ZIE OOK BLOG Indian summer op de Eifelsteig, Hillesheim (Oberbettingen) - Trier :
http://leendertreudlertalsma.blogspot.nl/2015/01/12-10-18-md-indian-summer-op-de.html
woensdag, 31 augustus 2011 Aken - Cornelimünster 12 km 90 m stijgen 40 m dalen
Han had het toch duidelijk in zijn mail gezet. De Gelderlanders van de "oudjes" die met hem de Eifelsteig zullen lopen, vertrekken met de trein van 9.38 uit Nijmegen. Hoewel ik met een trein eerder uit Ede vertrokken ben, kom ik toch op het nippertje in Nijmegen aan. In de trein blijkt echter geen enkele van de "Gelderlanders" te zitten. Op Marijke na, die in Arnhem eveneens flinke vertraging oploopt, blijken ze al in Roermond te zijn.
Gelukkig hebben we in Heerlen een ruime overstap voor de lunch, zodat we met z'n negenen de reis naar Aken kunnen voortzetten. Aletta zal zich in daar bij ons voegen.
In Aken nemen we een gemarkeerde route naar Cornelimünster, het beginpunt van onze tocht. Na enige tijd hebben we de grote stad verlaten en lopen we met prachtig weer in het bos.
We hebben vandaag maar een klein stuk te lopen en spoedig komen we in Cornelimünster aan. Deze plaats laat duidelijk merken dat hier het beginpunt van de Eifelsteig is.
Het eerste stuk is met bronzen plaquettes in het plaveisel aangegeven.
Ook is er een ludieke mogelijkheid om op originele wijze de tocht te beginnen. Han neemt het
voortouw.
Het stadje zelf is overigens best de moeite van het bezichtigen waard. Het bezit een groot, van
oorsprong 9e eeuws, klooster.
We begeven ons naar ons overnachtingsadres en drinken daar een biertje. Na ons verfrist te hebben,
gaan we de stad in voor ons avondeten. Het door onze hotelier aanbevolen restaurant wordt door ons als veredeld frietkot afgewezen. We lopen door naar het voormalige stationsgebouw, waar een grote keus en een vlotte bediening ons wacht. Blijkbaar hebben meer mensen dit ontdekt, want de zaak loopt als een trein. De nacht verloopt onrustig. Mijn kleine kamertje is benauwd, maar met het raam open dringt het verkeerslawaai binnen dat de hele nacht doorgaat.
donderdag 1 september 2011 Cornelimünster - Roetgen 17 km 505 m stijgen 320 m dalen
We moeten weer teruglopen naar het officiële beginpunt van de tocht. De baas van ons overnachtingsadres heeft ons een alternatief (bovenlangs) geadviseerd. Zo hebben we nog een mooi uitzicht boven op het plaatsje.
We brengen nog even een bezoek aan de kerk. Helaas is er binnen heel weinig licht. Er zijn nog oude fresco's
en de gewelven hebben nog middeleeuwse schilderingen.
We kunnen nu aan onze tocht beginnen. Al spoedig buiten het plaatsje stuiten we op een viaduct van de bekende Vennbahn,
die tegenwoordig niet meer in gebruik is.
Hij liep van Stolberg naar Troisvierges en moest aanzienlijke hoogteverschillen overwinnen. Hij is
nog jarenlang als Museumbahn in bedrijf geweest, maar in 2001 stopte dat, omdat de overheid geen subsidie meer wilde geven. Al spoedig lopen we op gelijk niveau met het oude tracé. We volgen geruime tijd het dal van de Inde.
We zien duidelijk in het terrein dat er kalk in de bodem zit.
Dat wordt ook nog eens bevestigd door diverse oude kalkbranderijen. We volgen geruime tijd het dal van de Isenrath, verlaten later het dal en klimmen weer de bossen in. Midden in een boscomplex wordt er geluncht, want de meeste mensen willen in de schaduw zitten. Sommigen struinen de omgeving af en vinden vele fraaie paddenstoelen. Een oude en een verse stinkzwam staan gebroederlijk naast elkaar.
Na de lunch komen we door een mooi hoogveengebied. We lopen grote stukken over een vlonderpad.
Er zijn ook idyllische vennetjes.
Niet lang hierna krijgen we de Dreilägerbachtalsperre in zicht.
Han ziet aan de overkant een fraai weitje om een pauze te houden. We dalen zeer steil af maar beneden gekomen blijkt het hele terrein om het meer met goed hekwerk afgesloten. Aan de andere kant van de beek gaan we weer omhoog en al spoedig vinden we alsnog een plek voor een pauze.
Koos deelt A4tjes rond met een ingewikkelde grafiek, waarna hij een serieus college geeft over de nattebol temperatuur. Het gezelschap probeert goed bij de les te blijven.
Via het dal van de Vichtbach komen nogmaals op het tracé van de Vennbahn dat we tot Roetgen volgen. We nemen onze intrek in het Saunahotel, waar we enigszins vreemde eenden in de bijt zijn. De meeste gasten lopen hier bloot of eventueel met een badjas. Omdat het nog vroeg is ,loop ik met
Marijke nog een ommetje, waarbij we drie kerken aandoen. De parochiekerk heeft fraaie glas-inloodramen.
Wat verder in de plaats staat de schilderachtige oude parochiekerk, die tegenwoordig een kapel is.
Boven de ingang staat een z.g. Rheinische Madonna. Het kenmerk hiervan zou de buitengewone schoonheid van de Madonna moeten zijn.We zien het er niet aan af en de voorwerpen en dieren waar ze opstaat zijn ons ook niet duidelijk.
Tenslotte komen we nog langs de protestantse kerk met pastorie die beiden monument zijn. Ze blijven echter voor ons gesloten. Die avond eten we in het hotel, maar wel gescheiden van de overige gasten. Het restaurant is voor ons taboe (of willen ze ons de hoge temperatuur die daar heerst niet
aandoen?) en krijgen we een tafel in de hal naast de receptie. Ik heb een kamer in de dependance voor het hotel. De kamer behoorlijk luxueus, maar het gebouw staat aan een zeer drukke verkeersweg. Halverwege de nacht doe ik het raam toch maar dicht, anders is slapen onmogelijk.
vrijdag 2 september 2011 Roetgen - Höfen 21 km 430 m stijgen 330 m dalen
Deze ochtend mogen we wel in het restaurant ontbijten. Het is te ingewikkeld om twee uitgebreide
ontbijtbuffetten neer te zetten. In het ruime restaurant lopen de andere hotelgasten in badjas en de temperatuur is behoorlijk hoog. Na een uitstekend ontbijt gaan we weer in de benen. We lopen onder de Vennbahn door en steken de Weser (in België Vesdre) over. Dan gaat het gestaag omhoog en bereiken we spoedig de Belgische grens. Langs het pad zie ik de kranssalomonszegel, die mooie rode bessen heeft.
We dalen af naar een beekje en zetten daarna de stijging weer voort. We zijn nu in de Hoge Venen.
Helaas is onze route niet bepaald aantrekkelijk. Er volgt een kilometerslange kaarsrechte asfaltweg. Langs de kant ontdekken we wel de klokjesgentiaan.
In het veen is behoorlijk wat houtopslag. Aan het eind van het rechte stuk zijn we letterlijk op het hoogste punt van onze tocht. Volgens het bordje is de Stelingberg 658 m.
Volgens de gps en de stafkaart zitten we boven de 660 m. Van hier is het nog een korte afstand naar Kaiser Karls Bettstatt, een enorm kwartsietblok. De legende verhaalt dat de keizer tijdens een jachtpartij in het veen verdwaalde, maar dit rotsblok vond en zich daar ter ruste legde. Han en
Marijke proberen of het bed ook als lit mariage voldoet.
Deze plek blijkt enorm in trek bij toeristen, getuige de mensenmassa's die hier voorbij trekken. We besluiten een lunchpauze in te lassen, waarbij de groep zich in tweeën splitst. Ik blijf met nog een paar mannen in een schuilhut zitten. Even geen zon. Na de lunch gaat het naar beneden richting
Monschau.
In Monschau aangekomen heeft Han geen zin de Eifelsteig te volgen en lopen we via de autoweg naar het centrum.
Op een terras bij de brug over de Rur strijken we neer en krijgen ook ruim de tijd om eventueel nog boodschappen te doen. Aletta probeert een beter rugzakje te kopen, maar slaagt niet. Na een uur lopen we het stadje weer uit. Via een steegje gaat het steil bergop
en al spoedig kijken we op het plaatsje neer.
Als we ruim 40 m geklommen hebben mogen we weer naar de Rur afdalen om daarna aan de finale klim te beginnen. Via een mooi bospad bereiken we Höfen waar ons overnachtingsadres het aparte hotel Aquarium is. Han heeft ons al voorbereid dat we straks terug naar Monschau moeten en na de maaltijd weer met volle maag flink omhoog terug. Het is dan ook een grote opluchting dat we in het hotel te horen krijgen dat er wel op gerekend is dat we daar de maaltijd krijgen. Het hotel hangt letterlijk van kitsch aan elkaar. Bovendien is het volgepropt met allerlei frutsels die meestal iets met water te maken hebben. De wastafel op de badkamer heeft de vorm van een enorme schelp en zelfs het toiletborstelbakje is in dezelfde stijl. Het diep roze bed doet aan een bordeel denken en liggend op het bed staren diverse engeltjes je vanaf het plafond aan. We worden in de tuin verwacht
voor een drankje. Het zwembad ligt er afgedekt bij, maar het is er aangenaam zitten.
Na het diner wordt er nog een kleine wandeling gemaakt. Als iedereen op zijn schreden terugkeert,
maak ik het rondje nog af en geniet van de zonsondergang.
zaterdag 3 september 2011 Höfen - Einruhr 25,5 km 410 m stijgen 610 m dalen
De afgelopen nacht heb ik de kamer gedeeld met Koos. Hij vroeg me hoe laat ik opstond en ik zei dat ik een half uur voor het ontbijt ruim genoeg vond. Koos zei dat hij wel een uur nodig had. Maar deze ochtend staat hij gelijk met mij op ( wilde hij mij een genoegen doen?) Hij snurkte ieder geval niet en dat kwam de nachtrust zeer ten goede. Resultaat van het "gelijke opstaan" is wel dat Koos laat aan het ontbijt verschijnt. Vandaag lopen we eerst terug naar de route boven de Rur. Het is nog steeds stralend weer.
We gaan wat op en neer langs de Rur tot we bij de Perlenbachtalsperre aankomen.
We lopen langs dit stuwmeer, waarbij we fraaie houten ligstoelen passeren die we tijdens
onze tocht meer zullen zien. Aan het eind van het stuwmeer gaan we omhoog om in het centrum van Höfen uit te komen. Han wil hier geld pinnen. Ondertussen bekijk ik de dorpskerk. Één zijkant van de oude kerk is weggehaald om er een modern stuk aan te bouwen. Dat hebben ze heel knap gedaan. Het oude koor van de kerk lijkt op een merkwaardige plaats te zitten.
Als ik buiten kom is Han nog niet terug van de bank aan de overzijde van de straat. Marijke gaat op
onderzoek uit, maar blijft ook geruime tijd weg. De automaat blijkt geen geld te willen geven totdat Marijke het met een kleiner bedrag probeert. 250 EURO is het maximum, dus dat schiet niet op voor 10 man (vrouw). Voor de zekerheid neemt Marijke ook dit bedrag op. We lopen daarna enige tijd langs de Kluckbach die uiteindelijk in de Rur uitmondt. Ook deze rivier volgen we.
Het is er aangenaam lopen. De rest van de dag blijft de Rur naast ons. Tweemaal wisselen we nog van oever. Langs het pad zien we een parasolzwam.
Bij Dedenborn komen we even uit de bossen. We gaan een heuvelrug over om een grote meander van de Rur af te snijden.
Uiteindelijk krijgen we zicht op de Obersee en het plaatsje Einruhr. Op de foto is ons hotel nog als een wit vlekje halverwege de rechterkant te zien.
In Einruhr volgt nog een flinke klim naar het ANWB-bondshotel Sonnenhof. Inger en Joop blijken al aanwezig te zijn . Ze hebben zich vanaf Dedenborn op slinkse wijze weten te verplaatsen. Ook hier deel ik een kamer, ditmaal met Wim. We hebben ruime kamer met groot balkon en fraai uitzicht. Het douchen blijkt een minder aangename ervaring. Doordat er in de badkamer geen ventilatie is, heerst er een intens muffe rioollucht. Er is bovendien alleen een bad met een mini plastic handdouche. Nadat ik me met moeite heb weten schoon te spoelen is het een hele toer om zonder botbreuken het bad uit te komen. Alles is spekglad en een beugel of een ander houvast ontbreekt. Als we later die avond ons te ruste begeven wacht ons nog een verrassing. Onder onze hotelkamers blijkt zich een beatkelder te bevinden vanwaar zich menige decibellen tot diep in de nacht naar ons verplaatsen. Wim en ik converseren nog geruime tijd (naar later blijkt tot ergernis van Pieter en Koos die naast ons slapen). Hoewel Wim me bezworen heeft niet te snurken, kan zijn gesnurk de eerste uren niet onopgemerkt blijven. Maar ook daarna kan ik door de intense beat de slaap niet vatten.
zondag 4 september 2011 Einruhr - Gemünd 21 km 540 m stijgen 520 m dalen
Na vertrek uit het hotel gaat het meteen omhoog. Aletta en Inger blijven achter en geven later aan een eigen tempo te willen aanhouden. We lopen boven de Obersee, maar door de dichte bossages is het uitzicht spaarzaam. We komen op het punt waar de Rur en de Urft samenkomen al zijn ze hier opgenomen in het stuwmeer.
We zijn afgedaald en lopen langs de oever van de Obersee verder tot weer
omhoog moeten en uitzicht krijgen op de Urfttalsperre.
Het peil in het stuwmeer aan de kant van de Urft staat behoorlijk laag. Tijdens de koffiepauze doen we nog een onaangename ontdekking. Het personeel van het hotel heeft ons in plaats van heisses Wasser, lauwwarm water in onze thermosflessen gegoten. Het net bereide kopje nescafé kan
omgekeerd worden. We gaan nu flink omhoog. We lopen al enige tijd in het natuurgebied Vogelsang. Dit is nog maar sinds kort vrijgegeven voor het publiek en dan alleen op een beperkt aantal paden en wegen. Het is het laatst gebruikt als oefenterrein voor het Belgische leger en er kan buiten de paden nog onontplofte munitie liggen. Als we bijna boven zijn, krijgen we de locatie Vogelsang in zicht, waarnaar het gebied is genoemd.
Vogelsang was in de Nazitijd een opleidingsplaats voor het kader en nog vrijwel geheel in tact gebleven. We belanden op de Dreiborner hoogvlakte met veel brem.
Het is broeierig warm en de lucht trekt zo nu en dan dicht.
Via het plateau komen we in het plaatsje Wollseifen. In 1946 moesten de 550 inwoners op last van de
geallieerden hun woonplaats binnen enkele weken verlaten omdat er een oefenplaats voor de troepen gepland was. Van het oorspronkelijke plaatsje rest alleen nog het kerkje,
het tranformatorhuisje (waarin Koos de technisch installatie inspecteert),
een deel van de school en een wegkapelletje. Veel oefenhuizen zijn er voor in de plaats
gekomen.
Er volgt een mooie wandeling naar Vogelsang. Daar aangekomen staat er een verwijzing naar een restaurant en dat lijkt Han een goede lunchplek. We lopen langs diverse gebouwen die tot het oorspronkelijke Vogelsang behoren.
Het restaurant blijkt boven op de top van een heuvel te liggen en hiervoor moeten we vele trappen
omhoog.
We komen uit op een vierkant plein dat is omgeven door gebouwen, het z.g. Forum.
Aangezien het behoorlijk warm en benauwd is gaan we niet naar het restaurant maar naar een terrasje aan de andere zijde. Aan het einde van onze lunch worden we overvallen door een flinke bui en we vluchten naar een overdekte galerij. Hier trekken onze regenkleding aan om de
tocht te kunnen voortzetten.
Via diverse gebouwen lopen we Vogelsang uit. Op verschillende muren zijn beeldhouwwerken
aangebracht met nationaalsocialistische voorstellingen.
We zien nog een kolossaal poortgebouw. De regen stelt niet veel meer voor. We passeren een beekdal, waarbij we over trappen en stellages lopen, zodat de natuur eronder niets te lijden heeft. We klimmen weer omhoog tot bijna 500 m en hebben dan een goed zicht over het Urftdal en onze overnachtingsplaats Gmünd.
In deze plaats aangekomen steken we de Urft over en lopen een mooi groen paadje tot aan het centrum waar we weer over de Urft gaan. Ik loop met Marijke de gpsroute naar het hotel en we "winnen" ruimschoots van Han en de rest van de groep.
Het Kurparkhotel mag er wezen. Mooie kamers, vriendelijk personeel, een ontspannend voetenbad,
verblijfsruimten met zelfbediening van dranken en volop rust. Het enige minpuntje is dat het hotel ingeklemd staat tussen de bebouwing en dus niet in het Kurpark staat, laat staan er aan grenst. We drinken een drankje in de rijk gevulde bibliotheek. Aletta en Inger zijn vanaf Vogelsang met de bus naar ons toe gekomen. Na ons verfrist te hebben gaan we eten in het Gemünder Parkrestaurant. Het is het restaurant van het Kurhaus en ligt wel in het Kurpark op geringe afstand van ons hotel. Het eten is er goed, maar het restaurant heeft maar een beperkte menukaart.
Deze nacht heb ik een zalige nachtrust.
maandag 5 september 2011 Gmünd - Kloster Steinfeld 19 km 520 m stijgen 390 m dalen
Na een uitstekend ontbijt gaan we weer op pad. Maar niet voor lang. Al na een luttel aantal passen last Han een inkooppauze in (kon dat niet voor het ontbijt?) Dat wordt een tijdje kleumen tot iedereen er weer is. Aletta is er vandaag niet bij, zij gaat het natuurcentrum Nettersheim bezoeken. We verlaten de Urft en klimmen omhoog door het zijdal van de Olef en daarna dalen we af naar het plaatsje Olef. Het is buitengewoon schilderachtig.
Dwars door het plaatsje loopt de rails van een museumspoorlijntje.
In een café houden we koffiepauze en daarna gaat via een beekdal omhoog. We houden het echter niet droog en trekken ons terug onder de bomen, want het water valt behoorlijk naar beneden.
Gelukkig blijft het niet lang zo. Het groot springzaad is enigszins verfomfaaid door de bui.
Maar tijdens de lunchpauze zitten we al weer heerlijk in de zon.
Geruime tijd volgen we het dal van de Golbach en later het zijdal, de Salbersbach genaamd, We klimmen verder omhoog naar het gehucht Steifelderheistert om daarna via het dal van de Kuttenbach af te dalen. Dan volgt nog een laatste klim naar Kloster Steinfeld.
Han is nog niet overtuigd dat we op het kloosterterrein slapen en loopt een stuk de autoweg af. Tenslotte gaan we toch via de kloosterpoort het terrein op en nadat we nog een poortgebouw
gepasseerd zijn, zien we de receptie van het gastenverblijf. Als ik mijn kamer toegewezen krijg, blijkt die niet opgeruimd en krijg ik een kamer in een ander gedeelte waar de Heilpraxis is gevestigd. Ik zit wel een eindje van de anderen, maar het voordeel is dat ik een badkamer voor me zelf heb. Verder is er een ruimte waar we zelf onze drankjes kunnen pakken en er is een televisiekamer waar je koffie en thee kan maken. Er is zelf een Hallenbad. Na me verfrist te hebben, wil ik toch snel naar de kerk, voordat deze gesloten wordt. Het klooster stamt uit het begin van de 10e eeuw, de romaanse kerk uit de 12e eeuw, maar bevat ook gotische, renaissance en barokkenmerken. Bij binnenkomst valt eerst een rij barokke biechtstoelen in een zijbeuk op.
De ruimten tussen de biechtstoelen dient als stoelopslag. Het maakt een rommelige indruk. Er is
veel beeldhouwwerk
en glas-in-lood.
De gewelven dragen nog middeleeuwse schilderingen.
Het orgel is één van de beroemdste van Duitsland. Bijna 300 jaar geleden werd het uitgebreid door de firma König en bevat bijna 2000 pijpen. De oudste pijpen stammen uit de 16e eeuw.
Boven een zijaltaar is nog een fresco van het laatste oordeel te zien.
Midden in de kerk staat het praalgraf van Hermann Joseph von Steinfeld. Hij zou eeuwen geleden in een kerk een appel aangeboden hebben aan een Madonna met Christuskind. Het Christuskind nam de appel aan. Hij is later heilig verklaard en zijn graf is nog steeds een bedevaartsoord. Op de marmeren tombe is hij in albast afgebeeld met Christuskind.
Nu moet ik snel de kerk verlaten want om 18.00 uur is het avondeten. We hebben een
sleutel gekregen waar we vele deuren mee kunnen openen, zo ook de ingang tot het eigenlijke klooster.
Een hoogbejaarde pater-portier controleert de binnenkomende gasten. Via een mooie van oorsprong romaanse, maar later gotisch verbouwde kloostergang
komen we in de grote refter. Hier nuttigen we een bijzondere, maar wel smaakvolle avondmaaltijd. Het personeel bestaat uit nonnen. Over de prijs van de maaltijd kunnen we ook niet protesteren:
7 EURO. Na de maaltijd maken we nog een klein ommetje. De kerk ligt er mooi bij achter de stevige kloostermuren in het laatste avondlicht.
We zijn nog even samen in de televisiekamer en daarna ga ik naar mijn eigen vleugel. Ik moet het boek "Lisa's adem" deze tocht wel uitkrijgen. Ik slaap deze nacht uitstekend.
dinsdag 6 september 2011 Kloster Steinfeld - Blankenheim 25 km 260 m stijgen 290 m dalen
Ik wordt in alle vroegte gewekt, zoals dat in een klooster betaamd. Het zijn echter niet de metten die me roepen, maar een aantal bouwvakkers die met veel kabaal op de binnenplaats aan de kant van mijn raam een klus klaren. Eerst dan maar een stukje lezen in m'n boek. Het ontbijt in de refter is goed en daarna lopen we door de poorten weer naar buiten. We steken de autoweg over en dalen door bos af naar de Gillesbach. Even verder kruisen we nog een autoweg en stijgen dan op de flanken van de Königsberg. We hebben hier nog een terugblik op het vrouwen en mannenklooster.
Door bossen
en langs bosranden gaat het verder richting de spoorlijn waarlangs we uiteindelijk huiswaarts zullen
keren. Op dit traject komen we nog een stuk Romeinse geschiedenis tegen. Op een plek waar water op een ondoordringbare laag het dal instroomde bouwden de Romeinen een waterwinplaats. Het water stroomde over 80 m in een filterbak met grind die afgedekt was met zandstenen platen.
Daarna kwam het water in een bezinkbekken.
Twee hoeken werden bekroond met Medusakoppen.
Het water dat uit het bekken stroomde werd over 95,4 km met natuurlijk verval naar Keulen geleid. De waterleiding werd grotendeels ondergronds aangelegd om bevriezingsgevaar te voorkomen.
De leiding was 90 cm hoog, 50 cm breed en leverde 200 l per seconde. Even verder is nog meer te zien. Langs het pad ontdek ik de franjegentiaan, in Nederland zeer zeldzaam en een indicator voor kalkbodems.
Dat laatste wordt spoedig bevestigd door de aanwezigheid van oude kalkovens.
Op een grote weide in het dal van de Urft worden opgravingen gedaan. In een kuil is duidelijk een forse muur zichtbaar.
Er is ook een brok van een "milestone" gevonden en daar opgesteld.
De weide zelf is bedekt met duizenden bloeiende herfsttijlozen.
enigszins op hoogte langs de plaats. Langs het pad staan prachtigbloeiende blauwe monnikskappen.
We gaan het plaatsje alsnog in en komen bij het station weer op de oorspronkelijke route. Aletta gaat van hier met de trein, Inger besluit hetzelfde. De meesten gaan hier lunchen in de plaats. Ik blijf bij het station en nuttig meegenomen drank en etenswaar en lees een stukje in mijn boek. Na de lunch volgt een gemakkelijke wandeling door het Urftdal, maar tenslotte gaat het omhoog door een zijdal: de Haubach. Eenmaal op hoogte steken we een drukke autoweg over en niet lang erna zien we een verwijzing naar een bezienswaardigheid. Het blijkt het beginpunt van de watervoorziening van het slot van Blankenheim en zeker voor de 15e eeuw een hoogstandje.
De bron van de waterleiding met bezinkbekken is tegenwoordig overdekt.
Via holle houten pijpen werd het water door een dal gevoerd. Het uiteinde van de pijp lag iets lager dan het begin, zodat door het principe van de communicerende vaten het water door kon stromen. Om waterverlies door de druk te voorkomen werden de pijpen met koperen stukken aan elkaar gezet.
Dan ging het water door een tunnel in een heuvel. In de heuvel waren vijf schachten gemaakt voor inspectie en onderhoud.
Door de tunnel stroomde het water in houten bakken.
Aan het eind van de tunnel
kon het water door natuurlijk verval verder stromen naar het slot.
Tussen neus en lippen door zien we ook nog fraaie parelstuifzwammen.
Spoedig lopen we nu langs de muren van het slot
en volgt een steile afdaling, gedeeltelijk langs trappen. We kijken nu op het plaatsje.
Blankenheim is een pittoresk stadje met vele oude vakwerhuizen,
waaronder een wel zeer smal exemplaar.
We lopen langs de stadspoort
en brengen kort bezoek aan de Ahrquelle.
Ook valt onze blik nog op een aardige gevelsteen.
plaatsje en aan het eind gaan we weer naar beneden.
We moeten nu echt terug om bij ons hotel te komen. Dat hotel bestaat uit een verzameling panden die via labyrinten met elkaar verbonden zijn met de nodige hoogteverschillen.. Er de weg vinden is geen eenvoudige zaak. Mijn kamer kijkt uit op een plat dak dat vol ligt met troep dat zo te zien al jaren onaangeroerd daar ligt, maar het is een geruststellende gedachte dat ik in geval van nood via dat dak de helling op kan vluchten. We eten in het restaurant van het hotel met uitzicht op de burcht.
Het is ook deze nacht rustig rond mijn kamer en geniet een goede nachtrust.
woensdag 7 september 2011 Blankenheim - Leudersdorf 26 km 490 m stijgen 480 m dalen
Het is even zoeken in het doolhof om de ontbijtzaal te vinden maar na de nodige gangetjes en trappetjes kom ik er toch. Na deze ochtendmaaltijd gaan we al stijgend terug naar de route en verlaten spoedig de bebouwing.
Ik ben hier op bekend terrein. Na de laatste Kerst liep ik hier in zeer diepe sneeuw.
We stijgen tot de Schillertsberg en dalen dan af naar de Nonnenbach, die we oversteken. Er volgt weer een stijging en een afdaling naar de Schafbach. Via dit dal komen we in Ripsdorf waar de laatgotische dorpskerk domineert.
Het bezienswaardige interieur laten we links liggen. De dames en één heer (Wim) lopen vandaag niet met ons mee. Zij hebben eerst de taxi tot Ripsdorf genomen en zullen ons ver voor zijn. Over glooiend terrein gaat het richting Alendorf.
Boven dit dorpje ligt het schilderachtig gelegen bedevaartskerkje St. Agatha uit het begin van de 15e eeuw.
De bezienswaardige muurschilderingen binnen gaan aan mijn neus voorbij. We hebben hier ook een mooi gezicht op Alendorf en een gedeelte (de Hammertsberg) van één van de grootste jeneverbesreservaten van Duitland.
Vlak bij de kerk begint een kruisweg naar de top van de Kalvarieberg. De staties zijn in
rood zandsteen uitgevoerd.
Het is een bijzonder gezicht als de kruisweg de met jeneverbessen begroeide heuvel opgaat.
In het voorjaar groeien hier vele orchideeënsoorten. Nu staan er nog wel veel krijtgentianen te bloeien.
Rechts van ons kijken we weer uit op Alendorf en de met jeneverbessen begroeide Eierberg.
Links kijken we verder het jeneverbessenreservaat in.
Aangekomen op het hoogste punt met het kruisbeeld
volgt een steile afdaling in het Lampertsbachtal. Dit wijde dal volgen we een paar kilometer.
Dan slaan we het zijdal van de Mirbach in en stijgen naar het plaatsje Mirbach. Langs het pad zie ik fraai duizendguldenkruid staan, ook een kalkindicator.
In Mirbach staat de zeer bijzondere neoromaanse Erlöserkirche uit het begin van de 20e eeuw. Dit keer wil ik niet weer bot vangen en ga de kerk bezoeken, ook al is de rest van de groep blijkbaar niet geïnteresseerd. Dankzij steun van keizer Wilhelm II kon er aardig wat uitgegeven worden voor de bouw en inrichting. Er is veel met mozaïeken gewerkt. Een koepel heeft medaillons met de vier
evangelisten.
Één van de wanden bevat mozaïeken van de aartsengelen.
Ik voeg me weer bij de anderen en stijgen verder met nog een mooie terugblik op de kerk.
Na voor de zoveelste keer de 500 m grens gepasseerd te zijn dalen we af naar het dal van de Michelsbach. Daarna gaat de groep rechtstreeks naar het pension waar we zullen overnachten. Eigenwijs als ik ben (citaat Han) loop ik de Eifelsteig nog een stukje verder om via het Kirbachtal naar Laudersdorf af te dalen. Daar aangekomen zit iedereen bijeen in een zeer duister vertrek. Het pension wordt gedreven door een bejaard echtpaar. De inrichting is hoogstwaarschijnlijk uit hun beginjaren. Nadat ik op mijn kamertje ben komt de heer des huizes een paar maal langs met de
telefoon met de mededeling aus Holland. Maar steeds hoor ik niets. Later blijkt dat de zus van Wim gebeld heeft. Ze is ongerust omdat ze al een paar dagen niets van hem gehoord heeft. Wim belde elke dag tot zijn accu leeg was. Die avond gaan we uit eten in de plaats. Het is duidelijk dat dit etablissement niet gewend is regelmatig een maaltijd voor te schotelen, maar voor ons is een uitzondering gemaakt. Na de maaltijd maak ik met een paar anderen nog een avondwandeling. Bij ons overnachtingsadres loopt gelukkig geen verkeersweg en alles blijft rustig, dus weer een prima nacht.
donderdag 8 september 2011 Leudersdorf - Hillesheim 21 km 310 m stijgen 330 m dalen
Als ik 's morgens aan het ontbijt zit kan ik me niet voorstellen dat hier mensen voor meerdere dagen vakantie vieren. Van dit ongezellige donkere hok zou ik na een dag compleet depressief worden. Als we op weg gaan, gaat Han met een paar getrouwen terug naar zijn route en ik met een aantal naar de mijne. Groep Han loopt met gezwinde pas dus het duurt niet zo lang voor ze ons weer binnenhalen. We kruisen de Rohrsbach, steken een paar autowegen over om daarna het dal van de Mühlenbach in te duiken. Deze beek mondt uit in de Ahbach. In dit dal is een bezienswaardigheid. Bij de aanleg van spoorlijn trof op een bepaalde plaats talloze beekjes aan die uit de wand stroomden. Om gevaar voor verzakking van de spoorbaan te voorkomen werden alle beekjes samengevoegd
en daarna onder de spoorbaan geleid naar een rots waarover het water de Ahbach in spetterde.
Het water bleek zeer kalkhoudend, waardoor er kalkafzettingen op de rots ontstonden. Mosgroei en diatomeeën bevorderden dit proces nog in aanzienlijke mate. Per jaar wordt 4,5 ton kalk afgezet. dit resulteert in een aangroei van 10 cm per jaar. Om te voorkomen dat het hele gevaarte de Ahbach in kukelt is een betonnen fundering aangebracht.
Het pad langs de beek is zeer modderig. Pieter en Koos zijn al een stuk vooruit gelopen en Han gaat er achteraan. De rest neemt de droge en schonevoetenvariant over de oude spoorbaan. Hoewel enigszins buiten de route is de Nohner Mühle een aanbevelenswaardige pleisterplaats.
Zelfs Pieter en Koos weten het uiteindelijk te vinden. Er is hier een keur aan overheerlijke taarten. Na deze smakelijke versterking lopen naar de oude spoorbaan terug om de route weer op te pakken.
Op de spoorbaan groeien rapunzelklokjes.
Doordat ik een foto maak, mis gedurende lange tijd de aansluiting bij de groep. Ik sla het zijdal van de Niedereherbach in om zo in Niederehe aan te komen. Hier staat een bezienswaardig kloostercomplex met een van oorsprong romaanse kerk.
Omdat ik niemand van de groep ontwaar. snel ik maar weer verder. Het is nog maar een kleine afstand via een mooie route naar Kerpen. Voor ik daar aankom loop ik om de Burg Kerpen heen.
Een imposant middeleeuws complex dat tegenwoordig een hotel/restaurant is. Ik passeer ook nog de 16e eeuwse voormalige Burgkapelle.
In Kerpen begint het te regenen. Ik zie een grote groep wandelaars, maar van mijn groep geen spoor. Ik loop de plaats uit en een eind verder, midden in een enorm steengroevencomplex in de Weinberg kies ik mijn lunchplek uit.
Het staat hier werkelijk vol met franjegentianen.
Omdat het nog vroeg is, ga ik nog maar een stukje lezen in mijn boek en zo waar komt na een tijdje de groep aanzetten. Ze hebben geluncht in een etablissement in Kerpen. Gezamenlijk trekken we Berndorf in.
We klimmen omhoog naar de versterkte romaanse kerk boven het dorp.
Oorspronkelijk lag er ook een gracht omheen en was het geheel ommuurd, maar daar is nu niets meer van te zien.
Het hotel is spoedig gevonden in een hoek van een drukke verkeersweg. Met enige spanning betreden we dit Krimihotel.
Elke kamer heeft als thema een detectiveserie. Ik krijg een FartherBrown vertrek. Voor mijn kamer staat een keurige butler te wachten.
Het Farther Brown motief is overal aanwezig.
Bidstoel en bijbel met vergrootglas ontbreken niet.
Aan de spiegel hangt zijn hoed (of heet dat bij een geestelijke anders?)
Als ik de badkamer wil betreden klinkt er een vreselijke gil en zie ik achter het douchegordijn een verschrikt vrouwensilhouet.
Ondanks al deze ongewone omstandigheden weet ik me prima te douchen. De grote oude houten bak op mijn kamer voldoet, anders dan zijn uiterlijk zou vermoeden, prima als slaapplaats. Wel blijft de grote rode knop op mijn deur intrigeren: gevaar, beslist niet indrukken.
We eten in het hotel zelf in een vertrek voor ons alleen. Tijdens het diner wordt Han bedankt voor zijn inzet en leiding van de tocht door Ruud en biedt hem twee boekjes over Romeinse wegen en watersystemen aan.
vrijdag 9 september 2011 Hillesheim - Bahnhof Oberbettingen 6 km 50 m stijgen 120 m dalen
We nuttigen ons ontbijt in het ernaast gelegen 4 sterrenhotel Augustiner Kloster. Het wordt een 5 sterrenontbijt.
Na het ontbijt moeten we ons verzamelen op de stoep van dit hotel, maar Han blijkt bij het Krimihotel te staan. Dan gaan we ruim op tijd op weg naar het station. In Hillesheim staan nog grote delen van de stadsmuur overeind.
Via het dal van de Bolsdorferbach verlaten we het stadje. Han wil vandaar rechtstreeks naar het station, maar gezien de zee van tijd die we nog hebben loop ik in m'n eentje nog een stukje de Eifelsteig verder. In een soort parklandschap gaat het pad verder tot het dorp Bolsdorf.
Als ik het dorp verlaten heb, klim ik het dal uit tot ik boven het dorp op een fietspad naar het station uitkom. Zonder een fiets te zien bereikt ik de brug over de rivier de Kyll. Dan is het nog een klein stukje naar het station, waar er vanuit de groep naar me wordt gezwaaid. Dan is het nog een tijd wachten op de trein. Met het boemeltje rijden door mooi landschap en soms uitzichten op het traject dat we gelopen hebben naar Keulen. vandaar gaat het met de ICE naar Arnhem en met de intercity naar huis. Aletta is in de Eifel gebleven. Han haakt in Keulen af om naar België te vertrekken en zo neem ik geleidelijk afscheid van de groep.
Een vergelijking dringt zich op met de tocht die ik twee jaar geleden maakte met Han over de Rheinhöhenweg.
Deze tocht vond ik afwisselender. Geen ellenlange rechte, brede Forstwegen. Geen afmattende dagen met soms zeer hoge temperaturen. Voor mij zat er geen te lange dag bij, hoewel dat niet voor iedereen gegolden zal hebben. De hotels en restaurants waren gemiddeld ook van betere kwaliteit. Ik heb deze keer ook veel meer bezienswaardigheden gezien, hoewel dat er voor mij nog meer mogen zijn. De meeste dagen was er tijd genoeg voor. Ik vond het deze keer ook iets gezelliger (zou dat komen omdat het aantal vrouwen verdrievoudigd was?). Rest me Han te danken voor de organisatie. Wie weet komt er nog een vervolg.
ZIE OOK MIJN BLOG
Indian summer op de Eifelsteig, Hillesheim (Oberbettingen) - Trier :
http://leendertreudlertalsma.blogspot.nl/2015/01/12-10-18-md-indian-summer-op-de.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten