woensdag 26 oktober 2016

16-10-07-MD Rheinburgenweg Andernach - Rolandsbogen en twee dagwandelingen vanuit Bad Breisig

vrijdag 7 oktober 2016   Andernach - Bad Breisig   23,5 km   920 m stijgen   930 m dalen

Omdat onze geplande vakantie naar Finland geen doorgang kon vinden, gaan we nu nog een paar dagen wandelen in de omgeving van de Rijn.  De treinreis gaat snel, we kunnen al om 10 uur in Andernach zijn. Daar willen we de Rheinburgenweg naar Bad Breisig lopen, maar mijn gps-track volgt voorlopig gestaag stijgend  door bos de Rheinhöhenweg. Spoedig zien we Andernach achter ons liggen. Het is druilerig en grijs weer.

Om toch op de Rheinburgenweg uit te komen verleggen we onze koers naar het westen en uiteindelijk komen we op de route. Het is nu niet ver meer naar het Hochkreuz, een uitzichtpunt op 315 m hoogte aan de rand van het bos. Ook hier zien we Andernach liggen. De Rheinburgenweg loopt geheel door het open land.


De bossen bestaan voornamelijk uit loofhout,  maar het is nog te vroeg voor mooie herfstkleuren. Op diverse plaatsen groeien reuzezwammen.


Al onze gewonnen hoogtemeters laten we verloren gaan tijdens de afdaling naar Namedy. Hier ontstond in de 13e eeuw een cisterciënzer nonnenklooster. Nu rest alleen nog een vroeggotisch kerkgedeelte dat samen met een moderne aanbouw als parochiekerk dient.


We gaan onze verloren hoogtemeters terugveroveren.  Een hoogzit langs het pad is geheel versierd met bloeiende bruidssluier.

Bij het gehucht Geishügelhof staat nog een apart 18e eeuws wegkruis.


We zijn ondertussen weer aardig op hoogte. Het hoogste punt bereiken we bij Hohe Buche op 318 m. Deze vulkaan heeft ooit een enorme hoeveelheid basaltlava uitgespuwd. Van de Romeinse tijd tot de middeleeuwen is hier basaltsteen gedolven. De berg is doorsneden met gleuven waaruit steen is gewonnen.


Sporen van de steenwinning zijn op vele plaatsen zichtbaar.


Hierna gaan we richting Brohl en krijgen we weer zicht op de Rijn met de haven van Brohl.


Steil door de rotsen dalen we af


terwijl we zicht houden op Schloss Augustaburg aan de andere zijde van het Brohldal. De gebouwen zijn grotendeels 19e eeuws met nog bouwsporen van de oorspronkelijke 14e eeuwse burcht.


Na Brohl lopen we weer omhoog naar het slot.


De toegang wordt zwaar bewaakt.


We mogen verschrikkelijk steil  verder omhoog en zodra we het hoogste punt bereikt hebben, kunnen we weer naar beneden. We gaan nogmaals omhoog. De hooggelegen Burg Rheineck is voor ons niet benaderbaar. Pas als we na een lange afdaling het Vinxtbachtal zijn overgestoken, krijgen we zicht op dit hooggelegen slot.


Voor de laatste maal worstelen we ons omhoog. Aan de overzijde van de Rijn zien we het fraaie Schloss Arenfels uit de 13 e eeuw liggen. Het is nooit verwoest geweest, maar er vond wel in de 19e eeuw een ingrijpende verbouwing plaats in neogotische stijl.


We dalen af naar Bad Breisig waar we de komende nachten zullen overnachten. De straat is snel gevonden, maar het huisnummer bestaat niet. Op die plaats is een rommelige parkeerplaats die met roestige stalen deuren gesloten kan worden. Om binnen te komen moeten we een buurvrouw bellen, maar zij neemt niet op. Het is ondertussen gaan regenen. Dan maar de eigenaar bellen, die gelukkig wel reageert. Even later belt hij dat er spoedig iemand komt. Het blijkt de oma te zijn. Via de parkeerplaats en een tuintje komen we in een ruim, maar erg kaal appartement.


Lilian gaat boodschappen doen en ik moet me zonder wifi zien te vermaken. 's Avonds blijkt de verlichting zo spaarzaam te zijn dat lezen vrijwel onmogelijk is.

zaterdag 8 oktober 2016   Oberwinter - Bad Breisig   25,5 km  670 m stijgen en dalen

We gaan snel omhoog naar de Hahberg, waar vroeger een Keltische nederzetting was. We hebben hier ook weer uitzicht op de Rijn.


We gaan van de Rijn af en houden een vroege koffiestop met gebak omdat er een mooi plekje is met uitzicht over het Vinxtbachtal.


Na weer een stuk door de bossen gelopen te hebben, komen we bij een enorme vlakte die de naam Mönchsheide draagt. Van heide is geen sprake, het is een enorm akkergebied, waar ook nog een vliegveld in ligt.


Door de bossen dalen we af naar Sinzig. Daar lopen we tegen de resten van een stadsmuur aan.


Koning Adolf van Nassau verleende in 1297 toestemming om belasting te heffen voor de bouw van de stadsmuur. Dertig jaar later was die voltooid. Koning Adolf werd door de Habsburger Albrecht I in 1298 vermoord. Ook Albrecht I zou later vermoord worden.  In de Franse tijd werd de stadsmuur vrijwel volledig gesloopt. Wij gaan weer omhoog naar het oude centrum, waar een prachtige in1241 voltooide romaanse Sint -Petruskerk staat.




Ook het interieur is de moeite van het aanzien waard. Helaas zijn bij een restauratie in de jaren 60 alle wandschilderingen vernietigd.


Er zijn veelvormige gewelfafsluitingen,




versierde kapitelen,


en veel glas-in-lood.


De kerk bevat tal  van opmerkelijke kunstwerken zoals:
een lijdende Christus uit 1310,


een piëta uit 1390,



een altaar uit 1480, waarvan hier het middendeel van een lijdenstriptiek


of een laatgotische graflegging uit 1500.


Rond de kerk staan nog verschillende oude grafzerken.


Wij zetten onze wandeling voort en zijn spoedig bij het Sinziger Schloss. In 1337 werd met de bouw van een waterburcht buiten de stadsmuur begonnen, die in latere eeuwen steeds verder verfraaid werd. In 1689 werd het verwoest door Franse troepen. In de 19e eeuw werd het weer opgebouwd.


Niet lang hierna lopen we langs de Ahr, die we later ook oversteken.


We passeren een kerkhof dat een stukje geschiedenis blootlegt.


In de nadagen van de tweede wereldoorlog werden door de geallieerden enorme aantallen krijgsgevangen vastgezet. In het Rijngebied zaten er 660.000 man vast in kampen. Goldene Meile was zo 'n kamp. De militairen werden van al hun uitrusting ontdaan, ook hun jassen. Er waren geen onderkomens, geen sanitair, 1 karige maaltijd per dag, lang in de rij staan voor wat Rijnwater met wat chloor er in. Het was dus geen wonder dat in deze omstandigheden, vooral in het begin toen het koud en nat was, velen stierven. Op deze begraafplaats zijn 1212 militairen uit Goldene Meile begraven.


In Bad Bodendorf verzamelen we nog een portie hazelnoten en gaan dan weer omhoog de bossen in. We komen langs de Viktoriaberg, waar in 1898 een groot hotel-restaurant wordt gebouwd, inclusief toren.


In 1970 werd het gesloten en is sindsdien aardig in verval geraakt.







We lopen vervolgens om Remagen heen. Het  klooster Appolinarisberg zien we voor ons liggen.






In de 9e eeuw stond hier al een kerk. In 1110 stichtten de Benedictijnen er een proosdij, waar in de 13e eeuw relikwieën van de heilige Apolinaris werden ondergebracht. De Fransen sloten het complex in 1802. Frans Egon von Fűrstenberg-Stammheim kocht in 1836 het bezit op. De  kerk was ondertussen zo bouwvallig dat hij afgebroken werd en er op die plaats een nieuwe neogotische kerk verrees die in 1857 werd ingewijd. Het klooster werd nu door Dominicanen bevolkt. Jaarlijks vinden er gedurende twee weken in de zomer pelgrimages plaats, die vroeger door zo'n 100.000 gelovigen bezocht werden. In 2014 waren het er nog 12.000. Een niet onaanzienlijke grafkelder van Frans Egon bevindt zich voor de kerkingang.

Het interieur van de kerk kan ons niet bekoren, Om zoveel mogelijk muuroppervlak voor fresco's te krijgen, werd het raamoppervlak sterk beperkt, zodat het erg duister is. De kruiswegstaties zijn wel bijzonder.




Wij lopen verder naar het station van Oberwinter en treinen terug naar Bad Breisig.



zondag 9 oktober 2016   Rondwandeling Breisiger Ländchen   18 km   550 m stijgen en dalen



We beginnen deze ochtend met een stijging naar de Augustenhőhe met zicht op Bad Breisig






Na een stuk bos steken we een groot akkerland over.



Hierna volgen we een tijd lang de bosrand en dalen dan af in het Vinxtbachtal dat we vervolgens aan de noordzijde blijven volgen. Koeien grazen hier in een soort wildernis..


Ook staan hier nog veel fruitbomen, die niet meer verzorgd worden, maar nog wel vrucht dragen.


Wij verzamelen appels en stoofperen en gaan daarna in de zon lunchen. Het is zo lekker dat we weer met moeite verder gaan. We wandelen steeds afwisselend door bos en over akkers tot we net als gisteren bij de Mőnchsheide uitkomen, maar wel aan de andere kant waar het vliegveld is. Het is er op deze mooie zondag erg druk met sport- en zweefvliegtuigen.


Zweefvliegtuigen worden met een lier omhoog getrokken.


Willen ze nog hoger beginnen dan is een vliegtuig nodig om ze daar te brengen.



Wij dalen af naar Oberbreisig, waar nog een aardige Romaanse 13e eeuwse  Sint Victorkerk staat.


Het interieur bevat o.a. 14e eeuwse muurschilderingen van Sint Joris


en Christoffel.


Een 16e eeuwse muurschildering met de drie heilige maagden. v.l.n.r. Barbara, Katharina en Dorothea



Ook zijn er fragmenten van fresco's met alleen een hoofd


of een gedeelte van de zweetdoek van Veronica.


We lopen verder naar Bad Breisig, waar we nog even de neogotische kerk induiken. De barokke preekstoel


heeft ooit een andere kleurstelling gehad.


Deze avond wordt er een flinke pan stoofpeertjes gekookt, maar zonder kruidnagels, pijpkaneel en port ontbreekt er toch wat aan. Lilian heeft nog een lamp uit de huiskamer van de eigenaar weten te versieren zodat er weer gelezen kan worden.

maandag 10 oktober 2016   Rondwandeling Quellenweg   27,5 km   600 m stijgen en dalen

Nadat we gisteren een relatief rustige wandeling hadden, gaan we er vandaag weer stevig tegen aan. Als we vertrekken is het stervenskoud. Om niet twee maal dezelfde weg naar Brohl te hoeven lopen, beginnen langs de Rijn. Hier staat het oude tolhuis uit 1412. Het moest tol van weggebruikers ontvangen,

Er bevinden zich talrijke bordjes met hoogwaterstanden op de gevel, waarbij de hoogste stand in 1784 werd gemeten,


maar ook in het recente verleden kon het nog spoken.


In Brohl pakken we de route op die ons heel aardig langs een molenbeek voert.


Waar de molenbeek van de Brohlbach aftakt, is een vistrap om het hoogteverschil door de stuw te overbruggen.


We verkassen naar de andere kant van de rivier, waar een stuk bos is platgelegd en het pad wat vaag is geworden.


Op een gegeven ogenblik passeren we enorme fabriekscomplex van de bronwater- en drankengigant Tönissteiner Sprüdel.


We lopen leuke paadjes in de flank van het dal. Hier bevinden zich vulkanische afzettingen die als trass veel gebruikt werden voor de bereiding van cement.


Lilian fotografeert nog een reuzenbalsemien.


In Burgbrohl aangekomen maken we nog een extra lus langs de burcht.  We werpen een vluchtige blik in de r.k. neogotische kerk uit het begin van de 20e eeuw.


Voor die tijd moesten de kerkgangers naar de  burchtkapel die drie ingangen had, resp. voor de adellijke familie, voor hun personeel en voor plaatselijke parochie. Ook in de kerk waren zij fysiek streng gescheiden. Tegenwoordig is de burchtkapel verbouwd tot kerkelijk centrum.


De burcht zelf ligt nog hoger, maar dat houden we gezien de afstand vandaag maar voor gezien.  We dalen af naar de Brohlbach en gaan aan de andere oever weer omhoog. Een boerenkar vol met kisten appelen laat ons delen in de opbrengst. Even verder komen we langs een bijzonder bouwwerk, de z.g. Kaiserhalle. Dit gebouw is eind 19e eeuw ontstaan als reclame voor de trass die in het Brohltal werd gewonnen. Men wilde laten zien hoe sterk trasscement wel was. Een koepel overspant 20 m met in het midden een opening van 4,5 m. De ruimte werd gebruikt als bal- en feestzaal voor 500 personen. Na de 2e WO raakte het in verval en werd het garage, maar in de tachtiger jaren vond een restauratie plaats, die nu nog eens dunnetjes over wordt gedaan.

 

Wat hoger komen we langs de boomgaard, waar de appels vandaan komen. Rond de boomgaard is een lint van zonnebloemen.


We genieten van de uitzichten.


Lilian fotografeert een bloemetje



en ik een kleine parelmoervlinder.



Ter hoogte van Nieder-Lützenbach verwijderen we ons van het Brohltal en gaan we verder omhoog. Hier mogen kaljes nog bij de moeder zogen.


We stijgen verder naar de Steinbergkopf. Deze vulkaan werd tot 1928 gebruikt als basaltgroeve. Daarna werd hij gebruikt als vuilnisstort. Sinds kort is die afgedekt en is er een mooi uitzichtpunt bij gekomen, waar wij onze verkregen appels nuttigen.


Hierna volgt een lange afdaling door bos naar het Vinxtbachtal en aan de andere zijde stijgen we naar een punt waar we een mooi uitzicht op Burg Rheineck hebben.


Voor de laatste maal steken we in de zon een akker over


en beginnen daar aan de afdaling naar Bad Breisig. Op de oude begraafplaats bezoeken we nog het in 1912  door de Keulse hoedenfabrikant Albert Mertés gebouwde mausoleum. Hij richtte dit jugendstil monument op ter nagedachtenis aan zijn gestorven dochter Mimi. 


De met leisteen bedekte koepel heeft een mooi glas-in-loodraam.


Later werd werd de oprichter, zijn zoon en een kleinzoon er ook in sarcofagen bijgezet.


dinsdag 11 oktober 2016   Oberwinter - Rolandsbogen - Oberwinter   11,5 km 450 m stijgen en                                                                                                                                                               dalen

Voor we naar huis gaan gaan we eerst nog het noordelijkste stukje van de Rheinhöhenweg scoren. Vanaf station Oberwinter moet flink geklommen worden om de route op te pikken. Het is aanvankelijk nog aardig koud en mistig.


Gelukkig kunnen we onze koffiepauze in de beschutting van een hutje houden.


Na de nodige walnotenbomen gepasseerd te hebben en een laatste klim staan we voor de Rolandsbogen, het eindpunt van de Rheinburgenweg.


De burcht werd in 1122 gebouwd en in 1632 door de Zweden verwoest en bleef een ruïne. In 1673 stortten de resten op een vensterboog na in bij een aardbeving. Op 28 december 1839 stortte ook deze laatste boog in. Het is te danken aan de dichter  Ferdinand Freiligrath dat de boog er weer staat. Hij deed in de grote dagbladen een dringende oproep om bij te dragen aan het herstel, wat ook gebeurde.
Vanaf de Rolandsbogen hebben we een goed zicht op het eiland Nonnenwerth, 2 km lang en tot 200 m breed. Gelijktijdig met de burcht werd dit klooster gebouwd. Er is nu ook een gymnasium aan verbonden.


Wij dalen weer af naar de Rijn om naar een treinstation te gaan. Onderweg passeren we nog een standbeeld van de redder van de Rolandsbogen.


Het station van Rolandseck ziet er prachtig uit.


Omdat hier maar enkele treinen stoppen, besluiten we toch maar langs de Rijn terug te lopen naar Oberwinter.  Daar staan nog aardige oude huizen.




Ook kijken we nog even in de Laurentiuskerk. Hoewel hier al sinds ongeveer 1100 een kerk was, had die steeds veel te lijden van hoogwater. De huidige kerk is neogotisch en ziet er best aardig uit.



Op het station hebben nog ruimschoots de tijd. Net zo als in voorgaande dagen komt aan het begin van de middag de zon door en kunnen zeer aangenaam een boterhammetje nuttigen.


Het waren geslaagde dagen. Om kwart voor vijf zijn we al weer thuis en Lilian gaat die avond al weer naar de sportschool.