vrijdag 10 juli 2009

09-07-04-MFr Wandeltochten vanuit St.Etienne de Tinée


zaterdag 4 juli 2009 

We pakken alles wat we niet nodig hebben in een vuilniszak en deponeren die in een kast in de keuken. Daarna lopen we met de rest naar het centrum via de hoofdstraat. De gevels hebben hier prachtige pasteltinten.




Bij de bakker kopen we nog wat lekkers voor bij de koffie en dan lopen bij de kabelbaan de berg omhoog. Gelukkig in het bos, want is nog steeds heet en de zon brand onbarmhartig. Langs het pad kunnen we steeds genieten van de bloemenpracht; alles staat er fris bij door de veelvuldige onweersbuien. Dit keer knip ik een zwarte toorts.




Na 500 m klimmen op een plek met uitzicht houden we onze koffie pauze, waardij we de cabines van de lift steeds voorbij zien gaan.



Hierna is het nog een paar honderd meter naar het eindstation van de kabelbaan op 1753 m. We gaan nu via een andere meer open route terug. Ook hier weer veel bloemen en vlinders. Op de foto's een witte vorm van de gevlekte orchis die je niet zoveel ziet,




st. jacobsvlinder op bolrapunzel




en Lasiommata maera adrasta.




Teruggekomen halen we eerst onze spullen op in de gîte en prikken daarna ons tentje op de camping, die er keurig verzorgd uitziet met ruime plekken. Die avond eten we op een terrasje in het centrum.

zondag 5 juli 2009 

We starten deze morgen voor een tocht van drie dagen. Bij de receptie van de camping geven we alle
overbodige spullen af en van hier gaan we recht omhoog en hopen 1400 m hoger bij de Refuge de Rabuons uit te komen. Hoewel het weer flink warm is, gaat het stijgen door het lariksbos niet slecht. Op 2400 m hoogte komen we op de Chemin de l'Énergie. Het is een lang pad dat zo vlak mogelijk verloopt en dus de contouren van de berghelling volgt. Het zijn de resten van megalomaan project om de regio energieonafhankelijk te maken. Na al vele kunstwerken en gebouwen te hebben aangelegd werd het afgeblazen. Wij volgen het laatste stuk van dit pad, dat we morgen in omgekeerde richting weer volgen, maar dan helemaal uitlopen. Op de foto zijn boven het hoofd van Lilian twee van de vele tunnels te zien, rechtsboven haar één van de gebouwen van het project en helemaal rechts op de kam de berghut.



Het is hier aangenaam lopen met volop uitzicht,



 bloemen



en tunnels.



Bij het gebouw van de elektriciteitsmaatschappij begint de sneeuw net te smelten en verschijnen er massaal Soldanella.




Het is nu nog maar een klein stukje klimmen naar de hut, die idyllisch boven een groot meer en een aantal kleine meertjes ligt.



We eten er soep en lopen wat rond in de omgeving. Er zijn veel vissers langs de oever van het meer. Na een tijdje vleien we ons meer in het gras om even weg te dromen.




Regen brengt ons weer tot de realiteit.

maandag 6 juli 2009 



Het is weer een stralende morgen. Onder ons lokt de Chemin de l' Énergie die we vandaag helemaal
hopen te lopen. Links van Lilians voeten is mooi te zien hoe hij met tunnels door de rotsen loopt.



Dit is puur genieten. Plotseling wordt de stilte verstoort door het aan en afvliegen van helikopters.



Als er één vlak voor ons blijft hangen blijkt wat er aan de hand is: Manschappen en materieel wordt uitgeladen om het pad weer goed begaanbaar te maken voor het toeristenseizoen. Even verderop blijkt het pad geheel verdwenen onder de sneeuw en omdat de helling vrij steil is en de sneeuw hard, dalen we eerst een stuk af naar een iets minder steil stuk en na drie sneeuwvelden gepasseerd te zijn klauteren we moeizaam omhoog. Boven een meertje puffen we even uit.



Er volgen nog meer verassingen. We komen nu in een lange tunnel, waardoor er in het middenstuk geen daglicht meer komt.



Tot onze verbazing is de uitgang van de tunnel gebarricadeerd met een grote hoop stenen, die daar deze winter naar beneden zijn gekomen. Dat betekent dat we er over moeten klimmen.



Aan de buitenzijde is het oppassen, want de stenen liggen aan de rand van een immense afgrond.



Niet veel later arriveren we bij een complex van de elektriciteitsmaatschappij met een enorme pluviometer.



Ook hier zijn twee mannen door een helikopter afgezet; één sjouwt met een deur de ander doet de vaat, die na een winter wel enigszins verstoft zal zijn. Wij vleien ons iets verder in het gras voor de koffie met meertjes en kabbelende beekjes aan onze voeten.



Langs het pad zijn nog steeds de overblijfselen van de voormalige energievoorziening te zien.



De twee mannen die we vlak voor de koffiepauze gezien hebben halen ons in en waarschuwen ons dat we nog twee gevaarlijke couloirs gevuld met sneeuw moeten passeren. Als we bij de eerste couloir aankomen zijn ze druk bezig treetjes in de sneeuw voor ons aan het stampen en bij het tweede couloir gaat één van de mannen aan de overkant staan om Lilian op te vangen. Even verder zijn ze aan het pad bezig met een mini graafmachine annex shovel, die ook per helikopter is neergelaten.



Niet veel later zijn we aan het eind van de Energieweg en mogen we weer flink omhoog. Op een pas lunchen we met het Lac des Barbarottes onder ons.




We genieten weer van ons gebruikelijke brood met Franse kaas en tomaat met kruiden.




Tijdens de afdaling is de helling rood gekleurd door de alpenroosjes.



De sneeuw is hier pas gesmolten, wat o.a. te zien is aan de bloeiende gletsjerranonkels.



Er liggen hier een reeks meertjes die allemaal iets in hoogte verschillen de z.g. Lacs deVens.




Het hoogteverschil wordt soms door het water overbrugd met een fraaie waterval.




We genieten van de enorme bloemenpracht. we zien b.v. de vlierorchis



en de vuurlelie.



Na vele uren lopen zien we de refuge de Vens boven het meer opdoemen.



Bij de hut verkennen we nog de omgeving, waar erg veel sneeuw ligt. Als de zon bijna ondergaat hebben we vanaf de hut een mooi gezicht over het meer.



dinsdag 7 juli 2009 

De volgende morgen is het weer prachtig weer, maar door de heldere nacht is het flink fris. We klimmen omhoog naar de Collet de Tortisse op 2591 m. Op de helling staan fraaie rotsformaties.



In één bevindt zich zelf een complete doorgang.




Achterom kijkend hebben we nog een mooie terugblik op de hut boven het meer.



Na de Collet gaan we naar de Col de Fer. Rond deze pas liggen nog enorme hoeveelheden sneeuw.



Het volgen van het normale pad naar beneden is levensgevaarlijk dus zoeken we een alternatieve route. We dalen 350 m af en slaan dan af om weer ruim 200 m omhoog te gaan alvorens 900 m verder te dalen. We blijven genieten van de bloemen zoals van de paradijslelie



 en de affodil.



Bij een beek aangekomen nemen we een weg omhoog door bos. Het is nu tijd voor de lunch. De twee mannen die we gisteren ontmoeten komen in een terreinwagen voorbij en maken nog even een praatje. We moeten nog 400 m heel geleidelijk omhoog en helaas is het geen smal paadje maar langzamerhand neemt de bloemen pracht weer toe.



Na een flink stuk lopen staat er een wandelbordje naar beneden. Een nauwelijks zichtbaar pad leidt ons verder en al spoedig blijkt waarom dit pad weinig begaan is. We moeten een woeste beek oversteken zonder brug. Gelukkig vinden we een boomstam die voor een groot deel over de beek ligt en waar we gebruik van kunnen maken. Het vervolg van het pad gaat steeds op en neer en het spoor en de markering is vaak nauwelijks waarneembaar, maar dit is wel spannend. Uiteindelijk belanden we in een bloemrijk veld bij een verlaten huisje met een paar wegwijzers.



In de schaduw bij het huisje nemen nog een drink-­ en rustpauze. We kunnen nu beginnen aan de lange afdaling nar St. Étienne. Na enige tijd kunnen we het zien liggen



en niet al te lang erna zijn we op de grote weg vlak bij de camping. Het kost ons enige moeite om onze tent weer terug te krijgen, maar als dat gelukt is staan we weer spoedig aan het meer. Lilian doet boodschappen en we eten lekker bij de tent.

woensdag 8 juli 2009 

Deze ochtend rijden we met de gratis bus naar Auron. We beginnen met een klim van 800 m naar de Cime de la Bercha, eerst door lariksbos, daarna over een rotshelling.



Boven op de top zijn we verbaasd een verkeersbord aan te treffen. Nader onderzoek leert ons de betekenis hiervan. Op de foto is links van onze voeten een stevige haak met kabel zichtbaar.



Hier begint een klettersteig, maar die is de hele zomer in onderhoud en mag dus niet gebruikt worden. Even verderop is het eindpunt van een stoeltjeslift op 2274 m. Wij dalen een beetje af naar de Col de Bouchet door een gehavend skilandschap. In een bosje lunchen we op zo'n plaats dat we geen liften en sneeuwkanonnen zien. Bij de col slaan we af en laten het pistegedoe achter ons en hebben weer een mooi smal pad. We moeten nog 1000 m afdalen en dat zal zeer geleidelijk gaan, zodat we nog vele uren onderweg zijn. Het pad is goed zichtbaar en van de vele bloemen fotografeer ik een pluk lage anjers


 een paar bloemen van Dryas


 en de achterkant van alpenakeleibloemen.



In de omgeving van de bergerie de la Cials verdwijnt het pad. Er zijn zo hier en daar nog wel markeringen op stenen, maar die gaan meestal schuil onder de begroeiing.



De rest van de afdaling wordt een soort speurtocht. We lopen de hele tijd evenwijdig aan een ravijn. Het laatste stuk gaan we heel steil het ravijn in steken de beek over en komen bij de Vacherie de Demandols waar een hond ons met luid geblaf ontvangt. We moeten nu een lange steenslag­autoweg aflopen tot St. Étienne. Borden waarschuwen dat de weg levensgevaarlijk is bij regen. Hij loopt onder een steile brokkelige rotshelling, aan de andere kant van de weg is een diepe kloof, waarin de rivier zijn weg vindt. we passeren een kapel, een spectaculaire waterval en een merkwaardig monument.



Een Amerikaanse Dakota is hier in 1954 tegen de bergen te pletter geslagen. We genieten steeds weer van de blikken naar beneden. Ook kan ik nog een vlinder (Mellicta athalia) langs de weg verschalken.



Toch zijn we blij als we St. Étienne bereiken. We komen uit bij de fraaie gevel van een kapel.



Die avond eten we weer in hetzelfde restaurant als enige dagen geleden en tot volle tevredenheid. We zitten weer op het terras bijna onder de romaanse klokkentoren.



Onze vakantie zit er weer op. Het was erg heet, maar de laatste dagen waren zeer de moeite waard. Rest ons nog een lange terugreis van 1650 km.

donderdag 9 juli 2009 

We moeten vroeg opstaan voor de bus naar Nice. De ritprijs bedraagt één EURO. In Isola moeten we overstappen op de bus die uit Isola 2000 komt. Het grootste deel van de route gaat langs de Tinée, die zich diep ingesneden heeft. De autoweg loopt er vaak een stuk boven. Als we bij de Var komen is het dal breed en zitten we midden in de bebouwde wereld met veel verkeer. Na een aantal mensen bij het
vliegveld te hebben afgezet wordt het filerijden naar het centrum van Nice. Maar we zijn ruimschoots op tijd voor de TGV. Op het station nemen we een uitgebreid Frans ontbijt voor we de trein instappen. Die avond komen we nog ruim voor middernacht thuis.