Ondanks een wat minder goede weersvoorspelling wagen we het er op om weer een stuk van het Reggepad te lopen. In Rijssen starten we weer bij de brug over de Regge en lopen dan recht tegen de zon in stroomopwaarts.
Als we bij de haven van Molen Ter Horst aankomen zien we op grote afstand een ijsvogel op een meerpaal zitten. Als we dichterbij komen vliegt hij richting Regge weg.
In november liepen we hier ook tijdens een rondje Rijssen, alleen regende het toen, Nu staat de molen mooi in de zon.
Nadat we de haven rondgelopen zijn, volgen we aantal kilometers dezelfde route als november langs de Regge. Meteen zien we de ijsvogel aan de overkant van het water. Het levert nu wel een paar aardige plaatjes op. Het is een vrouwtje omdat de ondersnavel oranje is.
De Regge is hier nog steeds gekanaliseerd in tegenstelling tot het stuk stroomafwaarts van Rijssen. Bij Enter gebeurt er van alles bij de Regge. Eerst stroomt de Elsgraven er in en even later de Eksosche Aa. Daarna heeft hij flink minder water. Weer iets verder is een kanaaltje dat toegang geeft tot de scheepswerf van Enter.
Vroeger waren daar drie scheepswerven, die zompen bouwden. Nu is er één fraai heropgericht en wordt er weer een zomp gebouwd. De vroeger gebouwde zompen deden niet alleen dienst op de Regge, maar ook op de Berkel, de Vecht en in de Veenkoloniën om turf te vervoeren. De Bentheimer zandsteen voor het stadhuis op de Dam werd gewonnen in Gildehaus. Vandaar ging het met paard en wagen naar Nordhorn en vervolgens per zomp via de Vecht en Zuiderzee naar Amsterdam.
Ook vlak bij Enter mondt de Twickelervaart uit in de Regge. Carl George graaf van Wassenaer liet in 1771 dit kanaal graven. Omdat in de Oelerbeek een stuw was gebouwd voor de Noordmolen kon hier geen scheepvaart verkeer meer plaatsvinden en was dit een beter alternatief. Goederen als hout en textiel werden zo naar het westen vervoerd. Aan het begin van het kanaal was een overslaghaven: de Carlshaven. Omdat in de zomer de zandwegen mul waren en 's winters grote delen land onder water liepen was vervoer over water het meest efficiënt. Het is raar, maar de Twickelervaart ziet er idyllisch uit,
terwijl de rivier de Regge hier een saaie afvoergoot is.
Vlak voor Goor heeft men een stuk Regge wat vriendelijker gemaakt door de hoge oevers wat weg te graven.
Na enige tijd verdwijnt de Regge onder de N347 door en mogen wij langs die weg verder lopen. Wat later zien we de verbeterde Regge nog even kort, maar daarna gaan we het boerenland in. Via houtsingels langs weiden en akkers gaat het verder,
Na een laatste bosje staan we op een asfaltweg. De markering is er niet meer en de route volgt lange rechte stukken asfalt door het buitengebied van Goor. Het humeur van Lilian daalt ver onder nul. Vlak voor Goor wordt het weer wat beter en zien we de Regge voor het laatst. We gaan van de route af om naar het station te gaan. Om kwart over vijf zijn we thuis, dat hebben we netjes gedaan. De route als geheel kunnen we helaas niet met een voldoende beoordelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten