Was het vrijdag nog zomers, vandaag is het grijs en druilerig. We treinen naar Venlo om daar de bus naar Arcen te nemen. Daar beginnen we aan ons laatste traject van het Maas-Niederrheinpad. We werpen eerst enige blikken op kasteel Arcen. De voorburcht onttrekt eerst nog het zicht erop.
Als we de poort gepasseerd zijn is dat wel mogelijk.
Op de voorburcht zijn ook wapenschilden te bewonderen.
Overal staan bollen te bloeien,
maar de tuinen zijn niet onze bestemming. We steken de rijksweg over en komen direct in de bossen, die nu hun voorjaarsgroen tonen.
We komen ook nog langs de ijskelder van het kasteel.
In de oeverlanden bloeien veel pinksterbloemen.
Boven op een steilrand naast het dal staat een bankje dat we voor de lunch gebruiken. Dooe de wind is het wel behoorlijk fris.
Niet lang hierna komen we bij de Fossa Eugenia. In opdracht van Clara Isabella Eugenia, dochter van Phillips II en regentes over de Zuidelijke Nederlanden werd in 1626 begonnen met graven van een scheepvaartverbinding. Deze moest Antwerpen aan de Schelde via Venlo aan de Maas verbinden met de Rijn bij Rheinberg. Het was ook de grens en daarom werden er veel forten langs het kanaal aangelegd. De bedoeling was alle handel van de Rijn en Maas om te leiden naar Antwerpen om zo grote schade te te brengen aan Amsterdam en Rotterdam. Het gedeelte tussen Maas en Rijn kwam grotendeels af, maar omdat in 1632 Venlo en 1633 Rheinberg verloren gingen, had de verbinding geen zin meer.
Het traject is nog goed zichtbaar in het landschap, soms als open water,
soms als beekje
en soms als dotterbloemrijk moeras.
Op een gegeven moment verlaten we de Fossa Eugenia. We steken het riviertje de Ponter Dondert en het Nierskanaal over. Zo belanden we in Veert. Op de Utrechter Strasse ontmoeten we een bijzonder echtpaar.
Ook staat hier een windmolen.
Na Geldern lopen we een mooi pad naar Schloss Haag. We gaan er even kijken, omdat we er 's avonds willen eten.
We lopen door naar ons overnachtingsadres op een boerderij. We krijgen een prima kamer en leggen ons probleem wat het eten betreft aan de vrouw des huizes voor. We kunnen 2 fietsen lenen om vanavond de 3 km naar het centrum van Geldern te gaan. Ze raadt het Kartoffelhaus aan, maar daar aangekomen blijkt er geen tafeltje meer vrij te zijn. Na enige omzwervingen belanden we bij een Griek, maar we zijn niet erg happy met deze keuze.
zondag 26 april 2015 25 km
Ons overnachtingsadres bevindt zich op geringe afstand van de route. Spoedig lopen we door een mooi stukje bos waar ook daslook bloeit.
We steken het riviertje de Fleuth over. Langs een volgend bos staat de sleedoorn nog uitbundig te bloeien.
Hierna komen we in een gebied waar nog diverse oude meanders van de Rijn liggen. Die zijn in de loop der tijden verland. Maar omdat de mens daar turf ging steken is het nu weer open water.
De Niers is grotendeels gekanaliseerd voor een snelle waterafvoer. Overal in het land liggen nog meanders, die omgeven zijn door hoog opgaand bos en het landschap opfleuren.
De bomen mogen dan nu groen zijn, veel akkers zijn nog kaal.
Achter deze wal stroomt het beekje de Forth.
Wij blijven de Issumer Fleuth volgen langs een groot boscomplex.
Na Winnekendonk lunchen we op een bankje aan deze rivier. Dan is het niet ver meer naar Kevelaer. In deze bedevaartsplaats bekijken we eerst de neogotische Mariabasiliek. Buiten vallen de diverse bronzen deuren op.
Van binnen is de kerk geheel beschilderd.
Het orgel in deze kerk is met 153 registers het grootste Duits-romantische orgel ter wereld.
In de Eerste Wereldoorlog werden alle tinnen pijpen gevorderd voor de oorlogsindustrie. Wonder boven wonder kwam het hoofdorgel ongeschonden uit de Tweede Wereldoorlog, maar daarna werd de orgelkast gesloopt voor brandhout! Alle glas-in-loodramen sneuvelden wel in de laatste oorlog, maar zijn alle weer vervangen.
Midden op het plein staat de Gnadenkapelle, waarin het beeld staat dat wonderen zou verrichten.
Op dit plein staat ook nog de Kerzenkapelle, waar de meeste missen worden opgedragen. Lilian steekt er een kaarsje voor haar moeder op. Daarna gaan we naar de Italiaanse ijssalon en met een heerlijk ijsje nestelen we ons op het terras. Het is redelijk warm, maar er vallen ook dikke druppels. Hierna begeven we ons weer naar de Niers, die we tot Weeze zullen volgen. Als we een stuk op weg zijn zien we een donkere lucht naderen. Als voorzorg trekken we de regenkleding aan. Dat blijkt niet overbodig, want vrijwel direct erna gaan de hemelsluizen open. Er is nergens beschutting en al spoedig blijkt dat mijn kleding niet tegen dit geweld is opgewassen. Als we na enige tijd bij een viaduct over een sluis komen, kunnen we een tijdje schuilen.
Het is al vrij laat en het laat zich niet aanzien dat de regen spoedig stopt. We gaan moedig verder over het volgelopen pad. Het gezicht op het immense Schloss Wissen is erg waterig.
Als we Weeze binnenkomen, kunnen we een blik in de kerk niet weerstaan. Een gedeelte van de oude kerk staat nog overeind; de rest is nieuwbouw, maar het harmonieert goed. We zien een beeld van Cyriacus, de patroonheilige van de kerk.
Hij werd in de 4e eeuw tijdens de christenvervolgingen in Rome vermoord. Hij wordt aangeroepen tegen bekoringen op het sterfbed (wat moet ik mij daarbij voorstellen?).
Een aantal andere beelden kan ik niet direct thuisbrengen.
Het neogotische Jozef-altaar is van eind 19e eeuw. Hieronder een detail.
Als we de kerk uitgaan, het is inmiddels droog, zien we een stukje van Schloss Hertefeld, dat aan de andere oever van de Niers staat.
Je kunt er slapen, maar we hebben onze overnachting geregeld bij Kevin's Pub. Het blijkt dat we in een pand in de nabijheid overnachten. Meneer doet de kamer open en verdwijnt snel. Als we binnenkomen, worden we overvallen door een zeer sterke rooklucht; ondanks bordjes verboden te roken. De nachtkastjes zijn op vele plaatsen ingebrand door sigaretten. Hier zijn we niet gelukkig mee en we gaan reclameren. Meneer is in geen velden of wegen meer te bekennen. Tenslotte geeft een dame achter de bar ons een sleutel van een andere kamer. Gelukkig heeft deze wel schone lucht. We moeten wel geboor en gehamer aanhoren van een verbouwing boven ons. Na de douche gaan we de plaats in om te eten. Veel keus hebben we hier niet, maar de Italiaan voldoet een stuk beter dan de Griek van gisteren. De toegangsdeur heeft een leuk glas-in-loodraam dat met een beetje fantasie naar mijn oudste kleindochter verwijst.
maandag 27 april 2015 13 km
Op onze laatste dag van deze route rest ons nog 13 km langs de Niers. Dat hoeft gelukkig niet saai te zijn.
Omdat het in Duitsland een gewone werkdag is, lopen we ook in volstrekte rust. Soms gaan we een stukje van de rivier af en lopen we langs beginnend bloeiend koolzaad.
Voor onze koffiepauze maken we gebruik van een voetveer.
Het veer gaat naar een grote horecagelegenheid maar die is op maandag gesloten. Merkwaardig is dat het veer alleen vanaf de wal bediend kan worden, maar wij hebben genoeg aan de bankjes.
Weer wat verder lopen we over de bedding van een oude spoorlijn, die in Nederland bij Boxtel uitkwam en deel uitmaakte van de verbinding Londen - Vlissingen - Berlijn - Warschau - St Peterburg. Omdat hier over het traject asfalt gestort is, geen hoogtepunt; hoewel het door fraai bos gaat. Daarna blijven we aan de oever van de Niers en komt uiteindelijk het ons al bekende Goch in zicht. Op het station kunnen we vieren dat al weer een boekje de kast in kan. Ruim 400 km zitten er op en de zon schijnt zowaar.
De terugreis gaat wat moeizaam. Eerst met de trein naar Kleve. Daar moeten we een tijd wachten op de bus naar Nijmegen en lopen daarom wat haltes vooruit. Als de bus met ruime vertraging daar aankomt, blijkt hij propvol met jongeren te zitten. We kunnen er nauwelijks nog bij. Het zijn gedeeltelijk scholieren en gedeeltelijk jongeren die in Nijmegen Koningsdag willen vieren en aardig in de stemming zijn. Tot wanhoop van de chauffeur drukken zij bij elke halte op de stopknop, zodat de vertraging aanmerkelijk oploopt. Op het station van Nijmegen is het ook vol met mensen en ook de treinreis verloopt met de nodige vertraging.