donderdag 2 november 2017

17-09-30-C Najaarsexcursie Nijmegen Oude Gelderse Kerken 2017

zaterdag 30 september 2017

Net als vorig jaar ga ik mee met de najaarsexcursie van de Stichting Oude Gelderse Kerken die dit jaar In Nijmegen gehouden wordt. Nieuw is dat het dit jaar geen busexcursie is. Meestal hebben prachtig weer, maar uitgerekend dit jaar is het uitgesproken regenachtig. Op het station van Nijmegen ontmoet ik Marijke en haar vriend Jean. Gezamenlijk lopen we door Nijmegen en omdat we nog ruim de tijd hebben geeft Jean nog een excursie (wederopbouw)bouwkunst en bezoeken we zijn geliefde boekhandel. Als bij het startpunt van de excursie, de Barbarossa Ruïne, ook wel Sint-Maartenskapel genoemd, komen blijkt deze geheel onzichtbaar, omdat deze is afgeschermd tegen wildplassend kermisbezoek. Daar staat het meest behoorlijk op leeftijd gekomen excursiepubliek een beetje te kleumen in de regen. Daarom een kort welkomstwoord, waarna de groep in tweeën wordt gesplitst.  Ik begeef me naar de Nicolaaskapel. Ik kom er achter dat ik geen geheugenkaart in mijn camere heb geplaatst, dus zal ik het vandaag met mijn oude telefoon moeten doen. Deze kapel is rond het jaar 1000 gebouwd en het enige romaanse centraalbouw in Nederland. Van buiten is het gebouw 16-hoekig, de binnenste kern is achthoekig en later verhoogd.




De bovengalerij, bestemd voor de keizer, is niet vanaf beneden bereikbaar, maar via een deur die verbonden was met zijn paleis. Op diverse plaatsen zijn nog resten van muurschilderingen.




Ook is er beeldhouwwerk.


In de kapel bevindt zich ook een maquette van de Valkhofburcht. Zijn geschiedenis begint met Karel de Grote, waarna vele keizers volgden. Later werden het de graven van Gelre. Met de Franse belegering van Nijmegen werd de Burcht zwaar beschadigd. Er werd in 1795 besloten de burcht voor sloop te verkopen en alleen de twee kapellen te laten staan. Op onderstaande foto is de Sint-Maartenskapel aan de rechter binnenplaats te zien.


Geheel rechts op onderstaande foto de Sint-Nicolaaskapel.


Hierna lopen we naar de Glashuiskapel. De 15e eeuwse kapel hoorde bij het Sint-Jacobsgasthuis. Na het beleg van Nijmegen in 1591 werd het katholieke geloof verboden en verloor de kapel zijn functie. Het was bijna 100 jaar een glasblazerij, daarna o.a. school, koeienstal , pakhuis en woning. In 1965 werd het gerestaureerd en in gebruik genomen als Sint-Gertrudiskapel.Na weer diverse bestemmingen is het onderkomen voor pelgrimgangers naar Santiago en daarnaast multi-functionele ruimte. De naam is nu ook weer Sint-Jacobskapel. Er zijn vijf nieuwe glas-in-loodramen aangebracht.


We lopen verder naar de Commanderie van Sint-Jan. Dit van oorsprong eind 12e eeuws complex verloor met de reformatie zijn oorspronkelijke functie van ziekenhuis. De kapel werd afgebroken. Bij het vergissingsbombardement in 1944 werd het grotendeels vernield. Later heeft men besloten het toch weer op te bouwen. Het herbergt nu o.a, een brouwerij en twee restaurants. In een er van gaan wij nu lunchen. De gebruikelijke belegde broodjes en een kroket hebben plaatsgemaakt voor een verfijnde lunch van bescheiden omvang.


Na de lunch lopen we naar de Petrus Canisiuskerk. Op deze plek stond al in 1301 een klooster en een kerk, die weer na de reformatie een andere bestemming kregen. Napoleon zorgde ervoor dat de katholieken de kerk in 1808 terugkregen. Door de groei van Nijmegen werd de kerk te klein en wordt in 1897 afgebroken om hem te vervangen door een neogotische kerk. Tijdens het bombardement tijdens de 2e wereldoorlog wordt de kerk grotendeels verwoest. Na de oorlog wordt het een veel lager gewelf weer herbouwd.


 In 1960 wordt het achterste deel opnieuw in moderne stijl opgebouwd.


De kerk is na de Franse tijd  een Jezuïetenkerk.  Van de stichter van deze orde Ignatius van Loyola is een modern beeld aanwezig.


Ignatius werd opgevolgd door de Nijmegenaar Petrus Canisius. In het priesterkoor staat een glazen kist (links voor) met reliquien van hem.



Links een wervel van hem en rechts zijn sandalen.
Er is veel glas-in-lood.


Aan de rechterwand  zijn afbeeldingen van de kruisweg.





Er is aan het eind een extra statie: de herrezen Christus.


Een bijzonder glaswerk is "Gebrokenheid"uit 2017.Het is een monument voor slachtoffers van misbruik binnen de RK-kerk.


Links voor in de kerk bevindt zich de Maria-kapel. Hier hangt een houten Maria-beeldje uit 1430. Het is tijdens de beeldenstorm gered en heeft ook het bombardement overleefd,



De muren naast de hoofdingang zijn ook versierd, rechts zijn nissen in het metselwerk,


 waarin mozaieken.


Op de muur links zijn vissen zichtbaar.


Vervolgens bezoeken we de Mariënburgkapel. Deze werd gebouwd als onderdeel van een vrouwenklooster dat toen nog buiten de stadsmuren lag. Het westelijk gedeelte heeft een verdieping die voor de nonnen bestemd was,



Bijzonder is dat de oorspronkelijke plavuizenvloer er nog ligt.



De kapel is sober uitgevoerd. Een van de weinige versieringen is bovenin het middenraam van het koor.

In 1591 nam prins Maurits Nijmegen in en werd het katholieke geloof verboden. Hierna had het gebouw tal van functies: opslagplaats, 125 jaar gemeentelijke turfschuur, gevangenis, concertgebouw, kazerne, militair hospitaal en spinnerij. Rond 1900 was het pand zo bouwvallig dat men het wilde afbreken. Pierre Cuypers wist dit te verhinderen, waarna restauratie volgde. Vervolgens werd had het nog de bestemming van gemeente museum, gemeente archief, kerk en drukkerij. Tegenwoordig is het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis. Tijdens het bombardement van Nijmegen bleef de kapel vrijwel ongeschonden.

Als laatste gaan we naar de Stevenskerk. In 1273 werd de kerk gewijd en in de eeuwen erna diverse malen uitgebreid tot de grootste kerk van Gelderland. Tijdens het bombardement van Nijmegen liep de kerk aanzienlijke schade op, maar is nu gerestaureerd. 

Schip met kansel.



Het Königorgel  uit 1776 is een van de grootste en belangrijkste orgels in Nederland.




Op de stenen van de zuilen zijn meer dan 80 verschillende merktekens van de steenhouwers te zien.



In een zijkapel is een drieluik uit 1520. Het detail laat een rijk geklede Maria Magdalena zien, die weent bij de gekruisigde Christus.



De buitenkant van het koor is bijzonder. Steeds staan twee muren met raam onder een vaste hoek met elkaar.

Op een der zuilen is een schildering uit 1460 die Aäron voorstelt.


Een andere schildering uit dezelfde periode is die van Sint-Ontcommer.


In de heilig-Grafkapel bevindt zich een renaissanceschildering van Jozef van Arimatea uit 1566.


De kapel heeft ook een aardig gewelf met beschilderingen.


In de kerk zijn ook nog vele oude grafstenen, zoals onderstaande uit 1563.


Tot slot luisteren we naar een kort orgelconcert (op de foto het zeer brede transept).


Geen opmerkingen:

Een reactie posten