maandag 12 september 2016

16-09-10-C Monumentendag Kampen

zaterdag 10 september 2016

Dit jaar besluiten we op monumentendag Kampen te bezoeken. Het eerste monument is een woning boven het station, waar een kunstenaar woont. De woning noch de kunst kan ons bekoren. We steken de IJssel over en gaan eerst naar de Nieuwe toren.




In 1646 brandde het Heilige-Geestgasthuis af. Men besloot op de open plek een vrijstaande toren te bouwen. De bovenbouw bevat een groot carillon. Omdat het hout van de bovenbouw zwaar aangetast was is in 2008 de bovenbouw geheel afgebroken en daarna weer opnieuw opgebouwd. Wij gaan de vele treden op om van het uitzicht te genieten. Het grootste deel van de stad ligt ten zuiden van de toren, dus tegen de zon in. Een stukje van de Bovenkerk is nog net aan het eind van de winkelstraat zichtbaar.


Naar het westen zien we de Broederkerk en verder er achter de Broederpoort.


Ten noorden zien we de Buitenkerk liggen


en iets oostelijker de IJssel met jachthaven.


Vervolgens bezoeken we de Cellebroederspoort, vernoemd naar een nabij gelegen klooster. Het is één van de drie overgebleven stadspoorten van Kampen. In 1465 werd de poort bij een stadsuitleg naar het westen verplaatst en in 1617 in renaissancestijl verbouwd en heeft 2 grote ronde torens.



De kap boven de poort is hoog.


Vanuit een raampje is zicht op de bovenkerk.


Vlak erbij gelegen staat de kerk van de Gereformeerde Gemeente, die we binnengaan.


De kerk uit 1951 is sober ingericht. Bij een opknapbeurt zijn links en rechts van het orgel muurschilderingen aangebracht.


De gastvrouw verontschuldigt zich dat de organist pas 's middags komt, maar wil wat eenvoudigs laten horen. dat doet ze niet onverdienstelijk. Het Koff orgel is een afdankertje van de grote kerk in IJsselstein die het verkocht aan een kerk in Assen waar het niet bleek te passen. Hierna kwam het in Kampen terecht.

De volgende stop is Museum De Stadsboerderij. In de woonkeuken zitten twee dames in boerenkleding die graag van alles willen vertellen. In een zijwand bevonden zich drie bedsteden, waarvan er nog één functioneel is. Voor de knecht is er een bedstede op de deel


en een keukentje.

In Kampen bestaat ook een Vereniging van Vrijzinnige Hervormden. De 60 leden hebben een woonhuis uit 1900 voorzien van een kerkzaaltje met moderne uitstraling.
.

Het volgende kerkgebouw is de monumentale Bovenkerk.


In de 12e eeuw werd een romaanse kerk gebouwd die al in de 13e eeuw vervangen werd door een vroeggotische kerk. Deze werd verder uitgebreid en was in de 15e eeuw voltooid. De eerste drie geledingen van de toren stammen uit de 13e eeuw, de vierde geleding en spits zijn 15e eeuws. De toren was lange tijd een zorgenkind en stond op een gegeven moment 3 meter uit het lood. Klokken werden verwijderd en na diverse pogingen lukte het de toren weer recht te krijgen. Wel moesten hiervoor een gedeelte van de zijbeuken worden afgebroken.
Binnen is veel te zien. De kerk heeft drie orgels. Het monumentale hoofdorgel heeft nog pijpen van eeuwen geleden, Rond 1750 is het orgel van een nieuwe kast voorzien en door de firma Hinsz uitgebreid.


In het koor staat een recent gebouwd orgel


en dan is er nog een kistorgel.

De gewelfschilderingen en sluitstenen zijn fraai.




Er is een gotische preekstoel. De tekstborden zijn later toegevoegd.


De reformatie bracht vele veranderingen. De vele ontruimde straatkapellen werden nu verhuurd  aan vermogende families om er grafkelders te bouwen. Dat ging met de nodige pracht en praal.


Soms zijn er nog sporen van de vorige functie, zoals een gebeeldhouwd reliëf dat tijdens de beeldenstorm geheel is weggehakt op twee wapens na.


Het renaissance houten koorhek heeft de beeldenstorm overleefd. Aan de koorzijde zijn heiligen weggeslagen, maar de evangelisten aan de schipzijde mochten blijven, zoals Lucas.


Heiligenbeelden hebben plaatsgemaakt voor tekstborden.


Ook zien we een rouwbord uit 1705 van een op 36 jarige leeftijd overleden man van het invloedrijke geslacht Tengnagel. Die naam komen we vandaag nogmaals tegen.


Op één van de zuilen bevindt zich een z.g. tapijtschildering. Deze diende als achtergrond voor een heiligenbeeld.


Bij de laatste grote restauratie werden glasscherven van de koorramen uit ongeveer 1380 gevonden. Hier heeft men een raam van samengesteld.


Helaas moeten we de kerk vroegtijdig verlaten. Ons rest nog luttele minuten om de de Broederkerk te bereiken, waar vandaag één rondleiding wordt gegeven. De orde der minderbroeders vestigde zich in 1300 in Kampen. In de loop der tijden groeide het uit tot het grootste en belangrijkste kloostercomplex, hoewel het aantal kloosterlingen nooit groot was. Er werd een tweebeukige hallenkerk gebouwd.


Na de reformatie is er een muur gebouwd tussen het dubbelkoor en de rest van de kerk, zodat die nu een stuk kleiner is.


De ramen aan de kant van de preekstoel zijn dichtgemetseld, omdat aan die kant de stadsschouwburg is gebouwd. Ook hier rijk versierde sluitstenen in de gewelven.


Bij een recente restauratie in de Broerenkerk te Kampen vond men een bijzondere grafsteen, die aan de jonkvrouwe Tengnagel uit de 15e eeuw wordt toegeschreven. Het verhaal gaat dat de gierige vrouw, die met een dienstbode samenleefde al haar onroerende goederen aan de dienstbode toebedeelde op voorwaarde dat zij al haar kostbaarheden in haar graf zou verstoppen. Daartoe verwijderde de dienstbode na haar dood de ingewanden en stopte daar de kostbaarheden in. De erfgenamen waren woedend toen zij niets in haar huis vonden en de dienstbode werd onder druk gezet. Zij biechtte op dat zij het lijk moesten opgraven. De erfgenamen waren zo verontwaardigd dat zij een weinig vlijende grafsteen lieten maken van ruim 3000 kg.
Let op de slang en de opengesneden buik!
Na de reformatie vond men dat zo'n grafsteen niet in de kerk hoorde en is hij onder een laag zand verborgen.

Van het kloostercomplex getuigen nog vele sporen. In de gang direct na de ingang is nog de dichtgemetselde opening te zien, waar de pater-portier waarschijnlijk zat.


De gang heeft een houten plafond op ëén plek na.


In het vertrek erboven stond een haard omdat er geschreven werd.
Een ander bouwspoor duidt er misschien op dat hier een kloostergang uitkwam.


Via de gang kom je ook op de binnenplaats. Aan de andere zijde staat nog de abtswoning (nu hotel).


We bezoeken ook nog de librije met schitterende bakstenen gewelven en baksteenmotieven.


We weten totaal niet meer waar we in dit complex zijn.

Het is ondertussen al lang lunchtijd geweest. Aan de westkant van de stad is een prachtige groenstrook met een keur aan bankjes. Het is hier aangenaam zitten.


We kijken uit op de Broederpoort, die we daarna bezichtigen.


Deze poort heeft net als de Cellebroederspoort een renaissance uiterlijk gekregen, maar heeft vier kleinere torens. Van binnen is goed te zien dat de tand des tijds zijn werk heeft gedaan.


Blijkbaar komt hier normaal niemand, want de torentjes hangen vol spinrag en er ligt een laag vuil.


Ook hier is weer een grote kap boven de poort.


Vlak naast de poort staat de ruim een eeuw oude Nieuwe Kerk. De architect liet zich inspireren door Berlage.


Ook hier zijn de versieringen sober. Aan weerszijden van de kansel zijn nissen met aan de achterkant glas-in-loodramen.


Weer luttele meters verder  ligt de 15e eeuwse St. Annakapel. Deze behoorde toe aan het Cellezustersconvent. Later werd het een Waalse kerk en in 1823 een Doopsgezinde kerk. Deze braken de gewelven uit en verwijderden de gotische ramen om zo een lager plafond te kunnen aan brengen. De doopsgezinde gemeente is ter ziele en het pand is gekocht door Jan Vayne voor piano- en orgelconcerten, trouwbeurzen en huwelijksvoltrekkingen. Het staat momenteel te koop voor               € 400.000.


Hoewel de kerkzaal van al zijn gotische elementen is ontdaan is er nog wel een mooie historische toren met wenteltrap.



Hierna staat de stadsgehoorzaal uit 1891op het programma. Bij binnenkomst laat men duidelijk zien dat deze gebouwd is op het terrein van het Minnebroedersklooster. Ze suggereren dat de muur van glas is en zo in de naastgelegen Broederkerk kijken.


We bekijken de grote zaal,


de kleine foyer


en de grote foyer


met bijzondere lampen.

Ons laatste bezoek zal de Buitenkerk zijn.  Op weg er naar toe passeren we het kleinste huisje van Kampen.


We gluren even naar binnen


en gaan verder via leuke straatjes.


De 14e eeuwse buitenkerk heet zo omdat die tijdens de bouw buiten de stadsmuren lag. het was eerst een kruiskerk, later verbouwd tot drie beukige hallenkerk. Na de reformatie raakte de kerk steeds meer in verval. In 1609 stortte het bovendeel van de toren in en werd nooit meer hersteld. In 1809 gaf Lodewijk Napoleon de kerk aan de katholieken, Volgens de pastoor was het niet meer dan een hoop stenen. In 1963 werd de kerk gesloten wegens instortingsgevaar, waarna een grootscheepse restauratie volgde.


Net  als in de Bovenkerk bevindt zich hier een Hinszorgel. Het koor  heeft glas-in-loodramen, die voorheen dichtgemetseld waren en


en een neogotisch hoogaltaar van atelier Mengelberg..



Ook deze kerk heeft mooie gewelfschilderingen en sluitstenen.





Vierhonderd jaar oude grafzerken op de vloer


en tekstborden aan de wand,


Een barokke preekstoel uit 1760.


Bijzondere hoekkraagstenen.


En als laatste een getijdenboek uit 1460.


Langs het 14e eeuwse oude stadhuis lopen we terug naar het station.


Één dag was veel te kort voor Kampen.

Op vijf januari  2020 ben ik met drie kleinzoons nogmaals in Kampen. De boeken van Thea Beckman hebben hun nieuwsgierigheid opgewekt. Aan de voorzijde van het stadhuis zijn op de plaats van laatgotische beelden, weer nieuwere beelden aangebracht..





Geen opmerkingen:

Een reactie posten