dinsdag 22 december 2015

15-12-20-DNG Zandloper

zondag 29 december 2015   17 km fietsen   16 km wandelen

Uit "Wandelen met On track" kiezen we vandaag de wandeling zandloper, hoewel met een kleine variant omdat ik op internet een gps-track vind die  de wandeling grotendeels dekt. Hiertoe bussen we naar Stroe waar we de vouwfietsen uitklappen om naar het beginpunt in Kootwijk te fietsen. Al na een paar honderd meter lopen gaan we de stuifzandvlakte op, die we padloos doorkruisen. Het is zeer zacht, maar in de wind toch nog fris. de zon doet pogingen door te breken, maar dat lukt niet echt.



Korstmossoorten steken tegen het mos af.



Aan de rand van het stuifzand komt struikheide voor.


Dan zien we op enige afstand de kathedraal van Radio Kootwijk liggen, een overblijfsel van onze koloniale tijd.



Bij een plasje vinden we een plek om te lunchen.


Hierna gaan we  een rondje Hoog Buurlo lopen. Een laaggelegen plas dankt zijn ontstaan aan leemwinning.


Op de Hoog Buurlosche Heide ontmoeten we een schaapskudde.


Hoog Buurlo zelf bestaat slechts uit twee woningen, Van ouds was er een boerderij, later kwam daar de witte boswachterswoning bij. In de 9e eeuw behoorde het bij de  in 764 gestichte abdij van Lorsch. Opmerkelijk want Lorsch ligt tussen Frankfurt en Mannheim. De resten van de abdij zijn tegenwoordig UNESCOwerelderfgoed. Later ging de bezitting over naar het kapittel van St Marie te Utrecht. Bij deze proosdij hoorde  de Mariakerk, dat de mooiste kerk van Utrecht moet zijn geweest. Napoleon beval opheffing van de proosdij en regelde de sloop om zo door verkoop van bouwmaterialen zijn veldtochten te kunnen bekostigen. Thans resten nog de naam Mariaplaats en enkele muren. Ronnd 1700 worden de gronden aangekocht door 't Loo als jachtterrein. In 1849 koopt baron Verschuer het en precies honderd jaar later komt het in handen van staatbosbeheer. Weer verder lopend kunnen we constateren dat de heide grotendeels vergrast.


Als later weer in het bos lopen zien we een enorm gebouw staan. Er staan nog een paar hoogspanningsmaten naast. Het is het z.g. bedieninggebouw dat de stroom voorziening van Radio Kootwijk verzorgde. Het huidige gebouw is er in 1930 neergezet. Een 50 kV hoogspanningsleiding kwam uit Nijmegen. Het laatste stuk van de wandeling lopen weer over de stuifzandvlakte. Waar veel mos groeit is het moeilijk lopen. Door het warme natte weer is er een laag algen tussen het mos gegroeid die hetzelfde effect hebben als groene zeep. Lilian moppert dat we beter een omweg hadden kunnen maken.


Bij de fietsen gekomen, rijden we nu over een fietspad naar Harskamp en omdat de bus maar 1 x per uur rijdt, gaan we nog even door tot Wekerom. In ieder geval lekker uitgewaaid.

zaterdag 21 november 2015

15-10-30-MSp Bergwandelen tussen Malaga en Granada

Voor blog Malaga zie:

http://leendertreudlertalsma.blogspot.nl/2015/11/15-10-28-msp-malaga-en-bergwandelen-in.html

vrijdag 30 oktober 2015   11 km    630 m stijgen en dalen

We doen het vandaag rustig aan. In het zonnetje genieten we het ontbijt op het laagste dakterras voor we rond tienen op pad gaan.


We hebben gekozen voor wandeling 4 uit het boekje van Joost en klimmen door het dorp tot de rand van de bebouwing. Over de huizen kan je zelfs de Middellandse Zee zien.


We stijgen verder naar het voetbalstadion, waar we op een bankje koffiepauze houden met uitzicht op Competa.


Hierna schrikken we, we komen op een stijgende weg die door een geblakerd landschap gaat. Later horen we dat hier op 29 juni 2014 een grote bosbrand heeft gewoed. 16 blusvliegtuigen en helikopters hebben met veel brandweerlieden de brand bestreden en een deel van Competa werd ontruimd.


Helaas werd een flinke oppervlakte in het natuurpark Sierra de Tejeda verwoest. Ze zijn nog steeds bezig verkoolde stammen weg te halen en jonge boompjes te planten, waarvan 10% de hete,droge zomer overleeft.  Toch bloeit er hier en daar al weer wat. Ik zie de prachtanjer


en de voor mij nieuwe Linaria aeroginea.


Dan mogen we over een klein paadje, die een grote lus van de bredere weg afsnijdt.


Als we die weg bereiken zijn we aan de grens van het afgebrande stuk. Een stel markeringspaaltjes ligt hier op een hoop. Goed dat er een gps bestaat.

We komen bij een pas (1130 m). Tot hier zullen we de route nogmaals lopen, want die is onderdeel van het driedaagse traject van de GR 249 die ook nog op het programma staat. Vanaf dit punt kunnen we naar een uitkijkhut op de Cerro Gavilan (1130 m) klimmen.  Op de pas bloeit de gaspeldoorn.


We volgen een leuk paadje dat naar de top leidt.


We zijn enigszins teleurgesteld als de hut omgeven blijkt door hoog hekwerk, waar het streng verboden is zich achter te begeven. Het bemoeilijk met maken van foto's ook. Daarom gaan we op enige afstand van de hut staan voor een topfoto.


Een mannetje zwarte roodstaart houdt ons hier gezelschap.


We dalen weer af naar de pas, waarna we  langs een prachtig paadje verder dalen.


We komen uit in Casa de la Mina (860 m). Hier staat een nog niet zo lang gesloten hotel-restaurant  en een herberg die het niet meer konden bolwerken.


Wij nuttigen hier de lunch. We lopen weer terug naar het paadje waar we afkwamen, maar vervolgen de weg, die eerst omhoog gaat en daarna daalt tot de Puerto del Collado (890 m).


Hier is ook weer de grens van de bosbrand. We kiezen voor de variant door een droge rivierbedding, maar van een pad is vooral door de bosbrand nauwelijks meer sprake. Een grote pol van een of ander kruiskruid fleurt de geblakerde bodem op.



Met de nodige acrobatiek komen we weer bij een weg uit die ons naar een betonweg naar Competa brengt. Door het aardige plaatsje lopen we naar ons onderkomen terug.



Op het bovenste dakterras genieten we een biertje.


Lilian kookt en tijdens het eten zijn we getuige van een fraaie zonsondergang.


Na het eten loungen we in onze knusse salon.


zaterdag 31 oktober 2015   Sedella - Competa   17,5 km   750 m stijgen   800 m dalen

We ontbijten weer op het terras,


Omdat de weersvooruitzichten voor de komende dagen onzeker zijn hebben we Joost gevraagd om onze eerste dag van de GR 249 vandaag te doen.


Met zijn auto brengt hij ons naar Sedella, terwijl we onderweg nog allerlei informatie krijgen. In Sedella volgen we meteen een pad dat naar een oude Romeinse legerbrug leidt.




Na deze brug is het spoorzoeken. We weten dat we omhoog moeten, maar de vage sporen  van geitenpaadjes gaan alle kanten op, Daarom vertrouw ik maar volledig op de gps-track die ik vanmorgen van Joost heb gekregen. Hier en daar staat een cistusroos te bloeien.


We komen bij een ruïne,


vanwaar we een terugblik op Sedella hebben.


Van een duidelijk spoor is hierna ook geen sprake. We zijn dan ook verrast opeens een markering tegen te komen.


Maar ook hierna moeten we ons door begroeiing en water worstelen.



Als we bij een irrigatiekanaaltje komen, krijgen we zicht op Salares waar we nu naar toe gaan.


Het kanaaltje volgen we korte tijd


en slaan dan af naar een pad dat ons naar een geitenboerderij brengt.


Hierna zijn we snel in Salares.


De beschreven route is hier niet te volgen omdat er een diepe geul in het dorp is gegraven om een overdekt waterafvoerkanaal te maken, wat voor op de foto te zien is.  Het is overigens een prachtig niet zo toeristisch dorpje dat een kerk op de plaats van de vroegere moskee heeft. Van de minaret uit de 13e eeuw heeft men een kerktoren gemaakt.



De straatjes worden steeds weer opgefleurd met de mooiste bloemen.


Salares is afgeleid van Sal (zout). Eeuwenlang is er in de buurt van Salares zout gewonnen. Via de Puente Arabe (Moorse brug) kon de winplaats in de Barranco de las Minas bereikt worden. Wij gaan ook over deze brug.


Over een klein paadje gaan we weer omhoog. Spoedig zien we Salares onder ons liggen.


Na nog een stuk klimmen komen we bij de ruïne van Casa de Haro, wat vroeger een bloeiend boerenbedrijf was.


Als we op het hoogste punt van de wandeling aankomen (859 m) zien we water reservoirs omgeven door hoog hekwerk. Achter dit hekwerk staat een groot bord, dat betreden van de grond en zwemmen in de reservoirs moet tegengaan.


Even verder bij een kleiner waterreservoir wijken we van de GR 249 af omdat die een stuk langs een asfaltweg gaat. Wij lopen nu over een prachtig dalend klein paadje.


Als we al een aardig stuk gelopen hebben is het pad afgesloten met stekeltakken en ijzerdraad. Omdat we geen zin hebben om terug te lopen, omzeilen we deze barrière. Even later stuiten we bij een ruïne op een tweede afzetting met borden die ons duidelijk maken dat we hier niet gewenst zijn.


Achter de voormalige oven fotografeer ik prachtige pijpbloemen (Aristolochia baetica).



Ook staan hier veel cactusvijgen.


We dalen steeds verder af tot we in het dal van de Rio Cajula komen.  Dit riviertje moeten we zes maal oversteken.


Ook komen er avocadoplantages voor. Diverse malen stoot ik mijn hoofd hard tegen deze vruchten.


Langs de oever staan bloemen uit de aronskelkfamilie met de bijzondere Nederlandse naam gekapperde kalfsvoet (Arisarum vulgare).


Ook andere vruchtbomen komen hier voor, waaronder de granaatappel, waarvan de vruchten als lampionnen aan de boom hangen.


Aan het eind van het dal passeren we een oude watermolen, gaan een brug over en gaan daarna een Romeins voetpad op om 160 m te klimmen naar de bovenkant van het dorp Canillas de Albaida.
Tijdens de klim ontwaren we een bidsprinkhaan tussen de begroeiing.


Als we bijna boven zijn zien we de kapel van Santa Anna als een afwerende vesting boven ons liggen.


Eenmaal bovengekomen ziet hij er vriendelijker uit.


De kapel is ontstaan als kluizenaarswoning. Het bouwwerk uit begin 16e eeuw heeft een Moorse bouwstijl. Het interieur vinden we een rommeltje.


De route verder naar Competa vergt geen inspanning meer en is niet onaardig. In Competa komen we uit bij de kapel van San Anton, ook ontstaan uit een kluizenaarswoning. Binnen staat een (palm)paasezel.


Lilian gaat nog wat inkopen doen voor het avondeten, terwijl ik alvast naar ons onderkomen ga om te douchen. Bij terugkomst fotografeert Lilian een stilleven van mijn uitgetrokken kleding.


Omdat we geen eettafel hebben, eten we op de bank, Om vlekken op de bank te voorkomen maken we gebruik van kranten bij wijze van tafelkleed.


Het was een mooie dag. De nacht verloopt onrustig. Grote groepen trekken luid krijsend door de straatjes tot diep in de nacht om Halloween te vieren.

zondag 1 november 2015   20 km   825 m stijgen en dalen

Voor deze dag hebben we gekozen voor wandeling  1 en 3. Door de bebouwing lopen we omhoog, In een buitenwijk kunnen we de beschrijving niet meer volgen. De naam van een villa en vervolgens een huisnummer kunnen we nergens vinden. Een bewoonster die de hond aan het uitlaten is wijst ons de juiste weg. Het vroegere al niet duidelijke pad is nu door de bosbrand helemaal niet meer zichtbaar en we werken ons tegen de geblakerde helling omhoog.


Een vrouwtje roodstaart voelt zich hier prima thuis.


Als we op hoogte zijn volgen we een vrij vlakke weg door de kale helling richting Canillas de Albeida. Na enige kilometers komen we in een gebied waar in 1993 een bosbrand was. Hier is het wat groener. Op een gegeven moment mogen we een paadje naar een olijfgaard in, waar we met zig-zags dalen.


We komen bij een irrigatiekanaaltje in een steile bergwand dat we dan volgen.


We hebben het gevoel weer op Madeira te lopen. Het kanaaltje komt uit in een reservoir bij Canillas de Albaida. We zien de ons al bekende Santa Annakapel voor ons liggen.


Vanaf hier lopen we een stuk hetzelfde als gisteren. In Canillas volgen we daarom niet de Romeinse weg naar lopen daar de plaats steil door het plaatsje naar beneden.


Beneden bekijken we nog de oude Romeinse brug, maar die ligt behoorlijk in de begroeiing. We volgen het beekdal van de Rio Cajula weer, maar nu stroomopwaarts.


Op een oleander zien we een parade van rode kevertjes.


We stijgen het dal weer uit tot een punt waar we gisteren van links kwamen en nu naar rechts gaan en licht dalend weer naar de rivier teruggaan.


Op 640 m hoogte steken we de rivier over en gaan daarna over brede steenslagwegen omhoog. Bij een olijfgaard zien we eindelijk een plek voor een verlate lunch.


Hierna volgt een nogal fantasieloze weg omhoog door bos. Op 860 m  mogen we een voetpad in, maar na luttele meters staan we bij een enorme brandgang. Een noodzakelijke voorzorgsmaatregel die doet denken aan een skiafdaling in de alpen.


Vervolgens is het dalende pad weer aangenaam. Langs ons pad staan ook jeneverbessen, maar van een andere soort dan in ons land. Het is de stekelige jeneverbes (Juniperus oxycedrus) met oranjebruine bessen.


Beneden gekomen  op 510 m steken we de rio de la Llanada de Turvilla over en stijgen weer naar de bovenkant van Canillas. We komen weer langs het kerkhof, waar  bij de graven veel bloemen staan i.v.m. Allerzielen.


Via de ons bekende route komen we weer in Competa, waar we deze avond uit eten gaan bij la taberna de Oscar.


Als we teruglopen regent het. Die nacht trek een zwaar onweer over, alweer een onrustige nacht.

maandag 2 november 2015   19 km  700 m stijgen  800 m dalen   Competa - Arcebuchal

We gaan Competa verlaten om het tweede traject van de GR 249 te lopen. Het eerste stuk tot aan de pas is bekend voor ons van de eerste loopdag. Alleen is het nu bewolkt. Zodra we het parque natural betreden, maakt een bord ons duidelijk dat we als hikers een streepje voor hebben.


Langs de weg liggen nog stapels dode dennen te wachten om versnipperd te worden,


Omdat het zondag is staat de grote versnippermachine aan de kant van de weg.


Hoe hoger we komen hoe kouder het wordt. We trekken alles aan. Bij de pas begint het dicht het dicht te trekken en even later regent het.


We gaan dit maal niet de pas over, maar lopen in dichte mist rond de Cerro Gavilan, die we de eerste dag beklommen. Gelukkig klaart het later even op en kunnen we volop genieten van de prachtige omgeving.


We lopen langs een oude handelsroute, waar de waar met muilezels werd vervoerd. Van de pleisterplaatsen zijn alleen nog ruïnes over. De de eerste houden een koffiepauze.


Als de volgende ruïne in zicht komt, zien we voor het eerst (en ook voor het laatst) herfstkleuren.


Bij de tweede ruïne (Venta Pradillos)


staat zelfs een wegwijzer.


Daarna gaat het weer bergop door een droge beekbedding.


We zien een verse afdruk van een Spaanse steenbok, maar hij laat zich niet zien.


Zo komen we op het hoogste punt van vandaag de Collado de los Hornillos (1212 m). We dalen nu honderden meters in een fraai landschap.



We lopen door hagen van bloeiende rozemarijn.


Beneden komen we uit op een onverharde weg. We passeren daarna tweemaal een stromend beekje.


Vervolgens lopen we kilometers lang een onverharde weg in de berghelling boven de kloof van de Rio Torrox.


Bij de Puerto de Paez  Blanca gaan we van het dal van de Rio Torrox af, komen weer langs een ruïne en volgen daarna een vrijwel droge beekbedding van de Barranco de Acebuchal.


Dat hier al duizenden jaren soms flink wat water doorstroomt is te zien aan sommige uitgesleten rotsdrempels.


 Tenslotte komen we in Arcebuchal, waar alleen bij de bar enig leven is. We krijgen te horen dat we onmiddellijk eten moeten bestellen  dat we dan kunnen meenemen. De keuken sluit om 16.00! We krijgen een sleutel van een woning, waar we heel content mee zijn.


's Avonds eten we het afgehaalde eten op dat meer is dan we op kunnen.


Het plaatsje bestond tot voor kort alleen uit ruïnes, maar is nu voorbeeldig gerestaureerd. 's Nachts kun er bij wijze van spreken een speld horen vallen en er is letterlijk geen hond te bekennen. Ook op onze wandelingen lopen we meestal in volkomen eenzaamheid.

dinsdag 3 november 2015   Arcebuchal   11,5 km 500 m stijgen en dalen

Het heeft de hele nacht geregend en het ziet er 's morgens niet naar uit dat het snel droog wordt. Gelukkig blijven we hier nog een dag, dus we wachten maar af. Veel zin om ons te laten natregenen hebben we niet. Zonder wifi is het moeilijk iets zinvols te doen (volgende keer een e-book meenemen!). Lilian vermaakt zich met puzzels.


Tegen twaalven begint het op te klaren en we spoeden ons naar de bar voor een maaltijd. Ze kijken heel raar dat we nu al willen eten, maar het is geen probleem. Als ze vragen of we brood bij het eten willen en dat bevestigend beantwoorden, krijgen we een heel zelfgebakken brood. Het grootste deel nemen we mee voor de avondmaaltijd. Daarna gaan we snel op stap voor een wandeling. We gaan omlaag en passeren een tweede deel van het dorp en gaan dan met een grote bocht naar het dal van de Rio Torrox toe. Het is duidelijk te zien dat het flink geregend heeft.


Even verder zien we diep beneden ons een Spaanse steenbok op een rots staan op een plek waar we hem helemaal niet verwachten. Het plaatje is er niet minder mooi op.


Na dit spektakel dalen we af naar de dalbodem en even later we voor de gerestaureerde voormalige elektriciteitscentrale (Fabrica de la Luz) van Competa. Met de toename van de welvaart en de vele elektrische apparaten kon de centrale niet meer aan de behoefte voldoen.


In een boom zingt een roodborstje een liedje voor ons.


We lopen weer terug tot we bij een minuscuul paadje komen dat de helling opgaat. De begroeiing bemoeilijkt het lopen tot we boven op de kam zijn en ook vrij uitzicht hebben.


Ook zie ik mij twee onbekende planten, Een fraai houtig viooltje waar ik de naam van Viola arborescens aan geef en we regelmatig tegenkomen


en een bloempje waar ik minder zeker ben van de naam, dat het meest lijkt op Arenaria pungens.


Hier hebben aan het eind van de vorige eeuw grote bosbranden gewoed. Dat zie je nog doordat er weinig en dan meestal nog jonge boompjes staan. We beginnen aan de omronding van de Cerro Verde (groene berg). Het paadje is erg smal en ligt in een steile helling.


Als we een hoek omgaan plotseling staan we oog in oog met een aantal vrouwtjes steenbokken, die direct op de vlucht slaan. Een weet ik nog op de plaat vast te leggen.


Uiteindelijk komen we uit op de Puerto Paez Blanca, vanwaar we weer dezelfde route als gisteren volgen naar ons onderkomen. Ons avondmaal bestaat voornamelijk uit brood van de lunch met de rest van het avondeten van gisteren. Wij vlijen ons vroeg in ons knusse kamertje.


Morgen weer een pittige dag.

woensdag 4 november 2015   Arcebuchal - Maro   21 km   765 m stijgen   1165 m dalen

We nemen afscheid van ons woninkje. Van de slaap/woonverdieping kon je dalend op een tussenverdieping. Achter de blauwe deur is de badkamer. Verder dalend kom je in keuken,


Waar aan de andere zijde de eettafel staat.
We lopen vandaag het laatste stuk van de GR 249. Lilian heeft een alternatieve aanlooproute in gedachten. We dalen eerst af naar het beekdal en gaan aan de andere zijde omhoog, waar we bij een soort kinderboerderij belanden, maar dan voor privédoeleinden. Het kleine paadje wat verder loopt gaat niet de goede kant op en om op onze route te komen zijn we genoodzaakt een zeer steile helling van los materiaal op te gaan. Met uiterste krachtsinspanning weet ik heelhuids boven te komen. We gaan verder omhoog en zien Arcebuchal beneden ons liggen.


Op een gegeven moment komen we in de bebouwing. Over het verdere stuk tot Frigiliana kunnen we kort zijn.  Wandelcorvee over verharde wegen en vaak veel verkeer. In Frigiliana zetten we ons neder op een bankje bij de kerk om koffie te drinken,


Natuurlijk kunnen we het niet laten ook binnen de kerk te gaan kijken.


Zoals in zoveel kerken hier zijn de beelden groot en zoals deze Mariabeelden fraai gekleed.



Een bijzonder schouwspel levert een glazen kist met maskers van heiligen.


Sommige bogen zijn beschilderd,



We moeten weer verder; de straatjes zijn ook hier pittoresk.



Sommige huizen hebben nog Moorse elementen.


We verlaten de plaats bij de oude suikerrietfabriek.


 De Moren introduceerden hier de suikerrietcultuur, maar  is dat tegenwoordig niet meer lonend. De gevel had vroeger fraai stucwerk met beschilderingen.


Wij dalen af naar de Rio Higueron en lopen op bedding stroomopwaarts. Hier en daar staat nog wat water en dat trekt vogels aan. Ik zou hier graag een tijdje willen spotten, maar moet het doen met een paar shots op te grote afstand. Het levert geen fraaie plaatjes op, maar de vogels zijn wel te herkennen. Blij ben ik met de Iberische gele kwikstaart, die te herkennen is aan de witte wenkbrouwstreep die bij het oog stopt.


Het andere vogeltje blijken er vier te zijn. Een vrouwtje zwarte roodstaart en drie geelgorzen die aan het drinken zijn.


Een stukje verder is een groot waterreservoir, waar werklieden bezig zijn met onderhoud.


Kort hierna verlaten we de dalbodem en gaan flink omhoog. Beneden ons zien we een kanaaltje dat als een slang langs de helling van de overkant loopt en het reservoir van water voorziet.


In de begroeiing zien we een oranje wasplaat fel oplichten.


Het is flink warm zonder een zuchtje wind, wat de stijging zwaar maakt. We zijn dan ook blij als we op hoogte zijn.


Daarna is het genieten van de bovenste plank.



Hier bloeit het groot wit zonneroosje uitbundig.


Tijdens onze lunchpauze onder een den lijken we uit op een forse plant, die mij onbekend is en druk wordt bezocht door bijen.


Als we verder gaan hebben we weer en verrassing op ons pad. Een mannetje Spaanse muurhagedis. De roodachtige kleur verraadt dat het paartijd is.



Dan zien we alweer een schoon bloemetje, die lijkt op een houtige spurriesoort, maar waar ik geen naam aan durf te geven.


We dalen nu af naar de Rio Chillar.


Beneden aangekomen is niet geheel duidelijk hoe het verder moet. we weten dat we stroomafwaarts aan de andere zijde omhoog moeten, waar het is hier een chaos van water, grote rotsblokken en begroeiing. Er zijn ook andere mensen die een doorgang zoeken. We lopen een paar maal vast en steken de rivier onnodig over.


Maar dan vinden het verdere verloop van de route.Dat wordt voor de laatste keer vandaag klimmen.
In de begroeiing zien we een peperboompje (Daphne gnidium).


Na deze laatste klim is het hoofdzakelijk afdalen. Na een recreatieterrein dalen we nog een uur over een zandweg door bos. Niet de mooiste manier van wandelen, maar nu de vermoeidheid toch wel is toegeslagen, een rustige cooling down.  In Mora aangekomen nemen we de bus naar Nerja, Van de bushalte is het een klein stukje lopen naar hostel Lorca, waar we gastvrij worden ontvangen.
Het ons aanbevolen restaurant is een schot in de roos, rustig, zeer vriendelijke bediening en heerlijk eten. We kijken terug op een dag, waar het grootste deel zeer fraai was.

donderdag 5 november 2015   Nerja - Mora

We ontbijten in de tuin van het hostel en gaan daarna Nerja verkennen. We lopen langs het strand


en door de plaats. ' s Middags gaan we naar Mora, eerst langs een ander deel van het strand en daarna omhoog richting verkeersweg. We lopen een stuk parallel aan een aquaduct.


We steken de verkeersweg over om de resten van een oude suikerrietfabriek te aanschouwen


en gaan weer terug naar de andere kant van de verkeersweg om de oude weg naar Mora te nemen.
Waar de weg over de Barranco de Maro gaat hebben achtereenvolgens zicht op de nieuwe verkeersweg, het aquaduct dat de suikerrietfabriek van water moest voorzien en de brug van de snelweg.


In Mora gaan we tijdelijk van de route af om de grotten van Nerja te bezoeken. We krijgen eerst een film over de vrij recente ontdekking van deze grotten en over de prehistorische bewoning en rotstekeningen (die liggen in een deel van de grot dat niet toegankelijk is). Daarna mag je met gids of op eigen houtje de grotten bekijken.  De afmetingen zijn respectabel, maar deze komt niet in de top drie van de vele grotten die ik in mijn leven heb bezocht,




Na dit bezoek maken we de wandeling door Mora af.  Aan het eind van de wandeling hebben we zicht op twee uitkijktorens, die vroeger de kust moesten beschermen.


Terug nemen we de bus. 's Avonds dineren we met live-music.
Overigens is ons programma een beetje in de war. We hadden vandaag de berg El Cielo willen beklimmen, maar omdat we dan 1500 meter moeten stijgen, leek ons dat wat te veel na de zware dag van gisteren. Morgen moeten we weer in Malaga zijn, dus hebben we geen volledige dag. We besluiten morgen toch een poging te wagen, wetende dat we de top niet zullen halen.

vrijdag 6 november 2015   El Cielo?   18 km   1000 m stijgen en dalen

We nemen weer de bus naar Maro. Even buiten Maro gaan we via een tunneltje de snelweg onderdoor. Het weggetje gaat later over in de vrijwel droge bedding van de Rio Sanguino. Deze ligt zo diep dat we de zon voorlopig niet zullen zien, wat het klimmen makkelijker maakt.



Als we een stuk hoger zijn hebben we zicht op de kust, maar ook dan lopen we nog in de schaduw van een bergflank.


In de begroeiing zien we een leeuwenbek staan (Antirrhinum barrelieri).

.
Dan komen bij de zoveelste ruïne aan.



We houden hier koffiepauze.  Als we verder gaan krijgen we El Cielo in zicht.


Hoewel we nu in de zon lopen is het met een aardig briesje goed uit te houden,


Steeds weer duiken er roodstaartjes op.


Hoe hoger we komen, hoe fraaier het uitzicht.


Tijdens de lunchpauze besluiten we dat het genoeg is voor vandaag. Wel met pijn in het hart, want we zijn nog niet moe en het weer is ideaal, maar we hebben nog een busrit naar Nerja en daarna een busrit naar Malaga voor de boeg als we weer beneden zijn.


Als we teruglopen zien we hoog boven ons op een rotsrichel een steenbok die aan het herkauwen is.


Halverwege de afdaling nemen we een alternatief dat Rick van hostel Lorca ons geschetst heeft. Het laatste stuk is zeer onduidelijk, maar hier biedt de gps weer uitkomst. We komen nog twee dames tegen die verdwaald zijn en die we hopelijk weer op het rechte spoor gebracht hebben.

Zie verder blog Malaga:

http://leendertreudlertalsma.blogspot.nl/2015/11/15-10-28-msp-malaga-en-bergwandelen-in.html