donderdag 20 april 2023

23-04-16-C-Het Gebroeders van Lymborchhuis

In 2005 wordt onder een broodjes zaak aan de Burchtstraat in Nijmegen een middeleeuwse kelder ontdekt, die tot onder de C&A doorloopt. De kelders liggen vol met puin en onder C&A is zelfs een muur in de kelder gebouwd voor extra ondersteuning. Bij het opruimen van de kelders wordt ook nog oud aardewerk gevonden. Uit onderzoek blijkt dat hier boven het atelier van de familie Maelwael heeft gestaan en het idee ontstaat hier een klein museum te vestigen  om meer bekendheid te geven aan een aantal beroemde stadsgenoten. En vandaag kom ik daar een kijkje nemen.


Ik krijg hier veel mondelinge informatie en een film  te zien over het leven en werk van de familie en talrijke reproducties lichten dat toe. Natuurlijk kunnen de zeer oude kelders ook bezocht worden.



In de vitrine ligt het aardewerk wat bij het opruimen van de kelders gevonden is. In de tweede kelder is de ondersteuningsmuur onder het pand van C&A te zien. Beide kelder hebben trap die naar de woning leidt



en een trap die naar de straat leidt.



Rond 1400 is aan de Burchtstraat het atelier gevestigd van de familie Maelwael. Ze beoefenen de ambachten van heraldische beschilderingen, verluchtiging, goudsmederij en textiel bewerking. Hun pand ligt zeer strategisch tussen de Valkhofburcht van de hertog van Gelre en de Sint-Stevenskerk, die beiden voor belangrijke opdrachten kunnen zorgen. Eind 14e eeuw trouwt Metta Maelwael met Arnold van Lymborgh. Hiermee komt een goede beeldsnijder in de familie.  Ze krijgen zes kinderen, maar het zijn de broers Herman, Johan en Paul die later beroemd worden. Ze krijgen al zeer jong les in de daar beoefende ambachten. Vooral oom Johan Maelwael  besteed veel aandacht aan ze.

Jan Maelwael gaat in 1396  werken voor koningin Isabella van Frankrijk.

Een jaar later vertrekt Johan Maelwael naar de hertog van Bourgondië, Philips de Stoute.

Weer een jaar later reizen de broers Herman en Johan naar Parijs, maar als daar de pest uitbreekt keren ze weer huiswaarts. Op de terugweg worden ze gevangen genomen in Brussel, als gevolg van een strijd tussen de hertogen van Gelre en Brabant. Na betaling van een hoog losgeld komen ze vrij.

Johan Maelwael maakt in 1400 de grote ronde piëta voor Philips de Stoute. 



Door de ronde vorm kregen de engelen een bijzondere positie. Het werk is in het Louvre te bewonderen.

In 1402 werken de broers Johan en Paul voor Philips de Stoute en beginnen daar aan hun eerste grote opdracht: De Bible Moralisee, waarvan hieronder een blad.




In 1404 overlijdt Philips de Stoute. Johan van Maelwael treed in dienst van Jan zonder Vrees , de volgende hertog van Bougondië.

De gebroeders Lymborch treden echter in dienst bij de broer van Philips de Stoute, Jan de Berry. Hier beginnen ze aan het getijdenboek: Belles Heures du Duc de Berry. Hieronder een blad daar uit.



In 1410 schildert Johan Maeswael (of de gebroeders Lymborch) Man van smarten.  Omdat de schilderingen nooit gesigneerd werden is het niet altijd duidelijk wie van de familie het werk gemaakt heeft. Het werd gevonden in zeer slechte staat op een zolder bij een pastoor. Het Louvre bood er een flink bedrag voor en restaureerde het. Er is voor gekozen de volledig aangetaste delen leeg te laten.



Van Johan Maelwael is ook het oudst bekende schilderij op doek: Madonna met vlinders en kers.



In 1411 beginnen de gebroeders Lymborch aan hun laatste en beroemdste werk, Tres Riches Heures du Duc de Berry. In de eerste getijdenboeken werden alleen  de letters versierd, daarna kamen er kleine illustraties bij. In dit werk worden volledige bladzijden door illustraties ingenomen. Zo zijn alle maanden van het jaar afgebeeld. In het museum zijn ze sterk vergroot aanwezig. Zo is een complete wand ingenomen door januari, nieuwjaarsreceptie bij de duc de Berry. De gebroeders hebben zichzelf hier ook afgebeeld.



maart



april



mei



december



Het werk komt niet af. De pest komt in 1415 weer terug en Johan Maeswael overlijdt, en kort daarna volgen de hertog en alle drie de gebroeders.

De duc de Berry bezat ongeveer twintig getijdenboeken, een zeer kostbaar bezit. Het veelvuldig toegepaste ultramarijn was net zo kostbaar als bladgoud. Lang niet alle getijdenboeken van de hertog zijn nu bekend. Het museum laat nu de originele bladen van een getijdenboek zien, waarvan de bladversieringen een treffende gelijkenis tonen met die van Belles Heures. Misschien een verloren gewaand getijden boek van de hertog. 



Het was een interessant bezoek.

dinsdag 4 april 2023

23-03-24-C- Rondom het Domplein te Utrecht.

Deze vrijdag moet ik in Utrecht zijn en nu ik er toch ben maak ik een rondje Domplein. Eerst breng ik een bezoekje aan de kruisgang van de Pandhof.

 


Het beeld op de fontein in de kloostertuin stelt een schrijvende kanunnik voor.

Rondom zijn aan de zijde van de kloostertuin spuwers aangebracht.



In de driehoeken boven de vensteropeningen wordt het levensverhaal van St. Maarten verteld. Hier deelt hij zijn mantel.



Bij een venster heeft de beeldhouwer een grapje uitgehaald door touw af te beelden.



De gewelven van de kruisgang zijn ook het aanzien waard.



Op het Domplein staat het monument voor 40-45.



Ook staat hier het beeld van Jan van Nassau, jongere broer van Willem van Oranje, stadhouder van Gelre en initiatiefnemer van de Unie van Utrecht, die hier in de kapittelzaal ( nu aula van de Universiteit) werd gehouden. We kunnen hem daarom als grondlegger van Nederland beschouwen.

 


Ook maak ik nog een rondje door de Domkerk. Het praalgraf in het koor valt meteen op.



Het praalgraf is van vice-admiraal  baron Willem Joseph van Gendt, tevens kanunnik van de Domkerk. Hij had een belangrijk aandeel in de tocht naar Chatham in 1667. Uiteindelijk werd de zeeslag tegen de Engelsen en Fransen bij Solebay in 1672 hem fataal. De geplande bijzetting in de Domkerk kon niet op de daarvoor gereserveerde plek in de Domkerk plaatsvinden, omdat in 1674 een storm het grootste deel van de kerk wegvaagde. Zodoende kwam het graf in het koor op de plek waar vroeger het altaar stond.



Een detail van de tombe.



Van de vele bisschoppelijke graftomben is er nog maar één over en wel van Guy van Avesnes. Hij stierf in 1317. Hij gaf Amsterdam stadsrechten. Amsterdam hoorde toen nog bij het bisdom Utrecht. Er zijn de nodige beschadigingen o.a. door de beeldenstorm.



Anderen moesten het met eenvoudiger graven doen.



Tegenwoordig kan je ook onder het Domplein, dat ontstond door het verwijderen van het ingestorte kerkdeel, een kijkje nemen (Domonder).  Je wordt ontvangen in een school waar vroeger het middeleeuws pand, De Rode Poort stond aan het Domplein. Twee kelders uit de 14e en de 15e eeuw zijn bewaard gebleven. Tussen de twee kelders bevindt zich nog een Romeinse muur van het Castellum uit de tweede eeuw. In de kelders wordt uitleg gegeven over het ontstaan van de Dom op de plaats van het Romeinse Castellum. Rechts het castellum en links de huidige Dom, Domtoren, Pandhof en Kapittelzaal. Zwart omlijnd, waar prof. van Giffen opgravingen deed en waar je nu een kijkje ondergronds kan nemen.

 


 

Ook liggen hier voorwerpen die tijdens de opgravingen zijn gevonden zoals een Karolingische tuitpot (750- 1000)




of een verkoolde katrol van een vierkante Romeinse waterput.



Hierna mogen we een kijkje gaan nemen onder het Domplein in de voormalige opgravingslocatie van prof. van Giffen. Het is er donker en daarom krijg je eenn pistoolvormige lamp, waarmee je ook sensoren kan activeren en je kan via een oortelefoon uitleg geven. Wel erg omslachtig.

Eerst zie ik een drakenfibula uit ca. 100.



Een Romeinse spiegel.




Olielampjes.




Stenen kogels.



Muur van een Romeins gebouw.




Omdat we onder het ingestorte deel van de Dom zijn, vind je hier ook graven




en de fundamenten van de pilaren van de Domkerk.