zondag 24 januari 2016

16-01-23-DNNh Noord-Hollandpad 's Graveland - Abcoude

zaterdag 23 januari 2016   22 km

Van Frits hebben we het boekje van het Noord-Hollandpad cadeau gekregen. Vandaag beginnen we aan een eerste traject. Met de trein naar Hilversum en vandaar met bus 105 naar 's Graveland. We zijn de hele rit de enige passagiers en stappen bij Halte Natuurmonumenten uit. Het ziet er nog winters uit. Het water op Schaep en Burgh is nog gedeeltelijk bevroren.


Wij moeten aan de overzijde van de 's Gravelandse Vaart zijn. Daarom lopen we een stukje terug om daar via de Klapbrug te komen.  Een hekje geeft ons toegang tot het weiland. We komen hier op het z.g. verlengde Bergse Pad, maar van een pad is geen sprake. Mensen zijn hier niet, maar wel honderden (duizenden?) kolganzen, die als we te dicht bijkomen opvliegen.


De zon is nog steeds in strijd met de mist. We zijn blij dat de ondergrond nog bevroren is, want er staat wel water op het land. Op het weiland naast ons, gescheiden door een sloot voelen de kolganzen (o.a. herkenbaar aan de witte band achter de snavel) zich blijkbaar wel veilig.


We passeren de midden-Wetering met een houten brug.




Verlande petgaten zijn weer opengegraven, zodat niet overal moerasbos ontstaat.


De nevels geven het landschap een sprookjesachtig aanzien.


In Ankeveen steken we de weg over en komen op het Bergse Pad, dat nu half verhard is.



Ook hier aan weerszijden veel water.


Plotseling eindigt het pad. Vroeger liep het door tot de kerk bij Nederhorst den Berg, maar door zandwinning is de Spiegelpolder een plas geworden die plaatselijk 45 m diep is en daarom in combinatie met het heldere water geliefd bij duikers.  Min of meer langs de rand van de plas gaat het zuidwaarts verder.



Aan de overzijde van de plas zien we de molen van Nederhorst den Berg liggen.


Over een brug bereiken we Nederhorst den Berg. Onder de brug wordt er op het ijs gekleumd.


Door de plaats die een geheel vormt met Overmeer bereiken we de Vecht.


We volgen een stukje jaagpad. Aan de overzijde staat een aalscholver in allerlei standen te poseren.


In het water zwemmen talloze kuifeenden.


In de Horstermeerpolder ernaast grazen vele grauwe ganzen.


We komen in Vreeland, een aardig dromerig plaatsje, waar de Vecht als gracht door heen gaat. De kerktoren dateert uit 1260. De plaats ontstond naast kasteel Vredelant dat de grens tussen het bisdom Utrecht en het graafschap Holland moest bewaken, net als kasteel Loenersloot en Kasteel Abcoude, waar we later vandaag langs lopen. Kasteel Vredelant is al vele eeuwen gelden gesloopt. Helaas staat de zon aan de verkeerde kant voor fraaie plaatjes.


We verlaten de Vecht en gaan richting Amsterdam-Rijnkanaal. Halverwege ploffen we neer op een bankje voor de lunch. Bij het kanaal aan gekomen, lopen we er een klein stukje langs om vervolgens via een lange trap op de brug er over te komen.


Gelijk met het kanaal steken we ook de spoorlijn over en zijn nu snel in Loenersloot aan de Angstel.


De Angstel was oorspronkelijk een zijtak van de Vecht.  Angstel werd vroeger Gein genoemd. Opvallend is het kasteel Loenersloot. De donjon werd in 1250 gebouwd. Via een ingang op de vierde verdieping was hij toegankelijk. Vroeger, toen er alleen de donjon stond, kon men alleen via een ladder binnenkomen, die bij onraad binnengetrokken kon worden. De verdiepingen onderling  zijn verbonden met trappen in de muren. Kasteel en park zijn toegankelijk.


Aan de Angstel zijn  vele buitens te bewonderen, zoals Valkenheining. De naam doet enigszins vreemd aan. Een admiraal Valckenier van de VOC keerde met zijn vrouw van Heijningen terug uit de Oost en liet hier in 1680 dit buiten bouwen. Het deed daarna vele malen dienst als burgemeesterswoning van Amsterdam.


Op het terrein bevinden zich o.a. een oranjerie en een theekoepel.


De zon is ondertussen aan het verdwijnen en donkere wolken jagen over ons heen.


Aan de overzijde van de Angstel bevindt zich de eveneens oude buitenplaats Vrederust.



Het buitenhuis is vastgebouwd aan de boerderij en in de overtuin staat een theekoepel.


Buitenplaats Geynwijk stamt eveneens uit de 17e eeuw en had een park van 2,5 ha. Helaas raakte het in de loop der tijden in verval en was voor de oorlog zelfs een melkfabriek. Het is tegenwoordig fraai gerestaureerd.


Het voorhuis is nog oorspronkelijk en het het souterrain bevindt zich nog een oude keuken.
In Baambrugge verlaten we de Angstel en lopen via een smal dijkje door het open land. Ook hier zijn kronkelende resten van riviertjes te ontdekken.


Vlak voor Abcoude bereiken we het riviertje de Winkel. Hier ligt ook een oude meander van de Angstel. In het land kunnen we de contouren van verhogingen en een slotgracht ontwaren. Hier lag slot Abcoude dat in 1268 het eerst werd genoemd, maar misschien wel veel ouder was.  Het raakte in verval en in 1848 verkocht de eigenaar de resten voor sloop. Wij gaan van de route af om ons naar het station te spoeden, een tippel van 1,5 km. Op het station blijkt dat de eerste trein richting Utrecht over ruim een half uur gaat en dat we dan in Breukelen moeten overstappen. Er rijdt net een trein naar Uitgeest binnen en we nemen het besluit die te nemen. Na luttele minuten zijn we in Bijlmer, waar de intercity naar Utrecht snel komt. Een tijdwinst van minstens een half uur!
Het was een mooie wandeling met drie maren: vanaf Nederhorst den Berg tot Abcoube is het asfalt stampen. Het mag dan het Noord-Hollandpad zijn, maar dit hele asfalttraject lag in Utrecht. Verder is het traject Loenersloot - Baambrugge een drukke autoweg zonder voetgangersfaciliteiten.

dinsdag 19 januari 2016

16-01-17-DNG Winterse wandeling rond Gaanderen

zondag 17 januari 2016  12,4 km (+ 1,5 km)

Na vele dage regen nu wat vorst en wat zon. We gaan de benen strekken en hebben de Groene Wissel bij Gaanderen uitgekozen. Het boemeltje van Arriva brengt ons er naar toe. Het is gedeeltelijk bekend terrein. Meer dan 20 jaar geleden liep ik met Frits de wandeling Oude IJssel uit voetwijzer 8 en ook het Pieterpad en het Graafschappad zullen we tegenkomen. Van het station lopen we noordwaarts de bebouwde kom in. We lopen om de neogotische kerk.


Hier stond eens een waterstaatskerk. Daarna bouwde men de pastorie (met trapgevel). Vervolgens werd een toren bij de kerk gebouwd. Toen de kerk te klein werd, ging deze tegen de vlakte. De toren bleef staan en een nieuwe kerk werd tegen de toren aangebouwd.
Buiten de plaats lopen we langs de Bielheimerbeek. Het is tegenwoordig een zielloze afvoergoot met stuwen.


In de middeleeuwen moet het een idyllisch stroompje geweest zijn tot het klooster Bethlehem (ook wel Bielheim genoemd) een eigen watermolen wilde hebben en de beek te weinig water leverde. Men maakte een verbinding met de Slinge, die sindsdien in een Boven- en Benedenslinge werd verdeeld.
We passeren een bevroren plasje omzoomd door rietsigaren.


Hierna lopen we een stuk langs de Benedenslinge. Op stukken waar de zon kan komen is het soms behoorlijk pruttig. De schaduwstukken blijven gelukkig bevroren.


Zoals op veel plaatsen in de Achterhoek is hier het coulisselandschap volop aanwezig.


Ook hier is aan natuurontwikkeling gedaan. Een oude meander van de Bielheimerbeek is weer opengegraven en stromend gemaakt. Met een brugje gaan we er over.


In de oeverbegroeiing staat de gele kornoelje al volop te bloeien.



Met onze rug tegen de begroeiing en recht in de zon is het aangenaam lunchen.
Uiteindelijk stroomt het water via een vistrap in de gekanaliseerde Bielheimerbeek.


Het vervolg van de meander is gedeeltelijk verland en stroomt niet meer.


Ook de elzenkatjes zitten al vol stuifmeel.


Nu mogen we verder langs de gekanaliseerde Bielheimerbeek.


Aan het eind van de wandeling is nog een landschappelijk fraai stukje landschap.


We beklimmen een stuifduinenrij, die in de laatste ijstijd langs de Oude IJssel is ontstaan.


We zijn te vroeg op het station ( de trein gaat maar eens per uur) dus lopen we naar de Akkermansbeek om zo ons lijf warm te houden. Het was een aardige wandeling.

zaterdag 2 januari 2016

15-12-28- DD Eindejaarswandelen vanuit Boppard

maandag 28 december 2015   Rheinburgenweg   Rhens - Boppard en Bad Salzig - Boppard
                                                  17 km 700 m stijgen en dalen

We hebben dit jaar Boppard uitgekozen om weer twee dagtrajecten van de Rheinburgenweg te lopen. De overige drie dagen zien we wel wat  we doen, de wandelmogelijkheden zijn legio. Om even voor elven zijn we in Rhens. Het is erg mistig, maar de schoonheid van dit middeleeuwse stadje ontgaat ons niet.




Een hedendaagse bron is aardig vormgegeven.


Als we het plaatsje verlaten hebben stijgen we door het bos omhoog.


Op veel plaatsen staat het stinkend nieskruid te bloeien,


Een houtzwam weet een houtstapel te waarderen.


Mist heeft zo zijn eigen charme.



Maar dan komt de zon toch door en hebben we een ontmoeting met een bijzonder heerschap.


Bij Gedeonseck hebben we uitzicht over de Rijnmeander.


We kunnen Boppard nu zien liggen met zijn kerken en burcht.


De afdaling naar Boppard verloopt over een fraaie rotsgraat. Minder fraai is dat men gemeend heeft hier een stoeltjeslift te moeten aanleggen. Overal zien we planten bloeien zoals anjers


en fijnstraal.


In Boppard nemen we de trein naar Bad Salzig. Omdat die trein maar eens per uur gaat, hoeven we zo aan het eind van de wandeling in ieder geval niet op het station staan kleumen. In Bad Salzig klimmen we weer omhoog naar het plateau om daarna nogmaals naar Boppard te wandelen. Aan de overzijde van de Rijn liggen twee burchten de z.g. feindlichen Brueder.


Links Burg Sterrenberg reeds in 1034 vermeld


en rechts Burg Liebenstein oorspronkelijk in de 13 e eeuw als voorburcht voor Burg Sterrenberg gebouwd.


Later komen we bij een uitzichtpunt dat der Thonet-Tempel heet.

-
De ontwerper van de bekende Thonet-stoelen woonde in Boppard. Zijn bedrijfje ging failliet, maar een tweede poging in Wenen werd een overtuigend succes.
Hier besluiten we een stukje alternatieve route te lopen. We komen bij een vervallen hutje waar zich het een en ander heeft afgespeeld. Op 14 februari 1962 overviel een bende onder leiding van de gangster Dieter Freese


een bank in Winningen bij Koblenz, waarbij ook een dode te betreuren viel. Al snel wist de politie de schuilplaats (het hutje) te lokaliseren, maar ondanks een enorme politiemacht wist hij toch te ontsnappen. Drie weken duurde de klopjacht voordat hij gevonden werd in een sneeuwhol 100 m voor de Tsjechische grens. Hij dacht al in Tsjechië te zijn. Was hij werkelijk de grens overgestoken dan was hij waarschijnlijk voorgoed ontkomen. Nu kreeg hij levenslang.
Toch lijkt het of er weer een Verbrecher zich hier heeft genesteld.


Het begint al donker te worden al we afdalen naar Boppard. In het duister zien we maagdenpalm bloeien.


In Boppard hebben we ons onderkomen in het centrum snel gevonden. Op het aan gegeven adres is een grote winkel waar ze stoffen verkopen, De chef wordt geroepen. Een oudere man brengt ons buiten om naar een tuinhek dat met een sleutel geopend moet worden. Volgende sleutel voor de voordeur. Dan in het trappenhuis een verdieping hoger. Derde sleutel voor de deur van ons appartement. We mogen niet klagen. Een zee van ruimte: hal met ruime gang, badkamer, eetkeuken, woonkamer en twee slaapkamers, alles van ouderwets grote afmeting, flatscreen en wifi ontbreken niet en alles voorverwarmd.  Slaapruimte voor 8 volwassenen en 1 kind. Mag het een onsje minder zijn? Lilian gaat meteen boodschappen doen. Na de maaltijd met een wijntje bereiden we ons voor op de dag van morgen.

dinsdag 29 december 2015   Rheinburgenweg   Sankt Goar - Bad Salzig
                                                20,5 km   960 m stijgen   975 m dalen

We treinen deze morgen naar Sankt Goar, waar we meteen omhoog gaan om de Rheinburgenweg op te pakken. We werpen nog wel enige blikken op de oude huizen hier.



We lopen langs de stadsmuur aan de bergzijde. Hier vinden we enige apparaten voor de warming-up.


Vorig jaar liepen we dit stukje ook al, maar zijn vergeten dat we dat deden om de afstand van vandaag wat korter te kunnen maken. We komen weer bij enorme Burg Rheinfels, die al lekker in de zon ligt.


Als we verder gaan zien we wat meer van de burcht.


Er volgt een steile glibberige afdaling naar de Gruendelbach. Hier staat ook een watermolen.


Aan de andere zijde van het dal gaat het weer flink omhoog en zien we nogmaals de Burg Rheinfels goed liggen.



We lopen nu in de steile helling langs de Rijn. Vaak zijn er staalkabels aangebracht, maar soms is de hoogte ervan voor lilliputters.


Aan de overzijde van de Rijn hebben we een mooi zicht op Burg Maus uit de 14e eeuw, gesticht door een bisschop uit Trier die er de naam Peterseck aan gaf.



Zijn huidige naam kreeg hij van de bewoners van  de nabijgelegen Burg Katz.
Wij kunnen verder genieten van paddenstoelen


en prachtige zonnige paadjes.


Aan de overkant is nu het dorpje Wellmich te zien, waarboven Burg Maus ligt.


Op het plateau liggen veel boomgaarden, maar er is niemand die er nog naar omkijkt. Door de zachte winter hangen er aan sommige bomen nog veel appels.



We lopen langs het dorpje Holzfeld en krijgen daarna Hirzenach in zicht.


Volgens onze gegevens zouden we hier helemaal tot beneden moeten afdalen, maar de route is blijkbaar verlegd. Via verlaten en overgroeide wijnterrassen gaat het omhoog


Hierna gaat het via een rotsgraat verder omhoog om later het dal van de Patelsbach over te steken. We blijven de plateaurand volgen tot we bij het dorp Weiler weer een routewijziging krijgen. We dalen af door het dal van de Ziehbach, maar op een gegeven moment mogen we er recht tegen de helling weer uitklimmen over los gesteente. Gelukkig  komen we nog op tijd aan voor onze trein in Bad Salzig. Het was een schitterende route. We zijn wel moe, maar voldaan. In Boppard gaan we eerst nog naar de REWE-supermarkt voor inkopen. Nu ons traject van de Rheinburgenweg er op zit, gaan we broeden op de mogelijkheden voor de komende dagen.

woensdag 30 december 2015   Oppenhausen:  Traumschleife Ehrbachklamm en Schoeneckschleife
                                                  17 km   840 m stijgen en dalen

In onze woonkamer "mit Couchlandschaft" bevindt zich veel (wandel)documentatie. Hier vinden we ook een wandeling in de buurt die door het "Deutsche Wander Institut"  de hoogste "Bewertung" van heel Duitsland gekregen heeft. Hiertoe gaan we met de Hunsrueckbahn naar Buchholz. Het is de steilste spoorlijn van Duitsland en kan nog net zonder tandrad. De entourage met tunnels en een hoog viaduct is van Zwitserse allure. In Buchholz stappen we over op een busje naar Oppenhausen. De chauffeur brengt ons zelfs naar het begin van de wandeling. Eerst lopen we nog op het plateau met veel fruitbomen met mistletoe.


Spoedig zijn we in het natuurgebied en lopen we over rotspartijen naar de Beulslay.


 Langzaam dalen we af naar het Ehrbachtal tot we uitkomen bij de Eckmuehle.


Stroomopwaarts vervolgen we het dal.


Hoewel de zon nu volop schijnt merken we hier er weinig van omdat de wanden hoog oprijzen.


We passeren een heuse waterval.


Dan mogen weer een stuk over de rotsen het dal uitklimmen.



We komen op een punt met de naam Schoeneckblick, omdat we hier op afstand Schloss Schoeneck uit 1200 kunnen zien.



Hierna dalen we weer langzaam af naar het Ehrbachtal


tot we bij de Daubisbergermuehle uitkomen. Deze heeft een eigen kapel


en ook het waterrad is nog aanwezig.


Wat verder passeren we een middeleeuwse leisteengroeve, die tegenwoordig voor vleermuizen is gereserveerd.


Om bij Schloss Schoeneck te komen moeten we een ingewikkelde route volgen. Eerst omhoog, dan om het kasteel heen en via een steile rots via haken afdalen en weer verder om het kasteel heen tot we bij de oprijlaan naar de burcht komen. Het is al ruim lunchtijd, dus gaan we eerst op een bankje in de zon zitten.


Boven ons zijn de woongebouwen, die hoogstens een paar honderd jaar oud zijn, maar torens, kelder en muren zijn wel oud.


Op het kasteelterrein is verder niet zoveel te zien. Een rijk versierde poort valt nog wel op.


Op het terrein staat zelfs nog een biologische boerderij en de winterjasmijn bloeit mooi.


We gaan weer verder en omhoog. We komen bij de Schwedenschanze waar in 1632 de protestantse Zweedse troepen een poging deden Schoeneck te veroveren op de bisschop van Trier. Dit mislukte jammerlijk. Het uitzicht op Schoeneck is hier fraai.


Vlak bij de plaats Hueringen staat een enorm bijenhotel


en wordt onze wandeling aangeprezen.


We lopen weer een stuk hoog over het plateau, terwijl het licht al minder wordt.


Als we bij de Erbachklam aankomen volgt nog een zeer fraai stuk met veel uitzichtrotsen. De fraaiste is de Peterslay,


waar we een schitterend uitzicht hebben over de ruïne van Burg Rauschenberg uit 1332 ook gesticht door een bisschop uit Trier.


Door het bos lopen we terug naar Oppenhausen. Een groot deel van het bos blijkt een kinderspeelterrein. Er hangen ook veel heksenpoppetjes.


Het busje met dezelfde chauffeur als vanmorgen brengt ons keurig op tijd naar het station, waar de Hunsrueckbahn ons verder vervoert.


Het was inderdaad een prachtige wandeling.

donderdag 31 december 2015   Hunsrueckbahnwanderweg   Emmelshausen - Boppard
                                                     18 km   575 m stijgen   1025 m dalen

We hebben besloten de Hunrueckbahnwanderweg te lopen. We kunnen dan het hele traject van de spoorlijn afleggen ( wat maar een klein deel is van de oorspronkelijke lengte tot Simmern). Op het perron staat onze trein al aan, die over een paar minuten zal vertrekken. Wij zijn de enige levende zielen hier. Dan verschijnt er een man die vraagt of we met de trein willen. Hij zegt dat alle machinisten zich hebben ziek gemeld en dat hij een taxibusje rijdt. Dubbele pech. Geen mooie treinrit en straks geen plaatjes van de trein op het traject. Zo krijgen we een privé-taxirit naar Emmelshausen. We moeten wel naar alle tussengelegen stationnetjes, maar daar is geen hond. Onze chauffeur werkt bij BOMAG in Buchholz, een grote onderneming in wegenbouwmachines. In het weekend is hij oproep taxichauffeur.  In Emmelshausen kunnen we de benen strekken. De route is goed gemarkeerd.


Hoewel de eerste kilometers wat tegenvallen, wordt het spoedig beter. We lopen vaak met zicht op de spoorbaan.



In het mos zien we bijzonder gevormde paddenstoel.


Even later passeren we een fraai gesneden uil.


Bij Buchholz volgt nog een minder fraai stuk langs een industrieterrein, maar daarna is het alleen maar genieten. Als er een schuilhutje verschijnt houden we een wat verlate lunch. Hier hebben een mooi uitzicht op het Hubertus-viadukt.


In het hutje hangen oude foto's van de aanleg van de spoorlijn.




We dalen nu een flink stuk af en lopen onder het Hubertus-viadukt door.


Dan gaat het stevig omhoog om op de uitzichtrotsen  te komen. Hier hebben we zicht op Boppard


en de meander van de Rijn.


Beneden gekomen zien we het treintje staan dat ons vanmorgen in de steek liet.


Voor het donker wordt willen we nog wat van Boppard zien. We lopen een stadswandeling en gaan eerst de Karmeliter Kirche binnen.  Deze kloosterkerk werd omstreeks 1320 gebouwd en bezit zeer veel bezienswaardigheden. Toen het klooster door Napoleon opgeheven werd, verkocht de stad Boppard het orgel en alle 15e eeuwse glas-in-loodramen. Die zijn nu in diverse musea in Europa en de VS te zien. Aan een van de wanden hangt een 14e eeuwse stenen preekstoel.


Er omheen bevinden zich fresco's uit 1407 over de Alexiuslegende.


De eiken koorbanken uit 1460 zijn zeer rijk gesneden.




Ook de gewelven zijn fraai beschilderd.




De orgelgalerij is ook rijk versierd,


Beelden uit de 15e eeuw afkomstig van het kerkhof, die tezamen een  olijfberggroep vormen.




Dit zijn maar en paar voorbeelden van de vele kunstwerken hier, maar ik moet mij beperken. We wandelen naar de St. Severuskirche.


Het is de derde kerk op deze plaats. In de Romeinse tijd lag er in Boppard een belangrijk castellum, waar nog imposante resten van bewaard gebleven zijn. Nadat de Romeinen verdwenen waren, werd binnen de ommuring van het castellum een veilige woonplaats gevonden. Het voormalige Romeinse badhuis werd in de 6e eeuw omgebouwd tot kerk.


In het sleutelgatvormige gedeelte aan de achterzijde werd gepreekt en op de voorgrond het doopbekken. Beide zijn bij recente restauraties vrijgelegd. Het doopbekken dat nu dus onder vloer ligt is 2010 voor bezoekers toegankelijk gemaakt.


Ook zijn diverse grafstenen gevonden uit de 5e en 6e eeuw.


De tekst luidt: Hier rusten in vrede de gezegende diaken Besontio en zijn nicht, het gezegende meisje Justiciola. Het meisje Justiciola stierf op de achtste en de diaken Besontio op de zeven de dag voor de kalender van april (d.w.z. 25 en 26 maart).

De huidige kerk is laat-romaans. De torens zijn het oudste. De kerk heeft nog 5 middeleeuwse luidklokken. Slechts 1 historische klok werd omgesmolten voor de oorlogsindustrie.  De kerk is waarschijnlijk in 1237 ingewijd en heeft z.g. spingewelven met 16 ribben.


In het koor hangt een groot triomfkruis uit 1220.


De kerk had tot 1892 nog zijn oorspronkelijke muurschilderingen. Deze werden in dat jaar op ondeskundige wijze overgeschilderd. Bij de laatste restauraties bleken ze niet meer te herstellen. Men heeft ze van de muur afgehaald en in een atelier voorzichtig weer te voorschijn gebracht. Later heeft men kopieën hiervan weer op de muren aangebracht. Zo zijn er wandschilderingen over het leven van de heilige Severus boven arcaden aangebracht.


 Tussen de bogen ziet men Severus aan het weefgetouw.


Hieronder de laatste afbeelding met de tekst: in uw handen beveel ik mijn geest.


In een zijbeuk bevindt zich een indrukwekkende muurschildering van het martelaarschap van de 10.000 gelovigen op de berg Ararat.




Ook aan de buitenkant van de kerk is een veelheid aan beeldhouwwerk te bewonderen.




Hier moet ik het maar bij laten. We lopen nog langs de Alte Burg uit 1200,


het Ritter Schwalbachhaus uit de 15e eeuw


 en de Binger stadspoort.


Oudjaar vieren we op een door ons gewenste rustige wijze. Dat verhindert niet dat we tussen 12.00 en 12.30 vergast worden op een oorverdovend knalfestijn, maar daarna is het ook echt rustig. Ordnung muss sein!

vrijdag 1 januari 2016   Traumschleife Marienberg   11,5 km  420 m stijgen en dalen

Van onze verhuurder mogen we het appartement tot ons vertrek nog gebruiken, zodat we 's morgens nog een wandeling kunnen maken zonder al te veel bepakking. De keuze is gevallen op de Traumschleife Marienberg, genoemd naar het in de 12e eeuw gestichte klooster voor benedictinessen.  In 1738 ging het bij een grote brand vrijwel geheel verloren, maar werd in barokstijl herbouwd. Lang hebben ze er niet kunnen profiteren, want de Fransen verjoegen de kloosterlingen in 1795 en braken de kerk af, Voor de overige gebouwen volgde de lange reeks bestemmingen en eigenaren. Het was weer klooster, spinnerij, opleidingsinstituut van de nazi's. Het meest succesvol was een koudwaterkuuroord, waarvoor een prachtig park werd aangelegd. Tegenwoordig staan de gebouwen leeg en is het plan ze te verbouwen tot woningen. Wij lopen door het park omhoog en volgen later een paadje langs de Bruder-Michels-Bach, waarbij we bij de ontzuringsinstallatie komen, die waarschijnlijk bij het kuuroord hoorde.



Wij gaan verder omhoog tot plateauhoogte, waarna we golvend door het wat druilerige landschap gaan.

Als we via een bruggetje een beekje moeten passeren, blijkt deze bijna versplinterd door een omgevallen boom.


Bij Buchenau gaan we een rotskam op op tot we bij het uitzichtpunt Puetzblick komen, waar we onze laatste koffiestop in deze vakantie houden.


Weer een stuk verder komen bij het Forsthaus Buchenau. In de 19e eeuw moesten de bewoners met een handkar water naar hun woning brengen. In 1869 werd met behulp van een wichelroede water in de omgeving van het Forsthaus gevonden, waarna de "Brunnenstube" overkluisd werd.


We lopen naar de Rijn toe, waar we in de helling steeds op en neer lopen. Het uitzicht op de Feindliche Brueder ziet er nu heel anders uit.


Na een tijdje gaan we van de route af om een stuk niet dubbel te lopen. De weidsheid van het plateau heeft ook zijn charme.


Op een gegeven moment breekt zelfs de zon goed door. Weer bij de plateaurand aangekomen dalen we met vele zig-zags naar Boppard af.  Voor de laatste maal naar ons  (te) ruime onderkomen,


Waar we in de keuken laat, maar warm lunchen.


Daarna lopen we naar het station en werpen we nog een laatste blik op de eeuwenoude woningen.

Een stukje langs de stadsmuur van de oostelijke stadsuitbreiding,



 tot de stadsmuur overgaat in die van het castellum. Het castellum was 308 bij 154 m groot, de omvang van de aanvankelijke stad.


De foto is genomen vanaf de plek met de rode stip. De resten van twee torens zijn duidelijk herkenbaar.


Het castellum had twee in twee poorten, een oostelijke (rode lijn rechts) en een westelijke (rode lijn links). De voorlaatste rode lijn geeft het badhuis aan, waar later de St Severuskerk ontstond.
Bij het station staat nog een toren van de westelijke stadsuitbreiding, de z.g. Saeuerlingsturm. Door de aanleg van de spoorlijnen  moest een deel van de stadsmuur verdwijnen. Ook deze toren stond in de weg. Men besloot dat deze toren behouden moest blijven en werd daarom een stukje verplaatst. Dat was een kostbare operatie. Om toch nog enige baat van deze operatie te hebben, werd hij in gebruik genomen als watertoren voor de stoomlocomotieven. Tegenwoordig zit op de begane grond een wijnbar en er boven worden drie vakantieappartementen verhuurd (30 EURO per dag).


Wij stappen in de trein en zijn na de nodige overstappen om half acht thuis. Een geslaagde vakantie.