In onze lange reeks van monumentendagen is nu Bergen op Zoom aan de beurt. We maken ons het niet makkelijk, want er rijden dit weekend geen treinen naar Arnhem en Utrecht. Om half acht zijn we op het station, maar we zien nergens verwijzingen naar vervangend vervoer. Dan zien we toch een bus staan, maar die gaat richting Utrecht, maar de chauffeur zegt ons dat de bus naar Arnhem zo komt. Vreemd, normaal wemelt het er van geuniformeerden die je de weg willen wijzen. Wel vinden we een pamflet waarop staat dat de bussen aan de voorzijde van het station vertrekken, dus we zijn gerust. Als het toch wel erg lang gaat duren gaan we aan de achterzijde van het station kijken en daar staat warempel een mobiele incheckpaal en een NS-medewerkster die ons verteld dat de bus naar Arnhem net vertrokken is en dat we dus hier moeten zijn en over een half uur een herkansing krijgen. Omdat er aan de andere zijde nog iemand staat te wachten, gaan we die waarschuwen. Als we terugkomen is de NS-medewerkster verdwenen en komt ook niet meer terug. Dus gaan we na enige tijd op onderzoek uit. Het blijkt dat een stuk verder uit ons zicht een heleboel bussen met nog meer mensen in hesjes staan en dat daar de bussen vertrekken. Als we in een bus met een bord snelbus Driebergen - Arnhem stappen, blijkt dit de stopbus te zijn. Uiteindelijk komen we toch Arnhem. De rest van de reis gaat verder goed zij het dat het dat erg druk is en het in de stiltecoupƩ alles behalve stil is.
Van het station in Bergen op Zoom lopen we naar de VVV voor een programmaboekje. De plaats ontstond op een uitloper van de Brabantse wal en kreeg rond 1200 stadsrechten. In 1397 brandde vrijwel de gehele stad af op twee panden op de grote markt na. In 1287 werd het afgesplitst van de Baronie van Breda en in 1533 verheven tot markgraafschap. De bloeiperiode van Bergen op Zoom was toen al voorbij. Door verzanding van Oosterschelde werd de Westerschelde de belangrijkste vaarweg naar Antwerpen, maar de stad bleef een belangrijke garnizoensstad op de grens van de Noordelijke- en Zuidelijke Nederlanden. De stad heeft heeft zijn middeleeuwse karakter nog goed bewaard in het straten patroon en met talrijke oude en meestal prachtig onderhouden panden.
We bekijken eerst de binnentuin van de Gertrudishof, een groot 19e eeuws hofje met monumentale deurpartijen.
Hierna zetten we onze schreden naar de St Gertrudiskerk.
De kerk heeft een bewogen geschiedenis. Het kreeg in 1477 zijn huidige vorm.Al in 1489 had men plannen de de kerk flink uit te breiden zodat het een van de grootste kerken van Nederland zou worden. Door geldgebrek werd deze uitbreiding nooit afgebouwd en raakte in verval, waarna het later werd afgebroken om bouwmateriaal voor de vestingwerken te verkrijgen. In 1747 werd de kerk volledig in puin geschoten, waarna de protestanten met de herbouw begonnen, waarbij de kerk wel 9 m lager werd. In 1972 woedde er een grote brand, waarbij het hele interieur verloren ging en het schip zwaar beschadigd werd. Na lang beraad werd toch besloten tot herbouw van schip en zijbeuken, maar wel op een eenvoudige wijze. Geen gewelven en een plat grinddak er boven op.
Het onderste deel van de toren is het oudste deel van de kerk (1370). Wij gaan daar naar binnen.
Binnen zijn oude schilderingen blootgelegd.
We gaan eerst de toren beklimmen. Een smalle wenteltrap leidt ons met talloze wendingen naar boven. Het uitzicht mag er wezen.
Beneden ons zien we de Grote Markt met rechts het stadhuis en aan de overzijde de voormalige rk-kerk, die tegenwoordig stadsschouwburg is. Achter het stadhuis is de Markiezenhof zichtbaar en in de verte de Oosterschelde. Ook zien we de enig overgebleven stadspoort.
Bij binnenkomst in de kerk valt de enorme open ruimte in het schip en zijbeuken op.
Het transept, koor en kooromgang zijn nog het meest oorspronkelijk. Hier bevinden zich nog vele oude grafmonumenten en grafstenen.
Ribben zijn kleurrijk beschilderd.
Na de kerk bezoeken we het stadhuis. Het is opgebouwd uit drie panden. Het middelste pand was het oude stadhuis. In 1600 kregen de panden een gemeenschappelijke gevel.
Het stadhuis is tegenwoordig verhuisd naar een nieuw stadskantoor, maar het oude stadhuis dient nog wel als trouwlocatie.
In de schouw bevinden zich een collectie aardige tegeltjes.
Ook hangen er in het gebouw veel schilderijen. Een meisjesportret uit 1617 van een onbekende meester spreekt mij het meest aan.
Hierna bekijken we de Lievevrouwenpoort die rond 1350 is gebouwd.
Door een stadsuitbreiding in 1484 kwam de poort binnen de stad te liggen en deed daarna dienst als gevangenis tot 1913. Vandaar dat men meestal spreekt van de Gevangenpoort. Met een smalle wenteltrap kunnen we op de verschillende verdiepingen komen. In de ruimtes zijn vensterbanken
en toiletten.
De voorpoort is niet meer aanwezig. Aan de andere zijde van de poort is het havenkwartier. Hier bezoeken we het oude pand inde arcke Noe.
Het was een tolhuis voor bier. Omdat in de stad onvoldoende bier voor de inwoners werd gebrouwen werd een gedeelte van elders aangevoerd, maar daar moest wel belasting over betaald worden. Langgerekte keldergewelven liggen onder het huis.
Ook de kapconstructie op zolder is interessant. Alle hoofdbalken zijn genummerd, vanaf de voorgevel te beginnen met I.
Ook in het haven kwartier staat nog een watermolen. Deze werd eind 15e eeuw gebouwd is tot eind 19e eeuw in gebruik geweest. Het is een z.g. getijdenmolen. Bij vloed stroomde een bassin vol, waarna men bij eb 2 uur kon draaien. Men poogt de molen nu te restaureren, maar er is nog heel veel geld voor nodig.
We kunnen het pand bekijken, restauratietechnieken bewonderen en we drinken er thee met appelgebak voor 1,50 EURO. We lopen nog een route door het havenkwartier, waar we verschillende galerieƫn bezoeken. Ondertussen gaat het serieus regenen en besluiten daarom de rest van de tijd in de Markiezenhof door te brengen. Dit imposante stadspaleis werd eind 15e eeuw gebouwd voor de heren van Bergen. Het heeft verschillende binnenplaatsen.
Ook het interieur is zeer bezienswaardig. In de hofzaal, waar gasten werden ontvangen valt de Christoffelschouw uit 1521 op.
Het gevaarte heeft een massa van 15.000 kg en vele leuke details.
De Theodoorkamer bevat vele monumentale schilderstukken,
waarbij je niet uitgekeken raakt als je naar de details kijkt.
In de Henriettekamer pronkt een groot hemelbed.
Ik heb begrepen dat het vroeger niet ongewoon was dat dames van aanzien gasten ontving, terwijl zij in bed lag. Een andere stijlkamer is de Drabbekamer.
Al deze kamers moeten een indruk geven van het leven aan het hof. Daarnaast zij er nog vele tentoonstellingsruimten. zo zien we een fresco van een kraak uit 1500, die ontdekt werd bij de restauratie van een middeleeuws pand in de stad.
Op de zolders
bekijken we nog een aardige tentoonstelling over het kermiswezen, maar het is sluitingstijd dus we zullen nog eens terug moeten komen om de rest te zien. Bergen op zoom was de moeite waard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten