zondag 24 januari 2016

16-01-23-DNNh Noord-Hollandpad 's Graveland - Abcoude

zaterdag 23 januari 2016   22 km

Van Frits hebben we het boekje van het Noord-Hollandpad cadeau gekregen. Vandaag beginnen we aan een eerste traject. Met de trein naar Hilversum en vandaar met bus 105 naar 's Graveland. We zijn de hele rit de enige passagiers en stappen bij Halte Natuurmonumenten uit. Het ziet er nog winters uit. Het water op Schaep en Burgh is nog gedeeltelijk bevroren.


Wij moeten aan de overzijde van de 's Gravelandse Vaart zijn. Daarom lopen we een stukje terug om daar via de Klapbrug te komen.  Een hekje geeft ons toegang tot het weiland. We komen hier op het z.g. verlengde Bergse Pad, maar van een pad is geen sprake. Mensen zijn hier niet, maar wel honderden (duizenden?) kolganzen, die als we te dicht bijkomen opvliegen.


De zon is nog steeds in strijd met de mist. We zijn blij dat de ondergrond nog bevroren is, want er staat wel water op het land. Op het weiland naast ons, gescheiden door een sloot voelen de kolganzen (o.a. herkenbaar aan de witte band achter de snavel) zich blijkbaar wel veilig.


We passeren de midden-Wetering met een houten brug.




Verlande petgaten zijn weer opengegraven, zodat niet overal moerasbos ontstaat.


De nevels geven het landschap een sprookjesachtig aanzien.


In Ankeveen steken we de weg over en komen op het Bergse Pad, dat nu half verhard is.



Ook hier aan weerszijden veel water.


Plotseling eindigt het pad. Vroeger liep het door tot de kerk bij Nederhorst den Berg, maar door zandwinning is de Spiegelpolder een plas geworden die plaatselijk 45 m diep is en daarom in combinatie met het heldere water geliefd bij duikers.  Min of meer langs de rand van de plas gaat het zuidwaarts verder.



Aan de overzijde van de plas zien we de molen van Nederhorst den Berg liggen.


Over een brug bereiken we Nederhorst den Berg. Onder de brug wordt er op het ijs gekleumd.


Door de plaats die een geheel vormt met Overmeer bereiken we de Vecht.


We volgen een stukje jaagpad. Aan de overzijde staat een aalscholver in allerlei standen te poseren.


In het water zwemmen talloze kuifeenden.


In de Horstermeerpolder ernaast grazen vele grauwe ganzen.


We komen in Vreeland, een aardig dromerig plaatsje, waar de Vecht als gracht door heen gaat. De kerktoren dateert uit 1260. De plaats ontstond naast kasteel Vredelant dat de grens tussen het bisdom Utrecht en het graafschap Holland moest bewaken, net als kasteel Loenersloot en Kasteel Abcoude, waar we later vandaag langs lopen. Kasteel Vredelant is al vele eeuwen gelden gesloopt. Helaas staat de zon aan de verkeerde kant voor fraaie plaatjes.


We verlaten de Vecht en gaan richting Amsterdam-Rijnkanaal. Halverwege ploffen we neer op een bankje voor de lunch. Bij het kanaal aan gekomen, lopen we er een klein stukje langs om vervolgens via een lange trap op de brug er over te komen.


Gelijk met het kanaal steken we ook de spoorlijn over en zijn nu snel in Loenersloot aan de Angstel.


De Angstel was oorspronkelijk een zijtak van de Vecht.  Angstel werd vroeger Gein genoemd. Opvallend is het kasteel Loenersloot. De donjon werd in 1250 gebouwd. Via een ingang op de vierde verdieping was hij toegankelijk. Vroeger, toen er alleen de donjon stond, kon men alleen via een ladder binnenkomen, die bij onraad binnengetrokken kon worden. De verdiepingen onderling  zijn verbonden met trappen in de muren. Kasteel en park zijn toegankelijk.


Aan de Angstel zijn  vele buitens te bewonderen, zoals Valkenheining. De naam doet enigszins vreemd aan. Een admiraal Valckenier van de VOC keerde met zijn vrouw van Heijningen terug uit de Oost en liet hier in 1680 dit buiten bouwen. Het deed daarna vele malen dienst als burgemeesterswoning van Amsterdam.


Op het terrein bevinden zich o.a. een oranjerie en een theekoepel.


De zon is ondertussen aan het verdwijnen en donkere wolken jagen over ons heen.


Aan de overzijde van de Angstel bevindt zich de eveneens oude buitenplaats Vrederust.



Het buitenhuis is vastgebouwd aan de boerderij en in de overtuin staat een theekoepel.


Buitenplaats Geynwijk stamt eveneens uit de 17e eeuw en had een park van 2,5 ha. Helaas raakte het in de loop der tijden in verval en was voor de oorlog zelfs een melkfabriek. Het is tegenwoordig fraai gerestaureerd.


Het voorhuis is nog oorspronkelijk en het het souterrain bevindt zich nog een oude keuken.
In Baambrugge verlaten we de Angstel en lopen via een smal dijkje door het open land. Ook hier zijn kronkelende resten van riviertjes te ontdekken.


Vlak voor Abcoude bereiken we het riviertje de Winkel. Hier ligt ook een oude meander van de Angstel. In het land kunnen we de contouren van verhogingen en een slotgracht ontwaren. Hier lag slot Abcoude dat in 1268 het eerst werd genoemd, maar misschien wel veel ouder was.  Het raakte in verval en in 1848 verkocht de eigenaar de resten voor sloop. Wij gaan van de route af om ons naar het station te spoeden, een tippel van 1,5 km. Op het station blijkt dat de eerste trein richting Utrecht over ruim een half uur gaat en dat we dan in Breukelen moeten overstappen. Er rijdt net een trein naar Uitgeest binnen en we nemen het besluit die te nemen. Na luttele minuten zijn we in Bijlmer, waar de intercity naar Utrecht snel komt. Een tijdwinst van minstens een half uur!
Het was een mooie wandeling met drie maren: vanaf Nederhorst den Berg tot Abcoube is het asfalt stampen. Het mag dan het Noord-Hollandpad zijn, maar dit hele asfalttraject lag in Utrecht. Verder is het traject Loenersloot - Baambrugge een drukke autoweg zonder voetgangersfaciliteiten.

1 opmerking:

  1. Wat is er toch veel cultuur te zien in Nederland ... Teake en ik hebben vandaag zelf een kasteel gebouwd in de tuin, een echt sneeuwkasteel, met troonzaal, ridderzaal en wc.

    BeantwoordenVerwijderen