zaterdag 4 juli 2009

09-06-24-MFr GR 5 Tinée Vésubie Nice - Bousiéyas

woensdag 24 juni 2009 

Morgen nemen we de TGV van Brussel naar Nice. We moeten dan al vroeg uit Rotterdam vertrekken. Vanuit Ede is dat niet haalbaar, zodat we 's avonds naar Arnold vertrekken.

donderdag 25 juni 2009 

In alle vroegte vertrekken we met Arnold (die in Goes werkt) met de trein naar Brussel. Op het station van Brussel-­Zuid genieten we op ons vaste stekkie van de koffie. Naar Nice reizen we eerste klas, niet omdat we decadent zijn, maar omdat dat de goedkoopste plaatsen zijn. Het enige verschil is een grote comfortabele zetel en een stopcontact, maar daar zitten we nu niet om te springen. In Nice hebben we hotel Comte de Nice geboekt vlak bij het station aan een doodlopende straat, die grenst aan de immense parkeerplaats bij het station van de VAR-­lijn.
In het hotel blijkt meteen dat de voorbereiding van de reis niet optimaal is geweest. Ik wil betalen met mijn creditkaart, maar die is net nieuw en ik weet de pincode niet. Dat wordt weer een geldautomaat zoeken. Op een pleintje eten we buiten en krijgen het zelfs even koud als de wind aantrekt. Nu is het traditie na afloop van de GR 5 even de Middellandse Zee in te lopen. Omdat wij eigenwijs tegen de richting in blijven lopen (lekker de zon in de rug) moet de zilte bad deze avond plaatsvinden en aldus geschiedt.



Bij het maken van de eerste foto blijkt de geheugenkaart niet goed gewist en is er nog maar plaats voor 40 foto's voor de hele vakantie. Een nieuwe kopen in Nice is ook geen optie, want dan houden we veel te weinig tijd over voor onze dagafstand. dat wordt voorlopig weinig fotograferen.

vrijdag 26 juni 2009 

Hoewel het bed goed en het rustig is in en om het hotel slapen we slecht.
Het is erg warm en ondanks de maximaal geopende ramen koelt het niet af. We zijn dan ook blij de kamer te kunnen verlaten en genieten van een goed ontbijt. Nu snel op pad. Dat betekent dat we ons in het drukke spitsverkeer moeten storten. Nice zijn we voorlopig nog niet uit en een aantrekkelijke aanlooproute is er niet. Bovendien is de route steeds bergop en de zon doet ook een duit in het zakje. We zijn dan ook blij dat we na 300 m stijgen en anderhalf uur verder de hectiek van het autoverkeer kunnen verlaten. We beginnen aan de beklimming van de Crête de Graus. Achter ons zien we nog een zinderend Nice met een hele vale zee.



We ontmoeten nog een Nederlands stel, dat ons vertelt dat ze het ontzettend zwaar hebben gehad door de grote hoeveelheid sneeuw. Ze wilden nog de GR 52 lopen, net als wij, maar dat blijkt nu absoluut onmogelijk. De refuge de Nice zou pas op 15 juli opengaan i.p.v. 15 juni. Als we boven op de crête zijn krijgen we zo nu en dan een zuchtje wind, bovendien gaat de stijging nu veel geleidelijker naar 600 m. We staan nu aan de voet van een fortencomplex op de Mont Chauve , maar wij dalen af naar Aspremont. Bij een bar drinken we wat in de schaduw. Het plaatsje maakt een vrij levenloze indruk. We maken ons op voor de beklimming van de Mont Cima, weliswaar een klein bergje, maar in deze drukkende hitte toch een hele onderneming. Gelukkig hoeven we niet helemaal naar de top, maar we overschrijden wel de 800 m. Er volgt nu een stuk bos en komen ook langs een indrukwekkende rotswand. Als we de D19 bereiken, gaan we er ook meteen weer af en nemen hier een pauze. Er verschijnt weer een Nederlands stel, nu met nog dramatischer verhalen. Het is een wonder dat ze nog leven en de ene passage is nog verschrikkelijker dan de andere. we nemen het voor kennisgeving aan. Het stuk wat we nu lopen is landschappelijk mooi en niet zo dor als het voorgaande.



Alleen wordt de lucht steeds zwarter en het rommelt al enige tijd. We zijn al in de buurt van onze overnachtingsplaats Levens. We steken een grote grasvlakte over en maken dan nog een lusje voor we via een oude stenen boogbrug weer op de D19 vlak voor Levens uitkomen. Nu gaan alle sluizen in de hemel tegelijk open en wordt er ook nog veel vuurwerk afgestoken. Binnen een oogwenk zijn wij en alles wat we bij ons dragen doorweekt, ondanks onze mooie goretex kleding en regenhoezen. Het lopen wordt waden en we volgen de GPS naar het punt waar volgens het internet ons hotel moet liggen. Ter plekke is geen hotel te bekennen, maar een inheemse weet ons te vertellen dat ons hotel ruim twee kilometer terug ligt. Het blijkt dat we er rakelings zijn langs gelopen. We hadden er dus droog kunnen aankomen. Nu staan we als twee verzopen katjes voor de receptiebalie van hotel Mas Fleuri. We worden echter vriendelijk ontvangen en hebben een mooie kamer. Over het eten zijn we ook zeer te spreken. Het voorgerecht van mosselen in een heerlijke saus is genieten. Gelukkig is het die nacht een stuk aangenamer dan de vorige, mede dankzij de onweersbui.

zaterdag 27 juni 2009

We kunnen al vroeg aan een uitstekend ontbijt. Na een hartelijk afscheid van de uitbater/kok gaan we weer richting Levens. De brug waar we gisteren over liepen toen het noodweer begon ligt er nu stralend bij in de zon.



We pakken de route weer op en gaan aan de zuidkant omhoog naar het oude plaatsje. Zodra we boven zijn gaat de route weer naar beneden zonder het plaatsje zelf aan te doen. Dat is niet de bedoeling, dus gaan we via een ander pad weer omhoog. Bij de kerk is het eigenlijke centrum. Hoewel dat met al die smalle straatjes onzinnig lijkt is hier druk autoverkeer. In het postkantoor kopen we postzegels en elders doen we nog meer inkopen; alles is lekker dicht bij elkaar. Door het verkeersvrije deel maken we nog een wandeling. Het ziet er leuk uit. Weer beneden gekomen moeten we nog een stuk naar beneden, want we moeten de Vésubie oversteken die hier een gorge gevormd heeft. Dus langs een steile helling door bossen omlaag. Beneden verschaft een grote boogbrug ons toegang tot de andere oever.



Begrijpelijkerwijs gaat het aan de andere oever weer omhoog van 170 m naar uiteindelijk 1200 m en dat lekker in een zuidhelling.



Na een tijdje zien we de autoweg en de rivier niet meer, wel de hogerliggende D 19 en een bevloeiingskanaal.



Na 500 m klimmen komen we bij de kapel van de heilige Antonius. Het is benauwd heet en ook nu wordt de lucht steeds zwarter en begint het te rommelen. Door het bos lopend komen we bij een splitsing: rechts naar Utelle en links naar de Sanctuaire de la Madonne, waar wij de nacht hopen door te brengen. Het heiligdom ligt boven op een crête en voor het laatste stuk moeten we steil omhoog in de rotsige wand en dat terwijl het onweer ons vlak op de hielen zit. Veel te snel werken we ons omhoog maar we bereiken de graat nog droog. Dan is het nog maar een paar honderd meter naar ons onderkomen, waar de gastvrouw al buiten staat. Zodra we binnen zijn barst het onweer los en houdt enige uren aan. Ons onderkomen is eenvoudig evenals het eten maar de prijs is dan ook een fractie van wat we gisteren betaalden.
Als de regen ophoudt trekt er een dichte mist over de graat. Wij gaan nog even naar buiten om het heiligdom te bekijken. De zon komt even een beetje door de wolken en laat het gebouw wazig zien.



Binnen in de kerk vallen vooral twee immense Mariabeelden op. In een zijvleugels is een grote
winkel gevestigd, waar je streekproducten kan kopen. We lopen de graat een heel stuk af tot een wat vervallen vooroorlogse belvedère waar nu geheel geen uitzicht is.

zondag 28 juni 2009

Ook nu kunnen we weer vroeg ontbijten en dat is ook nodig, want het geplande traject van vandaag is 30 km met de nodige ups en downs. Eerst dalen we 400 m af tot vlak boven Utelle.



Hoewel een zeer bezienswaardig plaatsje is, laten dit gezien de tijd rechts liggen en gaan weer 400 m omhoog richting Castel Gineste. De rots ligt er inderdaad als een middeleeuws kasteel bij.



Van hieraf gaan we via een aantal passen per saldo nog steeds berg op. Bij het Maison forestière op bijna 1700 m is een overvloedige bron. We besluiten onze watervoorraad maximaal aan te vullen, zodat als we een kampeerplek vinden het allerbelangrijkste bij ons te hebben. We zijn al aardig moe en het einddoel is nog uren voor ons. Eerst lopen we door het groot voormalig militair kamp van Tournairet.
Tegenwoordig wordt het voor vakantiedoeleinden gebruikt. We komen hier ook langs een zeer vervallen kerk.



 Hierna gaat het door lariksbos pittig omhoog. Vlak voor de Collet des Trous op bijna 2000 m besluiten we dat het welletjes is en vleien ons tentje in een bloemrijk weitje.



De eerste noodmaaltijd kan aangebroken worden. Na een kop koffie (décafé) en een sudoku vallen we in een diepe slaap.

maandag 29 juni 2009

Zoals elke morgen tot nu toe is de hemel strak blauw. Met de koffie zijn er er heel wat stapelwolken en de middag ziet er meestal dreigend uit. De eerste uren van de dag verlopen relaxed; we zitten op een graat, waarbij we in verhouding weinig op en neer gaan en gemiddeld op 2000 m blijven.



Uiteindelijk verlaten we de graat om af te dalen naar St.Dalmas­ de Valdeblore, een redelijk groot toeristenplaatsje. We vinden meteen een winkel waar ik zeker een geheugenkaart kan kopen. Mis poes: Lundi fermé. Dus ook geen levensmiddelen. Doorlopen. We komen nog langs een kleinschalige camping die niet in ons boekje staat vermeld, waar ze ook levensmiddelen zouden moeten verkopen. Maar ook hier is geen hond te zien. Even voorbij La Bolline lunchen we aan een watertje onder de bomen. De tamme kastanjes bloeien fraai.




Het is weer drukkend warm. Dat merken we goed als we weer naar het plaatsje Rimplas stijgen. Aan de kant van het pad zien we de eerste bokkenorchissen.




Vlak voor Rimplas ziet de lucht achter ons er toch wel heel zwart uit en we zijn blij dat we het plaatsje droog bereiken. We willen in een café of restaurant hier voorlopig schuilen, maar ook hier is weer alles uitgestorven.We nemen onze toevlucht tot een overdekte wastrog en zitten het ergste onweer hier uit.




Als het ergste voorbij is lopen we eerst hoog boven de Tinée langs een steile helling. Na een flinke afdaling komen we kleddernat in St.Sauveur sur Tinée aan. Van een Engelsman komen we te weten dat er op de camping ook een gîte is en dat ook hier de supermarkt gesloten is. Maar bij de bakker is nog wel wat te krijgen. De gîte is erg klein met een minikeukentje. Behalve de Engelsman zijn er ook nog zijn vriendin en twee honden. Ze willen de GR­ 5 tot het meer van Genève lopen. Zij gaan uit eten en wij koken zelf ons potje. Later blijkt dat het uit eten gaan mislukt is en dat ze een stuk pizza gekocht hebben. De honden zijn geen beletsel om een goede nacht te hebben, hoewel de Engelsen wel erg vroeg opstaan,zodat de honden nog enige tijd relatief koel kunnen lopen.

dinsdag 30 juni 2009

Al direct na het verlaten van de gîte (op 500 m) mogen we flink omhoog naar Roure ((op 1100 m). De zon staat precies precies op de helling en het is bloedheet. Vlak voor Roure ontdekken we een kersenboom, die wat schaduw en vers fruit geeft, maar de meeste vruchten zijn onbereikbaar. Aangekomen in Roure vinden we een bankje in de schaduw tegenover de kerk, waar we onze koffie met gebak nuttigen. We gaan weer verder omhoog door het plaatsje, maar gelukkig nu minder steil. We hebben nu zicht op de romaanse klokkentoren van de kerk.




Net buiten het plaatsje zien we weer een kersenboom. Nu kunnen we volop bij de vruchten. Maar we moeten verder dus gaan we gestaag omhoog. In het gehucht Rougios zijn we al weer 400 m hoger. Nu moeten we een ravijn passeren en we zijn zeer verbaasd aan de andere zijde van dit ravijn de Engelsen met de honden ons tegemoet zien lopen. Het blijkt dat ze bij de hut terecht zijn gewezen: hier begint het nationale park van de Mercantour en honden zijn absoluut verboden. Ze zien hun geplande vakantie dus in duigen vallen. Bovendien hadden ze poste restante op gezette afstanden hondenvoer verzonden. Wij gaan wel door en komen bij een aardige waterval.




Na een stukje omhoog klauteren naast de waterval komen we op in een lang vlak dal waarin de voeding van de waterval stroomt.




 Ook nu dreigt het weer en als we bij de Vacherie de Roure aankomen gaat het spoedig onweren. We krijgen onze slaapplaatsen aangewezen in de voormalige stal en daarna maakt de beheerster de open haard aan met het verzoek zelf het vuur te onderhouden.




Langzamerhand komen er meer gasten uit beide richtingen. Tijdens het avondeten wordt er gezellig gebabbeld. Na de maaltijd breekt de zon door en iedereen haast zich naar buiten om van de
sprookjesachtige sfeer te genieten.





woensdag 1 juli 2009

We volgen het dal stroomopwaarts in een prachtige morgen.




Aan het eind duiken we weer een paar honderd meter naar beneden vlak langs het gehucht Vignols. Aan de andere zijde van het pad is een helling met grillige rotsformaties waar vale gieren zijn uitgezet.



Vele bordjes wijzen ons er op dat het streng verboden is van het pad af te gaan. Studenten met joekels van teletoeters houden ons en de gieren met jongen in de gaten.
Daarna mogen we bijna 1000 m stijgen. Eerst steil dan weer geleidelijk en dan weer steil. We komen uiteindelijk bij een monument voor één of andere generaal op bijna 2600 m genaamd la stèle Valette.




Aan de de andere zijde van dit topje dalen we af naar de Col de Crousette.




Aan de andere kant (noordkant) van deze pas moeten we een heel eind door de sneeuw afdalen. We willen lunchen en doen dat zodra we weer gras onder de voeten krijgen.



Al weer begint het aardig te dreigen. Niet lang daarna moet de regenkleding aan, maar het zet in eerste instantie niet echt door. We besluiten aan de oostkant van de beek te blijven. Mensen in de hut hebben ons gewaarschuwd dat er twee bruggen zijn weggeslagen en dat zij door het water moesten. Het betekent wel dat we geen gebaand pad hebben, maar het is wel te doen.
Omhoog zou wat meer problemen geven. We passeren ook nog een fraaie waterval.




Vlak voor Roya wil Lilian haar vermoeide voeten nog een bad geven.




Daarna kunnen we omhoog naar de keurige gîte van Roya. Spoedig na aankomst gaat het weer onweren. We hebben een eigen kamer en kunnen ook gemakkelijk een wasje doen.

donderdag 2 juli 2009

Al spoedig na vertrek zijn we het juiste pad kwijt. Maar met de GPS zijn we weer snel op het juiste spoor door bloemrijk hoog gras met talloze oude bouwseltjes.



Soms ingestort, soms gerestaureerd, waarbij het oorspronkelijke houten dak meestal vervangen wordt door verzinkte ijzeren platen. Onder bevindt zich een verblijfsruimte met daarachter een stal. De verdieping er boven dient voor hooiopslag.




Hoog boven ons zien we al allerlei bouwwerken van de wintersportplaats Auron, de grootste van de zuidelijke alpen. Gelukkig gaan we er voorlopig met een grote boog omheen. Langs het pad zien we veel alpenakeleien.


Vlak voor de plaats drinken we nog koffie mooi in de natuur. Daarna moeten we er aan geloven. Een voordeel is wel dat hier van alles te krijgen is en ik kan zelfs een geheugenkaartje kopen (wel tegen een belachelijk hoge prijs) zodat ik weer ongeremd foto's kan maken. Na een hele klim door de bebouwing kunnen we weer afdalen naar St. Etienne de Tinée. Het laatste stuk gaat door het dal over asfalt, waarbij wij bijna bezwijken van de hitte.  In het plaatsje informeren we bij de VVV naar vervoersmogelijkheden naar Bousiéyas. We willen daar overnachten en het laatste traject teruglopen. We kunnen een taxi nemen of liften. Hoewel Lilian haar hele leven nog nooit gelift heeft, kiezen we voor liften, waarbij we ons op advies van de VVV-­dame net over de brug opstellen. Na vijf minuten is het raak. Een chauffeuse van een schoolbus met één jongetje aan boord stopt voor ons en kan ons een stuk meenemen. Als weer uitgestapt zijn gaat het een stuk moeilijker. Wel komen er veel toeristen voorbij, maar die hebben geen trek in ons. We besluiten voorlopig maar te lopen en zo nu en dan de vinger op te steken. Voordeel van deze wandeling is wel dat we nu een grote waterval kunnen bekijken.





Een tijdje later stopt een vrouw uit St. Delmas le Selvage, die daar Chambres d'hôtes heeft. In een paar minuten zijn we in Bousiéyas bij de gîte waar we vorig jaar ook gestaan hebben. Om zeven uur mogen we ons tentje opzetten voor het kerkhof.




Het eten in de gîte is evenals vorig jaar voortreffelijk. De gîte zelf is niet zo geweldig maar daar hebben wij geen last van. Na het eten drinken we bij de tent nog koffie. We kijken uit op een schaapskudde die voor de nacht in een kraal wordt gedreven.




Het heeft wel weer geregend, maar de wolken trekken hier uiteen. We kijken nog naar het laatste zonlicht voor we de slaapzak induiken.

vrijdag 3 juli 2009

We gaan gelijk met de herders met hun honden omhoog. de herders naar de schapen in de kraal en wij naar de Col de la Colombière. We zien weer verschillende gemzen. Anemone narcissiflora gaat op de plaat




en Japie Krekel wil graag een stukje meeliften op mijn GPS.




Na de col volgt een mooie bloemrijke afdaling naar St.Dalmas le Selvage.




Het kerkje staat net iets buiten het pittoreske plaatsje.




Lilian doet boodschappen in de epicerie




en ik dwaal wat rond en schiet wat plaatjes.





Het volgende stuk naar de Col d'Anelle en nog ruim een kilometer daarna volgen we een saaie weg. Tijdens de afdaling naar St.Etienne de Tinée wordt het weer mooi. en uiteindelijk zijn er vlak boven.




Ook zien we nog verschillende soorten orchideeën o.a. hondskruid.




We willen onze intrek nemen in de gîte maar daar is nog niemand te bekennen. Op een later tijdstip is het raak, maar we kunnen er maar één nacht blijven. Het weekend is volgeboekt. We hebben nu de GR 5 van de Vogezen tot Nice voltooid en daarom bereidt Lilian een feestmaal in de keuken en we doen wat wasjes. We hebben een kamer voor onszelf en het is er erg rustig. Het was de afgelopen dagen vooral heet en benauwd, waardoor het lopen vermoeiender was dan normaal. We wilden hierna de GR 52 lopen, maar na rijp beraad zien we daar vanaf. 1. De reis er naar toe is gecompliceerder dan we dachten. 2. Er ligt nog erg veel sneeuw. 3. Een cruciale hut is nog niet open, zodat we de hele route toch niet kunnen lopen. 4. Er komt nog dagelijks zwaar onweer voor. We blijven daarom in deze plaats.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten