dinsdag 8 juli 2014

14-05-31-F+C+DF Åland

zaterdag 31 mei 2014

Joanneke is op weg van Finland naar Åland met Sibe en een lading planten. Die planten moeten daar onder gecontroleerde omstandigheden van pakketjes vlindereitjes worden voorzien. In een lab zullen anderen daar toezicht op houden, zodat Joanneke feitelijk een week grotendeels vrij is. Voor mij een reden ook die kant op te gaan om vakantie te vieren en deze autonome eilandengroep te gaan verkennen. Daarom ben ik om 3.15 opgestaan en door Robin naar Schiphol gebracht. Vlieg om 7.00 over het huis van Frits en Dea dat ik goed kan zien. Op de eerste foto Krommenie. Diagonaal loopt de Nauernase vaart met aan de andere zijde Wormerveer met hierachter De Poel, Het Zwet en de Marken.  Naast de vliegtuigmotor van onder naar boven het Buiten Crommenije, de Crommenije, de Noorderham en de Zuiderham. Rechtsboven is nog het Noordzeekanaal zichtbaar. Verder is nog de Zaan te zien (langs Wormerveer) en onderin de Stierop en een stukje Alkmaardermeer.




Nadat we de Dollard zijn overgestoken zie ik de Duitse waddeneilanden mooi in tegenlicht.




Na deze vlucht zit ik in een koud en regenachtig Stockholm te wachten op een bus die me naar de boot naar Åland zal brengen. Die plek heb ik na lang zoeken gevonden middenin een reusachtig gebouw op de eerste verdieping. Die halte is een gesloten deur waar de bestemming boven staat.




Joanneke en Sibe zitten al op de boot vanaf Finland. Ik hoop ze aan het eind van de middag te zien. De busrit verloopt voorspoedig en ook een zeereisje is leuk. 





Er passeert ook nog een zusterschip.




Zo kom ik in Mariehamn, de hoofdstad van Åland aan. Joanneke verschijnt spoedig, waarna we richting ons onderkomen in het biologisch station voor de komende week gaan. Daar aangekomen wil mijn jongste kleinzoon eerst niets met me te maken hebben, maar nadat ik geskypt heb met zijn broer zijn we dikke maatjes. Het biologisch station zit in een oude boerderij midden in een natuurreservaat. De natuur is hier wel en stukje later, want de bosanemonen bloeien hier nu.


zondag 1 juni 2014

Sibe is een behoorlijke nachtbraker, zodat we deze week het met wat minder nachtrust zullen moeten doen dan normaal. Meneer zelf schijnt er weinig last van te hebben want zijn humeur is overdag prima.
Het is schitterend weer en daarom ga ik voor het ontbijt  de directe omgeving verkennen. Ik begin met een rondje om het huis. Aan de voorkant ligt het aardig verscholen tussen de bomen.



 Aan de rechterkant bevindt zich ook in de bosjes nog een windmolen.




Vandaar kijk je tegen de zijkant van het huis. Achter het rechterraam beneden is onze slaapkamer. De uitbouw links bevat aan beide uiteinden een toegangsdeur met daartussen de keuken.



De andere zijkant laat beneden links twee grote ramen  zien, waarachter de oorspronkelijke zeer ruime woonkeuken zit. Nu in gebruik als gezamenlijke woon- en werkkamer.



Tot slot  de achterkant.  Links onder onze slaapkamer, dan volgt de bibliotheek en de laatste twee ramen zijn weer van de oude woonkeuken.



Rondom staat het vol met voorjaarsbloemen zoals de echte sleutelbloem.Op de achtergrond een van de zeer vele vlierorchissen.



Op het terrein staan nog diverse andere gebouwen, waaronder een wortelschuur, waar in de winter de wortelen werden opgeslagen.



Dan nog een kleine indruk van de binnenkant van het huis. Het enorme fornuis en de oven in de oude woonkeuken zien er geweldig uit. Door de openstaande deur kom je in de bibliotheek en weer een deur verder in onze slaapkamer.




In die slaapkamer staat een 2,5 m hoge kachel. Sibe kruipt vanuit de oude woonkeuken via de bibliotheek naar me toe.



In de oude woonkeuken weet hij zich ook prima te vermaken met drie gekleurde afwasteiltjes.



Tijd voor het ontbijt in de keuken. Joanneke vraagt of ik havermout voor Sibe wil maken en schrik van het resultaat. Ik denk dat een diep bord vol een portie voor een week is, maar hij weet dit in no time naar binnen te werken.




Na het ontbijt gaan we samen een wandeling maken door het natuurreservaat. We zitten op het eiland Nåtö dat nog niet zo lang met het hoofdeiland verbonden is door bruggen en dammen. Al het vervoer ging dus per boot en de boerderij heeft een fraai botenhuis.



Aan het botenhuis hangt nog een oude brievenbus waar de post werd afgeleverd.




Aan de andere kant van de autoweg ligt het grootste deel van het natuurreservaat dat een waar paradijs is.  Er is drassig terrein waar je over vlonders moet lopen.


De zee is steeds dichtbij, maar even later  loop je weer op rots. En dan een onvergetelijke bloemenpracht. Soms ga ik er even door de knieën om een opname te maken.



In dit geval van Primula farinosa, die we nog van de Zwitserse bergen kennen.



Op de drassige stukken bloeien volop dotterbloemen.



Ook ontbreekt de mannetjesorchis niet.



Het wordt weer tijd voor de lunch, die Sibe zich goed laat smaken. Hij doet bijna een moord voor een stuk brood.



Na de lunch moeten er boodschappen worden gedaan. Dat betekent een autoritje naar het hoofdeiland. In de supermarkt weet Sibe  positieve aandacht van veel bezoekers te trekken.




's Middags ga ik nogmaals het natuurreservaat in om te genieten van de bloemenpracht




en het landschap.



' s Avonds wordt er geskypt met het vaste land. Het is leuk om te zien hoe Sibe en Teake op elkaar reageren.

maandag 2 juni 2014

Vandaag wacht ons een overvolle dag. Het is schitterend weer, maar waarschijnlijk wel voor het laatst. De rest van de week wordt toch nog wel redelijk weer voorspeld. Vanmorgen eerst naar de kerk van Jomala gereden, maar deze oudste kerk van Åland was dicht en er stonden geen openingstijden. Daarna naar het lab zo' n 15 km van ons onderkomen voor werkoverleg. Ik heb ondertussen rondgekeken en kreeg ook nog een stuk zelfgebakken taart. De vlinders van hier moeten eitjes gaan leggen op de planten die Joanneke  heeft meegenomen.





Daarna gaan we naar Bomarsund, waar de Russen in 1830 begonnen een reusachtige vesting te bouwen. In 1854 was 25% af en waren er 2500 man gelegerd van de uiteindelijk geplande 7500. Van de 12 vestingtorens waren er 3 af. Op onderstaande kaart is het hoofdfort bruin omlijnd.




We bekijken eerst het hoofdfort. Het was net een kleine stad met kerken, kantoren, bakkerijen, een gevangenis, drinkwaterbronnen en toiletten. Het werd verdedigd met 115 kanonnen. Onderstaande afbeelding laat het gehele hoofdfort zien.



De Krimoorlog was uitgebroken en de Fransen, Engelsen en Turken wisten met een overmacht aan schepen en manschappen in 4 dagen de vesting te veroveren en daarna op te blazen. Langs de gehele omtrek van het hoofdfort zijn nog muurresten te zien.



Ook staan er nog op diverse plaatsen kanonnen.



Op elk kanon staat het wapen van Rusland: de dubbele adelaar en middenin St. Joris met de draak.


We lopen nu naar de Notvik-vestingtoren (op de kaart blauw omlijnd). Onderstaande afbeelding laat zien hoe het ooit geweest is.


Elke geschutkamer was tevens het verblijf van de manschappen. Elk bed was bedoeld voor acht man. In het gebouw waren ook een bakkerij, een keuken, officiersverblijven en toiletten. Het gebouw was 42 m in doorsnee en 14 m hoog.


Zijn ondergang is te danken aan de technologische vooruitgang. Toen de bouw begon dacht men dat de vestingtoren moeilijk bereikbaar voor oorlogsschepen zou zijn door het nauwe vaarwater tussen de rotsen. Door de komst van stoomschepen veranderde dat totaal. De Engelsen lukte het dichtbij een batterij van drie kanonnen versterkt met zandzakken in twee dagen op te stellen. Tien uur daarna was de vestingtoren in puin geschoten.
De bouw van de vestingtoren had vijf jaar geduurd en bevatte 20 kanonnen.
Wij kunnen nu de resten aanschouwen.


Een witte kwikstaart voelt zich hier wel thuis.



Wij genieten van het mooie uitzicht.



Hierna verplaatsen we de auto naar het er tegenover gelegen eiland Prästö, waar ook nog veel sporen van de vesting te vinden zijn. Midden in een bos vinden we de gemarkeerde wandelroute, waar we eerst lunchen. Op de kaart is dat de rode stip.



Vervolgens wandelen we naar punt 6, de oude Orthodoxe begraafplaats. Onderweg zien we veelvuldig zevenster bloeien.



Rusland veroverde Åland in 1809. In 1815 werd deze begraafplaats aangelegd voor het Russische garnizoen.  Het is een enorm stuk grond, maar er zijn vrijwel geen grafstenen. De meeste graven hadden houten kruizen en die zijn natuurlijk allang verdwenen. Er zijn nog twintig stenen grafmonumenten.



Lammetjes maken dankbaar gebruik van de vrije ruimte.


Weer iets verder ligt de joodse begraafplaats. Hier staan nog vele mooie grafstenen.


Nog weer verder is de islamitische begraafplaats. Hier zijn in het geheel geen grafmonumenten te vinden. Rusland had voortdurend strubbelingen met het Ottomaanse rijk. Krijgsgevangenen werden in Bomarsund gebruikt als goedkope arbeiders bij de bouw van de vesting. Als ze overleden zal er vast niet veel aan een begrafenis zijn besteed. We gaan weer verder. Steeds verrassen uitzichten over het water.


Langs het pad is een steengroeve waar granieten blokken voor de vesting werden uitgehakt.


Aan de overzijde van het water is een gedeelte van die blokken nog zichtbaar in de muurrestanten van het hoofdfort.



Op open stukken komt ook hier de vlierorchis massaal voor.


Dan bereiken we het punt waar de vestingtoren van Prästö stond (punt 8).
Veel is er niet meer van over.


De meeste stenen zijn gebruikt voor de bouw van de kathedraal in Helsinki.
Onderstaande afbeelding laat zien hoe de toren er op deze plaats heeft uitgezien.



Via rotsen klauteren we langs de kust verder totdat we de markering kwijt zijn en maar verder door het bos struinen. Zo komen we ook bij het pilot station (punt 1). Een klein gebouw waar vroeger de loodsen huisden om behulpzaam te zijn in de nauwe doorvaart. Tegenwoordig is het een mini-museum over de vesting.


De beheerster verleidt ons tot het bekijken van een film. Daarna mag Sibe vrijuit op de picknicktafel voor het museum.


Op het vervolg van onze wandeling komen we nog langs de fundamenten van het hospitaal. Nadat de Russen in de slag bij Bomarsund verslagen waren, werden de krijgsgevangenen afgevoerd naar Engeland en Frankrijk. Åland werd een gedemilitariseerde zone, maar in 1906 kwamen de Russen tegen de afspraken in terug. Hiervan rest nog een stenen radiostation (punt 2), dat nu ook museum is. In 1918 wist het Finse leger Åland te veroveren. Hierna lopen we een stuk langs het strand en door enige wijd uiteenstaande bebouwing. Daarna volgt weer een reeks begraafplaatsen Het eerste is de nieuwe orthodoxe begraafplaats, die nodig was omdat de eerste vol was. Hier staan nog veel grafmonumenten.


 Er volgen nog een rooms-katholieke en een lutherse begraafplaats.Wat later volgt een steile klim naar het hoogste punt van het eiland.


Hier staat een uitzichttoren vanwaar we een fraai gezicht hebben over het gebied waar de veld- en zeeslag heeft gewoed.


Geheel links achteraan op onderstaande foto lag de vesting Bomarsund.


Spoedig zijn we weer op ons uitgangspunt terug. Sibe kan uit de rugdrager en heeft even vrijheid voordat hij het autostoeltje ingaat.


We rijden nu via een leuk, gedeeltelijk halfverhard weggetje naar de middeleeuwse kerk van Sund. Ook deze kerk is op dit tijdstip gesloten.


Hierna doe we nog even Kastelholm aan, een 14e eeuws Zweeds kasteel. Het werd een keer veroverd door de Denen.  Na 1600 raakte het in verval en na een brand in 1745, werd het kasteel als steengroeve door de omliggende boeren gebruikt. Men is nu al een tijd bezig het te restaureren en het project is al vergevorderd.


Op de terugweg doen we nogmaals de kerk van Jomala aan en ook dit keer blijft het bij de buitenkant.


Verder dan de deurklink komen we niet.



Na nog boodschappen hebben gedaan, gaan we tevreden huiswaarts.

dinsdag 3 juni 2014

Vandaag rijden we een flink stuk naar het noorden en wel naar het kerkje van Geta. Daar parkeren we en gaan eerst een wandeling maken. Het weer is een stuk minder dan de vorige dagen dus wordt Sibe goed ingepakt.



 Gedurende de wandeling zijn er steeds informatieborden over de historie van dit gebied. We beginnen in 1868. De winter is extreem streng en in juni zit er nog steeds vorst in de grond. Hierdoor mislukt de oogst en is er daarna hongersnood. Op een vergadering van dorpsbewoners wordt besloten een belasting op sterke drank te heffen om zo een voorraadschuur te bekostigen om in de toekomst zulke rampen te voorkomen.



Voor we verder gaan met onze wandeling worden we gewaarschuwd dat we dit geheel op eigen verantwoording doen.



Toen de kerken in de middeleeuwen gebouwd werden lagen ze aan open water. Vrijwel iedereen kwam per boot naar de kerk. Doordat de bodem hier relatief snel stijgt is de zee al weer een flink stuk van de kerk verwijderd.
We lopen over een rotsrand, waar vroeger de zee tegenaan klotste.


Weer een stuk verder wordt water zichtbaar, maar dit staat niet meer in verbinding met de zee.


Langs de route komen we soms mooie bloemen tegen, zoals een bos pekanjers.


Door onder een paar planken door te lopen komen we aan het eind van de geschiedkundige wandeling op een prehistorische begraafplaats.


Op een rots houden we even pauze, zodat Sibe zijn benen ook kan uitstrekken.


Er komt een hond aangelopen. Als hij vlak bij ons is vliegen er twee kraanvogels voor ons op. De terugweg verloopt wel via een andere route.
Dit gaat gedeeltelijk door een stuk zeer nat bos.



Terug op het uitgangspunt is het tijd voor een culturele afwisseling. we gaan de St. Joriskerk van Geta bekijken. De kerk stamt uit 1460 en heeft geen toren maar wel een klokkenstoel uit 1685.



De dakbedekking is van hout.




Binnen vermaakt Sibe zich ook best.


De preekstoel is voorzien voor een batterij zandlopers om de lengte van de preek in de gaten te kunnen houden.


Aan de wand hangt een tweetal rouwborden.




Van de muurschilderingen zijn enkele fragmenten onder de kalk tevoorschijn gehaald.


Zoals in iedere kerk hier ontbreekt een schip ook niet


Na dit bezoek rijden we een stukje verder naar het noorden om in Getabergen op het hoogste punt van Geta te komen. Sibe is blij weer de auto te kunnen verlaten.


Eerst beklimmen we  de uitzichttoren.


Daarna beginnen we aan een gemarkeerde wandeling. Eerst lopen we over een grillig rotsplateau.


 Op sommige plaatsen heeft men stenen op elkaar gestapeld.


Na enige tijd komen we bij de "grotten".



Bij deze holtes in het gesteente willen we lunchen. Helaas begint het te regenen en de holtes zijn ook geen comfortabele schuilplek. We dalen af naar zeeniveau. Vervolgens mogen we weer omhoog naar het plateau en dat gaat heel erg steil! Over het plateau loopt een 3,5 km lange spleet die alleen op een smal gedeelte kan worden overgestoken.


Als we de wandeling rond hebben is het ondertussen al aardig laat. We wilden eigenlijk in het hier aanwezige restaurant eten, maar dat blijkt dicht. Dus rijden we huiswaarts. Onderweg begint het weer op te knappen. Als ik bij terugkomst het autostoeltje voor de voordeur zet om de sleutel te pakken, strekt Sibe zijn armpjes uit. Haal me er uit!



woensdag 4 juni 2014

Voor vandaag staat eerst een meeting op het lab op het programma. Het hoofd Saskia gaat even naar de V.S. Anderen moeten het overnemen. Het duurt allemaal vrij lang. Ik loop eindeloos met Sibe aan de hand het terrein op en neer tot hij van vermoeidheid in slaap  valt en ik kan gaan zitten.


Hierna rijden we naar de St Michaels kerk van Finström. De oudste delen stammen uit de 12e eeuw.

 

De toren is het jongste deel en stamt uit 1467.


 De kerk heeft een oud en een nieuw orgel. Het oude orgel stamt uit 1768.



  Een triomfcrucifix dateert uit het begin van de 15e eeuw.



Ook hier hangen een tweetal schepen. Het oudste is een oorlogschip uit 1688.



Bijzonder is een houten kop die in 1185 werd gesneden en zich boven in het torengewelf bevindt.


De wandschilderingen uit 1450 zijn buitengewoon goed behouden gebleven.



Een detail van een altaarstuk uit 1460. Het stelt een piëta voor met Josef van Armatea, Maria en Nikodemus.



Een beeld van de aartsengel Michael uit dezelfde periode.



Er is nog veel meer te zien, maar het getoonde is goed voor een indruk.
Na ons kerkbezoek rijden we terug naar Godby voor een wandeling van 8,5 km. Bij de touristinfo  halen we een beschrijving in het Zweeds op. Ondanks dat de route met witte witte paaltjes is gemarkeerd, kost het ons grote moeite op het juiste spoor te blijven.

 

De korstmossen staan er door de regen van gisteren prachtig bij.





We komen langs een prehistorisch grafveld met 37 grafheuvels. Een ervan bestaat uit een enorme hoop stenen.


Op een gegeven moment zijn we het spoor even helemaal bijster.


 
Door te struinen en de GPS te gebruiken weten we de route min of meer te voltooien. We passeren een rotspartij met een fraai uitzicht op een baai.



 
Hier kunnen we ook wat drinken. 


We zitten boven op een autotunnel en er staat ook een uitzichttoren, die alleen tegen betaling is te betreden. Hierna lopen we door een arboretum en komen door twee prehistorische grafvelden, waarvan de laatste de grootste grafheuvels van Åland heeft. 


In de begroeiing zien we twee intieme wijngaardslakken.





Het weer heeft zich ondertussen sterk verbeterd. Ik ben er ondertussen ook achter gekomen dat een week heel kort is voor Åland.

donderdag, 5 juni 2014

Vannacht heeft het geonweerd. De slaapkamerdeur vloog open en de regen kletterde tegen de ramen. Ook hield Sibe ons behoorlijk uit de slaap. Deze ochtend gaan we eerst naar de Onze Lieve Vrouwekerk van Saltvik. 




De meeste oude kerken zijn rond 1200 gebouwd en hebben een forse toren met dikke muren. Als we aankomen komt een groot aantal schoolkinderen de kerk uit en wij glippen naar binnen. Dat is niet de bedoeling, want de kerk is nog voor bezoek gesloten. Gelukkig wordt ons bezoek getolereerd en daar ben ik zeer blij mee. 


 De muurschilderingen zijn van het begin van de 16e eeuw toen de kerk
 een nieuwe "outfit" kreeg i.v.m. de reformatie. 






Toch is er nog iets van het middeleeuwse interieur overgebleven. Een altaarstuk is uit de 15e eeuw, wat de kruisiging van Christus voorstelt.




Hieronder twee details van een altaarstuk uit 1666.


  
Als we vertrekken wordt de deur direct achter ons gesloten. Aan de buitengevel ontdekken we nog een beeldje.



Vervolgens rijden we naar het afgelegen gehucht Borgboda niet ver van de kerk vandaan. Hier zijn veel sporen uit de brons- en ijzertijd. Vanaf een kleine parkeerplaats loopt een heel aardig paadje naar de 100 bij 300 m  grote vluchtburcht, die tot 400 v Chr in gebruik was. Hij is gelegen boven op een rots. Twee kanten hebben steile randen, de andere twee kanten zijn omgeven door stenen muren met twee ingangen. Het geheel was aan drie zijden omsloten door de zee. Toen stond de zeespiegel  5 m hoger, tegenwoordig heeft de zee zich op afstand teruggetrokken. Leuk is dat de burcht staat vol met levensgrote houtgesneden figuren en bouwsels.






De burcht had twee ingangen, waarvan er een op onderstaande
foto is te zien.


Op het voetpad naar de burcht bevindt zich een trap die gemaakt is van een nagemaakt scheepswrak.




Tegenover het voetpad naar de burcht ligt Ida' s stuga, een klein huisje dat nog net zo ingericht is als 100 jaar gelegen.




Er is niemand, maar deur is open. Binnen is een miniatuuruitgave van het fornuis met bakoven dat we op het biologisch station in de woonkeuken hebben staan. Op de vloer liggen kleedjes die in elke Finse woning te vinden zijn. 



Het is lunchtijd. Voor het huisje staat een pick-nicktafel en daar maken we gebruik van. Sibe wordt heel vrolijk als hij weer brood ziet.


We maken hierna nog een wandeling naar een reusachtige grafheuvel die geheel uit stenen bestaat. 




Naast ons pad is bodem geheel bedekt met bloeiend dalkruid en zevenster.


Hierna is het tijd voor de 13e eeuwse Johannes de doperkerk van Sund. Ondanks dat er in 1921 een brand was, waarbij de klokken zelfs door de hitte smolten, is deze grootste kerk van Åland nog zeer bezienswaardig. 



Zoals bij meer kerken hier is hij ontstaan op een plek waar in de ijzertijd een grafveld was. Het is een wonder dat hier ook nog muurschilderingen van voor 1300 te vinden zijn. Zoals die van heilige Catharina van Alexandrië.


Het triomfkruis wordt gedateerd op 1250.


Achter dit kruis is een 15e eeuws altaarstuk in de vorm van een triptiek zichtbaar. Hieronder twee details ervan.




Het 17e eeuwse oude orgel met orgelgalerij heeft oorspronkelijk op een andere plaats in de kerk gestaan.


In iedere kerk is ook een schip te vinden, wat ik ook ken uit mijn geboorteplaats Krommenie.


 Dan nog een overzichtsfoto van de kerk met het nieuwe orgel.


Ook hier vermaakt Sibe zich prima.


Hierna verkassen we een stukje naar het zuiden tot we ten zuiden van Kastelholm op een parkeerplaatsje bij de kust komen. Hier maken we nog een wandeling door moerasbos en een wandeling langs het strand dat voornamelijk uit rotsen bestaat.



 In het moerasbos gaat het natuurlijk over vlonders.


Op de terugweg neem ik nog twee foto' s op afstand van Kastelholm.



Als we terug zijn kan ik het niet laten nog een stukje van de omgeving ten noorden van ons te verkennen. Ik fotografeer een broedende fuut in tegenlicht.


Ook ontdekt een plek waar massaal welriekende nachtorchis staat.



we hebben vandaag zeker niet stilgezeten.

vrijdag, 6 juni 2014


Het is vandaag onze laatste volle dag met schitterend weer. Voor de derde maal rijden we naar de kerk van Jomala onder het motto drie maal is scheepsrecht. De wijde omgeving van de kerk blijkt vol met auto's te staan en de kerk is vol met mensen. Er is helaas een dienst aan de gang, dus deze kerk moet ik voor deze keer opgeven. Via spannende binnenweggetjes met hulp van de gps, waarbij we zelfs dwars door een werkende steengroeve rijden (op eigen risico), gaat het nu naar de Laurentiuskerk van Eckerö. Alweer fraai gelegen.




De merkwaardige versiering boven op het schip is een verwijzing naar de beschermheilige van de kerk. De Spanjaard Laurentius was als deken van de christengemeente in Rome verantwoordelijk voor de financiën. Tijdens de christenvervolgingen werden de paus en andere dekens vermoord, maar  Laurentius lieten ze in leven omdat de keizer dacht dat hij veel waardevolle spullen verborg. Toen hij toestemming kreeg om deze zaken op te halen, deed hij dat, maar verdeelde alles onder de armen. Daarna keerde hij naar de keizer terug met een schare arme mensen en zei tegen de keizer: dit zijn mijn schatten.

De keizer dacht door marteling nog achter het vermogen te komen. Hij  liet Laurentius op een rooster grillen. Het hielp niets en Laurentius werd alsnog onthoofd. De versiering op het dak moet dus een rooster voorstellen.



De kerk is een van de kleinste van Åland.



Hier hebben ze zo hun eigen manier om de kinderen in de kerk te houden.



Een eikenhouten madonna op troon uit 1300 staat in een vensterbank.



Een 14e eeuws niet zo groot kruis hangt aan de wand.


De muurschilderingen zijn vermoedelijk uit de 15e eeuw.


En ook hier hangt weer een fraai zeilschip. Rechts boven het schip is nog een muurschildering te zien van een bisschop bij een doopvont.




Van Eckerö gaan we alweer via een landweggetje naar het noorden tot we weer bij een steengroeve uitkomen. Hier durven we niet in te duiken. We zien nog wel een bospad waar een auto oppast en dat volgen we op goed geluk. Sibe geniet van het gehotsebots en de vele scherpe bochten. Net als we denken aan een mission impossible begonnen te zijn komt een grotere weg in zicht. Zo komen we toch nog in de nederzetting Udden waar een wandeling begint. Helaas blijkt de markering daar ook van deplorabele staat ( bovendien zien de witte vlekken er net zo uit als kringen korstmos), zodat we deze wandeling voor het eind moeten afbreken. 




Maar wat we lopen is mooi. Het rotsplateau bevat talloze plasjes, waar aan de randen vaak leuke plantjes staan.




Bovendien zien we lange tijd twee zeearenden vliegen. We lunchen hier ook, waarbij Sibe weer van het brood geniet.




We zetten afwisseling van natuur en cultuur voort met een bezoek aan de 13e eeuwse St. Catharina van Alexandriëkerk van Hammarland, van buiten in ieder geval een juweeltje. De toren stamt uit begin 14e eeuw.



Ook het interieur is niet onaardig.




Van de muurschilderingen van de 12 apostelen is alleen die van Judas Taddeüs bewaard gebleven.


Er is ook een 13e eeuws doopvont van het z.g. Gotland type, gemaakt van kalksteen van Åland.



En er ontbreekt natuurlijk ook geen schip.



En als laatste op het programma een wandeling door het prachtige natuurreservaat Ramsholm.



  met o.a. velden vol bloeiende daslook.






Regelmatig zijn er hekjes geplaatst die de doorgang voor tweewielers onmogelijk moet maken. De rugdrager past er echter ook niet door. Joanneke moet acrobatische toeren uithalen om deze barrières te passeren.


Behalve daslook staan er nog veel andere bloeiende planten o.a. grote groepen grote keverorchissen, die ook op de foto mogen.




Ook staat er zwartkoren, dat zijn naam dankt aan het feit dat als zijn zaden zich vermengen met graan, die korrels zwart worden.


We vinden dat we bij de tijd moeten blijven en daarom produceren we tijdens het laatste programmapunt van de dag een selfie.



's Avonds loop ik nog naar het ander natuurreservaat aan de zuidwestkant van ons eiland.


Een groot deel lijkt vrijwel ondoordringbaar bos te zijn, maar aan de andere zijde van de verkeersweg is het terrein wel begaanbaar. Aan de kust probeer ik een Noordse stern op de foto te zetten,


 maar zie geen andere vogel dan een kokmeeuw.



zaterdag 7 juni 2014

Joanneke moet vandaag haar planten ophalen. Daarna is er geen plaats meer voor mij in de auto. Daarom wordt ik vandaag eerst weggebracht naar de haven van Mariehamn. Ik breng mijn tijd door in het scheepvaartmuseum. Hier zijn vele modellen van oude zeeschepen te zien.


 Ook zijn er interieurs van oude zeilschepen, zoals de kombuis,



de salon, die vooral gebruikt werd voor onderhandelingen met opdrachtgevers in de havens,



 of het slaapvertrek van de kapitein.



Dan zijn er ook scheepsversieringen zoals een boegbeeld van Neptunus van een in 1880 in Schotland gebouwd schip.




Of een versierde scheepskist.


Grappig is een zeepje dat zich aan boord van een van de schepen bevond.



 Ook worden er op diverse plekken oude films vertoond die een indruk geven van het leven aan boord. Zo was het uitzetten en innemen van de zeilen een zeer gevaarlijk werkje. Als er een windvlaag in het zeil kwam kon de ongezekerde bemanning zo weggeduwd worden met een onzekere val als gevolg. Dit heeft legio slachtoffers gekost.



Op een simulator probeer ik met de Queen Mary II de haven van New York uit te komen, maar bots tegen een kade en moet me bij de autoriteiten verantwoorden. Bij het museum ligt ook de viermastbark Pommeren. 



 Het ruim met drie verdiepingen is gigantisch groot.


Toen de zeilschepen in het begin van de vorige eeuw vervangen werden door stoomschepen, kochten Ålanders deze zeilschepen massaal op.
De schepen werden voornamelijk gebruikt om graan van Australië naar Europa te verschepen. Ze maakten maar een reis per jaar. Een maquette laat zien dat gedurende de zomer van 1930 vele windjammers voor anker liggen bij Västerhamn (bij Mariehamn).


Als een schip zonder lading voer, moest er 1.300 ton ballast meegenomen worden om het schip stabiel te houden. Meestal werd hiervoor zand gebruikt. Grote korven werden voor het laden en lossen van het zand gebruikt.


Ik bekijk de salon,


de badkamer van de kapitein,


zijn slaapkamer,


het manschappenverblijf


 en de kombuis.


Er is zeer veel te zien, maar mijn tijd is om, dus neem ik afscheid van dit imposante schip.



Na dit bezoek komen Joanneke en Sibe afscheid nemen. De vlinders hebben gisteren gelukkig toch nog eitjes gelegd, soms meer dan de bedoeling was. Ik word tot het laatste moment uitvoerig uitgezwaaid. 



Er volgt een zonnige overtocht. Op de foto is goed te zien hoe precies de schepen moeten navigeren tussen de talloze rotseilandjes.



 Zeilscheepjes hebben wat meer ruimte.



 Na de overtocht volgt de bus naar Stockholm. Merkwaardig is dat zowel bij de boot als de bus ik geen ticket hoef te laten zien. In Stockholm blijkt dat ik me enigszins vergist heb in de afstand tot mijn hotel. Ik ben een uur onderweg, waarbij nog diverse heuvels beklommen moeten worden en dat met een extra last in de vorm van een berg kleertjes voor Bram. Het hotel ziet er keurig uit. Het staat wel op een druk kruispunt, maar gelukkig krijg ik een kamer aan de achterzijde, waar ik best tevreden mee ben.



In de omgeving van mijn hotel in Stockholm zijn talloze restaurants, maar op deze zaterdagavond zijn ze of leeg of met één bezet tafeltje. Niet echt gezellig. Na het eten aan de wandel, maar mijn doel bereik ik niet. Bij het stadhuis ziet het weer er nog stalend uit. De vergulde beelden op het dak steken tegen een strak blauwe lucht af.




Maar plotseling trekt het snel dicht en begin druppels te vallen. Het levert wel een mooi gezicht op de oude stad op.



Het begint steeds harder te regenen. Als een verzopen kat kom ik in mijn hotel terug. Gelukkig slaap ik deze nacht heerlijk.

zondag 8 juni 2014

Na de goede nachtrust volgt een prima ontbijt en daarna wordt  het weer zeulen met de kleertjes voor Bram. Het is stralend weer.  Ik wil toch nog proberen iets van de oude stad te zien. De foto van het stadhuis is op dezelfde plek genomen als gisteravond.



Aan de overkant van het water kom ik op Riddalsholm met de Riddersholmkyrka.


Deze kerk werd in 1270 door de Franciscanerorde gesticht en heeft een opvallende torenspits.



 Begin 17e eeuw werd het de kerk van de koninklijke familie. Door een barok bouwsel lieten ze dat duidelijk blijken.



Ik loop langs het Riddarhuset, een prachtig in Hollands classicistische stijl opgetrokken gebouw dat als vergaderruimte van de Zweedse adel dient. De beroemde Amsterdammer Justus Vingbooms was een van de architecten. Voor het gebouw staat een standbeeld van Gustaaf I, een Zweedse koning die in de eerste helft van de 16e eeuw leefde en o.a Helsinki stichtte



en langs het koninklijk werkpaleis en het minstens zo indrukwekkende gebouw van het Zweedse parlement: de Rijksdag.



Dicht bij het busstation kom ik nog langs de St. Clarakerk. Deze door de Clarissen in 1280 gestichte kerk werd in 1527 afgebroken en in 1572 in zijn huidige vorm herbouwd.



Bij het station neem ik de bus naar het vliegveld Arlanda. De terugvlucht verloopt voorspoedig, ook in Nederland is het prachtig weer. Op de Loosdrechtse plassen wordt volop gezeild. 




We vliegen ook nog mooi over kasteel de Haar.




Het was een heerlijke vakantie, alleen het slapen was wat minder.

1 opmerking:

  1. De beurs voor volgend jaar is binnen... moet ik toch maar iets bedenken waarvoor ik weer naar Åland moet :)

    BeantwoordenVerwijderen