Dinsdag nog op Marin gepast en vandaag er vroeg uit om op tijd de trein te pakken. We hebben er voor gekozen de TGV van Brussel naar Valence te pakken, zodat we geen overstap in Parijs hebben. Als we na enige uren in de TGV zitten, wordt ons het leven wel erg zuur gemaakt. Een éénjarige tweeling die steeds aan het krijsen is en verstandelijk gehandicapte jongen, die steeds een misthoorn wil nadoen "veraangenamen" de rit zeer. In Valence TGV wacht ons nog een urenlange overstap, want de trains regionals rijden niet zo frequent. Het station ligt een heel eind buiten de stad en het enige vermaak voor ons is om te kijken hoe de vloertegels van een nieuwe blindengeleidestrook worden gevoegd. Uiteindelijk brengt het boemeltje ons in krap drie uur naar Gap met een krijsende zesjarige die haar zin niet krijgt. Volgens onze gegevens moeten we hier de volgende dag de bus nemen, maar er is geen bushalte te vinden. Een inwoner verwijst ons naar de stad, waar bij de zoveelste rotonde de halte zich moet bevinden. Ook hier geen halte van onze bus te bekennen. Opeens zien op een gevel van een gebouw de naam van onze busmaatschappij SCAL staan. Vanaf een binnenplaatsje achter dat gebouw vertrekken de bussen, zo weet een aldaar werkende Belgische buschauffeur ons te vertellen. Nu kunnen we gerustgesteld de camping gaan opzoeken. Dat blijkt nog een flinke klim omhoog te zijn langs een drukke verkeersweg. Op de camping is het ondertussen donker en we zetten snel de tent op en duiken erin. Een dixielandbandje probeert ons in slaap te spelen.
donderdag 10 juli 2008
Om half zes op. Gelukkig is de tent kurkdroog en na het ontbijt hobbelen we weer de helling af naar de stad. Daar bezoeken we eerst nog de patisserie om onze koffiestop op te fleuren. We krijgen een vrolijke buschauffeuse die ons in een prachtige touringcar voor een zacht prijsje in anderhalf uur naar La Fresquière brengt. De lucht is strak blauw en we dalen af naar de Ubay. Daarna is het voorlopig alleen maar flink stijgen (1275 m) bij aardig hoge temperaturen. We passeren eerst het plaatsje Méolans
dat in 1854 geheel door de Ubay werd weggevaagd. De klokkentoren hebben ze op een hoge rots herbouwd. Gelukkig lopen we grotendeels door het bos met veel soorten orchideeën; de keerzijde is dat we geen uitzicht hebben. Als het tijd is voor een lunchpauze, is het moeilijk een plek te vinden op de steile helling. Lilian laat ons pannetje en een paar sinaasappels de helling afrollen, maar ze komen gelukkig in een takkenbos tot stilstand en kunnen gered worden. Na veel zwoegen komen we uit het bos
en spoedig bereiken we de Col de Séolane (2273 m). We hebben hier weer uitzicht. We moeten nog 675 m afdalen naar abbye de Laverq. Nauwelijks een paar stappen gedaan of we zien al edelweiss.
Beneden gekomen is nog maar weinig te zien van het grote klooster dat hier heeft gestaan. In 1135 gesticht en in 1534 door een geweldige overstroming verwoest. Nu resten nog een kerk en een paar huizen.
Omdat we geen fatsoenlijke kampeerplek kunnen vinden (er is wel een bivakveldje, maar erg stenig en vervuild), nemen we onze intrek in een piepkleine refuge,
die gerund wordt door een moeder met een stel kinderen. Wij krijgen een matras toegewezen op het toilet, halverwege de trap naar zolder. Er is zelfs een douche en dat is heerlijk na zo'n zweetdag. Lilian kookt en na het eten bestellen we nog een stuk chocolade taart. We gaan vroeg naar bed, maar de spelende kinderen houden ons nog even uit de slaap.
vrijdag 11 juli 2008
Om half zeven komt er beweging in de hut en een half uurtje later proberen we het geroosterde stokbrood met jam en thee weg te werken. Korte tijd later zijn we op weg door het dal van de Laverq; een mooi pad met nauwelijks stijging. Ik zie nu witte muggenorchis staan.
Bij een verlaten alm belooft een gouden regen ons gouden bergen.
Bij Plan Bas draaien we 180 graden en gaat het flink omhoog, maar het pad stijgt heel geleidelijk. Spoedig zijn we uit het bos.
We hebben nu steeds uitzicht op het dal waar we vanmorgen begonnen zijn. Op gruizige plekken langs de hellingen groeien plakkaten stengelloze silene.
We zijn op weg naar de Tête de Sestière, een topje van 2572 m. Om één uur zijn we boven en kunnen we genieten van het uitzicht en onze lunch. Na een uur begint het te waaien en verdwijnt de zon regelmatig achter de wolken. Tijd om verder te gaan. We moeten nu een stuk over een kam lopen. Als nog maar kort gelopen hebben, blijkt het toch te koud te zijn om zonder fleece te lopen.
Ook onze verwachting dat we alleen nog maar hoeven afdalen komt niet uit: het gaat aardig op en neer en er zit zelfs een stukje rotsklimmen tussen. Tegen een uur of vier krijgen we de pasweg in zicht. Het laatste stuk is heerlijk grassig en bezaaid met kartelkruid.
In de refuge Col d'Allos is gelukkig nog plaats en we krijgen zelfs een kamer toegewezen met een groot bord privé op de deur. Het tweepersoonsbed is voorzien van super doorzakkende spiraal. Al met al toch luxer dan gisteren. Het avondeten is goed onder de gewelven en bij een knapperend haardvuur. Ik ben jaloers op Lilians salade met omelet, die ze als vega heeft weten te bemachtigen. Er worden ook kaarsen in kroonluchters aangestoken, de mannen van de bediening hebben er zin in en na de maaltijd krijgen we nog een glaasje genepi.
zaterdag 12 juli 2008
Tijdens het ontbijt wordt door iedereen nog druk overlegd over wat te doen vandaag. De weervoorspelling is bedroevend: onweer met veel neerslag, volgens de huttenbaas kan het elk moment beginnen. De route die we gepland hebben wordt afgeraden bij regen, ook is er geen enkele mogelijkheid tot schuilen of afdalen. Niet doen dus. De andere mogelijkheid is om op de oorspronkelijke route nog 200 m te stijgen en dan af te dalen naar Allos, wat 1000 m dalen betekent, daarna 900 m stijgen en nog 100 m dalen. Mocht het weer beestachtig worden, dan kunnen we in Allos blijven. Verder zijn er geen alternatieven voor deze route, waarvoor 9 loopuren staan: spannend dus, maar nu wel vertrekken.
Na de stijging gaat het met vele lussen omlaag door lariksbossen op de helling van een dal. Een gems springt vlak voor ons over het pad. Soms zit het er sprookjesachtig uit als de bodem bedekt is met boterbloemen en trollius.
In plaats van toename van bewolking, neemt deze juist af en als we na 2.45 uur in het toeristische Allos aankomen is het er bloedheet en zonnig. We werken ons door een rommelmarkt in een straat waar geen enkele winkel is. Een straat hogerop blijkt de winkelstraat te zijn met een heuse supermarkt. Vanwege de lange dag en het onzekere weer wordt er snel boodschappen gedaan. Via een mooi beschaduwd bospad gaan we weer omhoog. Langs het pad staan Turkse lelies.
Als we na geruime tijd bij het bezoekerscentrum van het nationale park van de Mercantour aankomen, belanden we tussen honderden auto's. Allemaal mensen die naar het Lac d'Allos gaan. Wij dus niet. Op de splitsing zit een marmot veel misbaar te maken bij het zien van zoveel mensen.
Zodra we afgeslagen zijn, is de rust teruggekeerd en het landschap prachtig, terwijl het weer zich nog steeds goed houdt (bij het bezoekerscentrum voorspelde de meteo ook onweer). We proberen maar zo snel mogelijk de pas over te komen.
Zonder problemen bereiken we de Col de petite Cayolle, waar we zicht hebben op een prachtig blauw meer. Het is nu nog een klein stukje lopen naar de refuge, waar geen enkel leven te bekennen is. Als we vragen of we hier kunnen slapen, eten of kamperen is het antwoord 3 x negatief. De hut is volledig volgeboekt door automobilisten, die later die avond een goedkoop onderkomen vinden. We zijn flink moe; omdat het hier nationaal park is kunnen we niet vrij kamperen en het dichtstbijzijnde gehucht Bayasse is nog twee uur lopen van ons verwijderd. Dus worstelen we ons verder. Het dal waar we langs naar beneden lopen is landschappelijk niet onaardig. Halverwege wordt ons de weg versperd door een kudde schapen.
Het is niet verstandig er doorheen te lopen, want dan zien de honden je als een indringer en is een beet gauw opgelopen. Even wachten dus tot ze verder trekken. De energie is bij ons beiden nu wel opgebrand en alle gewrichten + rug en schouders doen pijn. We strompelen verder door het dal naar beneden.
Alpenakeleien proberen ons op te vrolijken.
Als we eindelijk is Bayasse aankomen zien we een familie in de tuin zitten en vragen waar de gîte is. Deze blijkt al twee jaar gesloten, maar de plaatselijke bakker (waar bevinden zich de mensen aan wie hij moet leveren?) heeft wel een paar chambres d'hôtes. We volgen de aanwijzingen om een smal paadje tussen tuinen te volgen dat later ophoudt en lopen over een akkertje naar een weg. Van hier is het nog een klein stukje. Nauwelijks zijn we bij het pand aangekomen en staan we onder de veranda of een onweer barst los. We danken de hemel dat we hier terecht kunnen; er is alleen nog een echtpaar op de motorfiets. Het gezin heeft twee kleine kinderen en pa en ma wonen ook in. Het hele pand is zo laag dat je overal gebukt moet lopen. De kamer en sanitair zijn prima. Hoewel we dat eerst niet begrepen, verwachten ze dat we een hapje met ze eten. Nadat de wijn en kaas naar binnen zijn, duiken we het bed in. Midden in de nacht worden we weer wakker van een zwaar onweer dat overtrekt.
zondag 13 juli 2008
We genieten van brood met rozijnen en abrikozen. Ook de jam mag er zijn. Nadat we zwaar gebukt met onze rugzak weer buiten staan,
zijn we weer snel op de route. Het onweer van vannacht speelt ons nu wel parten. Het paadje gaat door manshoog gras en struikgewas dat graag hun vocht aan onze kleding afgeeft. Binnen de kortste keren soppen we in onze schoenen in zijn we tot ons kruis doorweekt. Enige tijd later komen we op een breder pad en gaat het heel geleidelijk omhoog naar de Col de la Moutière (2454 m),
waar we nog een aantal SUV's zien die op weg zijn naar de Col de la Bonette met ruim 2800 m de hoogste autoweg van Europa en die recht boven ons ligt. Nu volgt weer een zeer geleidelijke klim langs een helling naar de Col de Colombart. De helling is zeer bloemrijk; het is weer genieten. Op de Col de Colombart (2539 m) besluiten we een kortere variant naar Bousiéyas te nemen om zo wat bij te komen van de vermoeienissen van gisteren.
Ook de afdaling is heel ontspannen. Even boven ons einddoel staan we oog in oog met een gems, die niet graag van zijn grazig plekje weggaat.
Bij de refuge aangekomen mogen we kamperen op een veldje er boven. Er zijn weinig egale plekjes en het er bezaaid met keien en het gras staat hoog. We zoeken een plekje dat we zorgvuldig van al het gesteente ontdoen.
Daarna gaan we wat drinken, pas vlak voor het avondeten mogen we de tent opzetten. Het eten is uitstekend, we zitten in het kleine vertrekje aan tafel met een franssprekende Canadees en Belg. Het gesprek tussen die twee gaat ons vaak te rap. Die nacht slapen we zeer goed, dankzij onze zorgvuldige voorbereiding, de dikke laag gras onder het grondzeil en de koude nacht.
maandag 14 juli 2008
We staan om zes uur op, want ons tentje moet voor zeven uur opgebroken zijn.
Mijn handen zijn verstijfd als ik de tent in de zak prop, het moet rond het vriespunt zijn. Als we op weg zijn hebben we ons goed ingepakt; er waait een stevige wind en de zon is nog achter de bergen. Het pad is gelukkig zo aangelegd, dat we de autoweg naar de col des Fourches (2261 m) vrijwel niet te zien krijgen. Op de helling heeft een herder zijn schapen in een soort kraal voor de nacht bijeengebracht.
Langzamerhand naderen we de col met zijn grote verlaten legerplaats.
We zullen tijdens onze tocht nog meer van zulke complexen tegen komen. Langs een geschutskoepel dalen we ruim 250 m af naar een riviertje. Op de steile oever staat een huisje dat bijna in de afgrond verdwijnt.
Er volgt nu een landschappelijk mooie klim naar de pas de la Cavale (2671 m).
Op de pas gekomen kan Lilian het niet laten de steenman nog iets hoger te maken.
We beginnen nu aan de lange afdaling naar Larche. Langs het pad staan grote plukken met blauwe gentianen.
Het is vandaag nationale feestdag en dat is te merken. Langs onze route liggen diverse meertjes en naarmate we dieper dalen, neemt het aantal toeristen toe. Langs de beek zijn de weiden steeds fraai gekleurd door bloemen.
Na drie uur dalen komen we uit op een grote parkeerplaats. Van hier gaat een smal asfaltweggetje naar Larche. Helaas moeten wij er ook gebruik van maken, terwijl die in beide richtingen druk bereden wordt. De camping blijkt een positieve verrassing. Hij is mooi aangelegd en heeft alle voorzieningen die wij wensen. Ons plekje is mooi met een fraai uitzicht.
Op het terras nuttigen eerst een biertje, eten bij de tent afgehaalde tartiflette en pasta en zelfgemaakte salade en nemen dan een ijsje op het terras. Na een kopje koffie bij de tent gaan we tevreden de slaapzak in.
dinsdag 15 juli 2008
Omdat er gisteren te veel inkopen gedaan zijn, bakt Lilian in alle vroegte wortel, tomaat en ui voor bij het ontbijt. In Larche ontmoeten we de Belg, waar we twee avonden tevoren mee aan tafel zaten. Hij moet opgeven wegens blessures en wacht op een taxi. Wij lopen naar een ravijn waar de eerste steile klim van 900 m begint. Na drie uur zijn we op de col de Mallemort (2558 m), waar we meteen weer zicht hebben op een verlaten kazerne
We dalen weer af tussen vele vlinders en waar we omhoog moeten, ploffen we neer voor de lunch. Het vervolg is erg grappig, je hebt totaal geen idee waar je naar toe gaat, tussen bergjes slinger je van links naar rechts totdat we totaal onverwacht op de col du Vallonnet (2504 m) staan. Er rest ons nog een anderhalf uur durende afdaling naar Fouillouse (1900 m). Tijdens de afdaling genieten we weer van de planten, zoals de vele uitgebloeide alpenanemonen met hun prachtige vruchtpluizen.
Dan is helling weer paarsblauw van de geraniums.
Iets lager staan nog wat geschutskoepels, waar je via een onderaardse gang naar toe kan komen.
Fouillouse bestaat uit één straatje. Lilian wil wild kamperen, ik geef de voorkeur aan een gîte om mijn heupen wat te ontzien en krijg deze keer mijn zin. Aan het eind van het gehucht staat de vrij grote gîte met prima douches. Tijdens de maaltijd zitten we samen met een Brabants echtpaar. Het is wel weer lekker om Nederlands te kunnen praten. Het eten is goed, maar om negen uur worden we de eetzaal uitgejaagd. Rest ons het bed, maar een paar jongeren buiten houden ons voorlopig uit de slaap.
Voor het vervolg van de tocht: gebruik de onderstaande link.
http://leendertreudlertalsma.blogspot.nl/2014/03/08-07-16-mfr-gr-5-la-grande-traversee.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten