We treinen naar Almelo, waar een grote bus voor komt rijden die alleen ons tweeën naar de Westerveenweg in Westerhaar brengt. We willen weer een Grasduinenwandeling afvinken. Overigens liep ik ruim 20 jaar geleden deze wandeling grotendeels ook met Renske toen we een weekje in het NIVON-huis Krikkenhaar verbleven. De Engbertsdijkvenen zijn een restant van het vroeger zeer grote Bourtanger Moor en wel de zuidwestelijke punt ervan. Tot na de Tweede wereldoorlog werd hier nog grootschalig turf gewonnen. Het natuurgebied is 1000 ha groot en het belangrijkste hoogveengebied van Nederland omdat het flinke kern van levend hoogveen heeft in het noordelijk deel. Dit is grotendeels niet toegankelijk. Door dijken heeft men de waterstand veilig gesteld. Wij wandelen in het zuidelijk deel. Eerst nog verhard over een fietspad langs de Verbindingsleiding. Aan de overzijde zien we schapen grazen.
Als we de Verbindingsleiding oversteken is de berm massaal begroeid met een mooi bloeiend gras.
Als we het Geestersche Stroomkanaal zijn overgestoken lopen we verder onverhard in door de voormalige ontginningen, Het veen is gedeeltelijk afgegraven, waardoor er veel hoogteverschillen zijn. Overal in de begroeiing wemelt het van de spinnenwebben, die nu door de dauw goed te zien zijn.
Een zijpad leidt ons naar een vogelkijkscherm. We kijken uit over een enorme plas die door de ontginningen is ontstaan.
Veel vogels zien we niet op een paar grauwe ganzen en wilde eenden na, die zich in de buurt van een paar veenstobben ophouden.
Op een berk zien we twee berkenzwammen.
Dan blijkt het vervolg van onze route niet meer toegankelijk te zijn en vallen er een paar kilometers af. We lopen nu langs de zuidrand van het eigenlijke reservaat. Op een bankje lunchen we, waar we boven ons hoofd in een berk een bruine winterjuffer zien.
In het reservaat ligt door een aangebrachte dijk de waterspiegel duidelijk hoger.
Er staat ook veel gagel.
We maken nog een extra lus in noordelijke richting, waarbij we nog een stuk langs het Geestersche Stroomkanaal lopen.
Over dit water zien we nog twee ijsvogels vliegen. Even later lopen we langs het Veenmuseum, dat we niet aandoen. Het laatste stuk van de wandeling gaat over het Hazenpad, een brede zandweg. Aan deze weg ontdekken we de Stevensheide.
Aan de andere kant van de weg cirkelt een futuristische helikopter.
We gaan nog even van de route af om een knuppelpad op en neer te lopen.
Terug bij de bushalte moeten we nog even wachten . De bushalte ligt heel ongelukkig aan een vrij drukke autoweg.
Ook op de terugweg zijn wij weer de enige passagiers. De wandeling vonden we geen topper.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten