donderdag 17 april 2014

14-04-12-ML Bloesempracht rond Sint Geertruid en Noorbeek

zaterdag 12 april 2014    Rond Sint Geertruid   28 km

Lilian is vier dagen vrij en voor het weekend is fris, maar droog weer voorspeld. Reden om weer een paar wandelingen van de Vallekebergse Alpe Vrung af te vinken. Het reserveren van een overnachting heeft de nodige moeite gekost. geen gehoor of alles volgeboekt.  Een adres met één bed is bereid ons uit de brand te helpen door een matras op de grond te leggen als we daar genoegen mee nemen en dat doen we. Met trein en bus komen we in Sint Geertruid, waar we nog net voor de middag aankomen. De zon doet moeizame pogingen om door de mist heen te breken. Maar als dat lukt is het licht fel. We starten bij de van oorsprong 11e eeuwse Sint Gertrudiskerk.



 Via een landweg gaan we omhoog richting Savelsbos. We boffen want de zon komt nu goed door en de appels en kersen staan in volle bloei.



Als we het Savelsbos bereiken, blijkt ook hier de ondergroei met alle denkbare soorten in bloei te staan. Grote oppervlakken zijn bedekt met daslook.


Door het prachtige bos met zo nu en dan flink op en neer bereiken we de Scheggelder Grub.

 


Het is een diepe droge beekbedding. Alleen bij hevige regenval voert hij water af. Wij passeren hem via een stalen brug hoog erover. Een stuk verder verlaten we het bos en lopen naar Eckelrade. We zijn hier op een gloeiend plateau met grasland, akkers en boomgaarden. De bloeiende kersen maken de omgeving feestelijk.



Ook hebben we op het plateau weidse uitzichten.



Uiteindelijk bereiken we een noordoostelijke uitloper van het Savelsbos. Van de bosflora valt de eenbes op.



Na een flinke stijging en daling zijn we bij de Riesenberggroeve. Hier werden vroeger mergelsteen en vuursteen gewonnen.



Door de winning zijn er holle ruimtes ontstaan.



We steken hierna de autoweg over en vervolgen ons pad door het Savelsbos. Een verrassing is een grote plek met gele anemonen.



Vlak erbij staan groepen amandelwolfsmelk te bloeien.



En overal zijn grote plakkaten grootbloemmuur.



Op een gegeven moment verlaten we het bos weer om naar Sint Geertruid terug te keren. De laatste meters worden tussen hoge meidoornhagen afgelegd.



Ondertussen is de lucht dichtgetrokken. Wij maken nog een wandeling over het plateau naar Honthem. Daar buigen we af naar Bruisterbosch. We zien hier opmerkelijk veel dassenburchten. Iets verder slaan we van de beschreven route af om naar Banholt te gaan. Daarna moeten we nog een dalletje door  met mooi getekende schapen om in Ter Horst te komen.




 Daar zullen we de nacht  doorbrengen. Het blijkt na enig zoeken een gedeelte van een verbouwde carréboerderij te zijn. Het is al tegen zevenen en na een korte douche gaan we weer terug naar Banholt om kookkunsten van Brasserie 't Voshoes te beoordelen. We worden niet teleurgesteld.  Ik neem een gerecht met zalm, makreel en garnalen en Lilian met geitenkaas. De keuze aan Belgische bieren is groot en het wordt een Westmalle dubbel. Tijdens het eten gaat de er tegenover gelegen kerk uit. Tot onze verbazing is de kerk goed gevuld geweest met alle leeftijdscategorieën. Iedereen heeft gezegende buxustakjes in de hand. Ons restaurant is goed gevuld en sommige autochtone gasten proberen door wenken ook een takje te bemachtigen. Het is donker als we tevreden de gelegenheid verlaten. We maken nog een klein ommetje door het boerenland, waarbij we talloze stegelkes  passeren.  De kerktoren van Banholt is verlicht. Ernaast staat een hoge meiboom.



Als je op ons overnachtingsadres terug zijn, nodigen de gastvrouw en gastheer ons uit om nog wat te drinken. Ze 17 jaar geleden hier naartoe verhuist omdat meneer in Luxemburg ging werken. Alleen in het weekend was hij thuis en werd er gewerkt aan de verbouwing. Ondertussen is hij op een leeftijd om gepensioneerd te zijn, wat hij ook graag zou willen, maar omdat de financiën dat nog niet toelaten werkt hij als zzp'er. Maandag moet hij om vier uur opstaan voor een klus in Tsjechië.  Mevrouw werkt als zzp'er in de verpleging. We gaan naar bed en ik slaap heerlijk; er is hier geen geluidje te horen.

zondag 13 april 2014   Rond Noorbeek   20 km

Om half zeven gaat de mobiel af. Anya blijkt gisteravond een berichtje gestuurd te hebben dat ze vandaag met ons mee wil wandelen en wil bevestiging. Omdat we elkaar rond 11 uur in Noorbeek zullen treffen, moeten we iets verzinnen om de tussen tijd op te vullen. Na een goed ontbijt en een geanimeerd gesprek vertrekken we rond negen uur. Het is nog behoorlijk koud en bewolkt. We hebben besloten de wandeling van gisteren weer op te pikken en lopen weer naar Banholt terug. Daar gaan we  over het plateau richting Herkenrade. Ondanks dat het zondag is zijn vele boeren actief op het land.



In Herkenrade gaan we van de route af en nemen een heel aardig pad naar Mheer. In deze plaats staat een prachtig 14e eeuws kasteel met kasteelhoeve. We willen het wel bekijken, maar onze afspraak met Anya laat dit niet toe. We volstaan met enige vluchtige blikken vanaf het kerkhof.




 We zijn Mheer nog niet uit als een auto plotseling naar links uitzwenkt en naast ons tot stilstand komt. Het blijkt Anya te zijn. We onderbreken onze wandeling en laten ons naar Noorbeek vervoeren. op de parkeerplaats in het centrum komen de auto's continu aangereden, waarna de inzittenden hun wandelschoenen aantrekken. Lilian wil voor koffie en vlaai naar hotel Brigida, waar we zo'n 20 jaar geleden eens hebben overnacht, maar dat nu wel een andere eigenaar heeft. We gaan naar binnen, want het is nog geen terrasweer. Het interieur komt nog heel vertrouwd voor. Na deze pauze gaan we op pad , maar dat is wel even schrikken. Een grote menigte wringt zich door een steegje, waar ook onze wandeling begint. Na een paar honderd meter gaan wij gelukkig in een andere richting en lopen over een smal paadje omhoog.


Via Bergenhuizen en Schey gaat het naar Schilberg. Onderweg kunnen we veelvuldig genieten van de bloesem.



Diep beneden ons zien we enigszins in de nevel Slenaken liggen.




Bij De Plank steken we de grens over en via het Broekbos dalen we af naar het dal van de Voer. De zon komt een beetje door wat Anya doet besluiten met blote armen verder te gaan.


Voor we het bos uitgaan houden we nog een lunchstop. Daarna passeren we de Voer en lopen verder langs het goederenspoor naar Sint-Martens-Voeren. De Voer is hier nog een miezerig stroompje voor zo'n groot dal.



Bij de Sint Martinuskerk met 12e eeuwse romaanse toren gaat het weer steil bergop via een pad dat veel erosie vertoont.



Helemaal boven zijn we weer op het plateau en passeren daar de landsgrens.




Na het gehucht Vroelen zetten we de afdaling naar Noorbeek in. We zien de Sint Brigidakerk onder ons liggen achter een zee van bloeiende appels en kersen. De kerk is in de 13e eeuw als romaanse kerk gebouwd. De toren heeft zelfs 11e eeuws muurwerk, maar was oorspronkelijk misschien een verdedigingstoren.



Op het terras van d'r Pley drinken we nog wat. Ik neem een Affligem blond. Daarna rijdt Anya ons naar station Sittard. Zodoende zijn we half zeven thuis. Zuid-Limburg was weer schoon.

dinsdag 8 april 2014

14-03-06-C Museum de Fundatie

zondag 6 maart 2014

In het kader van het museumweekend sporen we vandaag naar Zwolle om het nog geen jaar heropende museum de Fundatie te bezoeken. Het uit 1843 stammende classicistische wat saaie gebouw is aansprekend opgevrolijkt door een elliptische opbouw. Het lijkt alsof er een UFO op het gebouw geland is.






Opvallend is dat de oude gevel aan de voor- en achterzijde identiek zijn.



Binnen in de hal kan je de lange glazen liftkooi naar de opbouw niet missen.



Er zijn maar liefst vijf tijdelijke exposities. Uit de eigen collectie onder de titel Van Turner tot Appel
vallen een aantal beelden op. Een iepenhouten beeld van Osip Zadkine uit 1939, Diana voorstellend.



Een bronzen beeld van George Minne uit 1998, wat een ontwerp is voor het Voldersmonument (Volders was een socialistisch voornaam uit België). Twee naakte mannen elkaar in evenwicht houdend op de voorplecht van een boot.




Een beeld van ijzer en gekleurd cement van Lynn Chadwick uit 1955 met de titel dans IV.



Een schilderij uit 1918 van Isaac Israëls genaamd Vrouw in profiel voor van Goghs zonnebloemen is ook bijzonder.



Dan is er de expositie Meer Macht.
Helemaal boven in de nieuwe opbouw is een zaaltje waar een video uit 2003 van Anri Sala wordt vertoond.  De Albanese kunstenaar Edi Rama werd in 2000 tot burgemeester van Tirana gekozen. Hij besloot het verval van de stad met eindeloze kale flatgebouwen een halt toe te roepen door ze te beschilderen met geometrische kleurpatronen. In 2012 werd hij verkozen tot minister-president.



Een volgende verrassing is de tentoonstelling over Felix Nussbaum. Deze in Brussel werkende gevluchte joodse Duitser werd aan het begin van de tweede wereldoorlog opgepakt en stateloos verklaard en moest in Zuid-Frankrijk  in een concentratiekamp verder leven. Hij ontsnapte echter spoedig en keerde naar Brussel terug.  Daar werd hij na vier jaar verraden en opgepakt. Met het laatste transport uit België naar Auschwitz getransporteerd en daar direct na aankomst vergast. Hij werd 39 jaar. Een drietal voorbeelden die mij aanspraken. Zelfportret als grimas uit 1936.



Een stilleven uit 1940.



En het wel heel lugubere Triomf van de dood. Het is zijn laatste werk. Hij moet een voorgevoel hebben gehad wat hem te wachten stond.



Een mooi niet te groot museum met geslaagde exposities.

dinsdag 1 april 2014

14-03-29-MD Maas-Niederrheinpad II Nieuw Bergen - Goch - Mook

zaterdag 29 maart 2014   Nieuw Bergen - Kessel (D)   28 km

Er is een fraai weekend voorspeld met temperaturen boven de 20 graden. Reden voor ons weer een stuk van het Maas-Niederrheinpad te lopen. We treinen naar Nijmegen en nemen daar de bus. Voor tienen lopen we al door het centrum van Nieuw Bergen. Even buiten de plaats zijn we op het vroegere Maasduinenpad. Hoewel we dit stuk al meermalen gelopen hebben, is het geen straf  hier te zijn. Er staan hier vele krentenboompjes in bloei.



Even later lopen we langs het Eendenmeer, hoewel dat nu door ganzen wordt bevolkt.



Na een paar kilometer verlaten we dit mooie terrein alweer.



We moeten nu een tiental kilometers door weinig aantrekkelijk agrarisch gebied afleggen. We passeren de Nederlands-Duitse grens en even later de Hülmer Leitgraben.



We proberen het kaarsrechte asfalt te vergeten door naar het nieuwe leven te kijken



of naar de bloeiwijze van de Esdoorn.



Voor de lunchpauze slaan we een onverhard landweggetje in om weg van het verkeer ons twaalfuurtje te kunnen nuttigen.  Niet lang na deze  pauze bereiken we de stad Goch. Na onze ervaringen met Geldern zijn onze verwachtingen niet hoog gespannen. Ook deze stad is in de laatste oorlog platgebombardeerd, maar men heeft toch nog enkele historische gebouwen weer opgebouwd. Das Haus zu den fünf Ringen uit 1550 is daar een voorbeeld van.



In de onmiddellijke omgeving staat de Evangelische Kirche, die gevestigd is in een oorspronkelijk middeleeuws hospitaal, later ook weeshuis en stadhuis.



Maar wij willen onze tijd dit keer voornamelijk aan de Sint-Maria-Magdalena-kerk wijden. Ook deze imposante driebeukige hallenkerk werd weer voorbeeldig opgebouwd.


Alleen de toren stond nog overeind, maar in 1993 stortte deze alsnog in,


 maar is wel weer in modernere vorm opgebouwd.



Er is het nodige te genieten, consoles waar de ribben beginnen



en sluitstenen.




Dan is er nog een grote verscheidenheid in glas-in -lood. Traditioneel,


maar vooral modern.Van enige afstand lijkt het net of er luxaflex voor de ramen hangen.



Maar dichterbij ziet er toch anders uit.



Andere ramen hebben een heel andere stijl.





Soms ook met fraaie vogelpatronen.



Tijdens de beeldenstorm werd het zeer rijke interieur vrijwel volledig verwoest. Er rest o.a nog een prachtig 14e eeuws Mariabeeld


en een sacramentshuisje met houtsnijwerk dat helaas op de foto een wat vreemde belichting krijgt door het glas-in-lood erachter en de gekleurde spotjes ervoor.



Aan de buitenzijde bewonderen we nog een ingangsportaal



en de vele kolderieke spuwers.




Wij gaan weer verder, maar zien nog wel de grote watermolen liggen.



Vanuit het centrum belanden we direct in het groen, eerst door een park, daarna langs de oever van de Niers.



Na anderhalve kilometer wisselen we nogmaals van oever, dit keer via een voetbrug die op de peiler van de vroegere spoorverbinding Boxtel - Wesel ligt.



Weer een stuk verder bereikt de Niers de uitlopers van het Reichswald.



In dit gebied is en wordt veel zand en grind gewonnen, doordat Maas en Rijn hier vroeger tot 20 m diepe grind- en grofzandlagen hebben afgezet. Daardoor zijn vele grote plassen ontstaan.



Onze wandelroute is blijkbaar populair, want diverse routes lopen hier samen.



We komen nu bij de ommuring van het vroegere Cistercienzer nonnenklooster Gräfenthal, dat in 1248 door graaf Otto II van Gelre is gesticht. Het werd een zeer rijk en machtig klooster.  In de ommuring bevindt zich een duiventoren.



Door een grote toegangspoort komen we het terrein op,


waar we de duiventoren van de andere kant zien.



In de voormalige brouwerij is nu een taverne gevestigd.



Op de zogenaamde remise prijkt nog een groot wapen.



Toen Napoleon de sluiting van het klooster beval, werd de kerk en een deel van het klooster afgebroken. Er rest nog een L-vormig gebouw.




Graaf Otto II  werd in 1271 in de kerk begraven. Toen deze werd afgebroken liet men de graftombe daar buiten staan. Sinds een aantal jaren heeft men er een afdakje boven gebouwd, maar het heeft door de afbraak en oorlogshandelingen wel geleden.




Het hele landgoed is tegenwoordig bezit van een Nederlander, die het voor partijen en horeca exploiteert. Van de kruisgang is nog één kant aanwezig.


Op elke sluitsteen staat hier een wapen afgebeeld.



Voor de voormalige keuken nemen we een koffie en ik neem er dadeltaart bij.



In de keuken bevinden zich nissen met oude beelden.



Voor we het terrein weer verlaten bekijken we nog de achterzijde van het gebouw.


Hierna zien we het complex achter de kloostermuur liggen


en even later over het water.



Langs de plas waar we langs lopen zien we zeer veel vraatsporen van bevers.



En naast het pad is de paddentrek aan de gang.


Daarna lopen we weer een stukje langs de Niers. Ik zie twee vogels laag over het water scheren. Bij één zie ik wat roods op de borst. Eén van de vogels gaat op een tak aan de overkant zitten. Ondanks het licht van de laagstaande zon,  maak ik een foto en dan blijkt overduidelijk dat een ijsvogel is!



Als hij weer van de zon af vliegt, zijn zijn kleuren weer schitterend zichtbaar, maar we kunnen geen betere prent produceren. We verlaten de Niers en zetten koers naar het Duitse Kessel om een hapje te eten. Het restaurant dat we hebben uitgezocht, blijkt geheel vol te zitten, maar we mogen nog wel aan een tafeltje in het café zitten. Kessel is een Spargeldorf dus wordt het Spargel mit Shrimps überbacken. Ook gaat de Erdinger er goed in. Bij vlagen horen we muziek van blazers. De plaatselijke muziekvereniging heeft generale voor het jaarconcert van morgen. Tijdens de pauze worden we omspoeld door muzikanten. We nemen nog een Nachtisch; Lilian rabarbercompote met ijs en ik een Nussknacker. Als we hierna koers zetten naar ons overnachtingsadres is de duisternis ingevallen. Buiten het dorp is het stikdonker. Gelukkig wijst de gps de weg. We komen onderweg welgeteld één lantaarnpaal tegen en als de gps zegt dat we er zijn, staan we inderdaad voor een bouwsel, maar we kunnen geen nummer onderscheiden en de voordeur is gebarricadeerd met een plantenbak. Een hond begint hevig te blaffen. Eerst maar even kijken of we bij een volgend huis een nummer kunnen ontdekken. De twee-onder-eenkapwoning draagt de nummers 15 en 17 en wij moeten op 13 zijn; dus terug naar de blaffende hond. Ik weet de zaklantaarn op mijn mobiel in te schakelen en we ontdekken zowaar een bel op het hek. Er komt een vrouw naar buiten, die vraagt of we bang van honden zijn, want ze hebben er acht! We kunnen overnachten in een ruime vakantiewoning, die naast hun huis staat. De tegelkachel is een beetje warm gestookt. We drinken nog een décafé en douchen. Naast de tegelkachel staat een stuk antiek speelgoed.



De bedden zijn prima en we hebben een goede nachtrust.

zondag 30 maart 2014   Kessel - Molenhoek   21 km

Om 8.10 gaat de wekker. We hebben gevraagd of we half negen kunnen ontbijten. Als we de dames aan zien komen, doen we de deur open en de kalfshond vliegt naar binnen, maar wordt snel weer naar buiten gewerkt. De dames hebben een paardenfokkerij, maar er kan ook paardgereden worden.
Wij storten ons op het ontbijt met een eitje en een jus d'orange.



Na alles netjes achtergelaten te hebben, nemen we na betaling afscheid en kunnen in de benen. We komen langs de monumentale boerderij Driesberg, die we gisteren niet in het donker hebben gezien.



In Kessel lopen we langs de kerk. Hier staat de Kaiser Otto III Brunnen. Keizer Otto II was met zijn vrouw op weg naar Aken toen Otto III in 980 in deze omgeving geboren werd.



We lopen langs de Niers door zwaar bedauwd gras, zodat onze schoenen kleddernat worden. We steken de Niers over en wandelen nu geruime tijd op de grens van het Reichswald, soms verhard dan weer onverhard.



Hoe dichter we bij Nederland komen hoe aantrekkelijker het landschap wordt.



Tenslotte bereiken we het ons welbekende landgoed St Jansberg. Hier is een uitbundige voorjaarsflora van o.a. speenkruid,


bosanemoon



voorjaarshelmbloem


en witte klaverzuring



Op de plaats van het verwoeste landhuis zijn nog de resten van de moestuin zichtbaar met onder andere koude bakken. Er achter stond een druivenkas.



Ook de ijskelder is bewaard gebleven, al dient die tegenwoordig als verblijfplaats voor vleermuizen.



Vele beken ontstaan hier die door diepe dalen richting Maas gaan.



We eindigen bij station Mook-Molenhoek en zijn vlot en bijtijds thuis.