vrijdag 25 juli 2014

14-07-12MF+C Wad- en Wierdenpad Uithuizen - Leens

zaterdag 12 juli 2014   Uithuizen - Pieterburen 23 km

Het blijkt onafwendbaar, telkens als we naar Groningen afreizen ligt de regionale spoorlijn plat. De reisplanner heeft ons toegezegd dat op station Groningen de plaats van de vervangende bussen duidelijk wordt aangegeven en dat het vervangende vervoer door NS wordt geregeld. Op station Groningen blijkt helemaal niets aangegeven en we hebben slechts enkele minuten om de bus te vinden. Gelukkig zien we voor het station een bus
met de aanduiding Roodeschool. Daar aangekomen worden we teruggestuurd: eerst uitchecken bij NS op het station en daarna inchecken bij Arriva. Gelukkig blijft de bus even op ons wachten. Nu volgt een moeizame tocht. Voor elk stationnetje moet de bus zich door de smalle straatjes van het dorp wurmen. Gelukkig bereiken we Uithuizen nog in de ochtend. Het is warm, enigszins drukkend en van wind is niet veel te merken.  Via een kaarsrechte asfaltweg lopen we richting het wad.


Gelukkig hebben sommige boeren hun akkers wat opgefleurd.


We lopen door land dat voornamelijk na 1700 is ingepolderd. Daardoor passeren we diverse malen dijken  van de inpolderingen, dwars op onze route, die steevast door schapen worden begraasd.



Aan de oostkant van de weg is het windmolenpark bij de Eemshaven zichtbaar.


Bij de voorlaatste dijk maken we nog een ommetje naar een vogelkijkhut. Hier zijn veel soorten te zien: o.a. veel kluten, lepelaars en bergeenden.


Een vogel op een paaltje blijkt bij inzoomen een jonge spreeuw te zijn.


Een Nijlgans neemt ons wantrouwend op.


Op de dijk langs de Waddenzee aangekomen kunnen we het eiland Borkum zien.


Nu volgt de lange, warme tocht over de dijk door veel schapenstront en waarbij we na elke paar honderd meter een hek moeten overklimmen. Het landschap verandert nauwelijks, rechts de Waddenzee en links akkers. Soms is er wat te zien, zoals een groepje scholeksters in een drooggevallen stroomgeul.


We zijn dan ook blij als we in Noordpolderzijl aankomen.



Hier bevindt zich  in het historische  Zielhoes een horecagelegenheid . Onder een parasol zijn we enige tijd tegen de zon beschermd. Helaas is het hier allesbehalve rustig. Hordes fietsers, motorrijders en automobilisten weten deze plek ook te vinden. De oude sluis die het achterland met de Waddenzee verbond is in het kader van de dijkverzwaring dichtgemaakt, maar nog wel als zodanig zichtbaar.






Aan de rechterkant is een tekst zichtbaar die herinnert dat Nelie Smit-Kroes hier in 1986 de voltooiing van de dijkverzwaring beklonk. Boven op de sluis is een kunstwerk  (het noordelijkste hunebed van ons land) ter ere van die voltooiing. Wij vervolgen onze tocht over de kruin van de dijk. Regelmatig zien we op het buitendijkse land paarden lopen.


Een maal komen we een buitengewoon obstakel tegen. Het blijkt een ontluchtingspijp van de zeer omstreden smeerpijp uit Hoogkerk te zijn. Er is een tijd geweest dat men het normaal vond onze rotzooi maar in de Waddenzee te dumpen.


Als we er 11 km dijk op hebben zitten vinden we het tijd voor een selfie.


Na 13 km mogen bij het voormalig dijkmagazijn "Ommelander Zeedijk" de kruin verlaten en het kaarsrechte asfalt opzoeken richting oude land. Blijkbaar is hier een populair vertrekpunt voor wadlopen, want er staat een eindeloze rij blik langs deze weg.


Als we de eerstvolgende dijk passeren staat daar een monument waaruit blijkt dat de landaanwinning allesbehalve gevaarloos was.


Nadat we het plaatsje Kaakhorn zijn gepasseerd, lopen we via een fietspad (zonder fietsers) naar Pieterburen. Het is ondertussen heel erg benauwd en de puf is er wel uit. Gelukkig hebben we deze nacht bij Vrienden op de fiets een prima kamer en badkamer. Op het terras van restaurant Waddengenot nuttigen we de maaltijd, maar het is niet bepaald een rustige plek. Voor het slapen maken we nog een ommetje. Pieterburen heeft een mooie 15e eeuwse Petruskerk. De toren is van begin 19e eeuw en was tevens dorpsgevangenis.


Aan de noordzijde van de kerk bevindt zich "Domies Toen", een botanische tuin met tuinhuis. Aan de noordzijde is een grote begraafplaats met veel oude graven.


Sommige graven zijn zwaar verwaarloosd.


Het is hier een oase van rust. De torenspits is nog net zichtbaar boven het hoge geboomte.


Voor we ons bed induiken lopen we nog even langs het zeehondenopvangcentrum.


zondag 13 juli 2014   Pieterburen - Leens   11 km

Na een heerlijk ontbijt verlaten we ons onderkomen.


Eerst lopen we een stukje langs de Pieterbuurstermaar. Het eerste stuk heb ik flink last van evenwichtsstoornissen. Waarschijnlijk heeft de hitte me gisteren geen goed gedaan. In het water ligt op een rustige, aardige plek een schip waarin een restaurant is gevestigd met een terras ervoor. We hebben spijt hier gisteren niet naar toe te zijn gegaan. We lopen nog even op en neer naar de korenmolen, maar daarna begint het kaarsrechte asfalt weer. Een haas observeert of we geen gevaar voor hem zijn.


Bij boerderij Huninga mogen we even van het asfalt af. Na boerderij Den Oever volgen we een fietspad langs een paar boerderijen naar de Eenrummermaar. Op afstand zien we Eenrum met zijn markante toren liggen.


Een poes loert naar ons vanuit de akkerrand.



Aan het water van de maar houden we onze koffiepauze. Daarna volgt een saai stuk weg naar Wehe-den Hoorn. Vanaf hier worden we niet onaantrekkelijk om de plaats geleid. We passeren het huis Borgweer, een boerderij die bij de afgebroken borg van de familie Starkenborgh hoorde.


Nadat we de verkeersweg overgestoken zijn komen we langs een gerestaureerd arbeidershuisje. Het behoort tegenwoordig tot het Ommelander museum van Landbouw en Ambacht, maar is op dit tijdstip nog gesloten.



We kunnen er wel omheen lopen


en naar binnen gluren. We zien zowaar een poepdoos voor de bedstede staan.


We steken de Hoornse Vaart over om zo het landgoed Verhildersum te betreden.



Er worden hier vele oude landbouwgewassen geteeld en er is een boomgaard met oude appelrassen. De bloeiende bolpapavers zijn fraai van uiterlijk en werden geteeld voor maanzaad.


We lopen nu door naar de van oorsprong 14e eeuwse borg Verhildersum die omgeven is door een brede gracht. Van de borg zijn in de loop van de tijd het poortgebouw, de west- en de oostvleugel gesloopt.



We bekijken eerst de tuinen. Hier staan een dertiental beelden opgesteld van de beeldhouwer Eddy Roos.





In de tuin staat ook een tuinhuisje dat oorspronkelijk een tramhuisje van de paardentram van de stad Groningen was.


Rechts van de borg staat het schathuis. Het is niet het originele schathuis, maar afkomstig van een elders afgebroken borg. Anders dan de naam misschien doet vermoeden is het gewoon de veestal van de borg. Tegenwoordig is het een restaurant. Aan de buitenkant zien we nog twee aardige details: een gevelsteen


en een bovenlichtversiering.


We gaan nu het interieur van borg bekijken dat is ingericht als twee eeuwen geleden. In de hal hangt een enorme kwartierstaat van de familie Starkenborgh.



Allard Tjarda van Starkenborgh was lid van de admiraliteit van Amsterdam.
In 1655 werd daar het schip de Verhildersum gebouwd. Op zijn spiegel werd een afbeelding van de borg gemaakt. Een tekening hiervan is de oudst bekende afbeelding van de borg. Poortgebouw en zijvleugel zijn hier nog zichtbaar.


Het volgende vertrek is de kraamkamer, ingericht alsof Ludolf van Starkenborgh net geboren is (1820). Moeder moest na de bevalling verplicht negen dagen bed houden. Ludolf lag in een schommelwieg.


In de bijkeuken staat een bijzonder kranenstelsel. De pompen brachten regenwater of welwater (voor voedselbereiding) in bakken. Die konden voor grote hoeveelheden met de grote kraan getapt worden, anders gebruikte men de kleine kraan.


Het hele gebouw is onderkelderd. Hier lag veel voedsel en drank opgeslagen. Door smalle spleten komt het licht binnen.


In de keuken bevindt zich zowel een gemetseld als een gietijzeren fornuis.


In de eetkamer is de tafel gedekt met Wedgwoodservies uit 1815.


In de salon bevindt zich een enorm schilderij van het gezin van Allard Tjarda van Starkenborgh in 1670. De onderstaande afbeelding is een fragment.


Als laatste een prachtige 17e eeuwse kluiskist die op geglazuurde plavuizen staat in de traphal.






We gaan nu naar het koetshuis, waar nog een expositie is en lopen dan naar de bushalte. We nemende bus naar Sauwerd, waar we op de trein stappen en voorspoedig huiswaarts reizen. Een weekend met diepte- en hoogtepunten.