maandag 16 mei 2011

11-05-07 MTU St .Paulsway, in de voetsporen van Paulus

zaterdag 7 mei 2011 

Voor het eerst gaan we naar Turkije. De avond tevoren hebben we onze boardingpassen online thuis afgedrukt. Op Schiphol krijgen we te horen dat we die snel in de prullenmand kunnen gooien. Door een computerstoring moeten we opnieuw inchecken. Bovendien blijkt dat ons vliegtuig naar Istanbul anderhalf uur later vertrekt. Daardoor kunnen we onze aansluiting naar Antalya niet meer halen en krijgen we dus een latere vlucht. Dan begint het lange wachten. We kunnen alvast kennismaken met de rest van het reisgezelschap dat totaal uit 11 personen bestaat. Als pleister op de wonde hebben we van Turkish Airlines een snackbon van 6,25 EURO per persoon gekregen. Helaas blijkt dit niet genoeg om hiervoor een koffie met appeltaart te bestellen. Uiteindelijk worden we dan toch met een Boeing 777 met plaats voor 320 passagiers naar Istanbul gevlogen. Onderweg passeren we diverse malen de Donau.


Tijdens de tussenstop krijgen we te horen dat ons volgende vliegtuig een uur vertraagd is, dat kan er ook nog wel bij. Het eten en drinken aan boord is echter wel overvloedig. Als we met twee en een half uur vertraging in Antalya zijn aangekomen wacht ons nog een verrassing. Lilians bagage is niet aangekomen. Ze gaat naar Lost and Found. Die adviseren haar het volgende vliegtuig uit Istanbul af te wachten. De kans is groot dat de bagage daar inzit. De groep is ondertussen naar buiten gegaan. Ik ga er naar toe om dat aan de groep mee te delen. De chauffeur en helper van het busje willen zo snel mogelijk vertrekken. Ze weten niets van de vertraging en hebben al zeer lang op ons moeten wachten. Het probleem is dat ze alleen Turks kunnen praten. Na een telefoontje naar reisleider Niels die al in het hotel zit, blijkt dat ook hij niets van de vertraging wist en het hotel graag de maaltijden wil serveren. De groep vertrekt en ik blijf alleen buiten het gebouw staan. Van Lilian zie ik niets en omdat er twee controleposten zijn om naar binnen te komen is dat ook geen optie. Na een uur komt Lilian naar buiten: geen bagage en het advies om de twee uur te bellen ook 's nachts. Met een taxi belanden we toch nog in het hotel.
Het is even voor elven. We zijn bijna 15 uur op reis. De groep is al aan de maaltijd en wij sluiten na
kennismaking met Niels snel aan. We eten op de binnenplaats van het hotel onder de sinaasappelen.


Het vegetarische hoofdgerecht van Lilian heeft een bijzonder feestelijke verpakking.


Niels belt nog met Lost en Found, maar dat brengt geen positief nieuws.Hij zal 's nachts nog
een keer bellen. We hebben een kamer op de begane grond in de dependance aan de overzijde van de weg. De kamers zijn keurig, maar het slapen wordt bemoeilijkt door luidruchtige, aangeschoten groepen. Tweemaal wordt er zelfs op onze luiken getimmerd! Bovendien denderen er de hele nacht auto's langs.

zondag 8 mei 2011

Niels heeft afgelopen nacht nog gebeld met het vliegveld, maar kreeg een antwoordapparaat. We ontbijten weer op de binnenplaats, dit keer onder de bougainvillea. Als Niels daarna weer voor ons belt is er nog steeds geen nieuws. We kunnen voor ons vertrek nog even een klein rondje Antalya doen. De stad is voor de helft verwaarloosd. Vooral oude Ottomaanse huizen zijn er vaak slecht aan toe.


Sommige straatjes zien er echter keurig uit.


We hebben nog net tijd om naar de moskee bij de afgeknotte minaret te gaan. De moskee is gebouwd door gebruik te maken van een christelijke kerk uit de 6e eeuw.



Ruim 100 jaar geleden werd de moskee door brand verwoest, maar er zijn nog wel aardige
details zichtbaar zoals een poortje


en zuilen met bogen.


Terug in het hotel neem ik nog een foto van Lilian op de binnenplaats.


Als we staan te wachten op het busje krijgt Niels een telefoontje: Lilians bagage is op het
vliegveld aangekomen. Even later rijden we we met z'n allen naar het vliegveld en kan Lilian haar fel begeerde rugzak halen. Daarna gaat het noordwaarts richting Taurusgebergte. Na een paar uur rijden komen we in een vallei met een breed irrigatiekanaal. Hier wordt veel fruit geteeld. Bij het dorpje Kovada is ons lunchadres. Onder de bomen eten we vis met salade en dikke, vette, slappe frieten.


 Als dessert kunnen we ruimschoots  aardbeien eten. Als we weer een stukje verder omhoog zijn
gereden kunnen we eindelijk bergop aan het wandelen beginnen.


Het is een vrij droog landschap met weinig bloemen, maar wel van tijd tot tijd met fraaie uitzichten.


Besneeuwde bergen zijn er meestal wel te zien. Enige consternatie is er als de eerste Griekse landschildpadden worden ontdekt.


Er ontstaat een levendige discussie over de vraag of ze het nu wel of niet doen. Later komen we plotseling op een mooi uitzichtpunt. Het Egirdirmeer ligt in al zijn grootsheid voor ons, terwijl de berg Sivri Dag ook goed zichtbaar is.


We dalen nu en het uiteinde van het schiereiland van Egirdir wordt zichtbaar.


Een half uur later ligt het dorp Akpinar onder ons en is het busje dat ons komt ophalen al zichtbaar.


Vlak voor de plaats lopen we langs het kerkhof. Sommige grafstenen geven onwaarschijnlijke leeftijden aan. 629 jaar? Moet ik maar naar Turkije verhuizen om mijn leven te verlengen?



Het is niet zo gek als je weet dat Atatürk in 1926 de Islamitische kalender verving door de Gregoriaanse. Vlak bij het dorp hebben we een uitzicht op de volle lengte van het schiereiland.


We hebben nu een transfer naar ons hotel in Egirdir. De hotelkamer is redelijk, maar binnen en buiten zit het vol met muggen. In eerste instantie sla ik er 128 dood. Er moeten inkopen gedaan worden voor de lunches van de komende dagen en er moet geld worden gepind, want een grote plaats komen we de komende dagen niet meer tegen. De stad is vroeger geheel ommuurd geweest, maarer is slechts één groot brokstuk van over, inclusief een doorgang. Het is jammer dat ze er zo'n lelijk bord bovenop geplaatst hebben.


We klimmen er bovenop en hebben vandaar een prachtig uitzicht, ook over de rest van
het schiereiland.


We moeten straks bijna het hele schiereiland aflopen om bij het restaurant te komen, waar we met de groep gaan eten. We zullen deze week veel soep, vis, rijst en salade eten. In het donker lopen we na de maaltijd naar het hotel terug. Wonder boven wonder laten de muggen ons met rust.

maandag 9 mei 2011

We hebben goed geslapen. Ik maak nog even tijd om een historisch bouwwerk te bekijken. Vlak bij het hotel staat een lange hoge muur met een prachtige poort erin.


Je komt dan op een ruin vierkant plein. Aan de linkerzijde is een moskee en aan de rechterzijde een madrassa, die tegenwoordig een winkelcentrum is. Aan de overzijde is weer een poort, waar de minaret op gebouwd is. Het complex stamt uit ongeveer 1300. De madrassa bevat nog vele aardige elementen, zoals zuilen met gebeeldhouwde kapitelen.


Na het ontbijt (meestal brood met geitenkaas, tomaat, komkommer, olijven en jam) worden de lunchpakketten samengesteld en gedistribueerd. Het busje brengt ons naar een plaatsje dat het beginpunt van de wandeling is. Een oud vrouwtje komt langs met een ezeltje dat beladen is met
takken. Zodra je een grote plaats verlaten hebt, zie dat het leven op het platteland daar in schril contrast staat mee staat. We zullen twee dagen over de flanken van de berg Davraz (2635 m) lopen. De zon doet al flink zijn best en het gaat meteen omhoog,dus overbodige kleren gaan al snel uit.


 Eerst lopen we nog over een duidelijk pad, maar later is er soms geen spoor te bekennen. Niels
maakt ons attent op holen van de tarantella. Het beest houdt zich overdag schuil in de grond. De ingang heeft hij van een fraaie grasrand voorzien.


Ook hier lopen de Griekse landschildpadden overal rond.


Ik ben verrast als ik een prachtige kievietsbloem zie, al heb ik geen idee welke soort het is.


Na verloop van tijd is het moment aangebroken voor onze eerste lunch in het open veld en dat is gezien de weersomstandigheden geen straf. Het is een zeer overvloedig eten, na verloop van een
aantal dagen blijkt dat het aantal komkommers sommigen wat te veel wordt.


Ook is er ruim tijd voor uitbuiken en/of een middagdutje. Dan gaat het weer verder, terwijl we langzaam stijgen, soms over een grazige bodem, dan weer over stenen en gruis.


Het begint wat bloemrijker te worden, vooral veel van enkele soorten. Veel pollen van lila kruisbloemen.


Overal aanwezig maar wat minder talrijk een geelstersoort.


Het landschap wordt allengs grootser


en het duurt niet lang of we traverseren een sneeuwveld.


Op plekken waar de sneeuw net is weggesmolten staat massaal een sterhyacintensoort in bloei.


De grootsheid van het landschap neemt nog verder toe


en we kunnen nog wat steilere sneeuwhellinkjes nemen.


Uiteindelijk kunnen we weer afdalen naar een skihotel dat speciaal voor ons zijn deuren opent.


Hoewel het hotel het kleinste is in dit plaatsje, verdrinken we er wel een beetje in. De eetzaal is
enorm groot, evenals de kamers. Na het eten geeft Niels nog wat explicatie over tocht met behulp van zijn laptop.


De open haard geeft gelukkig nog wat sfeer in de enorme ruimte. Na zijn presentatie probeert
Niels de groep aan de dubble­shot­raki te krijgen en dat lukt hem aardig. Binnen de kortste tijd is de groep in een opperbeste stemming. Sommigen dreigen niet meer bij te komen.


Voor het zover met ons is, zoeken we ons bed op.

dinsdag 10 mei 2011

Weer een uitstekende nacht gehad. Deze ochtend kunnen gelukkig starten zonder transfer. Het pad dat we moeten volgen blijkt gebulldozerd om het skigebeuren te kunnen uitbreiden. We gaan padloos verder en vinden een stuk hogerop de markering en even later zijn we weer in de weergaloze natuur.



Hogerop ploeteren we door puinhellingen,


maar ook tussen de stenen zijn nog prachtige bloemen te bewonderen. Polletjes gele kruisbloemen


en velden met blauwe druifjes.


Het smeltwater vormt soms plassen,


een ideale gelegenheid voor de jeugd om zich te vermaken.


Als het landschap geheel met sneeuw bedekt is blijken de mollen nog actief. Ze maken
gangen op de overgang van aarde en sneeuw. Na de dooi ontstaat er een grillig patroon aan de oppervlakte.


Ook vinden we overal delen van dierenskeletten. Hanneke poseert met een ruggengraat te midden van
een veld sterhyacinten.


Overal komen we ook skeletten van herdershutjes tegen met een omrastering voor het vee. In de zomer worden ze met doek bekleed, dat na het seizoen weer meegenomen wordt. De lucht begint aardig te dreigen.


In de verte zien we een U-vormige doorgang in het gebergte waar Niels ons al diverse malen op heeft gewezen.


Van de bloemen die veelvuldig voorkomen moet zeker een vogelmelk genoemd worden,


de dubbele ranonkel heb ik sporadisch gezien.


Op een groep molshopen zien we honderden vuurwantsen druk heen en weer lopen.


We naderen nu een pasje


en dan is het steeds maar dalen. Na het pasje wacht ons een weids en fraai uitzicht.


De rest van de wandeling lopen we over een onverharde weg. Langs de kant staan vele prachtige lathyrussen.


We passeren cederbossen. Eén grote gehavende ceder die eenzaam op een helling staat zou 5000 jaar moeten zijn. het bos waar we nu doorheen lopen is natuurreservaat.


Hier komt ook de vulkaaneik voor. op een weitje houden we pauze. Het is een bijzondere ervaring dat we midden tussen het knikkend vogelmelk zitten.


Een paar weken geleden zagen we die als stinsenplant op het kerkhof van Bellingwolde. We dalen nu verder af door een mooi bos met ceders, hoewel de loofbomen nog niet of nauwelijks in blad zijn. in de ondergroei staat veel voorjaarsdoronicum,


evenals vele flinke pollen pioenrozen vol met dikke knoppen. Dat moet een fraai gezicht zijn later dit jaar. De langverwachte regen komt nu echt en de regenpakken moeten aan. We lopen net zover naar beneden totdat we het busje zien dat ons weer naar het volgende overnachtingsadres zal brengen. De chauffeur staat al twee uur te wachten ondanks dat we op de afgesproken tijd aankomen. We moeten nog een heel stuk rijden. Onderweg maakt de chauffeur er ons op attent dat we een de Romeinse stad
Adada passeren. We willen er wel even uit, maar veel tijd hebben we niet wat wel spijtig is. Het is een groot terrein met opgravingen. Eerst staan we bij een soort theater,


later bij de resten van een tempel.


In de verte zien we nog een eenvoudig amfitheater liggen. We moeten snel weer verder, want we worden verwacht. We overnachten bij een Turks gezin, waar we een keurige kamer voor ons tweeën krijgen met douche direct naast de kamer. De gastheer en gastvrouw zijn heel hartelijk en we eten er prima. Het is wel even wennen dat dat zittend op de grond moet gebeuren.

woensdag 11 mei 2011

Als we 's morgens de gemeenschappelijke ruimte betreden, zijn gastvrouw Serpil en haar moeder als druk bezig om ons ontbijt boven het houtvuur te bereiden.


Als het deeg door Serpil voldoende is uitgerold komt er een mengsel van geitenkaas, kruiden en olijfolie op. het wordt tot een vierkant dichtgevouwen, waarna haarmoeder het krokant afbakt. De gastheer verzorgd de rest van het ontbijt en het moet gezegd worden dat het uitstekend smaakt.


Na het ontbijt nemen we met spijt afscheid van dit geweldige adres. Het busje brengt ons naar Kasimlar, boven een flinke rivier. De brug waar we straks over lopen is beneden al te zien, evenals
de bergkam die over moeten steken.


Langs ons pad staan oosterse morgensterren te bloeien.


De rivieren hebben zich overal in dit gebied steil in de rotsen geslepen.


Na een tijdje gaan we een smal pad omhoog. We passeren een oud kerkhof en vlak erna is het raak. Een weitje met drie orchideeënsoorten. De bijenorchis,


de drietandorchis


en een mij onbekende Ophryssoort waarvan de foto mislukt door de haast omdat de anderen al
een stuk zijn doorgelopen. Maar het bos waar we doorheen stijgen biedt nog meer bloemen. Prachtige distels,


vele wolfsmelksoorten


of een peperboompje dat hier wel een hoogte van drie meter bereikt.


Het bos wordt nu opener, maar het terrein niet overzichtelijker.


De groep is eventjes verspreid door het terrein. Bovenaan een helling die we opgaan staat een fraaie
ineengestrengelde den.


Hier hebben we een mooi gezicht op het karstlandschap dat we voorlopig niet verlaten.


Op het hoogste punt van de wandeling staat een eik, die zijn best doet te overleven tussen de droge
rotsblokken.


Iets lager aan de andere kant van het pasje is een herdershutje met poeltje. In de waterranonkel kwaken diverse kikkers.


Tijdens een pauze te midden van prachtige karstformaties, beklimt Karin in navolging van Sterre een bultje voor wat meer overzicht.


De vormen van het landschap wisselen continu.


Bij een volgend herdershutje met poeltje en bron houden we op een rotsblok lunchpauze. Er wordt
geprobeerd de etenswaar zo aantrekkelijk mogelijk op het flatbread uit te stallen.


Het flatbread ziet er uit als een soort grof pakpapier. het is overigens prima te eten als je het als een
soort wrap gebruikt. Vlak bij de lunchplek staat de gele affodil te bloeien.


We gaan verder door deze wonderlijke vormenwereld. ligt daar ginds een krokodil op
de rotsen?


Soms kan je ook door de rotsen lopen, zoals Karin laat zien.


Dan zie ik al weer een leuk plantje, sorry hij heeft geen Nederlandse naam: Onosma echioides.


Onder een bosje staat een hele groep mannetjesorchissen.


Ondanks dat we denken de afdaling nu wel gehad te hebben dalen we nog steeds verder af tussen enorme rotsblokken.


Op diverse plaatsen staat nu de oosterse aronskelk te pronken. We passeren een herdersnederzetting, een opening in de rotsen wordt door hem benut als schuur.


Dan blijkt dat bijna iedereen van het pad wil afduiken om iets te lozen. René is bang dat ik zal ontdekken bij mijn speurtocht naar plantjes.
Ik vindt hem niet, maar wel een mooie kivietsbloem.


De lucht dreigt behoorlijk, maar het valt uiteindelijk mee.Vlak voor het dorpje Kesme lopen we langs het kerkhof. Vrijwel nergens worden de kerkhoven onderhouden, maar met een natuurlijke begroeiing ziet het er ook niet onaardig uit.


In het plaatselijke theehuis drinken we een kopje kruidenthee. Dan blijkt dat het prijsniveau hier
onvoorstelbaar lager ligt dan in de toeristengebieden. Het busje brengt ons naar het volgende guesthouse. Het laatste stuk weg er naar toe is zo slecht dat we allen moeten uitstappen. Dan is het nog een huzarenstukje voor de chauffeur om boven te komen. Even later zitten met een biertje op het
terras.


Ook het eten wordt op het terras geserveerd en we mogen erbij op een stoel zitten! We slapen in een
keukentje. dat betekent dat er veelvuldig in en uit gelopen wordt, zelfs als we al in bed liggen.

donderdag 12 mei 2011

Lilian wil een foto van waar we geslapen hebben en ik moet in het raam staan. Aldus geschiedde.


Na het ontbijt komt het busje onze bagage halen en gaat daarna hotsend en botsend het
weggetje af naar beneden.


Daar mogen wij instappen. Er volgt eerst een kort stukje naar het begin van de kloof waar even gepauzeerd wordt op de brug. Aan de ene kant is de rivier nog majestueus,


aan de andere kant perst hij zich tussen de steile wanden.


Als we bij het beginpunt van de wandeling komen wordt het al snel duidelijk dat we vandaag niet zonder regenkleding kunnen. We staan tussen enorme brokken bemost grof sedimentgesteente.


Niels legt alle ins en outs van het grijze verleden van dees aard uit aan de groep. Daarna
mogen we verder tussen de rotsklompen.


Het gemengde bos is vrij soortenrijk en soms bloeit er een struik.


We passeren nog een kloof met wat dolende geiten


en komen uiteindelijk in een plaatsje dat volgens Niels voor Turkse begrippen welvarend is. Aan
de grafstenen op het kerkhof te zien is dat inderdaad het geval. Voor ons gevoel heel raar is dat op de
grafstenen prominent vermeld dat wie de maker van dat monument is. Een plaatselijke inwoner nodigt ons in de stromende regen uit voor de thee. Daar voelen we wel voor. Maar hij blijft op zijn plaats staan en volhardt in een eindeloze tirade over het oorlogsverleden van Turkije, zodat we toch maar weer afscheid nemen. Even buiten het dorp zien we op een andere begraafplaats een afdakje. We maken er dankbaar gebruik van om te lunchen, terwijl de hemelsluizen nu pas echt open gaan.


Als we echt doorweekt in het dorp aankomen waar we zullen overnachten nodigen bewoners ons uit om binnen te komen, maar we zijn nu vlak bij onze bestemming. daar proberen we al onze natte spullen uit te hangen en onze schoenen te drogen. Één kamer wordt er zelfs speciaal voor ingericht rond een open haard. Het blijkt ook Niels slaapvertrek te zijn. Hij zal de komende nacht zeker geen last van droge lucht krijgen. Als we droge kleren aangetrokken hebben kunnen we weer zittend aan de avondmaaltijd beginnen.
Volgens de reisbeschrijving overnachten we in een authentiek uit steen en hout opgetrokken dorpshuis, maar ik zie alleen maar een slecht onderhouden betonnen woning. In één van de vertrekken slapen we met een aantal samen op de vloer. Voor het eerste maal in de slaapzak.

vrijdag 13 mei 2011

Na het ontbijt


maken we een wandeling door het plaatsje Selge, want hier lag vroeger een grote Romeinse stad. We hoeven maar een kleine afstand te lopen of we staan al bij de resten van het theater.


Als we naar boven geklommen zijn blijken de afmetingen ondanks dat er veel is ingestort nog
steeds imposant.


Doordat de afmetingen zo groot zijn heb ik de foto uit 20 foto's samengesteld; daardoor komt Karin twee maal op één foto voor.
René en Niels geven nog een optreden om de akoestische eigenschappen te demonstreren.


Natuurlijk zorgt Niels ook voor een explicatie.


We gaan verder en kijken nog terug op het theater.


We passeren een lange muur die voor een deel overeind staat.


In de muur zijn een opvallend groot aantal zuilfragmenten verwerkt. Aan het uiteinde van de
zuilfragmenten is duidelijk de opening te zien waar het verbindingsstuk in kwam te zitten.


We lopen over een enorm terrein vol brokstukken, alsof er kort geleden een aardbeving heeft
plaats gehad.


Soms is de structuur van een straatje waarneembaar.


Op diverse plaatsen kunnen we door gaten dieper kijken. Het blijkt dat cisternen en de cloaca er nog behoorlijk gaaf bij liggen. Veel brokstukken zijn rijk versierd.


Een enkele gave boog is nog in het muurwerk in tact gebleven.


Door de dorpsakkers, die gedeeltelijk tussen de ruïnes liggen lopen we terug naar ons dorpspension, waarbij de groep geheel uit elkaar valt. De heer en mevrouw des huizes zijn al druk bezig een ons nu bekende maaltijd in de open lucht te bereiden.



Na de lunch worden we met het busje weer een stukje weggebracht. Onderweg stoppen nog
voor een uitzicht op een stukje natuur dat Klein Cappadocië wordt genoemd.




Diep beneden stroomt een rivier door nauwe kloof.


Dan gaat het verder naar ons afzetpunt. Daar gaan we verder op een nauwelijks zichtbaar spoor door rotsblokken waartussen veel aardbeibomen groeien. Hun stammen lichten fel op.



We hebben soms het gevoel door een doolhof te lopen.


Veel bloemen groeien hier niet, maar cistusrozen zijn er wel.



Na enige tijd komt ons overnachtingsadres in zicht,


maar we moeten nog een omweg maken om de rivier te passeren. Door de regen van de afgelopen tijd is de rivier flink gestegen en we houden er rekening mee dat passage misschien onmogelijk is.


De plaats waar we over de rivier moeten is eigenlijk een natuurlijke versperring. De rivier heeft er onderdoor een uitweg gevonden, maar bij hoogwater is de afvoer onvoldoende en stroomt het water over de dam. Gelukkig blijkt dit nu niet het geval te zijn en ziet het er wel naar uit dat het kort geleden onmogelijk was te passeren. Het is een fascinerend gezicht het water in een soort trechter te zien verdwijnen.


Na onze oversteek gaat het weer omhoog naar ons resort. We hebben allemaal ons eigen blokhutje met badkamer en balkon en fraai uitzicht.


We eten op een overdekt terras en 's avonds kunnen we beschikken over een ruimte met open haard.


zaterdag 14 mei 2011

Nog voor het ontbijt verschijnen er al mensen op het terras voor een kopje thee of koffie.


Na het ontbijt daal ik even af om nog een mooie foto van de wilde gladiool te maken.


En daarna inpakken in ons hutje en nog een afscheidsfoto.


De eigenaar woont in een rustieke boerderij, het leven lijkt me hier niet slecht.


Hoewel we volgens de beschrijving nog een wandeling van vier uur voor de boeg hebben waarschuwt Niels ons dat wel een beetje ruim is ingeschat. We lopen langs de rivier die grotendeels in een kloof loopt en waar we op diverse plaatsen een blik in kunnen werpen.


Het is ook leuk om te zien dat zich vlak boven de rivier een ondoordringbare laag bevindt. Hier stroomt behoorlijk wat water uit de wand de rivier in.


Binnen een uur zuivere looptijd bereiken we het eindpunt van de wandeling, de Romeinse brug van Oluk over de Köprülürivier.


Tot onze stomme verbazing worden we hier door het busje opgehaald en een paar honderd meter verder afgeleverd bijeen restaurant aan de rivier. Hier lunchen we en liefhebbers kunnen er pootjebaden of naar de vele kanoërs en rafters kijken.


Daarna volgt een korte rit naar Aspendos, waar een van de best bewaarde Romeinse theaters staat. Om de omvang van dit bouwwerk op de foto weer te geven heb ik 30 foto's aan elkaar geplakt.


Ook de immense ruimte achter de achterwand is nog grotendeels in tact,


evenals de complete bovengalerij.


De decoraties van de achterwand zijn nog gedeeltelijk zichtbaar.


Al met al een indrukwekkend bouwwerk. Ook in de omgeving zijn nog vele resten van Romeinse
bouwwerken. We hebben drie kwartier de tijd gekregen en die zijn al grotendeels om, maar we willen in ieder geval ook de resten van het aquaduct zien, dus rennen we een heuvel op. Boven op staat nog een imposant gebouw, maar daar hebben we geen tijd voor. En dan staan er ook nog mooie bloemetjes op het terrein, zoals deze Phlomis.


Dan staat er tot overmaat van ramp ook nog een orchidee, die ik nog niet eerder gezin heb. De Orchis sancta en daar moet ik toch wat tijd in steken om hem goed op de plaat te krijgen.


Als we een stukje verder gaan komt het aquaduct in zicht.


Er zijn drie grote brokstukken in het landschap zichtbaar. Direct voor ons, halverwege de
vlakte (het aquaduct heeft een knik gemaakt) en vlak voor de bergrand op de achtergrond. ook op de heuvel waar we staan zijn nog resten aanwezig. Nu op een holletje weer terug, waar Niels op de parkeerplaats de groep trakteert op een glas vers geperste sinaasappelsap. Gelukkig worden we niet berispt voor onze te late komst. Nu volgt de busrit naar Antalya, waar we weer onze intrek zullen nemen in hetzelfde hotel. We krijgen dit keer een kamer in het hotel zelf, met leuke details en zelfs nog resten van fresco's in de nissen.


Er is nog tijd genoeg voor een rondje Antalya. We lopen eerst naar de poort in de Romeinse stadsmuur die ter ere van het bezoek van keizer Hadrianus is aangelegd.


Duidelijk is  te zien dat het straatniveau tegenwoordig heel wat hoger ligt dan in de Romeinse tijd. Door smalle straatjes gaat het verder. De vervallen Osmaanse huizen zien er toch nog schilderachtig uit.



Het is te hopen dat ze niet ten prooi vallen aan een projectontwikkelaar die er een karakterloos appartementsgebouw wil neerzetten. We komen nu aan bij Hidirlik Kulesi , een zeer oud bouwsel aan zee.


Het rechthoekige stuk dateert uit de hellenistische tijd, de ronde toren uit de 2e eeuw na Chr. Naast de toren heb je een fraai gezicht op de baai.


We lopen verder naar de oude haven, waar het een drukte van belang is.


Rondom de haven rijzen de oude stadsmuren torenhoog op. In de kademuur bevindt zich oude bidplaats.


Aan de haven staat ook een kleine moskee, maar het waterbekken voor de rituele voetwassing staat droog.


Onze volgende stop is bij de Yivli Minarelimoskee. Deze moskee is uit de 13e eeuw en heeft mooie
bakstenen koepelgewelven.


Deze moskee is totaal anders dan de vele moskeeën die de komende dagen in Istanbul zullen zien. Hier overheersen de bakstenen bogen en gewelven.



In de vloer is een gedeelte afgeschermd met glas om een archeologische opgraving te laten zien. Allerlei aardewerken buizen komen uit in een grote aardewerken pot.
De minaret van deze moskee is bijna overal in Antalya te zien en een waar pronkstuk.


We lopen nog wat hoger de stad in en hebben dan een mooi uitzicht op de moskee en de rest van de
stad. Het begint te dreigen en het wordt een stuk donkerder.



Dus gaan we naar het hotel en daarna gezamenlijk naar een niet erg sfeervol restaurant net buiten de oude stad. Hier wordt Niels ook nog in het zonnetje gezet en krijgen wij als deelnemers ieder een flesje ontsmettend reukwater. Tijdens onze lunches in het open veld was het een vast ritueel na de maaltijd onze handen hiermee te besprenkelen. Ons rest nu nog de nachtrust en die wordt dit keer gelukkig niet verstoord.

zondag 15 mei 2011

Met een busje worden we naar het vliegveld gebracht. Op het vliegveld bekijk ik m'n tickets en zie tot mijn schrik dat we een vlucht hebben die vier uur later vertrekt dan de groep. Ben ik onnozel geweest klakkeloos aan te nemen dat we dezelfde vlucht hebben als de groep?  We zijn wel de enigen die in Istanbul blijven, maar moeten we daarom veel later vertrekken? We willen onze tijd ook benutten om de grote stad te verkennen.
Niels treed kordaat op en gaat direct naar de Stand­by en zorgt er voor dat ondanks dat het vliegtuig
volgeboekt is, we als eerste op de wachtlijst worden gezet. We nemen afscheid van de groep voor het geval het niet lukt, maar eerder dan verwacht krijgen we toch groen licht en kunnen we gezamenlijk naar Istanbul vliegen. We nemen nogmaals afscheid en zijn opgelucht onze bagage te zien verschijnen (wordt vervolgd als blog ISTANBUL).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten