dinsdag 30 april 2019

19-04-20-MNZ Oosterscheldepad Westenschouwen-Bruinisse

Zaterdag 20 april 2019   Westenschouwen   11 km

Ooit zijn we in 2004 aan het Oosterscheldepad begonnen, maar al snel bleef de rest liggen, omdat de bereikbaarheid  van Zeeland met het OV niet optimaal is en omdat het vele asfalt ook niet erg aanlokkelijk was. Dit paasweekend met zomerse temperaturen gaat het er van komen: we zullen op eerste en tweede paasdag het pad voltooien. Vandaag treinen we naar Middelburg. Daar moeten we een half uur op de bus naar Westenschouwen wachten, maar er komen nog 20 minuten bij, omdat de chauffeur zijn verplichte rustpauze nog niet heeft gehad. Na vier en een half uur reizen komen we in Westenschouwen aan. Vandaag is een inloopdag. We hebben nog een Capitoolwandeling door de duinen die we nu gaan doen. Het is even zoeken naar een doorgang naar de duinen. We volgen een pad achterlangs de vele recreatieterreinen richting Burgh. Dan mogen we de duinen echt in.


Dat betekent wel regelmatig door mul zand ploegen.


Geleidelijk komen we aan de rand van bebost terrein. We hebben uitzicht op het hoogste duin van 43 meter boven NAP.


We passeren een aantal fraaie plassen.



Daarna blijven we in het bos. Uiteindelijk komen we op ons uitgangspunt terug, waar we nog even de aldaar staande uitkijktoren beklimmen.


Hierna lopen we een stuk terug om ons Vrienden op de Fiets-overnachtingsadres te zoeken. Dat ligt op een mooie plek en we worden hartelijk ontvangen met drinken in de tuin. 's Avonds eten we in een niet ver er van afgelegen bistro West. In onze prima slaapkamer is het 's nachts muisstil.

Zondag 21 april 2019   Westenschouwen - Zierikzee   30 km

Deze ochtend worden we verrast met een uitgebreid paasontbijt. Vanwege de gezelligheid moeten we moeite doen om op tijd te vertrekken. Via de Westerse Weg komen we op de route en zijn spoedig bij de oever van de Oosterschelde. Op de drooggevallen slikken zien we de kluut foerageren.


Terugkijkend zien we de pijlerdam tussen Schouwen en de Roggenplaat.


We proberen boven op de dijk te lopen door een goed afgesloten afrastering te openen. Dat lukt, evenals het weer netjes sluiten. Aan het eind lopen we tegen een aantal geiten aan. Ook hier lukt het openen en sluiten weer zonder een geit door te laten.


We zijn nu in Burghsluis, waar het overtollige water uit de omgeving van Burgh gespuid kan worden. Vervolgens lopen we weer verhard verder langs het water. Links van ons bevindt zich de Koudekerksche Inlaag. Een inlaag ontstaat wanneer men om veiligheidsreden een tweede dijk achter de zeedijk aanlegt. De benodigde grond haalt men tussen de twee dijken weg, waardoor het land laag komt te liggen en er veel zoute kwel ontstaat. Een inlaag is dus meestal onbruikbaar voor agrarisch gebruik.


In de inlaag zien we een stel rotganzen.


We komen bij de Plompe Toren. Dit is een restant van de kerk van Koudekerke. In 1475 lag de Oosterschelde nog 4 km van het plaatsje af, maar het water rukte steeds verder op. In 1583 brak men de kerk af. De toren liet men als scheepsbaken staan. In 1650 was de laatste bebouwing verdwenen.


Het is mogelijk de toren te beklimmen. Binnen heeft Natuurmonumenten een expositie ingericht. Bovenop hebben we een weids uitzicht.



Even verder komen we bij Schelphoek. Tijdens de watersnood ontstond hier bij Renesse een dijkdoorbraak van 525 m breed met een grootste diepte van 37 m. Men besloot het gat verder landinwaarts te dichten met enorme caissons. Hierdoor ontstond er achter de oorspronkelijke dijk een binnenzee met schorren.


Aan de landzijde van de nieuwe dijk bevindt zich het natuurreservaat Schelphoek met veel bos en water.


Hierna lopen verder van de Oosterschelde af. Het dorp Serooskerke laten we links liggen en we omronden nu de polder Prunje, die geheel aan de natuur is teruggegeven en daarvoor flink vergraven is voor veel water. Dit alles in het kader van plan Tureluur. Voor ons geen inspirerende wandeling. Via een asfaltweg lopen we kilometers langs de rand, maar te ver er vanaf om iets interessants te kunnen zien. Vlak voor Moriaanshoofd is nog wel een toegang tot een vogelkijkscherm, maar hier zien we niets belangwekkends. Dan volgt eindelijk een stukje nieuw onverhard voetpad dat eindigt met een brug.


Aan de andere kant kunnen we onze asfaltwandeling langs de Oosterschelde voortzetten.  In de Flauwersinlaag zien we tureluurs


en kluten.


In het etablissement Heerenkeet laven we ons aan een drankje. In dit eeuwenoude onderkomen kwam het polderbestuur bijeen voor de schouw. Had een boer verzuimd zijn watergangen op tijd te schonen, dan verbleef het bestuur op kosten van die boer alhier tot de klus geklaard was. Rest ons vele kilometers asfalt langs het water tot vlak voor Zierikzee. Via de Weldamse weg komen we bij De Havenweg langs het Havenkanaal. Weldra komt Zierikzee in zicht.


In Zierikzee gaan we eerst ons Vrienden op de Fietsadres opzoeken. We zien aardige pakhuizen,


passeren de Zuidhavenpoort met nog een stuk weergang


en de Noordhavenpoort.


Als we op ons overnachtingsadres aanbellen, wordt er erg argwanend gekeken als de deur open gaat. Het blijkt dat ze geen gasten verwacht had. Doordat anderen afgebeld hadden, dacht ze dat wij dat waren. Desondanks zijn we toch welkom. In de tuin krijgen we wat te drinken, terwijl de gastvrouw met een vriendin de kamer in orde maakt.  Daarna gaan we de stad weer in en zien vele mooie geveltjes.


Deze avond eten we in restaurant de Banjaard en daar zijn we heel tevreden over. Ons traject voor vandaag zit er nog niet op, er rest nog een stadswandeling en hoewel het al schemerig is, beginnen we er toch aan. Ooit had Zierikzee een enorme middeleeuwse kerk, doch in 1832 veroorzaakten loodgieters een brand, die de gehele kerk verwoestte. Alleen de toren bleef gespaard.


Men bouwde een nieuwe kerk ernaast.

i

Zierikzee is een zeer sfeervolle oude stad, nu eens zonder schreeuwende eenvormige winkelstraten.
We zien vele intieme plekken, zoals op onderstaande foto, waar de toren van het stadhuis bovenuit komt.

We verlaten de stad door de 14e eeuwse Nobelpoort.


Rest nog een wandeling naar ons overnachtingsadres.

Maandag 22 april 2019   Zierikzee - Bruinisse   25 km

Het ontbijt is een stuk soberder dan gisteren en ook het brood is op rantsoen, waarschijnlijk omdat ze ons niet verwachtte. Wij willen weer snel op pad. Even buiten Zierikzee volgen wij de Groene Dijk.


Als we daarna op de Braamsweg lopen zien we een vrouwtje paapje in de akker, die zich goed laat fotograferen.



We naderen het krekengebied van Ouwerkerk. Tijdens de watersnood ontstond hier een groot gat in de dijk en ontstonden er twee kreken in het achterland. Nu is er veel bos aangeplant langs de kreken. Nadat we een eindje in het bos zijn houden we koffiepauze.


Als we verder gaan zien we in het beukenbos prachtige ondergroei van Spaanse boshyacinten.


Daarna lopen we vrij soppig langs de oever van de westelijke kreek.

 Op het water proberen een aantal mannetjes tafeleenden een vrouwtje te imponeren, maar die blijft er stoïcijns onder.


We komen uit bij de zeedijk. Via die dijk lopen we verder tussen inlagen bij het krekengebied en de Oosterschelde.


Iets verder komen we bij het Museum Watersnood 1953. Hoewel we hier eigenlijk geen tijd voor hebben, kunnen we de verleiding naar binnen te gaan niet weerstaan.  Vier enorme caissons van 20 x 20 x 60 m dienen als behuizing. Alleen de enorme ruimtes zijn al indrukwekkend.



In een vrijwel duister gedeelte is een loopbrug, vanwaar je beneden je stromend water ziet. 


Op dat water zie je namen van de slachtoffers meegevoerd worden.


Materiaal dat gebruikt is bij het herstel van de dijken is ook ruimschoots aanwezig.


Of de uitbeelding van wat er kan gebeuren bij een nieuwe ramp.


Buiten eten we op een bankje onze lunch en spreken ons moed in van het volgende lange asfaltcorvee. Langs de Oosterschelde komen we regelmatig z.g. Muraltmuurtjes tegen. Deze door ir Muralt bedachte muurtjes werden tussen 1906 en 1935 aangebracht om zo de dijk te verhogen. Tijdens de watersnoodramp bleken ze geen bescherming te bieden.


Uiteindelijk zien we St. Philipsland aan de overzijde liggen.


Op de Oosterschelde werd ook gekajakt.


Bij de haven van Zijpe, waar het veer naar St. Philipsland vertrekt, hopen we neer te kunnen strijken bij de aldaar gevestigde horeca. Groot is onze teleurstelling (en dorst) als er een bord staat dat het vandaag alleen toegankelijk is voor een besloten gezelschap. Het wordt doorbijten tot Bruinisse, waar een keur aan horecagelegenheden is. Het Oosterscheldepad zit erop, niet direct een aanrader gezien het vele asfalt en de zeer slechte markering. Toch zitten er wel fraaie plekjes in. Na een drankje nemen wij als eerste de bus naar Oude Tonge, waar we voor de eerste keer overstappen. Dat doen we nog drie keer voor we thuis zijn.