maandag 22 januari 2018

18-01-07-C Noordbrabants Museum

zondag, 7 januari 2018

Voor deze zondag hebben we het Brabants museum uitgekozen. Op deze plek stond een jezuïetenklooster. Prins Willem IV gaf opdracht het te verbouwen tot gouvernementspaleis. Dat heeft een paar eeuwen dienst gedaan, waarna het Brabants museum er zijn intrek heeft genomen. Nog niet zo lang geleden zijn er nieuwe vleugels bij gekomen die de binnentuin omsluiten. In het nieuwe gedeelte bekijken we eerst de tentoonstelling Loving Vincent. Voor deze film werd gedeeltelijk gebruik gemaakt van in de stijl van Van Gogh geschilderde frames. Dit gebeurde in een enorme hal in Wroclaw door 125 schilders. In vier jaar tijd resulteerde dat in bijna 67.000 schilderijen (frames). Moest iets bewegen, dan werd het frame vele malen overgeschilderd. Talloze frames zijn op de tentoonstelling te bekijken; hieronder een selectie.

Armin Roulin de zoon van postbode die de hoofdrol speelt.








Een andere tentoonstelling is die van Tim Walker. Hij maakte een aantal meer dan levensgrote foto's waarbij hij zich liet inspireren door De tuin der lusten van Jheronimus Bosch.






Ook zijn de attributen te zien die bij de foto's gebruikte.



Maar het meest boeit me de rest van het museum. we beginnen met de grafiek. De zaal is zeer ruim en er zijn nauwelijks bezoekers. Een paar voorbeelden:

Gezicht op 's 's-Hertogenbosch uit 1582. We zien hier o.a, het bleken van de was en het voorttrekken van een schuit.


Een detail uit een Franse atlas uit de tijd van Lodewijk  XV (1747). Dit vond ik leuk omdat we daar onlangs wandelden.


In de 15e eeuw was Heusden een welvarende stad, vooral doordat het tol hief op de Maas. Het behoorde toen nog tot het graafschap Holland. 's Hertogenbosch voelde zich bedreigd door de tolheffing en groef de meander waar Heusden aan lag door. Op deze kaart is de oude meander nog fraai te zien. Later is de Bergsche Maas gegraven, waardoor Heusden weer aan de rivier kwam te liggen. Bern (op deze kaart Beern) ligt nu boven de rivier.

Een gravure uit ca, 1550 De Boommens , waarbij een gedeelte uit de Tuin der lusten van Jheronimus Bosch is uitgebeeld.


Een getijdenboek uit de 2e helft van de 15e eeuw afkomstig uit het Bethaniënklooster te Arnhem. De voorstelling is het laatste oordeel en de opstanding der doden.


Bedelaars bij een huis, een ets van Rembrandt van Rijn uit 1648


Natuurlijk mag onze vogel van het jaar 2017 ook niet ontbreken. Uit Nederlandsche Vogelen (1770) De Hop.


Dan zijn er nog de wandtapijten, waarvan ik de Boerenbruiloft van Jan-Frans van der Borch uit 1750 (naar een voorstelling van David Teniers) heel fraai vind.


Middeleeuwse beelden zoals van een vrouwelijke heilige van de meester van Koudewater (ca, 1500)


of een piëta (tweede helft 15e eeuw), die ondanks beschadigingen door de beeldenstorm en houtworm nog veel beeldingskracht heeft.


Dan is er nog de beeldhouwkunst in steen. Een doedelzakspeler op een luchtboog van de Sint-Jan (eind 15e eeuw)


In de binnentuin staan nog moderne beelden van Guido Geelen.



We bekijken de voormalige statenzaal, die nu gehuurd kan worden voor bijeenkomsten. Vroeger was dit de kerk van het jezuïetenklooster.


Dan betreden we het gouvernementspaleis. Het heeft een aardig trappenhuis.


De vertrekken ademen nog grandeur uit.


Aan de wand hangt hier een vrolijk bloemen- en vruchtenstilleven van Jan Frans van Dael uit 1826.


Dat de bloemen en vruchten uit verschillende seizoenen komen kon de schilder niet deren.

Een schilderij dat ik geweldig vind is Landschap met molens van Jan Breughel de Oude uit 1614.
Hier onder enige details er van.





Nog een paar schilderijen die mij aanspraken.
Dienstmeisje bij de poelier van Petrus van Schendel (ca. 1836), prachtig kaarslicht.


De Winter van David Teniers de Jonge (1660-1665)


De jongen op de voorgrond is almanakken aan het verkopen.

Als laatste een detail uit De boerenbruiloft van Pieter Breughel de Jonge (1600-1625)


Een bezoek aan het Brabants Museum is de moeite meer dan waard!

woensdag 3 januari 2018

18-01-01-DNU Het Stoetwegenpad

maandag 1 januari 2018   11 km

Vanmiddag hebben we bezoek en omdat het redelijk weer is gaan we vroeg op pad om vanaf Driebergen-Zeist  het Stoetwegenpad te lopen. We beginnen met een wandeling  over de buitenplaats De Breul.  Het heeft prachtige waterpartijen. Het huidige landhuis stamt uit 1927, maar het landgoed wordt al in de 15e eeuw genoemd.



Hierna lopen we langs het landgoed Nieuw-Beerschoten, waar in het park achter het landhuis enorme flats zijn neergezet. Vlak erna zijn we weer in de natuur met leuke maar modderige en drassige paadjes,



Een grasdijk op het landgoed Schoonoord is wel heel erg zompig. Het 16e eeuwse landgoed is bij Zeist bebouwd met schoolgebouwen en het WNF-kantoor. Het landhuis is afgebroken,


Wat later lopen we langs het Landgoed Blikkenburg. Rond 1300 werd hier een ridderhofstad gebouwd. In 1672 werd deze door Franse troepen verwoest. Nu staat er een landhuis.


Het weiland dat we vervolgens moeten oversteken lijkt erg op een meer.


We krijgen het Landhuis Wulperhorst in zicht.


Het is vooral bekend als voormalige woning van Wibi Soerjadi. Het huidige gebouw stamt uit 1858, maar er was al veel eerder een landhuis. Om het huis zijn slingerende waterpartijen en er is een Canal Grande richting Kromme Rijn. Iets verder lunchen we op een bankje met zicht op het huis.


Gelukkig begint de zon steeds vaker door te komen.


Het landgoed liep vroeger tot de Kromme Rijn, tegenwoordig tot de spoorlijn, waar we met een tunneltje onderdoor gaan. Met moeite houden we de voeten droog.


 Bij de snelweg komen we bij de Kromme Rijn. Er volgt een mooi stukje tot het eind van Odijk.


Op een verrassende manier duiken we nogmaals onder de snelweg door.  Via het landgoed Rijnwijck, waarvan het landhuis in 1867 werd afgebroken, komen we weer terug op station Driebergen-Zeist.
De trein komt direct aanrijden, perfect. Dit klompenpad krijgt met beider instemming een ruime 8. Vrijwel geheel onverhard en afwisselend.

dinsdag 2 januari 2018

17-12-31-C Stadsmuseum Harderwijk en Huszár


zondag 31 december 2017

Omdat het nog steeds onaantrekkelijk weer is om te wandelen, zoeken we maar weer een museum uit. Het wordt het stadsmuseum Harderwijk, hoewel we dan maar weinig tijd hebben omdat de openingstijden op oudejaar zeer beperkt zijn. Door de regen lopen we van het station naar het centrum. Het museum bevindt zich in een rijksmonument dat eertijds een ruim patriciërshuis is geweest. Wij beginnen in een fraai gestucte zaal naar een opgenomen lezing over de Stijl te luisteren.


We kijken uit over een nu wat druilerige binnenplaats.



Waarom hier een Huszártentoonstelling. Om drie redenen: 1. het is honderd jaar geleden dat De Stijl werd opgericht, 2. Vilmos Huszár is met Piet Mondriaan, Theo van Doesburg, Bart van der Leck en Gerrit Rietveld een van de oprichters. 3. Vanaf 1930 tot aan zijn dood in 1960 woonde en werkte hij in Hierden en dat dorp behoort tot de gemeente Harderwijk. Hij werd in 1884 in Boedapest geboren. Verhuisde in 1904 naar München om daar verder te studeren en veranderde zijn naam Herz in Huszár. Later trouwde hij met de Nederlandse  freule Jeanne van TeylingenHij keerde trouwens al snel De Stijl de rug toe. De Stijl vond dat er alleen horizontale en verticale lijnen en primaire kleuren in een kunstobject mochten zijn. Huszár was een veelzijdig kunstenaar: behalve schilderijen ontwierp hij ook glas-in-lood, grafiek, sieraden en interieurs. Dat hij niet zo bekend is, komt  o.a. doordat hij in de oorlog tijdens depressieve buien veel van zijn vroegere werk vernietigde (hij was jood, maar wist wel uit handen van de Duitsers te blijven en was zelfs actief in het verzet) en daarna weer figuratief ging schilderen, maar wel bleef experimenteren. Hieronder enige van zijn werken.

1904. Mannetje bij schildersezel


1910 Meisjesportret van Charlotte Wibbina Egter van Wissekerke


1915 Scheepjes    lithografie    Hier experimenteert hij met de overgang van figuratief naar abstract.


1920 Huisjes in Spa


1924 Witte Hanglamp


1935 Danseres met kunstbloemen


1937 Liggende figuur    glas-in-lood


Eind 1945 overleed zijn vrouw. Hij kon niet meer rondkomen van eigen inkomsten en werd gesteund door vrienden. Hij had nu een huishoudster waar hij in 1953 mee trouwde.

1940 - 1949   Bruine vaas met dahlia's, ridderspoor en een chrysant


1947 - 1960   Stilleven met indiaanse pop


De laatste jaren  van zijn leven ging hij weer terug naar de Stijl.

1959


Er liggen ook sieraden.



Het museum is aardig groot en toont veel over de (visserij)geschiedenis van Harderwijk. Op de enorme zolders is een plek in geruimd voor de schipper, reder, visverwerker, ondernemer,  politicus en schilder Eiberd de Herder (1876 - 1950). Hij was een fel tegenstander van de afsluiting van de Zuiderzee. Hoewel hij een hoge dunk had van zijn schilderkunst doen zijn vele werken van vissersboten primitief aan.


Elders herinnert een maquette aan de internering van Belgische militairen tijdens de eerste wereldoorlog in een kamp bij Harderwijk.


Grappig is een oude foto die laat zien dat daar het frietkot niet ontbrak.


Het museum verhaalt ook over de grote stadsbrand van 31 juli 1503 toen Harderwijk op een enkel stenen gebouw na in de as werd gelegd. Daar kwam in 1512 nog een pestepidemie overheen. Wij worden gesommeerd het pand te verlaten. Vlak bij het museum staat nog en pand dat de grote brand heeft overleefd: het z.g. gotische huis dat nu een winkelpand is.


We hebben dan nog geen idee dat onze terugreis veel langer zal duren dan ons museumbezoek. Op het station blijkt dat er het eerste uur geen treinverkeer mogelijk is richting Amersfoort wegens een defecte trein. Dan maar omreizen via Zwolle. Maar daar blijkt dat er problemen zijn op het baanvak Zwolle - Deventer. Zo maken we een deel van de oudejaarsavond vol. Na het eten een carcassonnetje, Youp en daarna de kooi in, terwijl buiten een inferno losbreekt.