthousiast over zijn of alleen maar horror beleven.


Tussen Koblenz en Mainz, een afstand van zo'n 100 km, bevindt zich geen enkele brug over de Rijn. Gelukkig zijn er wel veerboten, zoals hier bij Kaub.


Als we weer een sneeuwvlakte oversteken zien we veel pootafdrukken van ganzen in de sneeuw.


We zijn dan ook niet verrast ze even later ook te zien.



Waar wat water uit de helling sijpelt, hebben zich grote ijskristallen gevormd.


Voor we bij Oberwesel komen, maken we nog een flinke slinger het binnenland in.


Daarna komt de Schoenburg in zicht.


De burcht uit de eerste helft van de 12e eeuw heeft aan zijn meest kwetsbare zijde een enorme schildmuur.



Ook hier is het uitzicht over Oberwesel en de Rijn fraai.


Ook deze burcht werd in 1689 door de Fransen verwoest. Rond 1900 heeft een zeer vermogende Amerikaan van Duitse afkomst de burcht weer gedeeltelijk opgebouwd. Het rode gedeelte op de eerste foto met de aansluitende toren herbergt nu een luxe hotel. De entree is apart.


Naast het hotel staat nog een gotische kapel.


In het oudste deel van de burcht is nog een ander hotel (Kolping) gevestigd.


In weer een ander gedeelte is een museum gevestigd. Wij dalen met uiterste voorzichtigheid af via de Felsenweg. Hier hebben we een mooi zicht op de Liebfrauenkirche, die begin 14e eeuw is gebouwd.


Aan het eind van het pad lopen we langs een oude afrastering met poortjes die toegang geven tot de tuinen van dieper gelegen huizen. Zo te zien zijn die poortjes jaren geleden voor het laatst gebruikt.



woensdag 31 december 2014    Rheinhoehenweg

Oberwesel tot even voorbij Erbach en dan naar Bacharach   22 km   530 m stijgen en dalen

Voor de afwisseling gaan we vandaag een eindje van de Rijn af wandelen. Onze woning ligt aan de Rheinhoehenweg die we vandaag een stuk richting Bingen gaan lopen. Al snel zijn we weer bij de Liebfrauenkirche.  Deze zeer bezienswaardige kerk is helaas alleen tussen twee en vier open en dat laat zich moeilijk combineren met onze wandelingen. We doen het maar met een madonna op een deur.


Als de route omhoog gaat naar de Schoenburg blijven we de autoweg volgen. Die route hebben we gisteren al gelopen. Het nadeel van de rheinhoehenweg is dat dit al een heel oude wandelroute is. Ze hebben de filosofie dat de route vastligt. Dat betekent dat een landweggetje van vroeger verandert kan zijn in een meer of minder belangrijke autoweg. Ook nu volgen we 3 kilometer lang, 300 m stijgend, een autoweg. Voordeel is wel dat het lekker opschiet, maar slecht voor Lilians humeur. Dan mogen we het veld in.


Hoe hoger we komen, hoe meer sneeuw er ligt. Als we op 500 m zitten zo'n 40 cm. Op deze hoogte blijven we het grootste deel van de dag. We kunnen genieten van echt winterse landschappen.



Na het dorp Perscheid moeten we weer een stukje autoweg volgen, maar daarna volgt een een smal paadje tussen de begroeiing waar we het spoor zelfs bijster raken.


Een probleem bij winterse omstandigheden zijn de koffie- en lunchpauzes. Ongemerkt kan je dan flink afkoelen. Gelukkig zijn er in Duitsland flink wat schuilhutjes, maar vandaag is het tijdens de lunch een beetje afzien. Op een stapel boomstammen in de sneeuw wordt de boterham genuttigd.


Het grauwe weer leent zich uitstekend voor zwart-witfoto's.


Het laatste stuk van de wandeling op hoogte volgen we een oude Romeinse weg met veel uitzicht. Daarna nemen we een klein paadje voor de afdaling. Langs de helling staat veel bloeiend stinkend nieskruid.


Uiteindelijk komen we achter Burg Stahleck uit. Het laatste stukje naar de burcht is zo verijsd dat we nu onze spikes onder de schoenen doen.



Vanaf de de burcht lopen we een klein stukje gelijk met de wandeling van gisteren, maar dalen nu af langs de Wernerkapelle, waarvan we de resten nu iets beter op de foto krijgen.



Als we Bacharach in gaan morrelen we voor alle zekerheid nog even aan de kerkdeur van de St. Peter, hoewel we weten dat die in de winter voor bezoek gesloten is. Tot onze verbazing is hij open. De Pfarrer is met een groepje gemeenteleden de dienst aan het voorbereiden. Binnen niet al te lange tijd is er een oudejaarsdienst. Wij nemen deze kans dankbaar in ontvangst om deze 12e eeuwe romaanse basiliek even van binnen te bekijken. Door de vele lampen die aan zijn, is fotograferen niet altijd even makkelijk. Bovendien zijn we gekleed op winterkoude, terwijl het hier binnen flink warm is gestookt. Erg op vallend zijn de vele consoles met soms wel erg ondeugende voorstellingen.




Ook zijn er nog oude muurschilderingen


en rijk gebeeldhouwde grafstenen.


Het orgel is uit 1826.


Terwijl het kerkvolk begint binnen te stromen, verlaten wij de kerk weer. Door dit bezoek hebben we net de trein gemist en moeten we nog een uur zoet brengen in dit kleine middeleeuwse stadje. Er zijn zeker mooie plekjes.


Er zeer oude huizen, zoals onderstaande uit 1420.


En leuke uithangborden.


Verder vele torens in de stadsmuur.




We maken nog een ronde aan de buitenkant van de stad, maar het begint al flink donker te worden.



Als we weer terug zijn, bereidt Lilian weer een kleurrijke en smaakvolle oudejaarsmaaltijd.


's Avonds kijken we nog naar een aardige documentaire over de karakterverschillen tussen honden en katten. Daarna gaan we op de gewone tijd naar bed.

donderdag 1 januari 2015   Rheinburgenweg  

Oberwesel - St. Goar   14,5 km  520 m stijgen n dalen

Nadat we van onze gastheer afscheid hebben genomen, vervolgen we de Rheinburgenweg richting St. Goar. Het weer ziet er veelbelovend uit. De zon doet pogingen de burcht geheel in het licht te zetten.


Al snel bereiken we de stadsmuur. Oberwesel is een vrij grote plaats en nog vrijwel geheel ommuurd. De stad is in de middeleeuwen 3 x uitgebreid. De lengte van de buitenstadsmuur is ruim 2,5 km. De dikte bedraagt 2,4 m en de hoogste muur is 16 m. De stad had 12 stadspoorten. Dit alles werd gedaan om tussen de 800 en 1000 mensen te beschermen. We lopen nu buiten de stadsmuur aan de bergzijde. Als eerste passeren we de Pulverturm uit 1241. Het is de enige halfronde toren in de stadsmuur.


Ondertussen begint de zon goed door te komen. De volgende toren is Kuhhirtenturm met ophaalbrug. De koeherders hadden ook de taak 's nachts boven in deze toren te waken en een klok te luiden indien ze ergens in de stad een brand ontdekten.


Eens had de stadsmuur 22 torens. Er zijn er nu nog 16 over. Wij lopen nu langs de beide Michelfeldtorens. Op de achtergrond is de St. Martinskirche zichtbaar, waarvan de toren als vestingtoren in de stadsmuur was opgenomen en nu in de steigers staat.


De 14e eeuwse kerk blijft voor ons gesloten. Aan de buitenzijde staan grafzerken opgesteld, zoals onderstaande uit 1655.


Langs de kerk dalen we af om het stadje door te steken. Onder aan de kerk staat de voormalige kosterswoning.


Aan de Rijnzijde van het stadje beklimmen we de stadsmuur, waar we een stuk overheen lopen. De weergang gaat dwars door de steunberen van de 13e eeuwse Wernerkapelle. De kapel deed dienst bij het ernaast gelegen hospitaal en werd in het beruchte jaar1689 verwoest. Alleen het koor werd herbouwd.


Verder zijn er in de stad nog overblijfselen van her Minoritenklooster uit 1240. Het werd op last van Napoleon in 1802 gesloten. In 1836 was er een grote brand, waarna de resten steeds verder in verval raakten. Nog maar kort geleden heeft men besloten hier een woonwijkje van te maken en de overblijfselen duidelijk zichtbaar te laten, zoals die van de tweebeukige kerk.


De sacristie is nog redelijk intact.


Aan de voormalige kruisgang liggen nu woningen.


We verlaten de stad. De laatste stadstoren aan de Rijnzijde is de fraaie Ochsenturm.


We gaan nu flink omhoog. In de rotswand vinden we een prima plek voor onze koffiepauze.


Na deze rust stuiten we op een waarschuwingsbord met zelfs Nederlandse tekst. Met onze ervaring hoeven we hier gelukkig niet bang van te worden.


Er volgt nu een heerlijk parcours via smalle paadjes, langs ladders, haken en kabels, steeds met uitzicht op de Rijn en in de volle zon.








Aan al dit moois komt ook een einde en we gaan weer verder langs een normaal pad. Een stuk boomstam is mooi versierd met paddenstoelen en sneeuw.


Op een bankje met uitzicht op de Loreley verorberen we onze lunch.


De vruchten van de wilde clematis pronken in dit zonnetje,


Ook wij genieten van de zon.


Aan de overzijde van de Rijn zien we de 14e eeuwse Burg Katz. In 1806 werd deze door Napoleon opgeblazen en daarna gedeeltelijk herbouwd. In 1987 kocht een Japanner de burcht voor 4,3 miljoen DM.


We naderen St. Goar. Beneden zien we de kerk liggen, waar vanaf 1100 4 eeuwen aan is gebouwd. De oudste delen zijn romaans, de jongste gotisch. Tegenwoordig is het een evangelische Kirche.


St Goar ligt niet gunstig wat winterzon betreft. Het ligt grotendeels in de schaduw. Op de foto hieronder is nog een stuk stadsmuur te zien en de neogotische katholieke kerk, waar men voor de toren een oude vestingtoren heeft gebruikt.



Wij dalen nog niet af, maar lopen door naar de resten van de 13e eeuwse Burg Rheinfels. Het was een van de grootste kastelen aan de Rijn en werd in 1797 door de Fransen verwoest. Een klein gedeelte is herbouwd en herbergt een luxe hotel en museum. 




Via een klein paadje lopen we om de vesting heen.


Voor we naar het station gaan lopen we de katholieke kerk binnen. St Goar is genoemd naar de Franse priester Goar die zich hier in de 6e eeuw als kluizenaar vestigde. Hij zou vele wonderen hebben verricht (b.v. tegen de stroom varen op de Rijn zonder te roeien). Na zijn dood werd hij heilig verklaard en werd de plaats een pelgrimsoord. Zo kan Goar de stichter van St Goar worden genoemd. Na de reformatie werden de katholieken uit hun kerk verdreven. In deze kerk bevind zich wel de grafzerk die boven op de tombe in de oude kerk lag. We zien hem staan op de duivel omringt door engelen en een kerk op zijn hand.


De kerk bezit ook nog een beroemd gotisch drieluik op het altaar, maar er is zo weinig licht dat we daar weinig van kunnen zien. De gewelfschilderingen zijn  wel zichtbaar.


De andere kerk van St. Goar moet zeer bezienswaardig zijn, maar is in de winter voor bezoek gesloten. De rest van het stadje heeft niet veel te bieden. Daarom duiken we een restaurant in om lekker warm te zitten tot de trein arriveert en waar ik een stuk Schwarzwalder met koffie neem. Het warme eten zal er vandaag wel bij inschieten. In twee en een half uur boemelen we naar Keulen. Daar halen we snel een paar belegde broodjes, waarna de ICE ons weer naar Nederland brengt. Deze dagen smaken naar meer!