dinsdag 26 december 2017

17-12-23-C Kasteel Ruurlo en Carel Willink

                                                     
zaterdag 23 december 2017

Voor de vierde maal doen we een poging naar Ruurlo te gaan. Op het station treffen we een chaos aan. Een seinstoring is de oorzaak en tegenstrijdige berichten wisselen elkaar in hoog tempo af. Wij besluiten eerst maar naar huis terug te gaan om daar een kopje koffie te drinken. Later doen we weer een poging en nu lukt het wel om in Arnhem te komen. Op station Ruurlo staat een golfkarretje klaar om ons naar het kasteel te brengen, maar wij slaan de uitnodiging beleefd af zodat de chauffeur zonder passagiers terugrijdt. Wij prefereren nog even de benen te strekken. De hoofdingang is tegenwoordig door een hek afgesloten. Bij de oranjerie is een parkeerterrein aangelegd en daar dient men het kasteelterrein te betreden. Voordeel voor ons is dat het zo vlak voor kerst erg rustig is. In de pers werd melding gemaakt van parkeerproblemen, maar daar is nu geen sprake van. Het is somber weer, maar dat belet me niet een paar plaatjes te maken.


Een van de torens draagt een fraaie windvaan.


Voor het kasteel is een glazen brug aangelegd die nu met kerstversiering is getooid.


De brug komt uit op een nieuwe glazen entree. Het 14e eeuwse kasteel kwam in de 15e eeuw in handen van de familie van Heeckeren tot dat het in de jaren 80 van de vorige eeuw verbouwd werd tot gemeentehuis. Nadat de gemeente Ruurlo opgeheven werd moest een nieuwe functie gevonden worden. De miljardair Hans Melchers had de DSB-collectie gekocht en richtte het oude gemeentehuis van Gorssel in als museum. Speciaal voor de werken van Carel Willink liet hij zijn oog vallen op kasteel Ruurlo dat hij liet restaureren om het weer zo dicht mogelijk bij zijn oude glorie  te laten komen. De grote zaal is nog steeds in gebruik als trouwzaal.


Vroeger was de ingang van het kasteel aan de achterzijde, zoals nu. Later werd de hoofdingang naar de voorzijde verplaatst en werd daar een representatieve hal ingericht.


Het moet gezegd worden dat de restauratie een prachtig resultaat heeft opgeleverd. Doordat de kunstwerken op ruime afstand van elkaar zijn opgesteld blijft het karakter van het kasteel behouden.
Overal zijn nieuwe schitterende ingelegde vloeren gelegd.



Boven de deuren zijn beschilderde panelen.


Ook zijn er mooie beschilderde wandpanelen.


Alle ramen hebben echte vensterbanken


en hebben vaak een prachtig uitzicht.


Vanuit de nieuwe glazen entree hebben we zicht op de oranjerie.


Hier is ook een nieuw trappenhuis aangelegd,


Willinks ouders waren not amused toen Willink zijn architectuurstudie in Delft afbrak en voor het beroep van kunstenaar koos, maar zij steunden hem uiteindelijk toch zodat hij in 1920 in Berlijn kon studeren. In zijn beginjaren wisselde hij zeer vaak van stijl. Het schilderij de klok dateert uit 1921. De meermaals afgebeelde slinger suggereert beweging.


In hetzelfde vertrek hangt een antieke klok, waar de scheepjes door het uurwerk op de golven dansen.


Een andere compositie is uit 1924


Willink zal vier maal trouwen. Het eerste huwelijk met Mies van der Meulen duurt niet lang, Mies verlaat hem voor een ander. Van haar maakt hij het portret Kralenmeisje in 1925.


De meeste wanden van de vertrekken zijn bespannen met zijde in een kleur die men vindt passen bij het opgehangen werk. Soms zijn het in mijn ogen ook gedurfde combinaties zoals bij het Veldbouquet uit 1928.


 Ook in 1928 schildert hij Landschap Bormis (De kleine Karpaten bij Bratislava).


Zijn tweede huwelijk met Wilma Jeuken houdt veel langer stand. Na 27 jaar krijgt Wilma een hersenbloeding en overlijdt. In het eerste jaar (1930) maakt hij een portret van haar.


Een jaar later schildert hij haar als een ongemakkelijk liggende Venus die bijna oplost in in een bizar landschap.


In 1934 schildert hij Straat met standbeeld. Dreigende luchten, zware schaduwen, klassieke grote gebouwen en beeldhouwwerken en een vervreemdende leegheid komen in veel van zijn latere werken voor.


1935 Statue bij lustslot


1937 -1938 Landschap met vechtenden



Uit 1970  Tate Gallery verplaatst.


 en een detail hieruit.


Ook schilderde Willink vele portretten in opdracht. Willink bepaalde zelf wat voor kleding er gedragen werd. Uit 1971 portret Pamela Maresch-Boon.


In 1961 ontmoet Willink de jonge stewardess Mathilde de Doelder, die zijn derde vrouw wordt.
Mathilde heeft een zeer dure smaak wat kleding betreft. Met haar gedurfde kapsels en make-up baart ze opzien in Amsterdam. Later draagt ze vooral nog de zeer kostbare kleding van haar vriendin Fong-Leng. Op kasteel Ruurlo worden diverse van haar creaties getoond, zoals de Drakenmantel uit 1973


en Luipaardmantel II uit 1997.


Op het portret van Mathilde uit 1975 draagt ze een zilverkleurige Luipaardmantel. De bovenstaande mantel is een replica in goudkleur.  Kort na het voltooien van het schilderij verbrak hij de relatie. Mathilde stierf kort erna onder nooit opgehelderde omstandigheden.


Het laatste werk dat Willink maakte was Landschap met kerncentrale in 1982.
Het verwijst naar de kernramp in Harrisburg.


Ook zijn er in het kasteel enkele werken van andere kunstenaars te bewonderen,  zoals Acrobaat van Charlotte van Pallandt uit 1939.


De vierde vrouw waar Willink mee trouwt is de kunstenares Sylvia Quiel. Een buste van Willink door haar vervaardigd is ook in het kasteel te zien.

Wij maken nog een rondje door het kasteelpark. Een beuk zit vol korstzwammen. Een kunstwerk van de natuur.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten