Traditioneel brengen we de zondag na Monumentendag door in Amsterdam. En ook traditioneel is onze eerste gang naar de Bazel om onze reservering op te halen voor een bezoek aan d' Vijff Vlieghen. Eigenlijk is dit geen monument als de meeste anderen. Het is eigenlijk een icoon van na-oorlogs Amsterdam. Een beetje kitsch, maar vooral een mooi verhaal. In 1627 begon Jan Janszoon Vlijghen een taveerne aan de Nieuwezijds Achterburgwal. In 1938 restte nog een onbewoonbaar verklaarde woning, die door Nicolaas Kroese gekocht werd. Hij begon een kunst- en antiekzaak, daarna een wijnproeverij en tenslotte een restaurant. Na de oorlog kocht hij vier panden ernaast en verbond ze met elkaar. Zo ontstonden 9 eetkamers. De panden zijn wel oud, en de inrichting ook, maar die is steeds afkomstig van andere (sloop)panden. Kroese had zeker een goede neus om al die zaken op de kop te tikken er zijn ook heel wat kostbaarheden bij.
Alle vertrekken zijn met nauwe doorgangen en smalle trappetjes met elkaar verbonden. Soms is de inrichting kitsch, zoals waar oude plavuizen als wanddecoratie zijn gebruikt.
Voor Amerikanen was het na de oorlog een must om hier te komen. Talrijke beroemdheden, vooral uit de filmwereld bezochten dit etablissement. Als hum roem groot genoeg was kwam er een naamplaatje op de stoel waarop ze gezeten hadden.
Uit het gastenboek blijkt ook dat er een delegatie van Walt Disney is geweest. Gasten als Walt Disney of Danny Kaye haalde hij persoonlijk met zijn Rolls Royce op van Schiphol, waarbij hij toestemming kreeg tot de vliegtuigtrap te rijden.
Een van de gastenkamers heet wapenkamer en heeft een uitstraling die daarbij hoort.
In een andere kamer is een vitrine met 17e eeuws glaswerk.
Kostbaarheden zijn er genoeg. Een Rembrandtkamer met etsen van hem. Elders hangen Breitners. Ook heeft hij goudlederbehang op de kop weten te tikken en in zijn gastenkamers verwerkt.
In 1964 ging Kroese in het kader van 300 jaar New York naar Amerika en baarde daar veel opzien door met een vogelkooi met daarin vijf grote koperen vliegen het verkeer op Broadway stil te leggen.
Hij zette daarmee Amsterdam op de kaart en natuurlijk ook zijn eigen restaurant.
Het aantal panden werd naar 12 uitgebreid. Helaas was Kroese administratief een chaoot en met de belastingdienst had hij ook niet veel op. Dit resulteerde uiteindelijk in grote schulden en hij moest zijn zaak verkopen. Tegenwoordig is het in bezit van een Spaanse hotelketen.
Het volgende pand dat we bezoeken is huis Bartolotti op Herengracht 170. Het is een van de grootste koopmanshuizen van de stad.
In 1618 werd opdracht gegeven tot de bouw in Hollandse renaissancestijl door de koopman Willem Bartolotti die handel dreef met Italië en omliggende landen. In de zijkamer van het voorhuis is prachtig beschilderd behang van Isaac de Moucheron van omstreeks 1735.
In de tuinkamer staat een 17e eeuwse marmeren fontein.
Van minder allure zijn de bedstedes voor het personeel
of de kelder met lichtschacht.
Hierna zetten we koers naar het Blauwlakenblok, waar we al diverse malen zijn geweest. Het is de oudste bebouwing van Amsterdam. In de 70 er jaren waren de meeste panden zeer vervallen. De Bijenkorf had een groot deel opgekocht om er een parkeergarage naar te zetten. De rest wilde men ook grotendeels slopen om er kantoorgebouwen neer te zetten. Gelukkig kwam er steeds meer verzet tegen deze plannen. Tegenwoordig wordt het stukje bij beetje fraai gerestaureerd. We gaan nu kijken bij de Gulden Trip in de Sint Annenstraat. Tijdens de afbraak van het pand vond men een plavuizenvloer en een houtskelet uit 1380 van een van de eerste stenen huizen. In 1565 werd er een nieuw huis gebouwd voor een schatrijke kousenhandelaar met een mooie voorgevel.
Via een zeer nauw steegje (Olifantssteeg) komen we in de achtertuin, waar we een concert bijwonen van twee gitaristen. Daarna kunnen we binnen een renaissance-plafondschildering uit 1585 bekijken.
In het huis naast de Gulden Trip zie we nog een grappige gevelsteen.
Hierna gaan we naar Huis De Pinto in de Sint Antoniebreestraat. Lelijker straat kan ik me nauwelijks voorstellen. In de 70 er jaren wilde men hier een vierbaansweg aanleggen. Daarvoor heeft men vele panden gesloopt. Doordat dat hier ook veel verzet tegen was is het plan afgeblazen. Resultaat is wel dat Huis De Pinto het enige oude pand hier is en de rest is aangevuld met afgrijselijke gebouwen. Het huis is gebouwd in 1605 en heeft de allure van een grachtenpand. Het kreeg zijn naam door de Sefardische bankiersfamilie De pinto. Vooral de plafondschilderingen zijn bezienswaardig,
waarvan nog een detail.
De keuken heeft een mooie raampartij.
Ons volgende doel is de Montelbaanstoren. Op weg hier naartoe lopen we langs Sint Antoniesluis. Daar is een poortje neergezet dat afkomstig is van het in 1867 gesloopte Leprozenhuis. Er zijn een mannelijke en vrouwelijke lepralijder afgebeeld.
Bij de Montelbaanstoren aangekomen, zien we een lange rij wachtenden en wordt ons verteld dat we anderhalf uur in de rij moeten wachten. Dit is ons te gortig en we besluiten een pittige wandeling naar het Oostelijk Havengebied. We zijn nauwelijks op weg of we zien een aardige gevelsteen.
Ook komen we langs het Scheepvaartmuseum, waar de clipper Stad Amsterdam ligt afgemeerd.
Nadat we heel veel nieuwbouw aan het water zijn gepasseerd komen we bij Loods 6 op het KNSM-eiland. Deze langgerekte loods van de Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maarschappij werd gebouwd in 1925 en diende voor opslag van goederen voor laden of na lossen. Na de teloorgang van deze maatschappij werd het gebouw gekraakt. Nadat het Oostelijke havengebied voor woningbouw werd bestemd is deze loods grondig opgeknapt. Midden in het gebouw heeft men tussen vier kolommen de vloer van de eerste en tweede verdieping er uit gezaagd, waardoor men een aardig trappenhuis kon aanleggen.
Door aan de zijde van het IJ in het trappenhuis de wand te vervangen door glas en door lichtbakken op het dak komt er veel licht binnen. Goed is te zien dat de kolommen per verdieping dunner worden; ze hoeven dan ook steeds minder te dragen.
Op elke verdieping loopt nu een lange gang midden door het gebouw met links en rechts ateliers.
De ateliers aan de IJ-zijde hebben een fraai uitzicht.
Op de begane grond zijn winkels, kantoren en horeca. Aan het eind van de loods bevindt zich de in 1956 vernieuwde aankomst- en vertrekhal van de KNSM. Ook deze voor die tijd zeer luxueuze ruimte is behouden gebleven.
Vervolgens lopen we weer een stuk verder om ons te verdiepen in een stukje geschiedenis van de Koninklijke Hollandse Lloyd, die vanaf 1903 eerst voornamelijk seizoenarbeiders uit Spanje en Portugal naar Zuid-Amerika verscheepte en later vooral emigranten uit Oost-Europa. Als eerste bezoeken we het koffiehuis. Het had twee ingangen en twee zalen: hoger en lager personeel werden goed gescheiden gehouden. Voor de Oost-Europese landverhuizers was een hotel gebouwd dat 900 mensen kon herbergen. Voor ze daar naar binnen konden moesten ze eerst door het Quarantaine gebouw. Door de z.g. vuile ingang kwamen ze binnen, moesten zich uitkleden (de kleding werd gewassen en ontsmet) en douchen. Het trappenhuis heeft nog het oorspronkelijke glas-in-lood.
Daarna werden ze door medisch personeel onderzocht op gezondheid. Vaak waren hier dramatische taferelen. Als iemand van een familie niet gezond genoeg was mocht hij niet mee. De mensen hadden al hun geld in de reis gestoken en stonden dan voor onmogelijke keuzes. Degenen die de keuring doorgekomen waren konden door de schone uitgang naar het Lloyd Hotel, dat voor die tijd aardig luxueus was. In 1935 ging de rederij failliet en werd het opvang voor uit Duitsland gevluchte joden. In de oorlog sloten de Duitsers er verzetsmensen in op en na de bevrijding deden de Nederlanders dat met collaborateurs. Vervolgens werd het jeugdgevangenis, waarna het nog 15 jaar een plek voor kunstenaars was. In 2004 is het getransformeerd tot een bijzonder hotel. Alle kamers zijn ingericht door designers en men kan er overnachten van 1 tot 5 sterren. Er is een prachtige hoge grote hal, waar kunst wordt geëxposeerd.
Het is hier prima loungen op prachtige design-stoelen en banken.
In het oorspronkelijke trappenhuis zit ook hier nog het originele glas-in-lood,
Tot slot nog een kijkje in het 1sterren sanitair
en een muurschildering in een van de kamers.
Wij gaan weer naar het station. Monumentendag 2014 zit er weer op. Vooral de verhalen bij de monumenten blijven boeiend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten