Op een koude, natte winderige dag loop ik vanaf het Centraal station in Amsterdam naar de Herengracht 603 om Huis Willet-Holthuysen te bekijken. Abraham Willet en Louise Holthuysen waren de laatste bewoners in dit 17e eeuwse pand. Toen Louisa in 1895 kinderloos overleed, vermaakte zij het huis en haar bezittingen (waaronder een kostbare bibliotheek) aan de gemeente Amsterdam,waarna het museum werd. Beide bewoners hadden zoveel geld dat ze nooit hoefden te werken en hielden zich bezig met kunst verzamelen en het verfraaien van hun huis.Meneer had echter een gat in zijn hand, zodat hij op een gegeven moment afhankelijk werd van een jaargeld van zijn vrouw.
Het huis is spaarzaam verlicht, daarom krijg je ook een zaklampje mee.
Als je door de hoofdingang komt, sta je meteen in de ruime hal.
Na de hal rechts is de opgang naar het trappenhuis.
Achter het huis is een formele tuin die vroeger afgesloten werd door een koetshuis.
De achterkant van het huis vormt een enorm contrast met de ernaast gelegen bebouwing.
De tuin is te bereiken via de keuken in het souterrain. De keuken is door een conservator in een oudere stijl ingericht.
Diverse volières hangen als tegelmotief aan de wand.
Een enorm servies met alle mogelijke groenten en fruit als motief staat in een grote kast uitgestald.
De kleine eetkamer heeft als enig vertrek een verlaagd plafond, zodat er een extra verdieping kon worden gerealiseerd.
De vloer van de tussenverdieping hangt met stalen staven aan de balken van de verdieping erboven. Het was een provisiekamer en een poetsruimte.
De koepelkamer kijkt uit op de tuin.
Er hangt een bijzondere Meissen kroonluchter. Schilderingen met links Flora en rechts Pomona.
Willen Sandberg van het Stedelijk Museum was ook conservator van dit museum. Hij vond dat muur en plafondschilderingen afleiden van de overige kunst den liet ze op verschillende plekken wit overschilderen. Hier is te zien dat een klein stukje van het plafond terugerestaureerd is. Het is echter een zeer kostbaar iets.
In de gangen hangen ook schilderingen, waarvan hier een detail.
De kleine salon.
Het vloerkleed heeft aardige bloemmotieven.
De grote salon.
Tijdens het leven van de laatste bewoners werd er ook een schilderij van de grote salon gemaakt.
De blauwe salon is afkomstig uit een ander grachtenpand. Boven de schouw een grisaille van Jacob de Wit.
Een hoekje van de studeerkamer.
De enorme hoeveelheid schilderijen in het huis hangen meestal in het duister. Dit 19e eeuwse schilderij van Ernst Witkamp krijgt net voldoende licht om het vast te leggen.
In het antique-kamertje zijn drie oude glas-in-loodramen teruggeplaatst. Twee ervan bevatten een in 1625 gemaakte Bijbelse voorstelling naar prenten van Jacob van Heemskerck. In dit vertrek ontving de heer des huizes vaak vrienden.
Tot slot een hoekje van de echtelijke slaapkamer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten