zaterdag, 11 september 2010
Dit jaar hebben we Groningen uitgezocht voor Monumentendag . We vinden dit elk jaar weer een feest, omdat je op zo'n dag geweldig veel kan zien en veel te weten kan komen van een leger van enthousiaste vrijwilligers. Het is wel een lange treinreis, wat niet meevalt als je de vorige avond laat thuisgekomen bent van een overigens prachtig Brahmsconcert. Maar om een uur of elf staan we dan toch voor de Aakerk.
Het is één van de twee overgebleven middeleeuwse kerken in Groningen. De torenspits
is zeer opvallend. In 1671 ging de oorspronkelijke toren in vlammen op. In 1710 stortte de herbouwde toren spontaan in en viel in de kerk. Beide gebeurtenissen hadden ook ingrijpende gevolgen voor het orgel. Bij de brand van 1671 ging het monumentale orgel verloren. De beroemde
orgelbouwer Schnitger kreeg toen de opdracht een nieuw orgel te bouwen. De orgelbouwer zelf vond het het mooiste orgel wat hij gebouwd had. Helaas stortte de toren kort na de voltooiing in en nam het orgel mee in zijn val. Later heeft men het eenvoudigere Schnitgerorgel uit de nu verdwenen Broerekerk in deze kerk weer herplaatst en wordt momenteel gerestaureerd.
Bij de restauratie van de kerk vond men aanwijzingen dat er nog een orgel in de kerk was geweest. Op die plaats heeft men nu een orgel uit 1550 opgehangen.
Het hing oorspronkelijk in de Martinikerk van Bolsward. Helaas is het orgel niet meer compleet en is dus nu niet bespeelbaar. Het schip van de kerk is 26 m hoog, dat is zelfs hoger dan het schip van de veel grotere Martinikerk.
Hier en daar zijn mooie schilderingen op de gewelven aangebracht.
Het koor is even hoog als het schip en heel fraai.
Omdat men later een kooromgang maakte, kwam de tweede rij ramen naast het dak boven de gewelven te liggen en werden daarom dichtgemetseld en werd het koor verhoogd zodat er weer een rij ramen kon worden aangebracht. We gaan nu een deel van de kerk verkennen dat we nog niet kunnen zien. Via een deurtje in één van de pilaren komen we op een piepkleine wenteltrap met minuscule treetjes.
Zo komen we uiteindelijk boven de kooromgang uit. Interessant is om van hieruit de dichtgemetselde
ramen te bekijken. Dit was vroeger de buitenmuur, dus keurig gemetseld. Alleen het metselwerk van de dichtgemaakte ramen is niet netjes afgewerkt omdat zie niet meer in het zicht kwamen.
We lopen via allerlei houten loopbruggen boven de gewelven de hele kooromgang rond. Hier is weer
een wenteltrap die ons boven de gewelven van het koor en schip brengt.
Tussen de balkconstructies hangen overal lampen met blauw licht om boktorren te vangen. In een
gewelf van het schip zit een vrij groot rond luik. Door de opening kijken we 26 m lager.
Daarna gaan we weer terug en luisteren nog even naar de orgelrestaurateur die over de problemen bij de restauratie verteld. Vervolgens naar de andere, grotere en oudere middeleeuwse kerk, de Martinikerk met de bekende Martinitoren. In het schip staat een van oorsprong heel oud orgel dat door Schnitger voornamelijk tot zijn huidige staat is gebracht. Het is nu één van de beroemdste barokorgels in de wereld.
Evenals bij de Aa-kerk bevindt zich tussen het schip en het koor een afscheiding.
Het koor doet denken aan dat van de Aa-kerk.
Het heeft alleen hier sterk opvallende blauw geverfde gewelven en de dichtgemetselde ramen zijn hier voorzien van schilderingen. In het koor staat ook een orgel van Le Picard uit1742.
Op een verdieping bevindt zich de Federicikamer met mooi beschilderde gewelven.
Eveneens op die verdieping bevindt zich de vroegere librije.
We kunnen ook met een wenteltrap (veel ruimer dan in de Aa-kerk) boven de kooromgang komen. Hier kunnen we ook nog een stuk romaans muurwerk zien uit 1220.
Waar de bovenkant van de kooromgang aansluit op de rest van de kerk is een luik en kunnen we een blik naar beneden werpen.
Hier is ook duidelijk te zien dat dit deel van de kerk een driebeukige hallenkerk is. We gaan nu naar de toren. De eerste stop is op de luidzolder. Door de vloer zien we dat we al een aardig eindje boven de ingang zitten.
Alle aanwezigen worden uitgenodigd om hier de zeven zwaarste klokken van de toren in beweging te zetten. De zware touwen verdwijnen door de volgende verdieping naar de klokken.
Het resultaat van alle inspanning is een oorverdovend geluid. Ik doe maar gehoorbeschermers op. Van de luidzolder heb je ook een mooi gezicht op de gewelven van het schip.
Via de wenteltrap gaan we verder naar de klokkenzolder.
De Salvatorklok is 8000 kg en 2,32 m diameter en kon vroeger alleen door twaalf sterke mannen in beweging gebracht worden.
In 1995 zijn nog 4 nieuwe luidklokken toegevoegd. Op de foto de Martinusklok boven de Salvatorklok.
Nog weer hoger komen we op de eerste trans. Van hier uit kijk je boven op de kerk
en het er achter gelegen provinciehuis dat nu gedeeltelijk in de stijgers staat. Het koor lijkt net een apart bouwwerk. Niet ver ernaast ligt de Prinsenhof.
Dit van oorsprong in de 11e eeuw opgerichte gebouw was later ook residentie van de Friese Nassaus. Overigens verbleven ze meer in Den Haag en Leeuwarden. We gaan nog een stuk hoger de toren in totdat we in het domein van de stadsbeiaardier komen. Elk kwartier speelt het carillon een ander
wijsjes, maar die zijn op een grote metalen rol voorgeprogrammeerd.
De beiaardier vertelt ons veel en speelt vele werken voor ons.
Als we weer op de begane grond zijn lopen naar het provinciehuis. In de zalen van provinciale staten
en gedeputeerde staten bevinden zich monumentale schouwen met een groot schilderstuk erboven.
In de schouwen zelf zijn vele antieke tegels aangebracht.
De vroegere binnenplaats is met een moderne overkapping wind- en weerdicht gemaakt.
Het enorme gebouw heeft vele fraaie gevelpartijen.
Nu is de Nieuwe Kerk aan de beurt. Deze kerk werd in 1660 in de nieuwe stadsuitbreiding gebouwd in de vorm van een Grieks kruis. In de hoeken van het kruis werden drie woningen gemaakt. De kerk bezit een Timpe orgel.
De preekstoel is rijk bewerkt.
Ook hier beklimmen we de toren. We hebben hier een mooi uitzicht op de Aa-kerk,
Universiteitstoren
en de Martinikerk.
Aan het eind van de dag brengen we nog een bezoek aan de doopsgezinde kerk. Vroeger waren er 6 verschillende doopsgezinde kerken in Groningen. Door de steeds verdergaande ontkerkelijking hebben de gemeenten hun geschillen overboord gezet en zijn nu verder gegaan als verenigde doopsgezinde kerk. De kerk is van oorsprong een schuilkerk en was vanaf de weg niet zichtbaar. We krijgen een lezing over de geschiedenis van de kerk. De kerk is recentelijk grondig verbouwd. Galerijen zijn gesloopt (o.a. de wezengalerij). Het Timpe-orgel bleek na de tweede wereldoorlog door vele veranderingen (o.a. onderdelen uit een bioscooporgel) nauwelijks nog bespeelbaar. Het is nu vervangen door een nieuw Marcussenorgel.
De vroegere organist geeft nog een klein concert. Rest ons nog de terugreis.