vrijdag 10 december 2021

21-12-09-DNNh-BACK TO MY ROOTS

DOOR OP DE FOTO'S TE KLIKKEN WORDEN ZE SCHERPER!

Donderdag 9 december 2021

Ooit ben ik in het ziekenhuis van Krommenie geboren. Hoewel die plaats niet aan

de Zaan ligt, wordt het wel  tot de Zaanstreek gerekend. Vandaag gaat de

donderdagwandeling  van de NKBV 50 plus naar de Zaanstreek. Het is geen 

gebruikelijke wandeling. We lopen geheel verhard, voornamelijk in de bebouwing

en het aanvangstijd is een uur vervroegd. Dat laatste dwingt mij tot vroeg opstaan 

om niet mijn laatste oortje te versnoepen. Ruim voor half zeven sta ik op het station, 

maar tot mijn verbijstering en grote teleurstelling rijden er geen treinen wegens 

uitgelopen werkzaamheden. Ik druip weer af naar huis. Later die ochtend zie ik dat 

er weer treinen beginnen te rijden en haast ik mij na ruim achten naar het station en 

kan ik mij voor een flink tarief naar Utrecht laten vervoeren. Daar check ik weer uit 

en exact om 8.55 weer in met een vrijreizen kaart en haal precies de intercity die naar 

Amsterdam gaat. Zo kom ik toch nog op tijd in Wormerveer aan. Daar blijkt één 

deelnemer te ontbreken, die de gewijzigde  aanvangstijd niet opgemerkt heeft. Hij wordt 

door een andere deelnemer zorgzaam opgevangen en zij voegen zich later bij ons. Ons

eerste doel is De Koffiezaak voor een goed bakkie. Daarna gaan we in de benen om de 

industriële gevelwanden langs de Zaan te bekijken. Door de komst van de stoommachine

moesten de windmolens het afleggen en verschenen er talrijke bakstenen kolossen in 

diverse bouwstijlen. Nu deze panden grotendeels verlaten zijn, zoekt men een 

herbestemming, waarvoor vaak een grootscheepse verbouwing voor nodig is. Zo hier en

daar is men er nog mee bezig.



Andere gevelwanden zien er perfect uit.


Veel namen van de panden verwijzen naar het koloniale verleden. V.l.n.r. Java, Bassein, 

Saigon en Batavia. In dit laatste pand is een grand-café gevestigd. Een kijkje omhoog in 

dit  gebouw.


Ook zijn er nog oude houten gebouwen te bewonderen.


In dit 17e eeuwse pakhuis met de naam Riga werden goederen uit die plaats opgeslagen. 

De zee stond toen nog in open verbinding met de Zaan. In 1953 is het verbouwd tot 

woonhuis en tegenwoordig is het een B & B onder de naam Saenliefde.

Nog een stuk opgeknapte gevelwand. Vlnr: De Lassiesilo, Donau, Koningsbergen 

en Mercurius.


Een pand dat nog in gebruik voor industrieel gebruik in de vetten -en oliebranche is 

de  Adelaar. Op een grote toren aan de achterzijde van het pand prijkt een enorme 

adelaar, die echter alleen goed te zien is vanaf de Zaan of de overkant.


De Zaan zelf blijft een imposante rivier.


Overal, soms wat verscholen tussen enorme fabrieken, zijn nog prachtige plekjes, zoals 

hier met een hooihuis. Het verschil met een een hooiberg is dat hij geen verstelbaar

dak heeft een vaak verbonden was met een koestal.


Vroeger bestond Noord-Holland voor een groot gedeelte uit water, vaak in open 

verbinding met de zee. Voor een betere bescherming van het land werden dijken

aangelegd, maar dat betekende dat er vaak ook een scheepvaartverbinding 

geblokkeerd werd. Op zulke plaatsen kwam vaak een overhaal (overtoom), later

werden die op veel plekken vervangen door sluizen. Hoe dan ook, op zo'n plek 

liep je vertraging op. Daarom zie dat op zulke plekken vaak een kroeg ontstond,

zoals hier bij de Zaandijker sluis onder de naam Van Ouds Oost Indië.


Nog niet zo langs geleden wilde men een vervallen oud Zaanse arbeiderswijk slopen. 

Gelukkig is dit niet gebeurd en is dit een schitterend wijkje geworden met de naam

Domineestuin, naar een van de straatjes.






Links op de laatste foto is nog een z.g. luchthuis te zien. Een mooi ingericht theehuisje 
vaak een deel van schuur of bergplaats.

Dicht bij de Zaan staat ook het oudste houten huis  van de Zaanstreek uit 1626. Het heeft 
lang als bakkerij dienst gegaan.


Maar er zijn zeker nog meer oude bijzondere houten gevels.


In onbeduidend steegje blijkt te eindigen bij een voordeur die rijkdom
veronderstelt.


Het weefhuis is in 1650 gebouwd en is tegenwoordig een cultureel centrum.


Nog twee fraaie deurversieringen, het laatste van het Honig Breethuis, nu een museum.



We steken de Zaan over naar de Zaanse Schans.




We warmen ons op in het restaurant van het Zaans Museum. Hier verwerken we 
drie teleurstellingen. De Monet is na de mislukte roof in augustus nog 
niet teruggekeerd, de uitkijktoren is afgesloten en het Schanszichtpad wat ons enige 
onverharde pad vandaag zou zijn is wegens onbetrouwbare bruggen gesloten.

Wij gaan Haaldersbroek bezoeken. Dit enigszins verstopte gehucht is ontstaan door 
vestiging van doopsgezinden, die toendertijd vervolgd werden.


Hierna maken we nog een rondje om de Kalverpolder en de Enge Wormer. We 
pauzeren kort bij de Roosmolen De Hercules (mooie naam voor zo'n joekel).
Hij is hier in 1922 geplaatst om de Kalverpolder met een vijzel te bemalen.



Het volgende plaatje is geen schoonheid, maar historisch interessant.
De Bartelssluis.



In 1634 werd de Wormer bedijkt. Daardoor raakte de gemeenschap zijn 
vervoersmogelijkheid over het water kwijt. Daarom werd er in 1638 een sluis naar de 
Zaan aangelegd. Beschuitbakkers konden nu weer hun producten naar Amsterdam 
vervoeren, waar ze gretig aftrek vonden. Veel later maakte de papierfabriek van 
van Gelder er nog gebruik van. Uiteindelijk werd de sluis dichtgegooid en is nu 
gedeeltelijk tuin. 

Voor onze derde horecastop strijken we neer in lunchroom Westerveer. De helft
van het gezelschap kiest er voor af te snijden naar station Wormerveer,

Daarna lopen we in het donker terug naar de Zaanse Schans, waar de maan net 
boven de linker wiek van oliemolen de Bonte Hen uit 1693 staat.



Spoedig zijn we op station Zaanse Schans. Het was een interessante wandeling 
met dank aan Robert. Het was een aardig frisse dag met zo nu en dan een licht 
buitje of een straaltje zon. Ik trein door naar broerlief en schoonzus, waar ik al in 
geen eeuwen ben geweest en mag daar met hen aan tafel gaan met een smakelijk
wijntje. 
Ook een voorspoedige terugreis is mij niet gegund. De sprinter komt met een 
enorme vertraging (wegens een eerdere verstoring). Half twaalf kan ik eindelijk 
mijn bed in.


zondag 26 september 2021

21-09-25-C-Najaarsexcursie Oude Gelderse Kerken

Door de foto's aan te klikken worden ze scherper!


Na twee jaar is er eindelijk weer een excursie mogelijk. Vanaf station Elst reizen we met een volle bus naar Rindern bij Kleef. Doel is de neogotische St.Willebrordkerk aldaar. Op het eerste gezicht een kerk met een vrij saai uiterlijk.


De reden van onze komst ligt in de historische context en een paar interieurstukken. Op deze plek werd waarschijnlijk al in de 7e eeuw een kerk gebouwd en werd in 720 voor het eerst vermeld. Willebrord zou hier een klooster gesticht hebben. In 1870 werd de oude kerk afgebroken en een jaar later verscheen de huidige kerk. De toren werd pas in 1888 toegevoegd. Tijdens sloopwerkzaamheden voor de kerk vond men fundamenten van Romeinse thermale baden uit de 2e eeuw.
Het interieur bevat een orgel uit 1984.


De doopkapel is een aardige uitbouw.


In de oude kerk werd in de middeleeuwen een Romeinse offersteen  uit Xanten in de kerk geplaatst als altaar. Na de sloop van de kerk werd de steen naar de Zwanenburcht in Kleef overgebracht, Sinds 1984 is hij echter weer in deze kerk teruggeplaatst.



De tekst aan de voorzijde vraagt de oorlogsgod Mars Tiberius Claudius te beschermen en is dus uit de eerste eeuw. Merkwaardig is dat de tekst onder Tiberius is weggehakt. Er stond waarschijnlijk Nero, zijn opvolger. De andere zijden van de steen hebben versieringen.  Aan de achterzijde is een reliekhouder aangebracht





Een ander waardevol element is een 16e eeuwse Maria te Drieën uit de werkplaats van de meester van Esloo te Roermond.


In deze kerk ligt ook het graf van Johanna Sebus. Het net 18 jarige meisje redde haar moeder van de verdrinkingsdood bij een dijkdoorbraak van de Rijn.Toen zij nog andere dorpsgenoten probeerde te redden kwam ze zelf om. Goethe schreef er een ballade over en Franz Schubert maakte er een lied van. Johanna werd begraven naast de oude kerk en kreeg later haar graf in de nieuwe kerk.


Hierna verkassen we naar de gemeente Bedburg-Hanau. Hier werd in 1124 een premonstratenzer klooster gesticht en in 1130 bouwde men een kruisvormige romaanse kerk met vieringstoren. Later werd een laatgotische koorafsluiting gebouwd. In 1519 werd het geheel een adellijk vrouwenstift dat in 1604 naar Kleef verhuisde. Daarna raakte het complex in verval en werd het als steengroeve gebruikt, Eind  18e eeuw werd ook een groot deel van de kerk afgebroken. Alleen de vieringstoren met de arm met het koor bleven staan. Tijdens Napoleon werden de kloostergoederen onteigend en de kerk als parochiekerk in gebruik genomen. Rond 1900 besloot men de kerk weer in de oorspronkelijke vorm te herbouwen en ontstond de huidige vorm.


Het gewelf van de vieringstoren is beschilderd.


Ook is er in het koor nog mooi gotisch beeldhouwwerk te vinden, waarschijnkijk van een sacramentsnis


De eerste pastoor van de kerk was een monnik die in de Franse tijd zijn Dominicaner klooster in Kalkar had moeten verlaten. Hij nam o.a een zeer oude preekstoel mee met aan deze zijde een afbeelding van Marcus.


Een ander kostbaar stuk is een 15e eeuwse piëta die toegeschreven wordt aan meester Arnt van Kalkar.


In 1965 zijn 43 ramen voorzien van half-abstracte glas-in-loodramen van Joachim Klos met thema's uit de openbaringen van Johannus.





Voor de lunch gaan we naar restaurant Altes Landhaus in de Forstgarten Kleve. Dit schitterende grote park in barok en Engelse landschapsstijl hebben we te danken aan Johann Mauritz von Nassau-Siegen. Hij was betrokken bij de belegering van Groenlo in 1626. In 1637 werd hem verzocht orde op zaken te stellen in de Hollandse kolonie in Brazilië, die op de Portugezen was veroverd. Op weg daar naar toe veroverde hij fort Elmina in West Afrika op Portugal, Het was het belangrijkste slavenverhandelspost van  de Portugezen, Johann Mauritz  was de eerste Nederlander die zich met de slavenhandel bemoeide en zorgde ervoor dat er ook een constante aanvoer naar de Nederlandse kolonie was.  Hij gedroeg zich aldaar als een koning en bouwde verschillende paleizen, Ook stichtte hij de hoofdstad Mauritsstad.
Na terugkeer in Nederland in 1643 liet hij het Mauritshuis bouwen, In 1647 werd hij stadhouder van Kleef en in 1653 gaf hij opdracht voor de grootschalige parkaanleg, waarvan men zegt dat het een voorbeeld voor de tuinen van Versailles is geweest.



In het midden de z.g. Cerestempel


Aan de overzijde van de weg het Prinz-Moritz kanaal.



                                                     Standbeeld van Minerva Tritonia.


                                                          Uitzicht vanuit de berceau.




Beeldengroep van Italiaanse beeldhouwer Guiseppe Penone : L'ombra del bronzo uit 2002.
Van een afstand het sprekend op een paar dode bomen. In een opening in de grote stam is een hulst geplant.


Door de koperoxidatie is het duidelijk dat de 16 m hoge boom uit brons is gemaakt.




Het park heeft ook nog een tijd dienst gedaan als Kurpark. Op de foto een vlegel van het Kurhaus, nu een museum,

We vertrekken nu naar Ubbergen. Daar werd aan het begin van de 20 e eeuw een r.k. meisjespensionaat met kapel gevestigd: Notre Dame des Anges, Tegenwoordig is het woongemeenschap de Refter, waarbij de kapel een multifunctionele ruimte is. Bij de ingang staan de beelden van Augustinus en Canisius.



Binnen bevindt zich een fraaie hal


met aardige details


en glas-in-lood,


Ook het trappenhuis mag er wezen.



Boven wordt het trappenhuis afgesloten door een gekleurd glazen dak.


De kapel is nu ontdaan van religieuze attributen. Op het orgelbalkon hangt een kunstwerk met oude orgelpijpen.


Rest nog glas-in-lood zoals van een koorraam


 of een kleiner raam.


Onze laatste stop is in Beek. Hier staat de kleine Bartholomeuskerk die voor het eerst in 1286 vermeld wordt. In 1602 werd het een protestantse kerk. Er is veel aan dit kerkje verbouwd in de loop der tijden. Het had ook flinke oorlogsschade na de laatste WO. , maar er staat nog steeds een mooi intiem kerkje.





In het kerkje staat een prachtig ruim 200 jaar oud bespeelbaar kabinetorgel. Het is van de Amsterdamse orgelbouwer Strumphler, die zowel kabinetorgels als kerkorgels bouwde. Zijn grootste orgel staat nu in de Eusebiuskerk te Arnhem.




In de Franse tijd moesten de protestanten knarsetandend hun kerkje delen met de katholieken. In 1826  was de kerk voor hen te klein geworden en werd op het kerkhof een nieuwe grote kerk gebouwd met een toren die aan de Stevenstoren in Nijmegen doet denken.


Op het terrein staan twee opmerkelijke stenen.



De kerk is sinds kort buiten gebruik en verkocht aan een projectontwikkelaar. De bedoeling was dat er een brouwerij en een koffiebranderij annex café in zouden komen. De rijksmonumentale status  blijkt toch een obstakel daarvoor te zijn. De kerk was zeer rijk voorzien van beelden. Alles wat niet als rijksmonument was aangemerkt is verwijderd, zodat het lijkt of er een kleine beeldenstorm heeft gewoed. Bij binnenkomst krijg toch nog wel een idee hoe het er uit heeft gezien, zoalshieronder het priesterkoor met een monumentaal neobarok altaar.




Het hek voor het priester koor is ook bijzonder.


                                               De preekstoel is rijk gebeeldhouwd,


Verder is er nog veel glas-in-lood, zoals met de afbeelding van de wonderbaarlijke visvangst


en van Sint Maarten die zijn mantel deelt met een verkleumde bedelaar.



Het was weer een interessante dag.