maandag 25 augustus 2014

14-08-06-F- Oberiberg revisited

woensdag 6 augustus 2014

Ruim anderhalf jaar geleden liet ik de kinderen weten dat ik het leuk zou vinden om in de zomer nog eens terug te keren naar de plek waar we vele jaren onze vakanties doorbrachten. Dit keer met kleinkinderen en ter ere van mijn 70e verjaardag. Joanneke liet echter weten dat er mogelijk omstreeks die tijd een kind ter wereld zou kunnen komen en daarom werd het plan een jaar uitgesteld. We hebben een skihut afgehuurd op luttele afstand van onze vroegere vakantieplek. Vandaag is het zover dat we de reis kunnen aanvaarden. We hebben een hotel geboekt in Einsiedeln, zodat we de volgende dag op tijd in de skihut aanwezig kunnen zijn. Om een uur of zes zijn we in ons hotel Linde. Als we in de kamer komen is het even schrikken. Voor het bedrag waar we vele malen elders in Europa een prachtige luxe kamer met badkamer hebben gehad, krijgen we nu een soort kaal hok met hardboard wanden en een krakende vloer. Douche en wc op de gang.


De bedden zijn gelukkig goed.  We eten in hotel Sonne en na een avondwandeling en een bezoek aan de kloosterkerk met orgelspel duiken we in bed.

donderdag 7 augustus 2014

Omdat we vanaf twee uur in de skihut terecht kunnen, hebben we na het ontbijt nog tijd voor een wandeling. Vanaf het plein voor het klooster klimmen we omhoog. Spoedig kijken we van boven op het grote barokke klooster.


In 835 vertrok broeder Meinrad van het klooster van Reichenau naar hier om in het stille woud als kluizenaar te leven. In 861 werd hij door twee mannen vermoord, die dachten dat hij kostbaarheden verborg. De Einsiedlerei bleef echter bestaan. In 934 werd er op die plek een klooster gesticht, dat in 947 van keizer Otto I immuniteit verwierf (d.w.z. dat in de kloosterbezittingen uitsluitend het kerkelijk recht gold) Met uitzondering van de Franse overheersing is het klooster steeds in gebruik geweest. Van binnen is het rijk gedecoreerd en het bezit een zeer kostbare bibliotheek en muziekbibliotheek, waarvan de geschriften tot het jaar 1000 teruggaan. Voor in de kerk staat de Gnadenkapelle met een zwarte madonna (zwart door eeuwen roet van kaarsen), die internationaal vereerd wordt. Dagelijks worden er busladingen pelgrims aangevoerd. Wij gaan verder met onze wandeling die eerst over een kruisweg verloopt.


Weer wat hoger krijgen we een nog wat beter zicht op het kloostercomplex.






Aan de andere kant hebben we door het Alptal mooi zicht op de kleine en grote Mythen.





Nadat we over de top van de Friherrenberg zijn, dalen we af richting Sihlsee.
Nu kijken we op de achterzijde van het klooster. Rechtsboven zijn nog drie skischansen zichtbaar.


Langs onze route staan diverse oude boerenschuren.


Via een leuk paadje door het dal van een diep ingeslepen beekje bereiken we een wandelpad langs de Sihlsee.


De Sihlsee is het grootste stuwmeer van Zwitserland. De concessie loopt in 2017 af en het kanton zal deze niet meer verlengen. Studies hebben aangetoond dat bij een doorbraak van de stuwdam de binnenstad van Zurich na anderhalf uur een vloedgolf van 8 m hoogte te verwerken krijgt. Het vollopen van het dal begon in 1937. Heel veel bouwwerken kwamen onder water te staan. Een oude foto laat zien hoe het dal er daarvoor bij Gross uitzag.


Aan het eind van het meer lopen we door boerenland naar de begraafplaats.
Vanwege de ruime parkeerplaats ernaast was dit vroeger ons beginpunt voor de fraaie 25 km lange langlaufloipe van Einsiedeln. We bekijken nog de kapel op de begraafplaats.


In de vier hoeken staan enorme marmeren kisten. Tot onze verbazing blijken hier doden te zijn opgebaard die wachten om begraven te worden.
Links op het altaar staat een  beeld van Jacobus.


 De begraafplaats zelf is goed onderhouden met zeer veel bloemen. Mooie oude grafmonumenten zijn tegen een zijmuur geplaatst. We lopen nog een stukje verder naar de Gangolfkapel.


Helaas is deze gesloten. Voor we de bushalte opzoeken, kijken we nog even wat voor gewaad de zwarte madonna vandaag aan heeft. We bussen naar het postkantoor van Oberiberg, dat opgeheven blijkt te zijn. Ook de er tegenovergelegen skilift, die 's avonds verlicht was, is verdwenen. Blijkbaar was het te verleidelijk om de grond als bouwpercelen te verkopen.  Het laatste stuk gaan we te voet. Onze kruidenier Reichmut is een VOLG-filiaal geworden. Op het eind moet er flink geklommen worden met al onze bagage, maar dan komt de skihut inzicht.


We blijken alleen een sleutel van het souterrain te hebben. Als eerste gooien we de luiken open. De ruimte binnen valt ons erg mee en de keuken ziet er goed uit.  Als eersten arriveren de Finnen. Met Jelmer maken we alvast een wandelingetje langs de camping en naar de kerk van Oberiberg. De kerk is niet bijzonder bezienswaardig, maar de kapel op de begraafplaats is interessanter. Ze bestaat uit het koor van de voormalige dorpskerk uit 1481 met een voorgalerij.


Binnen valt een bijzonder beeld op van een madonna met kind


en een beeld van de heilige Sebastiaan.


Achter een traliewerk zijn een schedel en botten zichtbaar. Onduidelijk is wie hier vereerd wordt.


Als we teruglopen, blijkt Jelmer plotsklaps verdwenen. We zoeken overal en wachten een tijd. Dan geven we het op en gaan weer terug naar de skihut. Later blijkt dat Jelmer achter een huis een wifi-verbinding had gevonden en daar ruimschoots gebruik van maakte. De familie uit Wageningen is ook aangekomen en er wordt begonnen met het avondeten, waarbij Dennis deze week duidelijk het voortouw neemt. Net als we willen gaan eten komt de ontbrekende familie aan en zijn we compleet. Als oude traditie eten op deze eerste avond ravioli.


vrijdag 7 augustus 2014

We hebben de beschikking over 2 tweepersoonskamers, 1 vierpersoonskamer en twee lagers. Een lager is voor de kinderen gereserveerd, zodat alle ouders een eigen slaapvertrek hebben. Deze nacht blijkt dat de matrassen op 5 na van onvoldoende kwaliteit zijn. De kinderen hebben daar geen moeite mee, maar drie volwassenen moeten schipperen. Vers brood wordt bij de bakker in het dorp gehaald en omdat het een mooie dag belooft te worden wordt het plan vandaag de Roggenstock te bedwingen. Dat is geen eenvoudige opgave met zoveel kleintjes. De weg langs ons huis gaat nog een stuk verder omhoog, dus we proberen met de auto' s zo hoog mogelijk te komen. Helaas strandt onze poging doordat na enkele honderden meters een bord aangeeft dat het van hier "nur Anlieger frei" is. We zetten de auto aan de kant en kunnen via een klein paadje verder omhoog. Als we op de geplande hoogte zijn, lijkt het een onbegonnen zaak met de jongsten verder te gaan. Dennis haalt in recordtijd zijn auto op en gaat met Teake, Tijmen en Marlene terug naar ons onderkomen. Ons beoogd pad verder omhoog blijkt echter niet mogelijk. Nog maar kort geleden heeft daar de overvloedige regen een aardverschuiving plaatsgevonden, waardoor ons pad is afgesloten.







Op de tweede foto is de kant van de Roggenstock te zien waarlangs we omhoog wilden, nu zijn we via de geplande terugweg omhoog gegaan via de andere kant, op het laatst via het graatje rechts met sparren. We komen ook langs een alm waar zich vroeger de beruchte Roggenstockhond ophield. Hij zat aan een heel lange ketting en kwam vervaarlijk op je af stormen. Voor de afgrond had je nog een smal stukje grond waar je buiten zijn bereik was. Nu de jongsten (Sibe niet meegerekend, die wordt prinsheerlijk gedragen) er niet meer bij zijn, gaat het vlot omhoog. Corné is niet bij te houden en Marin vertrouwt me toe dat dit leuker is dan geocachen. Het laatste stukje is wel steil, waarbij het aan beide kanten omlaag gaat, maar iedereen komt boven.
Corné en Lilian staan de "langzamen" aan te moedigen. In het midden is het Vierwoudstrekenmeer zichtbaar.


Het uitzicht is rondom schitterend en we lunchen op de top.


Natuurlijk wil opa hier met z'n twee kanjers op de foto.


Om niet dezelfde weg terug te moeten, besluiten we af te dalen naar Oberiberg. Op het eind blijken een paar paden verdwenen en is het gedeeltelijk struinen geblazen. Wel komen we langs de Bruder Klaus Kapelle, die er in onze tijd niet was.


Het paadje naar de tandenpoetsplek van Renske blijkt ook verdwenen.
Moe, maar tevreden komen we terug. Na het eten is er steeds veel tijd nodig om de kinderen rustig in slaap te krijgen, maar soms is er tijd voor een spelletje Carcassonne met Joanneke.

zaterdag 9 augustus 2014 

Na alle inspanningen van gisteren doen we het vandaag rustig aan. Aan het eind van de ochtend lopen we naar het dalstation van de Laucherenbahn om vandaar de Alter Schwyzerweg op te gaan. Omdat het eerste stuk aardig steil is, loop ik zig-zag de weg op. Corné probeert opa netjes na te doen.


Langs het pad zijn veel frambozen en bosaarbeitjes te vinden en die laten we ons smaken. Wat verderop kunnen we de waterval van de Fallenbach zien.


Nog hoger slaan we af naar de Fallenbachweg. Even later gaan we met een brug over de fraai gevormde kloof van de Fallenbach. Nu is het niet ver meer naar de plek waar we vroeger in de beek speelden. Er is nu een grillplaats en een heuse tokkelbaan.


Maar de beek is favoriet en goed voor uren speelplezier.


Na verloop van tijd gaan alle kleren uit. Dennis en ik gaan  vast bosbessen zoeken. Na een uur volgt de rest ook en gaan we door de drassige weiden zoeken naar een plek voor iedereen.



Maar dan wordt een plek gevonden waar iedereen naar hartenlust kan plukken.



Sibe denkt, wacht maar, binnenkort loop ik ook vrij rond.



's Avonds wordt hij door Robin in slaap gewiegd en


zijn er potten vol bosbessenjam gevuld.

zondag 10 augustus 2014

Joanneke heeft gevraagd of ze Anne, een oud-collega van Jelmer uit Lausanne, deze periode kunnen ontmoeten. Om de reis voor haar niet te ingewikkeld te maken is er in Luzern afgesproken. Met z' n allen zullen we een dagje Luzern doen. Helaas heeft Corné de hele nacht overgegeven. Robin zal vandaag bij hem blijven.  Omdat het niet eenvoudig is in Luzern te parkeren worden de passagiers in het centrum afgezet en gaat de rest een parkeerplek zoeken. Anne voegt zich spoedig bij ons en heeft een cadeautje voor Sibe bij zich.




Vanaf onze standplaats zien we op het meer stoomraderboten vertrekken en aan de stadskant piept nog net het bovenstuk van de toren van het raadhuis boven de overige bebouwing uit.


De chauffeurs komen er aan, zodat we in beweging kunnen komen.
We steken eerst de Kapellbrueke over. Deze brug over de Reuss was oorspronkelijk een deel van de verdedigingswerken van de stad en werd in 1365 gebouwd. Later bracht men onder de overkapping schilderijen aan met historische en religieuze motieven. Helaas ging de brug in 1993 in vlammen op. De brug is gerestaureerd, maar veel schilderingen gingen verloren.


.
Doordat de brug in vroeger tijden werd verlegd en daardoor korter werd, had men nog een aantal schilderingen die zich elders bevonden en nu zijn teruggebracht in de brug.


Naast de brug staat de z.g. Wasserturm, die o.a als martelkamer en gevangenis dienstdeed.




Via de Rathaussteg komen weer op de andere oever, waar we voor het Rathaus een broodje eten. Boven mij spot ik een fraaie spuwer.



Sibe vermaakt zich hier prima.



Hierna maken we een wandeling door de oude stad. Wat vooral opvalt zijn de talloze fonteinen


en de fraai beschilderde huizen.



Via weer een andere brug steken we nogmaals de Reuss over. Aan deze kant zie ik een leuk erkertje.


Voor de laatste maal steken we de Reuss over via de Speuerbruecke.


Vroeger was er nog een derde overdekte houten middeleeuwse brug: de Hofbruecke, maar deze heeft men gesloopt. Spreu betekent kaf. Vanaf deze brug mocht men het kaf in de Reuss werpen. Ook hier zijn schilderijen met als onderwerp de heksendans.


Op weg naar de stadsmuur vinden de spidermans in een nieuwe rioolaansluiting een perfect speelobject.


Om bij de stadsmuur, de z.g. Mueseggmauer, te komen moet er flink geklommen worden. In de stadsmuur zitten een groot aantal torens. We komen uit bij de Zeitturm.


De reuzen opde toren moesten de kracht van de Luzerner soldaten weergeven. Binnen in de toren is nog een oude wijzerplaat van het Rathaus aangebracht


en nog vele andere uurwerken.


Boven hebben we een goed zicht op de stadsmuur.


We gaan weer naar beneden en ontdekken hoog aan de stadsmuur een bijennest.



De Wachtturm lijkt de hoogste van de torens.


We lopen weer terug om de andere kant van de stadsmuur te verkennen. Van boven hebben we een mooi uitzicht op de stad en het Vierwoudstrekenmeer.


 

Boven in de Schirmerturm gaan Tijmen en Marin in de balken hangen.



In een van de stadspoorten staat nog een soldaat op wacht.


Het is vandaag behoorlijk warm en de puf raakt er uit. Jelmer wil nog het Loewendenkmal zien. Voor we daar naar toe gaan. krijgt iedereen nog een ijsje. Het ter nagedachtenis aan de heldendood van de in 1792 tijdens de Franse revolutie in de Tuilerieën gevallen Zwitserse gardisten is in de rots uitgehouwen. De Amerikaanse schrijver Mark Twain verhief de leeuw van Luzern tot de droevigste en ontroerendste brok steen ter wereld.



Joanneke, Jelmer, Sibe en Anne gaan uit eten in Luzern. De rest loopt naar de parkeerplaats, wat nog een flink stuk klimmen is. Ik rij met Annamien, Marlene en Marin terug. We zijn nog maar net aan de beklimming van het Ibergeregg begonnen of een rood waarschuwingslampje gaat branden. De temperatuur van het koelwater is veel te hoog. Onderzoek leert dat de ventilator niet draait. We zetten de verwarming op deze warme dag op maximaal, maar het effect is bedroevend. Na een klein stukje rijden gaat het rode lampje al weer aan. Na enige sms'jes, een telefoongesprek met het thuisfront en lang wachten (de warme maaltijd moet eerst verorberd worden) komen Dennis en Robin aan. Robin trekt een stekkertje los en de ventilator draait weer. Eerder tijdens hun vakantie hadden ze hetzelfde euvel en het zou nu gerepareerd zijn. De monteur had het lostrekken van het stekkertje toen als noodoplossing gebruikt. Na een tijdje kunnen wij ook aan de maaltijd beginnen.

maandag 11 augustus 2014

Het is bewolkt en regenachtig, maar de weersverwachting zegt dat het in de loop van de dag een stuk beter wordt. Daarom plannen we met de gondel en een stoeltjeslift naar Hoch-Ybrig te gaan en dan terug naar ons onderkomen te lopen. Marin en een aantal volwassenen gaan  naar het dalstation in Weglosen lopen. De rest zal met een omweg per auto volgen. Als we bij de kassa komen lijkt de boel uitgestorven. De stoeltjeslift draait vandaag niet en de vrouw achter de kassa vraagt bezorgd of ik het terrein boven ken. Het blijkt dat de weersverwachting sterk negatief is bijgesteld. Desondanks zetten we door en we zijn de enigen die  omhoog gaan. Corné is heel gespannen. Ik heb gezegd dat je een  raar gevoel in je buik krijgt als de gondel over een portaal gaat en dat zit hem niet lekker.


De mevrouw van kassa heeft gezegd dat we tegen de gewoonte in zonder machinist omhoog gaan. Niet aan de knopjes komen kinderen! Bij dit weer kan een helikopter ons niet redden. De gondel verwijdert zich met grote snelheid van het dalstation.


Spoedig zitten we in de wolken en is het uitzicht nihil.


Boven gekomen besluiten we eerst maar beschut in de hal van het bergstation een broodje te eten.


Als je op pad gaan, hebben we nauwelijks zicht. Jammer, want is hier echt wel mooi.


Beneden ons kunnen we vaag het meer zien liggen. Een aantal van ons loopt naar beneden, omdat zich daar een geocache moet liggen.


Ik vermaak me ondertussen met de rijke flora. Vooral de Swertia is heel fraai.


Als op het Fuederegg aangekomen zijn moet er getankt worden.



Voor we de afdaling bij Steinboden inzetten, krijgen de kinderen nog een versnapering.


Het is ondertussen gaan regenen, maar dat verhindert ons niet naar bloemen te kijken.


Het duurt echter  niet lang of de regen komt met bakken uit de lucht. Tijmen ziet het niet meer zitten en zet zijn sirene aan en de uit-knop lijkt afgebroken.
Iedereen is doorweekt als  we terugkomen. We proberen de kachel aan te zetten, maar dat lukt niet. Lilian, Renske en ik gaan bij de beheerster langs om hulp te vragen en lopen daarna door naar de Slucht om te kijken hoe die er bij ligt.
Een belvedère is volgegooid met takken en onbereikbaar. 


Voorzichtig probeer ik het smalle, zeer glibberige paadje dat de Slucht ingaat te betreden. Renske vindt het maar niks.


Het ziet is nog steeds imponerend uit, alleen is de brug aan het eind verdwenen.


Nadere verkenning leert, dat er ook andere paden in de omgeving verdwenen zijn. Als we terugkomen horen we dat er meer dan een uur gewerkt is om de verwarming aan de praat te krijgen. We zijn heel blij met een beetje warmte en vooral met een groot functionerend Trockenraum.

 
 Om de sfeer nog wat beter te maken, stoken we een vuurtje.


dinsdag 12 augustus 2014

Vandaag is mooi weer voorspeld. Daarom gaan Jelmer, Robin, Renske, Lilian, en Marin vandaag met mij de grote Mythen op. We rijden tot het Ibergeregg vanwaar we onze wandeling beginnen. De berg blijft steeds goed zichtbaar.


Via twee pasjes bereiken we het Skihaus Holzegg met prachtig uitzicht op het Vierwoudstrekenmeer.


Na het Holzegg kan de beklimming beginnen. We passeren eerst een bord met talloze waarschuwingen. Het pad is t.o.v. vroeger extreem beveiligd.


Langs het pad staan talloze plantensoorten, zoals deze goudscherm.


Gestaag gaat het omhoog met vrij uitzicht.


Soms moet er wat energie toegevoegd worden.


Halverwege is er zelfs en bank.


Maar uiteindelijk wordt de top bereikt, waar ook veel alpenkauwen huizen.

We zien hier de Rigi met links het Vierwoudstrekenmeer en rechts de Lauerzersee en de Zugersee.


Beneden ons zien we de hoofdstad Schwyz liggen.


Op de top moeten de nodige foto's genomen worden. Eerst met de oudste dochter en kleindochter,


dan met Lilian,


en tenslotte met schoonzoon Robin. Jelmer bevindt alweer elders.


Na een lange rust beginnen we aan de afdaling. Renske en Marin zijn nietige mieren op deze grote berg.


Robin gaat rustig naar beneden. Hij moet zijn knieën sparen.


Ik geniet ondertussen wel van de planten, een klokje (Campanula cochlearifolia), een steenbreek (Saxifraga aizoides)



een hertshooi (Hypericum coris),

 

 en wit vetkruid (Sedum album),



 of een vlinder (Proclossiana eunomia?).



Na de nodige zig-zags komen we weer beneden.


Marin heeft haar tweede Alpentop bedwongen. Proficiat!
De rest van het gezelschap heeft ook weer bosbessen gezocht. Die laten we ons bij de maaltijd goed smaken.


woensdag 13 augustus 2014

De weersverwachting is slecht voor vandaag, maar aan een dag binnen zitten hebben we ook geen zin. Renske heeft een relatief lage wandeling gevonden met veel geocaches op de plek waar we vroeger wel een trimbaan liepen. Hiervoor moeten  vanaf het Ibergeregg een stuk afdalen per auto. Langs onze wandelroute staan veel leuke paddenstoelen, zoals de gewimperde aardster


en het wieltje.


De jeugd vindt afleiding in de toestellen van de trimbaan



en in het zoeken van de leuke caches.


Helaas regent het halverwege de tocht zo hard dat het voor de jongsten verstandig is om om te keren. Alleen de doorbijters onder leiding van Renske mogen blijven. Lilian en ik moeten ook weg, omdat de auto's geheel gevuld moeten zijn. Ik ga met Dennis rechtstreeks terug. Lilian maakt met Jelmer nog een uitje naar de Surowowbrug in het naastgelegen Muotatal. Deze z.g. duivelsbrug geeft toegang tot het dal is is aangelegd over een diepe kloof. In september 1799 probeerde de Russische generaal Surowow met 20.000 man troepen en 1000 paarden vanuit Italië aansluiting te vinden bij de overige Russische en Oostenrijkse troepen. Via de Gotthardpas en de Kienzigpas kwam hij in het Muotatal. De Fransen wilden dat verhinderen en trokken met 10.000 man het Muotadal in. Zij werden echter verdreven en sloegen in paniek op de vlucht. Hun enige vluchtweg was via de Duivels brug, die eerder dat jaar bij gevechten tussen Oostenrijk en Frankrijk zwaar beschadigd was. Omdat er ook geen leuningen aan de zijkanten meer waren, zouden vele soldaten in het gedrang de kloof ingevallen zijn.




Verder blijkt dat er druk gewerkt wordt om de weg naar het dal te verbeteren.
Op de foto is de berg achter de weg degene waar onze wandeling overheen ging.


donderdag 14 augustus 2014

Vandaag gaan de Finnen ons weer verlaten, maar voor het zover is moet eerst de (bijna) eerste verjaardag van Sibe worden gevierd. Joanneke heeft een verjaardagstaart gebakken.


Ook worden er al wat pakjes gegeven. Hierna gaan we naar de beek, waar de kinderen nog even kunnen spelen en waar we een broodje eten.


Opa kan nog wat knuffelen met zijn jongste kleinzoon, waarbij hij tenslotte in slaap valt.

 

Dan is het tijdstip van afscheid toch gekomen. Gelukkig komen ze in oktober weer naar Nederland.
Renske, Lilian en ik laten ons naar het Ibergeregg brengen voor nog een wandeling. Renske heeft al gekeken waar ze caches kan scoren, maar de eerste twee zijn voor ons onbereikbaar of te ver boven ons. We lopen verder naar het Sternenegg.



Daar is een schuilhutje waar wel een cache gescoord kan worden. Hierna lopen we een fraai pad dat ik in al die jaren in Oberiberg nog nooit gelopen heb. Op het pad ontdekken we een goudglanzende loopkever.



Gelukkig blijft het weer goed. Al van verre kunnen we onze witte hut onderscheiden (net rechts naast Renske).




Lilian maakt nog een foto van Centaurea pseudophyrgia.



Tijdens de avondmaaltijd worden we verrast met een prachtige regenboog.



Daarna hult het dal zich in duister met wat lichtjes in het dorp.


Oberiberg revisited (overigens gold dat maar voor vier van de veertien aanwezigen) zit er bijna op.
Een groot deel van de gezamenlijke wensen is uitgevoerd en ik heb zeker geen spijt van dit experiment.