dinsdag 10 april 2012

12-04-06-MB GR AE ­N Ardennenoffensief Martelange - Baraque de Fraiture

vrijdag 6 april 2012 

In 2007 haalde ik bij Renske en Dennis een boekje uit de kast met de Gr Ardennen-­Eifel-­Noord uit 1992. We liepen toen in juni van Monschau naar Spa in 2 dagen. Een zwaar onweer in de Hoge Venen zal ik niet gemakkelijk vergeten. Van Spa naar Aywaille hadden we al met de Gr 5 gelopen. Vorig jaar volgde het stuk van Odeigne naar Aywaille. We wisten niet hoe we gemakkelijk naar het beginpunt moesten komen en liepen eerst van Vielsalm naar Baraque de Fraiture, waar we overnachtten. Daar kwamen we er achter dat er elke dag een bus van Luik naar het zuiden door de Ardennen rijdt tot aan de Franse grens. Vandaag willen we aan het laatste traject beginnen van Martelange naar Odeigne. We hebben nog enigszins getwijfeld of we wel moesten gaan. Ik heb een diep zittende hoest en de trajecten die Lilian heeft uitgezocht zijn niet mals. We nemen aan het begin van de middag voor de zekerheid een trein eerder naar Maastricht. Dan drie kwartier wachten voor
het oude Belgische treintje naar Luik vertrekt. Daar mogen we op het fraaie station


weer een uur wachten op de bus. Maar dan gaat het rechtstreeks naar de eindbestemming in 2 uur en een kwartier voor de prijs van 3,50 EURO. Om acht uur zijn we in Martelange en ons overnachtingsadres moet volgens Lilian vlak bij de bushalte liggen. Als het zoeken geen resultaat oplevert, vragen we aan een vrouw die net van haar huis wil wegrijden of zij ons kan helpen. Ze vertelt dat we enige kilometers buiten de plaats moeten zijn, maar dat ze ons wel wil brengen. En zo staan we een tijdje later voor een oprijlaan die naar de in het bos verscholen woning leidt. Een vrouw, een hond en een kat begroeten ons. We hebben een prima kamer en nemen beneden nog een kopje koffie voor we de koets in gaan.

zaterdag 7 april 2012    Martelange -­ Margeret 35 km

Het huis waar we overnachten zit vol met versiersels en snuisterijen, maar heeft wel sfeer. Zo ook de plek waar we ontbijten.


We leggen hier een smakelijk en stevig fundament voor de inspanningen die ongetwijfeld zullen volgen. Mevrouw biedt zelf aan ons naar Martelange te brengen en dat aanvaarden we dankbaar. Daar zijn we al in een paar passen in Luxemburg. We volgen voorlopig het dal van de Sûre. Eerst gaat het langs een enorme leisteengroeve. Het is een wat onheilspellende plek: alles is bijna grijs, ook de lucht. De gebouwen zijn leeg en verlaten.


We zijn dan ook blij als in het bos boven de rivier komen.


De natuur is hier een stuk achter bij Nederland en dat weekend blijft het dicht bij het vriespunt, dus zal het aanzien winters blijven. Wel heeft het klein hoefblad zaad weten te zetten.


Na een tijdje boven de rivier gelopen te hebben, dalen we er naar af om een beekdal door te steken.




Daarna gaat het via een smal paadje steil de rotsen in omhoog. Boven hebben we een mooi gezicht op de rivier.


Aan de overkant zien we in een zijdal 3 paarden langs de beek omhoog lopen.


De lucht lijkt hier nog zuiver,want alle takken zijn bedekt met mossen en korstmossen.


Als we afdalen om een beekje over te steken zie ik verspreidbladig goudveil bloeien.


We stijgen weer en dalen om bij Romeldange (een gehucht van een paar huizen) de Sûre over te steken. We stijgen van de rivier af naar het plateau en doorkruisen de plaats Tintange. In een stuk bos is de hele bodem bedekt met bloeiende maagdenpalm.


Er volgt een afwisseling van weiden, plaatsjes en bossen. Eerst door Honville, over de velden naar Liverchamps (de zon laat zich zelf even zien),


dan Villers-­la­-Bonne-­Eau en Lutrebois. Na nog een stuk bos komen we bij een grote verkeersweg. Er staat zelfs een restaurant: Chalet Royale. We grijpen deze kans aan om in zwartleren fauteuils een chocolat chaud te nuttigen. Met zo'n 30 km in de benen is het heerlijk zo in de warmte even uit te kunnen rusten. We gaan weer verder naar Neffe, waar we de route verlaten om naar ons overnachtingsadres in Margeret te gaan. Om niet over de verkeersweg te hoeven lopen , nemen we de oude spoorbaan naar Wiltz, die door het dal van de Wiltz loopt.


De geplande afslag naar Margeret blijkt niet meer te bestaan, dus lopen we verder en klimmen dan het dal uit en bereiken Margeret over het plateau. Onze chambre­ d'hôtes bevindt zich in een piepklein huisje aan de verkeersweg. Mevrouw is met Pasen weg en meneer moet de honneurs waarnemen, wat hij met de nodige schroom doet. Omdat er hier geen restaurant is krijgen we bij wijze van uitzondering een maaltijd: macaroni met kaas en een gehaktbal, die eindeloos in een magnetron heeft gestaan. Een Leffe blonde fleurt de maaltijd nog enigszins op. Hierna trekken we ons terug in de petite salon voor twee personen, waar ik tranen van het lachen krijg als we naar een Mr. Bean­film kijken. Voor het naar bed gaan begin ik vreselijk te snotteren. Het wordt geen rustige nacht, mijn neus en het verkeer houden me voor een groot deel wakker.

zondag 8 april 2012   Margeret - ­ Mont 34 km

Ook het ontbijt moet meneer alleen doen. Hij loopt tweemaal het hele huis door en opent elk kastje en la op zoek naar een theezakje. Als hij denkt dat alles voor elkaar is, blijken we nog geen mes te hebben. Het ontbijt is overigens prima. Omdat we vandaag weer een forse wandeling op het program hebben en ik niet weet of ik deze zal volbrengen, lopen we langs de verkeersweg naar Neffe om zo snel mogelijk op de route te zijn. Daar gaan we richting Bastogne om het imposante oorlogsmonument te aanschouwen. Het is nog steeds somber weer met regen, hagel en sneeuwbuitjes en een stevige koude noordenwind. Als we in de omgeving van het monument komen, neemt de hoeveelheid zwerfafval toe. En even later belanden we in een wirwar van dranghekken en rood­witte linten. Er is een belangrijk mountainbike-­evenement. Gezien de kou ik heb ik weinig lust het monument te beklimmen, dus blijft het bij een plaatje.


Langs linten vervolgen wij onze weg, waarbij blijkt dat de GR als parcours wordt gebruikt. We worden door officials gewaarschuwd zeer alert te zijn. Dat betekent om de haverklap de berm in duiken. We zijn dan ook blij als zij op een gegeven moment afslaan. De route loopt steeds parallel aan de oude spoorlijn van Bastogne naar Gouvy. Tegen de spoordijk staan de bosanemonen te wachten op betere tijden.


Wij vinden het tijd voor een bakkie koffie, maar het valt niet mee om een luw plekje te vinden.


We lopen vandaag een groot deel van de dag over het plateau, dus voorlopig weinig hoogteverschillen. Het plaatsje Bourcy komt in zicht.


Als we een weg oversteken valt een groot beeld op. Het blijkt Sacré­ Coeur te zijn. Niet mooi, maar wel een tijdsbeeld.


Via een leuk weggetje komen we in Bourcy aan. Het station is nog duidelijk herkenbaar.


Even na deze plaats takte vroeger de spoorlijn naar Houffalize af. Wij volgen nog steeds de spoorlijn richting Gouvy. Het is zo koud dat er nog sneeuw tegen de boomstammen blijft liggen.


We verlaten de spoorlijn en gaan nu richting Noord naar het plaatsje Boeur. Terwijl we verder over het plateau lopen breekt de lucht open en komt er steeds meer blauw.


Maar nu is het ook afgelopen met het vrijwel vlakke lopen . Eerst dalen we af naar Vissoûle, stijgen naar de kapel van St. Roch en dalen dan naar Houffalize. Deze plaats is in de laatste oorlog geheel verwoest. Nadat we de Ourthe overgestoken zijn gaat het weer rap omhoog en we hebben Houffalize spoedig onder ons liggen.


We duiken onder de autosnelweg door en na een paar keer op en neer kunnen afdalen voor onze
avondmaaltijd.


Na een tijdje krijgen we de brouwerij van Achouffe in zicht.


Hier wacht ons een teleurstelling. Het restaurant in de brouwerij, waar Lilian warme herinneringen aan heeft, is op last van brouwerij Moorgat gesloten. Ons rest een Taveerne waar fantasieloze maaltijden worden geserveerd. Gelukkig hebben we wel een tafeltje naast het open haardvuur, zodat ik geen kou hoef te lijden. Na het eten wacht ons nog een forse klim naar Mont. Gelukkig schijnt de zon nog en is het een mooi pad. Het lijkt dat Lilian zelfs wat kleur door de zon heeft gekregen.


Jongvee staart ons nieuwsgierig aan.


Het is geen straf hier te lopen.


Als we boven zijn blijkt het overnachtingsadres weer niet op de aangegeven plek te liggen. We moeten nog een stuk afdalen in het dorp. We vinden de grote boerderij gelukkig zonder moeite en we hoeven geen Frans te spreken, want de eigenaars zijn Vlamingen. Voor we gaan slapen kletsen we nog een tijd met hen en horen enkele smakelijke verhalen. Op onze kamer is weinig aan te merken en ik ben blij het alweer gehaald te hebben.

maandag 9 april 2012    Mont -­ Baraque de Fraiture 15 km

Als we wakker worden, komt de regen met bakken uit de lucht.. We ontbijten samen met onze gastheer en gastvrouw en trekken daarna alles aan om de regen te doorstaan. Het is wel iets warmer dan de de vorige dagen, maar er staat nog veel wind. Dan verlaten we ons warme onderkomen de Patuljak (de kabouter in het Kroatisch).


Zo trekken we dan weer onbeschut over het plateau.


In Dinez trekt een toren onze aandacht en daarom verleggen we de route eventjes. De toren blijkt van de oude kerk te zijn, die nu midden op het kerkhof staat.


De nieuwe kerk is iets verderop gebouwd. We gaan hierna de bossen in en stijgen ook geleidelijk. Het zicht wordt steeds minder.


Een beekje moet over spekgladde stammetjes genomen worden.


Plotseling komen we uit het bos


en volgt weer een open stuk waar we door de dorpjes Les Collas, Les Censes komen. Dan duiken nog een dal in en komen we in het plaatsje Chabrehez, waar we van de route afgaan en door een flink omgeploegd bos naar de verkeersweg naar Baraque de Fraiture lopen. Als we bij een bord komen weten we dat het niet ver meer is.


We moeten nog wel 2 km langs de drukke weg lopen. Op het ons bekende kruispunt, duiken we een restaurant in na eerst onze besmeurde regenbroek uitgedaan en de meeste klei en modder van de schoenen verwijderd te hebben.
Hier kunnen we ten minste droog en warm op de bus wachten. Ik bestel een crêpe Norvégienne in de veronderstelling dat er zalm in zit, maar krijg er één gevuld met ijs, terwijl ik het al zo koud heb. Thuis lees ik op internet dat er zalm, geitenkaas en bieslook in horen te zitten. Ik ben dus behoorlijk belazerd! Tien minuten voor de bus vertrekt gaan we naar de halte. Hier op 650 m hoogte is het geen pretje te staan. Het regent nog steeds en het waait stevig. Er is wel een hokje maar dat heeft geen raam, terwijl aan de voorkant het al vanaf 1,50 m van boven is dichtgemaakt. Je moet dus steeds onder het hout door bukken om te kijken of er een bus aankomt. Dat moeten we heel vaak doen, want met ruim 20 minuten vertraging arriveert de bus. De bus is stampvol met voornamelijk allochtonen.


Gelukkig vinden we nog een plaatsje op de achterste bank, nadat we alle bagage en een kinderwagen die in het gangpad staan, gepasseerd zijn. Hij gaat al vlug op de snelweg rijden en we komen zelfs op de normale tijd aan. In Luik staat het ons vertrouwde oude treintje al ruim van te voren te wachten.


Met de Franse slag weten de Walen het treintje steeds weer op te kalefateren.



Het zit hier toch wat comfortabeler dan in de bus.


In Maastricht hebben we een perfecte aansluiting en om half acht zijn we thuis. Operatie geslaagd. Patiënt niet overleden, maar moet nog wel wat opknappen.