In 2005 wordt onder een broodjes zaak aan de Burchtstraat in Nijmegen een middeleeuwse kelder ontdekt, die tot onder de C&A doorloopt. De kelders liggen vol met puin en onder C&A is zelfs een muur in de kelder gebouwd voor extra ondersteuning. Bij het opruimen van de kelders wordt ook nog oud aardewerk gevonden. Uit onderzoek blijkt dat hier boven het atelier van de familie Maelwael heeft gestaan en het idee ontstaat hier een klein museum te vestigen om meer bekendheid te geven aan een aantal beroemde stadsgenoten. En vandaag kom ik daar een kijkje nemen.
Ik krijg hier veel mondelinge informatie en een film te zien over het leven en werk van de familie en talrijke reproducties lichten dat toe. Natuurlijk kunnen de zeer oude kelders ook bezocht worden.
In de vitrine ligt het aardewerk wat bij het opruimen van de kelders gevonden is. In de tweede kelder is de ondersteuningsmuur onder het pand van C&A te zien. Beide kelder hebben trap die naar de woning leidt
en een trap die naar de straat leidt.
Rond 1400 is aan de Burchtstraat het atelier gevestigd van de familie Maelwael. Ze beoefenen de ambachten van heraldische beschilderingen, verluchtiging, goudsmederij en textiel bewerking. Hun pand ligt zeer strategisch tussen de Valkhofburcht van de hertog van Gelre en de Sint-Stevenskerk, die beiden voor belangrijke opdrachten kunnen zorgen. Eind 14e eeuw trouwt Metta Maelwael met Arnold van Lymborgh. Hiermee komt een goede beeldsnijder in de familie. Ze krijgen zes kinderen, maar het zijn de broers Herman, Johan en Paul die later beroemd worden. Ze krijgen al zeer jong les in de daar beoefende ambachten. Vooral oom Johan Maelwael besteed veel aandacht aan ze.
Jan Maelwael gaat in 1396 werken voor koningin Isabella van Frankrijk.
Een jaar later vertrekt Johan Maelwael naar de hertog van Bourgondië, Philips de Stoute.
Weer een jaar later reizen de broers Herman en Johan naar Parijs, maar als daar de pest uitbreekt keren ze weer huiswaarts. Op de terugweg worden ze gevangen genomen in Brussel, als gevolg van een strijd tussen de hertogen van Gelre en Brabant. Na betaling van een hoog losgeld komen ze vrij.
Johan Maelwael maakt in 1400 de grote ronde piëta voor Philips de Stoute.
Door de ronde vorm kregen de engelen een bijzondere positie. Het werk is in het Louvre te bewonderen.
In 1402 werken de broers Johan en Paul voor Philips de Stoute en beginnen daar aan hun eerste grote opdracht: De Bible Moralisee, waarvan hieronder een blad.
In 1404 overlijdt Philips de Stoute. Johan van Maelwael treed in dienst van Jan zonder Vrees , de volgende hertog van Bougondië.
De gebroeders Lymborch treden echter in dienst bij de broer van Philips de Stoute, Jan de Berry. Hier beginnen ze aan het getijdenboek: Belles Heures du Duc de Berry. Hieronder een blad daar uit.
In 1410 schildert Johan Maeswael (of de gebroeders Lymborch) Man van smarten. Omdat de schilderingen nooit gesigneerd werden is het niet altijd duidelijk wie van de familie het werk gemaakt heeft. Het werd gevonden in zeer slechte staat op een zolder bij een pastoor. Het Louvre bood er een flink bedrag voor en restaureerde het. Er is voor gekozen de volledig aangetaste delen leeg te laten.
Van Johan Maelwael is ook het oudst bekende schilderij op doek: Madonna met vlinders en kers.
In 1411 beginnen de gebroeders Lymborch aan hun laatste en beroemdste werk, Tres Riches Heures du Duc de Berry. In de eerste getijdenboeken werden alleen de letters versierd, daarna kamen er kleine illustraties bij. In dit werk worden volledige bladzijden door illustraties ingenomen. Zo zijn alle maanden van het jaar afgebeeld. In het museum zijn ze sterk vergroot aanwezig. Zo is een complete wand ingenomen door januari, nieuwjaarsreceptie bij de duc de Berry. De gebroeders hebben zichzelf hier ook afgebeeld.
maart
april
mei
december
Het werk komt niet af. De pest komt in 1415 weer terug en Johan Maeswael overlijdt, en kort daarna volgen de hertog en alle drie de gebroeders.
De duc de Berry bezat ongeveer twintig getijdenboeken, een zeer kostbaar bezit. Het veelvuldig toegepaste ultramarijn was net zo kostbaar als bladgoud. Lang niet alle getijdenboeken van de hertog zijn nu bekend. Het museum laat nu de originele bladen van een getijdenboek zien, waarvan de bladversieringen een treffende gelijkenis tonen met die van Belles Heures. Misschien een verloren gewaand getijden boek van de hertog.
Het was een interessant bezoek.