zondag 7 december 2014

14-12-06-DNF Rottige Meente

zaterdag 6 december 2014   15 km fietsen    18,3 km lopen

Vorige week zaterdag was broerlief 40 jaar getrouwd en dat moest gevierd worden. Daarna volgde een kille en zwaarbewolkte week. Deze zaterdag staan we dan ook te popelen om de benen te strekken. Weliswaar is vandaag mijn jongste dochter jarig, maar die woont te ver weg om langs te gaan. Het wordt vandaag de al eerder geplande route van Capitool in de Rottige Meente, waaraan we een rondje van Staatsbosbeheer aan vast plakken. Gelukkig is het zo dicht op Sinterklaas heel rustig in de trein. Om half 10 stappen in Wolvega op de vouwfiets. Een zonnetje komt door, maar het is nog bitter koud. Er er is ook flink gestrooid op de weg. Zodra we de eerste huizen van Nijetrijne bereiken, slaan we een zijweg in om daar onze fietsen tegen een hek te parkeren,  Zodra we onze wandeling beginnen zitten we midden in de natuur en zonder andere mensen. Op het water ligt nog een dun laagje ijs.


Het gebied waar we doorheen lopen ligt in de Grote Veenpolder van Weststellingwerf. Deze polder gelegen tussen de riviertjes de Tjonger en de Linde, was noodzakelijk geworden door verveningen. Na de inpoldering werden in de 19e eeuw de verveningen op grote schaal voortgezet. Midden door de polder loopt de waterweg de Scheene. Door een sluis naar de Helomavaart kon de turf zijn weg vinden naar de afnemers. Er zijn hier dus veel legakkers, petgaten (de watergangen ontstaan door vervening), moerasbos en kleine weilanden. Eerst lopen we over een voormalige legakker.


In het moerasbos is er een weelderige ondergroei van mossen en varens.


Bij de Scheene  gaan we via  een houten draaibrug naar de andere oever.


Langs de Scheene staan diverse schitterend gelegen huisjes.



Aan het eind van het Scheenepad besluiten we er nog een lus van een SBB-wandeling aan te knopen Via twee draaibruggen lopen  naar Nijetrijne, volgen kort de autoweg  en lopen dan weer terug.  Dat laatste stuk bevat een prachtig stuk moerasbos.


Ook slingert er een stuk als vlonderpad doorheen.


We komen weer bij de eerste draaibrug over de Scheene.  Aan de overzijde gaan we nu in tegenovergestelde richting verder. Na enige tijd komen we op het z.g. voetpad. Dit  schelpenpad loopt op enige afstand parallel met de  verkeersweg tussen de dorpen. In feite is het de oude verbindingsweg die later niet meer voldeed. Diverse grote oude boerderijen staan nog langs dit pad, die nu een lange oprijlaan naar de weg hebben. Het eerste dorp waar we langs komen is Munnekeburen.



Een flink stuk van wat we nu gaan lopen is bekend. Elf en een half jaar geleden liepen we hier het Zuiderzeepad. Een stuk verder passeren we Scherpenzeel.


Daar kampeerden we destijds op een gesloten kampeerterrein, hoewel men beloofd had dat de camping open zou zijn. In de waterpartijen die we passeren zien we regelmatig groepen jonge zwanen.


Het volgende dorp, Spanga, heeft geen kerk meer. In de 19e eeuw werd die wegens bouwvalligheid afgebroken. Op die plaats rest nu een klein kerkhof met klokkenstoel.


Tot nu toe hebben we volledig onverhard gelopen, maar de resterende kilometers gaan grotendeels over asfalt. We bereiken het riviertje de Linde dat met ruime bochten door het landschap slingert. Wij lopen over de dijk. Nog eenmaal maken we een lus door het moeras om een vogekijkhut te bezoeken. Het uitzichtplatform wordt door het beklimmen van twee steile trappen bereikt.  Het uitzicht is weids maar vogels laten zich niet zien.


Dat de zon al weer aan het zakken is, wordt duidelijk aan de schaduwen van ons op de rietkraag.


Als we terug zijn op de dijk. lopen we verder langs de Linde, waar verspreid enkele boerderijen staan. De hemel is ondertussen strak blauw geworden.



Vanaf de dijk spotten we nog een grote zilverreiger met een paar smienten langs een rietkraag.


We komen nu in Driewegsluis, waar de Helomavaart verbinding had met de Linde. De sluis is tegenwoordig buiten gebruik. Een nieuwe sluis (Linthorst Homansluis) in de directe omgeving zorgt nu voor aansluiting van de Linde op de Helomavaart. Wil men de Linde verder varen dan is nu een kleine omweg noodzakelijk. Het is nu niet ver meer naar ons uitgangspunt, waar onze fietsen op ons staan te wachten.


Ondanks de zon begint het al flink af te koelen zodat de fietstocht terug ook aardig fris is. Langs de weg bevinden zich duizenden ganzen.




Als we door de winkelstraat van Wolvega fietsen, laat Lilian zich ontvallen dat het net Krommenie is.
Wat Krommenie ieder geval niet heeft is een kerk op de hoogte. Deze staat er vele eeuwen. Wat je ook niet vaak ziet is dat alle ramen luiken hebben.



Op het station is de wachtruimte een bloemenzaak, waar we beschut kunnen wachten op de trein. Er is zelfs een bekertje koffie. De terugreis verloopt zonder problemen. Weer een mooie dag.