zaterdag 8 november 2013 26 km
Er wordt veel over het OV geklaagd. In Duitsland en België staken ze om de haverklap; in Nederland leggen ze in het weekend in half Nederland het treinverkeer plat. Dat heet wegens voorgenomen werkzaamheden. Alle vorige keren dat we naar het hoge noorden afreisden hadden we er mee te maken. Maar deze morgen hebben we niets te klagen. Om kwart over negen beginnen we in Appingedam aan onze wandeling. Het is de enige stad in de Ommelanden (de provincie Groningen zonder de hoofdstad). Het is ontstaan aan het voor 1000 gegraven Damsterdiep, dat in eerste instantie diende voor afvoer van overtollig water naar de Eems. De ligging aan dit water maakte dat Appingedam een zeehaven was en er werd o.a. handel gedreven met Bremen. In de middeleeuwen floreerde de stad. Een grote slag was de verovering van de stad in 1514 door Georg van Saksen. Een groot deel van de bevolking had zijn toevlucht gezocht in de Nicolaaskerk en alle aanwezigen daar werden vermoord. In 1536 kwam het in handen van Karel van Gelre, maar nog datzelfde jaar moest hij het afstaan aan de troepen van Karel V. De vestingwerken werden gesloopt. Daarna heeft de stad nog enkele minder grote bloeiperioden gekend. We lopen om de imposante Nicolaaskerk heen, die van een romaanse kerk uitgroeide tot een gotische hallenkerk. Het is de grootste kerk van de Ommelanden.
De toren van de kerk is de derde uit 1835, de andere werden wegens bouwvalligheid gesloopt.
In 1630 werd het tegen de kerk aangebouwde gildehuis van de schutterij verbouwd tot renaissance stadhuis. De begane grond werd als waag gebruikt. Overigens heeft dit gebouw ook schade opgelopen door de recente gaswinningsaardbevingen.
Boven de toegangspoort hangt het wapen van Appingedam: een pelikaan, die haar jongen voert met bloed van haarzelf. Het is een vroegchristelijk symbool van opofferende moederliefde.
Natuurlijk lopen we ook langs de beroemde hangende keukens boven het Dampsterdiep. Deze middeleeuwse panden waren oorspronkelijk pakhuizen. Nadat ze hun functie verloren hadden, werden ze verbouwd tot woonhuizen.
Langs het Damsterdiep lopen we Appingedam uit. Spoedig bereiken we het kerkje van Tjamsweer.
De plaats is ouder dan Appingedam en in de eerste eeuwen van Appingedam belangrijker. De oorspronkelijke tufsteen romaanse kerk is niet meer. Nadat de troepen van Karel van Gelre uit Appingedam verjaagd waren, vonden ze dat er een daad gesteld moest worden. De kerk van Tjamsweer werd verwoest. Twee jaar later in 1538 stond er een nieuwe kerk. Een gedenksteen in de gevel herinnert hieraan. Het linker wapen is van de familie Ripperda. Merkwaardig genoeg wordt hier het jaartal 1138 vermeld.
Op de foto van de kerk is op de voorgrond nog een bouwsel met gele deur te zien. Het is een neogotische graftombe uit 1883 van de familie Ripperda. Ook hier is de toren bij de kerk de derde. De tweede stortte in 1748 ineen. En ook hier weer financierde de familie Ripperda de herbouw in 1776.
Na dit bezoek gaan we het wijde, schier eindeloze Groningerland in. Er staat een stevige frisse bries.
We komen in Nijenklooster. Rond 1200 werd hier een klooster gebouwd op een kwelderwal. Monniken speelden een belangrijke rol bij de inpolderingen. In 1594 werd de stad Groningen door Maurits van Oranje veroverd op de Spanjaarden. Bij de reductie van 1594 werd bepaald dat Groningen en de Ommelanden samengevoegd werden en zich aansloten bij de protestantse Nederlanden. Alle Roomse gebouwen werden gesloten. Dit klooster werd in 1597 afgebroken.
Later vestigden zich hier boeren.
Even verder vinden we bij de vervallen boerderij De Klip een plekje tegen de schuurdeuren om koffie met zelfgebakken citroentaart te nuttigen, net nog in de zon en net uit de wind. Na Awerd gaan we een hoog bruggetje over de Godlinzermaar over. De Godlinzermaar watert uiteindelijk af op het Damsterdiep.
Spoedig lopen we langs een grote gaswinningslocatie. Op enige afstand ervan staat een grote affakkelinstallatie.
In Lutjerijp staat op het terrein waar vroeger een borg stond een aardige theekoepel.
Voor ons onbereikbaar, maar iets verderop is een onderkomen gebouwd voor de minder bedeelden.
Ik geef toch maar de voorkeur aan een plekje er tegenover in de zon.
Net voor ons pad op de Godlinzerweg uitkomt, strijkt een zwerm spreeuwen voor ons neer. Diverse malen vliegen ze weer op en laten prachtige formaties zien, die moeilijk op een foto zijn te vangen.
Als we van de Godlinzerweg de onverharde Boslaan inslaan volgt het mooiste stuk van de wandeling.
Over de geploegde akkers zien we het kerkje van Godlinze liggen.
Bij een boerderij raakt Lilian vertederd door een moeder-kindtafereel.
We komen nu op het terrein van de monumentale Alberdaheerd. Deze boerderij ligt op het dubbelomgrachte terrein van de voormalige borg Alberda en is omgeven door hoog geboomte. Een theekoepel herinnert ook hier aan het roemrijke verleden.
Lopend langs een stuk jong bos komen we in 't Zandt. Op een bankje in een plantsoen gaan we aan de lunch. Hierna bekijken we de Mariakerk. De dertiende eeuwse vrijstaande toren is het oudst.
Twee plaquettes herinneren aan restauraties, zoals deze uit 1714.
Het schip is romaans uit de dertiende eeuw, de abscis is in de 13e eeuw vervangen door een gotisch koor.
Door te variëren met de kleur stenen en de patronen is een heel fraai geheel ontstaan.
Na deze oase gaan we het kale vlakke land weer in. Na ruim vijf kilometer kruisen we met een viaduct de N 46 naar de Eemshaven. Nog een tweetal kilometers in we zijn in Oldenzijl. Doordat de wind iets afgenomen is, wordt het ook wat aangenamer. In Oldenzijl gaan we even van de route af, want het op een wierde gelegen begin 13e eeuwse romaanse Nicolaaskerk willen we niet missen.
Tot onze verrassing is het kerkje open. In de abscis is duidelijk te zien dat er vochtproblemen zijn.
De kapitelen zijn echter fraai.
Evenals elders in de kerk.
Een zandstenen gedenksteen herinnert aan de restauratie van 1683. De tekst is in het Hebreeuws en het Latijn.
Er zijn diverse grafstenen die de tand des tijds goed doorstaan hebben. Ik laat er een zien van een zekere juffer Anna die eene vrolijke opstandinge verwacht.
Kerkjes als deze ontstonden vaak bij een belangrijk huis. De eigenaar betaalde de stichtingskosten en had er zijn eigen niet te missen bank. Ook hier is zo' n herenbank, een uiting van pracht en macht. In 1761 kwam de bank in bezit van het echtpaar Alberda-Clant van de borg in Zandeweer. Hun wapens staan boven op de bank.
Deze kerk heeft ook een hagioscoop, dit is een venster waardoor b.v. leprozen toch de dienst bij konden wonen.
Aan de binnenkant ziet het venster er zo uit.
Ook bijzonder is de binnenkant van de overige vensters. De vensterbank loopt getrapt naar beneden.
Het schip heeft oorspronkelijk gewelven gehad. Deze heeft men die op een gegeven moment vervangen door balken. De sleutelstukken zijn fraai beschilderd.
De kerk heeft tot 2000 nooit een orgel gehad. Nu staat er op het balkon een eenvoudig nieuw orgel.
Na dit bezoek rest ons nog enige kilometers. We lopen een stukje langs de Uithuizermeedster maar en steken die dan over met een hoge brug.
Als we bij de Menkemaborg aankomen, ligt die al helemaal in de schaduw. We lopen daarom meteen door naar het station, waar we op tijd zijn voor de trein van 4 uur. Een welbestede dag met prachtig weer en we komen nog op een redelijke tijd thuis.