vrijdag 1 april 2011 AMAY - HUY 15 km
Zes jaar geleden liepen we voor het laatst uit het boekje TOUR DU CONDROZ LIÉGEOIS (GR 576), maar voor het vervolg konden we geen overnachtingsplek vinden. Sinds kort is die er wel, niet direct een vanzelfsprekende, dus doen we het nu. Na een vertrek voor negen uur 's morgens verloopt de reis normaal tot Maastricht. Dan worden we slachtoffer van een conflict tussen de Belgische en de Nederlandse Spoorwegen.
België denkt druk op de onderhandelingen te kunnen zetten door de treinen niet naar Nederland te laten gaan.
Het is kil en het regent. We mogen wachten op een bus die na een uur verschijnt en ons naar Visé brengt. Niet lang daarna rijdt onze trein binnen en omdat die eerst naar Maastricht had moeten gaan en daarna na enige tijd weer terug, blijft hij daar netjes staan tot het bewuste tijdstip. Getergde passagiers krijgen van de conducteur te horen dat de trein stipt op tijd rijdt! En zo verloopt er weer bijna en uur. Dan komen we alsnog in Luik, waar onze stoptrein naar Amay over een klein uur zal vertrekken. Het valt moeilijk om vrolijk te blijven. Als het treintje verschijnt blijken vrijwel alle plaatsen tot Amay gereserveerd te te zijn voor een school uit Ombret.
Gelukkig voor ons komt er niemand opdagen. Om drie uur in de middag kunnen we eindelijk in de benen. Het station staat vol met ouders die de kinderen komen ophalen, maar dat is dus voorlopig tevergeefs. Wij lopen naar de Maas en steken die over naar Ombret en gaan dan omhoog. Meteen zijn alle ergernissen vergeten. We lopen langs een paradijselijk beekje (Ruisseau d'Ohe) omzoomd door tapijten voorjaarshelmbloem,
bosanemoon en klaverzuring.
Het begint flink warm te worden en we trekken laagjes uit. Op het hoogste punt komen langs de z.g. Poudingue d'Ombret, een rand van flinke rotsblokken boven aan een steile helling.
Weer wat later hebben we zicht op de kerncentrales van Tihange, waarvan de drie enorme koeltorens het zicht lange tijd bepalen.
We bereiken nu spoedig de buitenwijken van Huy, waar aardige stulpjes staan. Het oude centrum is voor ons een verrassing. Het voormalige klooster van de Minnebroeders is enorm complex, dat nog een romaanse en gotische kerk bevat. Er is o.a. een museum en een fotoclub gevestigd. De kloostergang ziet er nog perfect uit.
Veel tijd hebben we niet, want we worden voor zessen in het hotel verwacht. Via
middeleeuwse straatjes
dalen we af naar de Maas, waar ons hotel naast een imposante, niet meer in gebruik zijnde, spoorbrug staat. Onze kamer is klein, maar ziet er netjes uit met uitzicht op de Maas. Helaas loopt er wel een drukke weg langs. Na ons verfrist te hebben, gaan we weer naar de oude stad, want het restaurant van het hotel stemt ons niet vrolijk. Op het centrale plein met het stadhuis strijken we neer in een Irish pub, waar we voor een redelijke prijs een goede maaltijd nuttigen. We verlangen daarna naar ons bed.
Van verre wordt ons hotel al aangeprezen met neon letters.
zaterdag 2 april 2011 HUY - CHARDENEU 32 km
Het is een stralende dag en de zon schijnt al gedeeltelijk op de Maas, zijn oevers en de voormalige spoorbrug.
Om half acht zitten we aan het ontbijt, omringd door voornamelijk alleengaande mannen. We popelen om naar buiten te gaan. We zijn er wel achtergekomen dat Huy nog wel een dag bezoek waard is, maar gezien de flinke afstand die ons vandaag wacht kunnen we niet lang dralen. Ons hotel du Fort is genoemd naar het erboven gelegen enorme fort dat nog door Nederlanders is gebouwd in de korte periode dat Nederland en België nog één waren.
We lopen langs de voornaamste middeleeuwse bedevaartkerk die helaas wegens restauratie gesloten is. Hij is grotendeels ingebouwd. Alleen aan de Maasoever toont hij één van zijn drie torens met groot roosvenster.
Deze toren dateert uit 1928, toen de kerk werd vergroot. Achter het dwarsschip bevinden zich aan beide kanten van het koor nog twee enorme torens.
Aan de achterzijde is ook een portaal met veel beeldhouwwerk.
Bij een patisserie slaan we nog wat in voor bij de koffie en daarna gaan we via leuke straatjes verder en na een ander voormalig middeleeuws klooster steil omhoog. Spoedig lopen we weer door prachtige beekdalletjes met bloemtapijten.
Het is ondertussen zo warm dat we eigenlijk geen kleding meer nodig hebben. Als we
door de akkers op het plateau lopen, voelen we een stevige warme zuidelijke bries in ons gezicht.
Na een koffiepauze aan de rand van een bos dalen we weer af naar het dal van de Hoyoux, waar de
kasteelboerderij van Vieux Barse staat.
In de 11e eeuw werd hier een kasteel gesticht. We lopen verder stroomopwaarts langs de rivier. Ook hier weer een waar bloemenparadijs. Nu ook veel longkruid
en duizenden gele anemonen.
Door dit dal liep vroeger de spoorlijn van Huy naar Ciney. Tegenwoordig is het een fietspad. Het
vroegere stationnetje van Barse ligt er verlaten bij langs een stukje gespaarde rails.
Binnen is nog een prachtige tegelvloer en de loketten zien er nog perfect uit. We gaan van
de rivier af en wat later wordt ons pad versperd. Er hangt een mededeling dat het pad afgesloten is vanwege een instorting van de steengroeve waar het pad langsloopt. Verder lopen is levensgevaarlijk en ten strengste verboden. Het alternatief is een aantal kilometers omlopen. Gezien onze af te leggen afstand geen aanlokkelijk perspectief. We besluiten niet braaf te zijn. Als we bij de instorting zijn, zien we dat er boven nog een beboste steile helling is. Voorzichtig werken we ons door die helling heen
en komen vellig aan de andere kant. Via akkerland en bosjes stijgen we verder tot we een lunchplek vinden. Daarna dalen we weer af naar de rivier en lopen hier weer langs. Maagdenpalm,
echte en slanke sleutelbloemen
vergezellen ons. Bij Pont de Vyle moeten we voor een paar honderd meter de autoweg op tot Pont de Bonne. Bij één van de horeca gelegenheden zoeken we een schaduwrijk plekje op het terras om wat vocht bij te tanken en om onze watervoorraad aan te vullen, waarvan geen druppel meer over is. Daarna betreden we het beekdal van het parc de la "CIBE". Er bevindt zich een mooie rotspartij.
Behalve de sleedoorns en kersen bloeit de gele kornoelje ook.
Op de hellingen zien we zowel stinkend nieskruid
als wrangwortel.
We lopen omhoog langs de rand van het park van het kasteel van Modave. Al spoedig zijn we bij het kasteel zelf. In de uitgebreide bijgebouwen zijn tegenwoordig o.a. een conferentieoord, een hotel en een restaurant gevestigd.
Het kasteel zelf kan bezichtigd worden en herbergt een rijk interieur.
Wij hebben geen tijd voor dit schoons en moeten het doen met vluchtige blikken.
De klok op de toegangspoort wordt weer van nieuw goud voorzien.
Als we ons weer van het kasteel verwijderen, kijken we nog eenmaal om naar het complex
en zetten onze tocht daarna voort langs de muren van het kasteelpark. Dan dalen we af naar het dal van de Hoyoux. Halverwege moeten we een enorme lus maken, terwijl er een klein paadje rechtstreeks naar beneden gaat. Dat scheelt ons wat tijd, maar als we op de route komen zien we aan deze kant dat we ons in verboden gebied bevonden. Het valt ons op dat hier in de omgeving enorme boerderijen staan.
Via het schilderachtige plaatsje Tibiémont, waar auto's alleen via doorwaadbare plaatsen door de rivier de huizen kunnen bereiken,
komen we in Les Avins.
We gaan even van de route af om het romaanse kerkje te bekijken (helaas gesloten).
Via kleine asfaltweggetjes gaat het door bouwland verder tot we op een snelweg stuiten. Om deze te kruisen moeten we weer een lus maken om bij een tunneltje te komen. Het is nog een oude Belgische snelweg met een betonnen rand als middenberm, die op ons punt even onderbroken is. We schatten onze kansen en wagen het erop. Het gaat goed als we het luid getoeter van automobilisten negeren. Dan gaat het weer verder steeds hoger door bouw- en weilanden
en langs bospercelen. Tenslotte een afdaling naar het idyllische dorpje Chardeneu, waar ons hotel zich bevindt. Het hotel heeft slechts 5 kamers en is alleen op vrijdag en zaterdag open omdat de eigenaren nog een andere baan hebben. De heer des huizes is een verwoed amateurkok. We krijgen een zeer ruime kamer en badkamer. Het valt alleen wat tegen dat het binnen erg kil is en de
plavuizen maken het aan je voeten ook niet erg warm. Even van te voren de verwarming aanzetten was wel zo aardig geweest. Na de douche kruipen we nog even in bed en schrikken als we zien dat we over 5 minuten voor het diner verwacht worden. De eetzaal kan ook maximaal 10 personen bevatten. Met ons vermoeide lijf is het een hele kunst om de maaltijd, die om half acht aanvangt en
om half elf afgesloten wordt, wakker te blijven. Het eten is wel lekker maar zeker niet overvloedig. Helaas valt het vegetarische hoofdgerecht wat tegen (iets met quorn vinden we wat gewoontjes). We zijn blij als kunnen gaan slapen. En rust is hier zeker.
zondag 3 april 2011 CHARDENEU - HAMOIR 20 km
Hoewel het ontbijt officieel vanaf 9 uur is, mogen we om 8 uur ontbijten.
Zo kunnen we voor negenen op pad en verlaten we de Auberge du Pont Lavoir.
We dalen af naar het beekje en werpen nog een blik achterom.
De zon laat zich niet meer zien, maar de temperatuur is aangenaam. Via kleine weggetjes lopen we door bos, wei en akkerland naar kasteel Vervoz.
Er om heen bevinden zich diverse imposante hoeves.
De slotkapel is zonder cement gebouwd. Alle stenen zijn precies pas gemaakt.
Het is nog een klein stukje lopen naar Oqcuier waar de Ferme aux Grives direct opvalt.
Bedevaartgangers naar Santiago gebruikten het vroeger als overnachtingsplek. De romaanse kerk is uit het begin van de 11e eeuw.
We horen muziek uit de kerk komen. Voorzichtig openen we de deur en zien dat er een kinderkerkdienst aan de gang is. zo onopvallend mogelijk maak ik nog een foto van het interieur.
Na dit bezoek dalen we af naar de Ruisseau de l'Ombre. Bij de beek met veel paarbladig goudveil houden we onze koffiestop.
Het begint te regenen, eerst zachter, maar spoedig serieus. Steeds natter wordend lopen we door cultuurland, bosjes en kleine plaatsjes. Op een kruispunt staat de markering wel , maar een kruisbeeld niet in de goede richting.
In Hermanne vinden we onder de watertoren een bushokje. Hier maken we dankbaar gebruik van om droog onze lunch te kunnen nuttigen.
Het laatste stuk naar Hamoir hebben we al een paar maal gelopen. Bos met een beek en steile
hellingen. De wijngaardslakken voelen zich wel thuis met dit weer.
De bloeiende planten zoals witte klaverzuring wachten geduldig betere tijden af.
We dalen af naar het dal van de Néblon. Er loopt een molenbeek langs die in betere tijden de molen van het kasteel van Hamoir aandreef. Het kasteel staat er nog wel goed bij.
We hebben nog wat tijd over voor de trein komt, dus neem ik een lekker biertje ter afsluiting van
een mooi weekend. De terugreis verloopt gelukkig voorspoedig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten