dinsdag 15 juni 1999

99-06--02-MFr-Gorge du Tarn

 Juni 1999 Gorge du Tarn



Proloog


Gaan we wel, gaan we niet.

Maandag weten we nog steeds niets zeker omdat 

SNP alleen de laatste overnachtingsplek nog niet bevestigd heeft gekregen.

Dus de kans is groot dat het doorgaat en anders gaan we op eigen

gelegenheid. 

Ik zit momenteel bij Stater in Amersfoort op een spoedklus en handel nog 

enkele zaken af.


Dinsdagmiddag om vijf uur, na zelf nog een keer gebeld te hebben, krijg 

ik een telefoontje op kantoor. 

Ze hebben een alternatief slaapadres geregeld. 

Leendert moet wel persoonlijk de reisbescheiden in Nijmegen ophalen.

Gelukkig vertrekken we die dag pas ‘s avonds laat.


Woensdag 2 juni


Stremming


Leendert gaat woensdagmorgen kort na negen uur vanuit Ede richting

Nijmegen. Ik gebruik mijn dagje vrij om het huis op te ruimen en

boodschappen te doen. Ik kom toevallig  Alberdine tegen en ga gezellig

op een terrasje zitten.

Het is lekker weer. Ik hoef eigenlijk helemaal niet weg.


We zijn klaar voor vakantie. Leendert is net aangekomen uit Ede. 

Er zijn twee problemen. 

Een stremming bij Lage Zwaluwe en het OV-personeel in Parijs staakt.

Eerst maar eens rustig eten, lekker buiten in de tuin de restjes opmaken.


We lopen naar het station in Gouda en informeren aan het loket. 

De internationale trein vertrekt op de normale tijd, maar rijdt via Breda. 

We moeten nu een uur wachten in Rotterdam.

Het restaurant en alle warme plekken worden gesloten.

In het wachtlokaal wordt gerookt. Uiteindelijk vinden we op een ander

perron nog een rookvrije ruimte en doden de tijd met een krant.


De internationale trein arriveert stipt op tijd. 

We stappen in en gaan meteen slapen in die stomme open lakenzak.


Donderdag 3 juni


OV-staking


Half zeven, aankomst op Gare du Nord in Parijs. Er rijden geen bussen

of metro’s naar Gare de Lyon. Er is onlangs iemand doodgestoken en

het personeel wil meer veiligheid.  We zoeken een taxi.

Er staat een lange rij. Wij sluiten aan. Het is de tweede dag van de 

staking en gelukkig niet z’n chaos als gisteren toen al het verkeer vast

stond.  De rij krimpt snel.

Een Parisienne loopt langs de rij en vraagt of er nog iemand naar Gare

de Lyon gaat. Natuurlijk mag ze met ons mee! Het is haar eerste

werkdag bij de Zwitserse ambassade.

Snel brengt de chauffeur ons naar het station en de dame betaalt praktisch

de hele rit (68 francs).

Het kost ons slechts 20 francs, oftewel zeven gulden.


We zijn veel te vroeg op het station. We installeren ons buiten op een

stenen bankje en smeren ons brood. Binnen drinken we koffie met een

half croissantje. De koffie is duurder dan de taxi (2x 12francs)!


De trein naar het zuiden. Ik kan mijn ogen amper open houden.

Even lezen en dan weer tukken. Het eerste stuk gaat snel, maar in

het tweede deel stoppen we vaak. We stoppen in totaal 17 maal in

zeven uur tijd voor we in Banassac – la Canourgue uitstappen.

Leendert heeft ze allemaal genoteerd en volgt de reis op de landkaart.


Het station is enigszins verlaten. De zon schijnt vrolijk en de man

achter het loket bestelt een taxi voor ons. Wij likken aan een ijsje.

De taxi brengt ons naar St. Eminie,start van onze zesdaagse.

Ik probeer in mijn gebrekkig Frans te converseren. Het is weer wennen.

St. Eminie is een gat, aan het begin van de Gorge du Tarn.  

Vorige week was het wel 36 graden. Help! Help!


Hotel Commerce verwacht ons en ontvangt ons hartelijk. FITOUR is 

het toverwoord. Leendert betaalt de taxi (265 frans). Verwachtingsvol

wil ik de trap betreden, maar de man steekt daar een stokje voor en 

brengt ons via een smal straatje naar een ander huis, ook onderdeel

van het hotel. De kamer is matig. Zeker geen twee sterren en met  een 

mechanisch toilet dat een vreselijke herrie maakt. We gaan maar eerst

bijslapen. 

Ik wordt wakker van het onweer. Lekker! Het regent de hele avond.


Het eten is niet in het hotel. We krijgen een voucher voor een Auberge.

Het is subliem eerste klas eten. Gelukkig weten ze niet dat we

“vegetarien” zijn. We krijgen een visterrine, tartaar van schapenvlees

met tagliatelle, blauwe kaas, lekker brood en mmm chocoladetaart met

een bolletje ijs. En de Languedoc uit 1995 is zalig. Wel doordrinken

zo’n hele fles. We sluiten af met een koffie. Lekker verwennen.


Vrijdag 4 juni


Onze eerste wandeldag


Het ontbijt is gewoon in het hotel. Wij zijn de enige vroegontbijters.

Croissantje, half broodje en jam. Gelukkig genoeg vocht. De man is

alleraardigst, toont boeken over de Causses en geeft folders over de

grotten en vale gieren. De picknickmand is gevuld met van alles.

Hij heeft gelezen dat we vegetariërs zijn en daarom krijgen we speciaal 

nog wat geitenkaas en sperzieboontjes. En nog twee blikjes eiwitrijk

poeder.


De grote rugzakken achterlatend, vertrekken we blij naar Vignes, 

21 km verderop.

                                            St. Enimie


Binnen 200 m zien we de mooiste orchideeën.

Het is een en al bloemenpracht. Dit schiet natuurlijk niet op. Helaas

begint het ook lichtjes te regenen.




Mijn broek wordt kletsnat van het hoge gras. Wat loopt dat vies.

Na twee uur zijn we dan eindelijk in St. Cheny-du-Tarn, maar we 

hebben geen tijd het plaatsje te bekijken. We hebben drie kwartier

vertreuzeld met de bloemetjes. Normaal geen probleem, maar we

worden om drie uur bij de boot verwacht.

We zien nog veel mooie bloemen, maar lopen nu toch maar door.

Twaalf uur. Ik rammel, maar we nemen nog geen pauze. Eerst naar Hauterives.


Kwart voor één strijken we neer in de zon, tussen de struiken met uitzicht op de 

Gorge, oftewel “un petit canyon”. Hauterives is een mooi verlaten plaatsje,

slechts bewoond door drie personen. Na bestuderen van de routebeschrijving

constateren we dat we nog maar drie km hoeven te lopen. Dus genoeg tijd

voor stokbrood met tomaat, haricots verts en geitenkaas. Leendert zet zelfs nog thee.


Nu moeten we toch opschieten, maar er zijn geen kleine klimmetjes tussendoor.

Tien voor drie zijn we bij de boot in Malène. We hoeven ons alleen aan te melde met

FITOUR en alles is geregeld. Even later glijden we over de Tarn door de smalle hoge

gorge.


Omdat er in de boot ook drie "fietsende" Amerikanen zitten, vertelt de bootsman in
goed Engels.

En hij kent zelfs de Nederlandse namen van de vogels. Hij weet veel. Wat is het toch
mooi. Het hoogste punt ligt 500 m boven het wateroppervlak. Hé, een waterspreeuw,
een gele kwikstaart en ook nog een gewone!





De man probeert ons nog over te halen om de lange boottocht te maken, maar dan
moeten we straks een lang stuk langs de autoweg lopen. Niet dus. We stappen uit bij
La Croze, aan de linkerkant van de rivier. Ook La Croze is net als Hautrives een min of 
meer verlaten gehucht. Het bestaat uit drie huizen, gekocht door een familie. We lopen
dus over privé-terrein. Gelukkig is er niemand.

We lopen rustig verder zonder tijdsdruk.




En na het smullen van een paar kersen belanden we bij de brug van Les Vignes.
We weten de naam van het hotel niet, maar stappen het eerste beste hotel Gedauvan 
binnen en dat blijkt de goede te zijn.

De kamer is weer nul sterren. Het behang laat los en de ruimte is sfeerloos zonder 
schilderijtje en met twee scheve lampjes. Er staat een groot roze bed. Het is er
donker, de badkamer is min of meer in de kamer geplaatst, waardoor er weinig 
licht binnen komt. Ze hebben ook hier een mechanisch toilet. Dus als je naar de WC
geweest bent kan het hele hotel het horen.

Het restaurant heeft iets aftands, kitscherig met plastic bloemen. Sade zingt op de 
achtergrond en een groep Engelsen verstoort de rust. Het is gebruikelijk allemaal rond
half acht - acht uur te eten. De bediening is vlot. Het eten is beduidend minder dan
gisteren: de bodem van de frambozentaart is keihard. Na en avondwandeling door het
dorp met het boeiende geluid van de vroedmeesterpad, dat klinkt als een klokje of een
windorgel, gaan we slapen. Voor mij wordt het een woelig nachtje.

Zaterdag 5 juni

Vandaag zijn we stout.

Vandaag zijn we stout en kiezen een andere route. We hebben al lang gezien dat de 
geplande route te laag en te kort is. Dat wil zeggen maar 4 uur en zonder mooie 
vergezichten en minder bloemrijk. Op de topografische kaart staat de GR 6, die we 
grotendeels kunnen volgen en als we aan het eind afdalen komen we weer op de 
oorspronkelijke route. Bovendien lopen we zo niet een gedeelte van de route voor morgen.

We lopen omhoog zodat we een mooier uitzicht, een mooiere route, mooiere bloemen
(massaal alpenaster) 


en mooiere rotsformaties hebben. 


We lopen onder een schitterende boog door: le bous del Biel. Een goede keuze. 






Ons wandelpatroon zit er al in: 's morgens veel bloemen kijken tot ongeveer 1 uur. 
Een uurtje lunchen, lopen, om half vier een zuurtje en om half vijf een pauze met koffie. 


Rond half zeven aankomen bij het hotel.

We genieten nu van een zuurtje, ergens in het bos onder ons is een point de vu. Ik wil 
graag even kijken, Leendert niet. Ik loop een stuk omhoog, maat heb nog steeds geen
uitzicht. Dan maar terug (de volgende dag zien we waar we hadden kunnen staan: een
hoge rots met laddertjes, kicken!).

In snel tempo zijn we toch nog om half zeven in ons eerste echte twee sterren hotel: 
met lift, echte WC, maar ook een overlopende douchebak een een matige matras. 
We kijken uit op de berg en het stadje.

In de eetzaal krijgen we weer een vijfgangendiner, geserveerd door een chagrijnig mens. 
Ze kwakt de wijnfles op tafel net als de borden. Ik eet mij bordje legumes sans rosbief.
Een groep Amerikanen, waarvan er gisteren drie bij ons in de boot zaten, zijn 
nadrukkelijk aanwezig. Dat heb je met een groep.

Zondag 6 juni

De klauterpartij. 

De derde wandeldag is weer heel anders dan de vorige. Veel klim- en klauterwerk.
We lopen eerst naar het plaatsje Capluc (de verlichte rots). De rots torent hoog 
boven Le Rozier uit. 


Het pad naar de rots is moeilijk te vinden, maar uiteindelijk lukt 
het toch. De rots is bekleed met ladders 


en even later staan we boven omgeven door een hekwerk.


 

Er zijn al veel mensen op pad, waarschijnlijk omdat het zondag  is. 
Het leukste komt nu. Sentier J. Brunet. Klimmen en klauteren over rotsen. 
Omdat de rotsen uit kalkgesteente bestaan zitten er overal greepjes.
Leendert vindt dit erg leuk, ook voor kinderen. Hij bedoelt: leuk klauteren en niet gevaarlijk.
Nu lopen we weer gewoon over een hoog bospad.


                                                                          Bijenorchis.

We knopen er nog een lusje aan naar een punt waar we gisteren ook al bijna waren. 
Van bovenaf zien we ons "point de vue", het prachtige Cinglegros, een scherp uitstekende rots, 


als een vinger, met laddertjes. Het is al half twee en we besluiten toch maar terug te gaan. 
In een weitje verorbert  Leendert de dikke plakken ham.


Ik de kaas. Hè, lekker weer alleen. De zon doet zijn best wat warmte te geven.
Na een uur pauze gaan we richting vale gieren en de Chinese vazen. De zon is 
nu echt fel. De wandeling is schitterend en voert langs de afgrond.


We zien de vale gieren cirkelen. Het lukt me niet hen te fotograferen. 



De rotsformaties hebben allerlei namen: Balcon du Vertige (der duizelingen),
le Vase de Chine en le Vase de Sèvres. Die kunnen op de foto. 



We komen twee echtparen, aardige Fransen uit de streek, wel zes keer tegen. 
Vanmorgen waren ze ook op de Capluc. Na een vlotte afdaling zijn we halfzeven
 binnen in Le Rozier. Matig eten, ik groenten, Leendert kip. Tien uur naar bed.

Maandag 7 juni

St. Michel

We hebben het rijk weer voor ons alleen. We nemen een rustdag en knopen er geen lusje aan.
We beginnen vanuit ons hotel in Le Rozier 


met een zeer steile beklimming, waarbij we zicht op Le Rozier houden.



Leendert heeft zijn dag niet en loopt te sukkelen. Ik heb koffie op en ga als een kievit.
Eindelijk zijn we bij de zendmast en genieten op een bankje. Even verderop komen we bij de prehistorische champignon, een indrukwekkende rots.


We horen een auto en luidruchtig gepraat en even later worden we gepasseerd door een groep
klimmers.


We dalen nu weer geleidelijk af in de richting van de rivier de Jonte. Even later zien we een 
klimmer aan de rots hangen. Een tweede klimmer daalt 75 m af, als het niet meer is. Door het 
lange kijken en genieten van de mooie vergezichten schieten we weer niet op. Nog maar een 
derde  van de route afgelegd te hebben, bereiken we het uitzichtpunt bij l' ermitage de
St. Michel, een kluizenaarswoning uit de middeleeuwen, hoog op een rots, ogenschijnlijk
onbereikbaar. Helaas moeten we deze ook weer links laten liggen.



De route blijft mooi. Wederom veel orchideeën, hondskruid,


bergnacht-, welriekende nacht-, en soms een hommel- of een bijenorchis.
De vliegenorchis is reeds uitgebloeid. Af en toe vraag ik aan Leendert hoe een bloempje
heet en probeer de naam te onthouden. We lopen over de Causses 


naar Veyreau en dalen steil af naar les Douzes. Bij Moulin Haut steken we de Jonte over.
Een vrouw kijkt boos omdat we over haar erf lopen. Het hotel ligt aan de autoweg, maar 
via de onderaardse catacomben komen we aan de andere kant van de weg bij de rivier
terecht, waar we op ons balkon van de zwaar ruisende Jonte genieten. Leendert duikt in bed. 

Dinsdag 8 juni

Chagrijnig en struinen

Met het weer bij aankomst, vreesde ik het ergste (30 tot 36 graden C), maar tot nu toe was
het te doen. Vandaag heb ik zelfs een jas aan, omdat we hoog op de Causses lopen en daar
is het, dankzij de wind en ondanks de zon, koeltjes.

We lopen vandaag weer een rondje vanaf het hotel en ons eerste doel is de kapel van
St. Gervais. Doden, die hier begraven liggen, werden in zakken naar boven gebracht
en dan pas in de kist gelegd.


We lopen verder, een stukje over de weg, een stukje door de bossen en een stukje over
de Causses. Vandaag hebben we een hele mooie grot gezien. L' Aven Armand, naar de
ontdekker van de grot. In het landschap zie je een soort krater, een opening boven de grot.


Met een treintje worden we met tig bejaarden naar beneden gebracht. De grot is één grote
kamer, zo groot als de Notre Dame. Een wereld van stalagmieten en stalactieten in mooie
kleuren. Sprookjesachtig! 

Jammer dat ik slechte zin had. De lunchplek wilde niet lukken en ik zie op tegen het 
avondeten. Weer zes snelle gangen, weer vlees. Van vegetarisme hebben zie hier nog 
nooit gehoord en ik voel me als een gans die volgepropt en vetgemest moet worden. 
Leendert heeft weer een kilo vlees van de lunch opgegeten, maar gelukkig niet alles. 
Hij wordt wijzer.

Woensdag 9 juni

De Vos en Dargilan

Alweer de laatste wandeldag. De overbodige spullen zitten in de grote rugzak,
die iemand van het hotel naar Meyrueis zal brengen. We moeten een kwartier 
wachten op het klaarmaken van onze picque-nicque. Niet zo attent. Via Moulin
Haut ontstijgen we het dal. Ik wil nog een keer een hondskruidveldje fiotograferen.

Bij de telefoonpalen zoeken we ons eigen pad op instructie van SNP, om vervolgens 
in de brandende zon verder te lopen. Hé, een vos! In het open veld loopt Reintje met 
z'n lange staart en wit puntje. Hij blijft staan, kijkt ons aan en loopt weer rustig verder
en verdwijnt in het struikgewas.

Het wordt nog avontuurlijker. Na het struinen bij de telefoonpalen moeten we van SNP
een bultje per kompas traverseren. Net voor het eind, inmiddels één uur, strijken we neer 
onder een boom in het gele veld. Zijn hier mieren?

Na dik een uur is het tijd om naar La Grotte Rose, oftewel Dargilan, te gaan. Via de weg,
hoedje en zonnebril op. We zijn net op tijd om bij een groep voor een rondleiding aan te 
sluiten. Ik krijg een Nederlandse beschrijving mee. We mogen foto' s maken.



De grot is ontdekt door een boer, die een vos achterna zat. Hij is prachtig met verschillende 
zalen, grote draperieën en versteende watervallen. De stalagmieten groeien 1 cm per eeuw. 
Hier en daar wordt geëxperimenteerd met een  vaas, beeldjes en laboratoriumflesjes. De 
grot is constant 10 graden. De stenen hebben schitterende kleuren: lever, roze, grijs en wit.
Je kunt van alles zien in de vormen; het lijken longblaasjes, parachuutjes, sprookjeskastelen.

Donderdag 10 juni

De aftocht



Na een uur zijn we weer buiten, kijken uit over de Jonte en genieten van een pilsje. Mmmm.
We houden ons aan de Franse traditie en drinken geen bier tijdens het eten, maar nu mag het.

We lopen verder omhoog en in de zon. Leendert puft. Blij dat het niet de hele week zo warm 
was. Ik ga liever gewoon dood. We moeten nog ongeveer twee uur lopen. Net voor Meyrueis 
met uitzicht op de brug en het toeristische plaatsje ploffen we neer en Leendert drinkt zijn 
koffie. Tien voor even zien we onze rugzakken terug in Hotel Family. We duiken in bed, 
douchen en maken ons op voor, je raadt het al: ons vijfgangen-slotdiner. Leendert verorbert 
de specialité du région. Maag. Ik eet omelet. Als hoofdgerecht krijgen we in plaats van kip, 
forel met linzen en spekjes. De rochefort is zalig!
We slapen gescheiden om alvast weer te wennen.

Donderdag 10 juni

De aftocht

Afscheid met twee croissantjes, jam stokbrood en een grote kop koffie. De taxi
is geregeld en brengt ons via Les Douzes en Le Rozier naar Millau. We hebben ruim 
anderhalf uur de tijd om brood te kopen en in het gemeentelijke park te lezen. Wachten
op de trein naar Parijs.

Het boek heft me te pakken. Het leest als een trein. Er is nog iets met een reservering.
We zijn op een andere plek gaan zitten omdat we vlak bij het rokersgedeelte zaten. Wij 
hebben de kaartjes weggehaald en nu zit er een andere man. Een stel dat ook geboekt 
heeft bij SNP heeft hetzelfde reserveringsnummer en spreekt de man aan. Gelukkig zijn 
we aan het begin van het traject en zijn er nog een paar niet gereserveerde plaatsen vrij.
Dus het komt allemaal goed, hoewel de conducteur zegt dat ons kaartje ongeldig is omdat
er geen prijs op staat.

Half acht zijn we in Parijs. De metro rijdt als vanouds  en brengt ons in tien minuten naar
Gare du Nord. Tot elf  uur doden we de tijd met Quiche Loraine, lezen en kijken.


De volgende dag zijn we om acht uur in de Mr. D.J. van Heusdestraat.