zondag 9 september 2018
Al vele malen zagen we vanuit de trein de basiliek van Oudenbosch liggen. Tijd om daar eens op onderzoek te gaan. Allereerst een stukje geschiedenis. In 1836 werd kapelaan Hellemons in Oudenbosch benoemd. Hij was in Roosendaal geboren en trad toe tot het cisterciënzer klooster te Bornem in België. Zijn priesteropleiding voltooide hij in Rome. In 1840 stichtte Hellemons een kloosterorde vernoemd naar de heilige Aloysius Gonzaga met als doel de Oudenbossche jeugd te onderwijzen. Dit onderwijsgebeuren kende een spectaculaire groei en werd bekend onder de naam instituut St. Louis. In 1842 werd hij pastoor. Nu was er in Oudenbosch ook een Jezuïetenklooster dat vond dat zij eigenlijk verantwoordelijk waren voor het onderwijs. Zij wisten het gedaan te krijgen dat de pastoor zich niet meer met St. Louis mocht bemoeien, Pastoor Hellemons stortte zich toen op een ander project. In Rome was hij diep onder de indruk gekomen van de St. Pieter en de St Jan van Lateranen. Hij wilde een soortgelijke kerk in Oudenbosch hebben. Daartoe vroeg hij architect Cuypers voor een plan. Cuypers wilde eigenlijk alleen neogotische kerken bouwen, maar liet zich overhalen en ging zelfs voor een studiereis naar Rome.In 1865 ving de bouw aan, gelijktijdig werd op het terrein van St. Louis een kapel gebouwd als een mini St Pieter met weer een voorgevel als van St Jan van Lateranen.. Deze was reeds in 1866 klaar. De koepel verrees in 1889. De grote kerk van de H.H. Agatha en Barbara in 1892 gereed.
Hoewel de kerk door Cuypers is ontworpen naar voorbeeld van de St Pieter, staat de voorgevel op naam van prof. van Swaaij naar voorbeeld van St Jan van Lateranen.
Van binnen is het ook een imposante kerk, hoewel hij 60 maal in de St Pieter van Rome past.
Evenals bij de St Pieter is er in het koor een raam aangebracht met een duif die de Heilige Geest symboliseert.
De fraaie koepel is te beklimmen,
vanwaar men in de kerk kijkt.
Zijbeuken hebben een zekere intimiteit.
De kerk kent vele schilderingen zoals de verdrijving van Adam en Eva uit het paradijs.
En beelden zoals die van St Benedictus met raaf.
Een opstandige monnik had zijn brood vergiftigd, maar een raaf ging er mee van door voor hij er van at.
Tot slot een paar tekeningen die de verhoudingen tussen deze kerk en de St Pieter laten zien.
Wij kunnen nog net het begin van een concert horen dat hier gehouden wordt.
Voor de kapel bevindt zich de Grote Cour, waaromheen van 1840 - 1850 de eerste gebouwen verschenen. In 1960 waren er hier 250 broeders en 1500 internen.
Op het torentje links bevindt zich een beeld van de heilige Aloysius. In zijn hand heeft hij een tak witte lelies, die de kuishuid symboliseren. Het heeft niet voorkomen dat ook binnen dit Instituut misbruikschandalen plaatsvonden.
Ook op het terrein bevindt zich een intieme begraafplaats van de broeders.
Een aantal graven verraadt een trieste geschiedenis.
De congregatie kreeg vestigingen in Amsterdam, Alkmaar, Laren, Den Helder, Nijmegen, Rotterdam en Roosendaal. Na 1920 werden ook activiteiten in de missie ontwikkeld, in Indonesië (Soerabaja, Jakarta, Bandoeng), maar ook in Canada, Liberia en Papoea-Nieuw-Guinea. Tijdens het bombardement van Rotterdam werden parachutisten gedropt. Voor het klooster ontstond een vuurgevecht tussen de Nederlandse troepen en de Duitsers. De broeders met hun hond verscholen zich in de kelder. Door het geblaf van de hond kwamen de Duitsers snel achter hun schuilplaats. Ze gooiden er een handgranaat in, zodat hier doden en gewonden vielen. Degenen die ongedeerd waren werden gedwongen gewonde Duitsers voor het gebouw naar binnen te halen. De Nederlanders dachten dat de Duitsers zich verkleed hadden en zo vielen er nog meer doden en gewonden. Die doden liggen ook op deze begraafplaats.
De kloosters van de Jezuïeten en van de Broeders van St Louis hadden beiden een grote tuin. In de vorige eeuw zijn ze samengevoegd tot een arboretum. Een voormalige Lourdesgrot is geseculariseerd.
Tussen de bomen is de koepel van de kapel nog zichtbaar.
Een vroegere turfvaart is nu een centrale waterpartij in het arboretum met aan het eind een theekoepel.
In de theekoepel is een expositie van sieraden. We krijgen een kopje thee met iets lekkers aan geboden en kunnen genieten van het uitzicht,
Op het terrein bevindt zich ook een succulentenkas.
Het Jezuïetenklooster is tegenwoordig Brasserie Tivoli.
De sterrenwacht van de paters is gerestaureerd en te bezoeken,
Als laatste verdiepen we ons nog in de geschiedenis van het protestantisme in Oudenbosch. In het oudste nog bestaande gebouw van Oudenbosch, nu bekend als de oude pastorie, vonden al begin 17e eeuw kerkdiensten plaats.
Een ramp voltrok zich in 1625 toen vrijwel de voltallige kerkenraad aan de pest bezweek. Na de vrede van Munster kregen de protestanten de dorpskerk weer in handen, maar moesten die weer in de Franse tijd afstaan. Na de Franse tijd kwam er een nieuw kerkje voor de protestanten.
De oude pastorie is tegenwoordig rechts een pastorie en links een kerkelijk activiteitencentrum.
Ook deze dag is te kort om alles te bekijken. We kunnen dus weer tevreden huiswaarts begeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten