zondag 12 mei 2013

13-05-09-MNZ+B Zwerven door Meetjesland

donderdag 9 mei 2013 (Hemelvaartsdag)  13 km + 2 km

Al jaren ligt de route van Hulst naar Sluis van het Grenslandpad nog open voor ons. Vanwege het wegvallen van het veer Kruiningen-Perkpolder is de route ook nog gewijzigd. Maar nu gaan we weer een stuk wegwerken en we houden ons aan de oude route. Met de trein gaan we met overstappen in Utrecht en Rotterdam naar Vlissingen. In Rotterdam lopen we even naar de stationshal van het nieuwe station om die te bewonderen.



 In Vlissingen gaan we met het voet- en fietsveer over de Westerschelde. We nemen plaats op de achterplecht om een beetje uit de wind te zitten en met de zon erbij is het goed uit te houden.



 Na verloop van tijd zien we Vlissingen aan de horizon liggen.



 Nu volgt een busrit naar Sluis. Als we deze plaats naderen komt de bus vast te zitten in de toeristenmassa's die zich in grote getale in blik naar deze plaats begeven. Omdat het moeilijk is een parkeerplaats te veroveren komt de boel vast te zitten. We zijn blij de bus te kunnen verlaten en nemen snel afscheid van Sluis met zijn horden dagjesmensen. We zien het belfort nog net liggen.



 Het begin van de wandeling is met een bord duidelijk aangegeven.



We lopen langs de Dammervaart. Het was ooit een project van Napoleon om Brugge via Sluis met de zee te verbinden, maar na de val van Napoleon werd het werk stilgelegd en is het kanaal nooit verder dan Sluis gekomen. Langs het kanaal bevinden zich diverse ooievaarsnesten.



Spoedig laten we de laatste versterking van het vestingstadje achter ons.



Het beeld van lange rijen populieren zal de komende dagen nog dikwijls voorkomen.



Na een kilometer stappen bevinden we ons reeds in België. Na enige tijd mogen we het kanaal over met de veerpont Kobus, die wel zelf voortbewogen moet worden.



 Hierna komen we in een oase van rust. Spoedig verplaatsen we ons over een omzoomd grasdijkje langs de voormalige zeeverbinding het Lapscheurse Gat.



 Na enige tijd zien we het dorp Lapscheure liggen.



We naderen een drukke autoweg, maar gaan zeer spoedig weer het boerenland in. Langs een enorme kale akker houden we een theepauze.



 Wat verder steken we de Verloren Kreek over, waardoor we weer op Nederlands grondgebied komen.



Vlak voor het buurtschap Heille gaan we richting het Belgische Middelburg. De kerk van de plaats is al van verre zichtbaar.



In de plaats blijkt het een imposante gotische kerk te zijn.



Tegen de kerk staat ook een kruisgroep.



 Helaas is de kerk zelf dicht. Middelburg was vroeger een belangrijke stad met een groot kasteel, maar is vele malen belegerd. Daardoor is er veel verwoest. De tweede wereldoorlog deelde de genadeklap uit. Slechts vier gebouwen overleefden de oorlog, waaronder de kerk en het huis waar wij gaan overnachten. Het ziet er vanaf het kerkhof mediterraan uit.



We zijn nog vroeg en gaan de omgeving verkennen. Eerst reserveren we het op steenworpafstand van Middelburg gelegen restaurant De Tol dat valt onder het Nederlandse Eede. Daarna lopen we een plaatselijke wandeling. Van achter een vogelkijkscherm zien we sterns en wat verder het stationnetje van Eede van de voormalige spoorweg Brugge-Aardenburg.



 Midden in het plaatsje staat nog een eeuwenoude schandpaal die opgegraven is in de tuin van de pastorie en na restauratie weer staat te pronken.



In ons B&B worden we hartelijk ontvangen met een hapje en een cava. De eigenaren wonen er nu 2 jaar en komen uit Antwerpen. Het ziet er sfeervol uit. Wij slapen in een bijgebouwtje dat ook origineel is ingericht.



De badkamer is van de slaapkamer afgescheiden met een enorme oude houten wand, waarin zich glas met figuren bevindt.



 Het blijkt dat het verstandig geweest is het restaurant te reserveren. Het zit stampvol als wij arriveren. We gaan voor asperges met zalm. Ik neem ijs toe en Lilian Apfelstrudel. Het smaakt allemaal uitstekend en de bediening is allervriendelijkst. Het bed is voortreffelijk en we slapen heerlijk.


vrijdag 10 mei 2013   24 km

Als we ons onderkomen uitlopen, worden we meteen begroet door een paar kippen en in het huis door een zeer aanhankelijk hondje. Het ontbijt is voortreffelijk. Na ons vertrek betreden we spoedig het Eedesche kerkenwegel. Dit kerkenpad maakt vele onverwachte wendingen en slingert door het boerenland naar Eede.



We lopen een kort stukje op de grens.



Even later zijn we op de plek waar Wilhelmina in 1944 weer voet op vaderlandse bodem zette. We zetten koers naar het Leopold kanaal. Het dient niet voor de scheepvaart maar voor ontwatering van laaggelegen landbouwgronden. Dat gebeurt door sluisjes in de dijk langs het kanaal.



Na een paar kilometer komen we op de plek waar Canadezen in de 2e wereldoorlog het kanaal overstaken. De Baileybrug die zij aanlegden, wordt nog steeds gebruikt. We besluiten hier een koffiepauze te nemen.



 Weer een paar kilometer verder besluiten we van de route af te gaan om Sint-Laureins te verkennen. Het eerste gebouw dat opvalt is het Godshuis.



Een gigantisch groot gebouw dat werd gebouwd voor de opvang van zieken, wezen, armen en bejaarden. Daarvoor was de streek aangewezen op Brugge, maar velen overleefden de reis er naar toe niet. Tegenwoordig is het een congres-en evenementencentrum met hotel en restaurant. Het tweede gebouw wat om aandacht vraagt is de middeleeuwse vroeggotische kerk.



Later is aan beide zijden een beuk bijgebouwd en nog weer later zijn de raampartijen grotendeels aangepast. Het interieur is vrij donker, omdat het middenschip geen ramen heeft. Er is veel glas in lood



en beeldhouwwerk aan de pilaren.



 Even buiten de kerk staat nog een moderne Maria met kind.



We verlaten Sint-Laureins en vervolgen onze tocht langs het Leopoldkanaal.



Bij Freds Café-Restaurant steken we het kanaal over, waarna we spoedig de Blokkreek bereiken, die tijdens een overstroming in 1583 ontstond.



We ontdekken een klein paadje langs dit water dat nog wat onverharde meters aan onze route toevoegt. De daaropvolgende wandeling langs de Boerekreek van 63 ha is volgens de LAW-site uit de route geschrapt wegens onbegaanbaarheid. Voor Lilian een extra aansporing om het wel te doen. Op veel plaatsen hebben de boeren het land tot op de rand van de kreek geploegd en plaatselijk zijn veel brandnetels en distels. Als het gewas van de boer en het onkruid opschiet zal het er zeker niet aangenamer op worden. Maar nu is het nog redelijk te doen.



Een slootje moet via half verrotte balken genomen worden.



Waar de kreek een grote bocht maakt ligt een breed stuk moerassig land vol met bloeiende dotter- en pinksterbloemen.





Nadat we de kreek gepasseerd zijn, is ons overnachtingsadres nog ruim een kilometer van ons verwijderd. Het is nog vroeg, dus lopen we nog een stuk door en wandelen dan via de Krabbendijk naar de Zwamhoeve. Het ontleent zijn naam aan de oesterzwamkwekerij dat er was gevestigd. Dit B&B is van een geheel andere allure dan het vorige. Het blijkt in een loods te zijn ondergebracht.



Bovendien worden er ook Polen gehuisvest. De kamer is gewoon netjes, maar smaakvol is anders. Omdat de restaurants op enige afstand liggen, mogen we 2 fietsen lenen. Er staat nog steeds een zeer stevige wind en van mijn fiets heeft de versnelling het begeven. Om naar Freds Café-Restaurant te gaan, moeten we een halfverharde weg met kuilen langs het kanaal volgen, recht tegen de wind in. Een mooi stukje krachttraining. Al op afstand zien we een immense hoop blik rond het restaurant en onze vrees wordt bewaarheid. Gelukkig is er iets verder Taverne In den Draaiput, waar het heel rustig is. Het eten is hier uitstekend. Voor het eerst van mijn leven waag ik me aan de garnalenkroketten als voorgerecht. Volgens Joep Habets kunnen ze die vrijwel alleen in België fatsoenlijk bereiden. Ook maak ik hier kennis met eten à volonté (naar believen), maar de eerste portie van mijn hoofdgerecht is zo overdadig dat ik het hierbij laat zitten. De aankleding van dit etablissement is miserabel. Lange kale wanden met weinig glas. Bovendien heeft men voor één wand een gifgroene kleur uitgekozen. Hierna zetten we onze fietstocht voort naar Sint Jan in Eremo. Het door onze gastheer aanbevolen restaurant alhier lijkt uitgestorven. Er staat hier wel een heel aardig kerkje.



Johannes de doper is pontificaal boven de ingang aangebracht, inclusief verlichting. Van zijn handen is niet veel meer over.



Aan de zijkant van de kerk zijn tableaus aangebracht met doopvoorstellingen.Terug op de Zwamhoeve nemen we nog een decafé met chocolaatje. Daarna duiken we in onze superzachte bedden.

zaterdag 11 mei 2013  25 km

Na een goed , maar minder uitbundig ontbijt dan gisteren, trekken we de regenkleding aan, want er trekken geregeld buien over. We lopen over de Krabbendijk weer terug naar de route. De eerste bezienswaardigheid is de Bomloze Put. Volgens overlevering is hier de kerk van Watervliet in een (bodemloos) wiel verdwenen. Als men op oudejaarsnacht om twaalf uur een steen in het water gooit kan men de klokken van de kerk nog horen. Helaas is het wiel onzichtbaar door een hoge aarden wal met een hoog hekwerk er voor. Via een weggetje waarlangs schapen met zwarte lammetjes in de beschutting van bosjes staan, gaat het richting Leopoldkanaal. We volgen dit weer een flink stuk stroomopwaarts. Eerst nog met aan één kant grote populieren,



daarna kleine populieren



en tenslotte boomloos.



Dat laatste stuk ziet er het meest natuurlijk uit, vooral omdat het kanaal hier niet meer kaarsrecht loopt. Lilian zet een smeerwortel op de plaat.



 We verlaten het kanaal en de nieuwe LAW-11 via een Baileybrug.



Wij gaan verder over de GR-5A (en voormalige LAW-11) naar de plaats Boekhoute. Vroeger was dit de thuishaven van een vissersvloot, maar sinds de afsluiting van de Braakmankreek liggen de boten elders. Naast de kerk staat nog een oude gedeeltelijk ingepakte vissersboot, die herinnert aan dit verleden.



 Ook dicht bij de kerk ligt het kasteel Ter Ley(d)en.



Het is te huur voor maximaal 35 personen (iets voor een familieweekend?) We gaan ook even de (niet al te oude) kerk in. Ook hier weer veel kleurig glas in lood.



In een hoekje van de kerk staan wat oude heiligenbeelden geparkeerd. We herkennen onmiddellijk de heilige Rochus ertussen.



Na Boekhoute loopt de markering van de Gr-5A anders dan ons boekje. Het waarom zal ons nog duidelijk worden. Wij houden ons aan de oude route en volgen een slingerend betonweggetje door het boerenland tot aan de Doornendijk. Hij ontleend zijn naam aan het feit dat de met populieren beplante dijk vrijwel vol gegroeid is met slee- en meidoorns. De oude populieren worden niet meer gekapt en vallen regelmatig om. Voorlopig lopen we onder aan de dijk.



 Bij een visvijver is een prima zitgelegenheid voor de lunch.



Er is zelfs een heus toilet.



Hierna is er een trappetje naar boven dat leidt naar een smal paadje op de kruin van de dijk.



Na verloop van tijd wordt de begroeiing steeds dichter, maar we zetten dapper door.



Na een flink stuk gelopen te hebben, staan we plotseling voor een met kettingen en hangslot verankerde poort met aan weerszijden prikkeldraad hekwerk. De poort blijkt te zijn geforceerd en door hem iets te draaien kunnen we ons er door wurmen. Met enige spanning gaan we verder. We lopen langs de Rode Geul, een prachtig natuurgebied. Dan staan we plotseling weer voor een poort, die er dit keer steviger uitziet. We lopen langs de prikkeldraadafrastering tot we een draad zien die voldoende afstand tot de grond heeft en tijgeren er onderdoor. Aan de andere zijde zien we een bord waarop staat dat we de sleutel bij de milieudienst kunnen opvragen.



Na dit avontuur kunnen we weer rustig verder lopen. De GR-5A heeft zich weer bij ons gevoegd. Ook het verdere verloop van de route is prachtig en vormt het hoogtepunt van deze minivakantie. We hebben nu links de Rode Geul en rechts de Grote Geul.



Aan de kant van de Rode Geul bevindt zich een grote grazige vlakte met plassen.



We zijn nu op de dijk naast de onverharde Doornendijkstraat.



We hebben zicht op intieme plasjes.



 Een andere soort populieren geeft een heel ander beeld aan het landschap.



Vlak voor Assenende hebben we nog een idyllisch zicht op de Kleine Geul.



Na Assenende lopen we over een smal landweggetje waarover net een wielerwedstrijd wordt gereden. Talloze auto's volgen de renners. We zijn dan ook blij ze bij Sas-van-Gent achter ons te laten. Na een flink stuk lopen door Sas komen we bij de bushalte Bolwerk, genoemd naar een nabij gelegen restant van die versterking.



Met bus rijden we naar de Westerscheldetunnel. Een andere bus rijdt ons via deze tunnel naar Goes, waar de treinreis kan beginnen en komen na in totaal vier uur net voor het achtuurjournaal thuis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten