Zondag 20 mei 2001, Visé -
Wégimont 24 km (Verslag van Lilian)
Meiweer wil zeggen een stralende zon. Net als vorig jaar in Engeland, is er ook nu geen wolkje aan de lucht. Maar deze keer geen Zwitserland of Alpes Maritiemes, maar de gewone Belgische Ardennen en Luxemburg. Na een halfslapende treinreis van drie uur van Gouda naar Visé en een kopje espresso van een kwartier is het tijd voor de GR 5. Het is nu kwart voor elf en we verlaten het terras aan de drukke weg in het naargeestige Visé. De route naar Dalhem langs de Berwinne en met uitzicht op kasteel Cromwé is mooi,
het plaatsje zelf heeft veel historie, maar we zijn nog het meest bevreemd door het wandelen in de weilanden bij de koeien. Na al de MKZ perikelen een waar genoegen. De weidse blikken over de akkers en weilanden geeft de tocht een hoog Engeland gehalte. Er bloeit van alles: grote maagdenpalm, fluitenkruid, ereprijs en véél boterbloemen.
Na St. Remy dalen we steil af naar het
riviertje de Julienne. Het bosonderhoud maakt het tot een wandeling
met hindernissen. We dwarsen een weg, kruisen een rivier en maken vele
kilometers. Best vermoeiend op de eerste dag. De route maakt
rare kronkels, vooral als blijkt dat Leendert een bladzijde heeft
overgeslagen. Dachten we er bijna te zijn, moeten we nog vier
kilometer lopen voor we ons einddoel, de domeinen van Wégimont,
bereiken. Over het terrein met kasteel, zwembad, vijver, kapel
en véle uitgelaten mensen bereiken we de camping. Wij zijn het enige tentje tussen de caravans. Omdat de kantine alleen gehaktbal en croque monsieur serveert (omissie in het GR-boekje), verzoenen we ons voorlopig met een witbiertje. Van de noodmaaltijd (gierst, zuidvruchten en noten), kaas, een appel en de venkelknol maken we een goed vullende maaltijd. Natuurlijk heb ik weer te weinig dressing gemaakt.
en véle uitgelaten mensen bereiken we de camping. Wij zijn het enige tentje tussen de caravans. Omdat de kantine alleen gehaktbal en croque monsieur serveert (omissie in het GR-boekje), verzoenen we ons voorlopig met een witbiertje. Van de noodmaaltijd (gierst, zuidvruchten en noten), kaas, een appel en de venkelknol maken we een goed vullende maaltijd. Natuurlijk heb ik weer te weinig dressing gemaakt.
We worden omringd door Nederlanders,
sommige natuurlijk aan de barbecue! Na een praatje met Marie-Louise
tijdens de afwas, nodigt echtgenoot Bert, van de overkant, ons uit
voor een kopje koffie, die we graag aannemen. En zo zitten we even
later op een
echte campingstoel te vertellen over onze vakanties. Ook Bert en
Marie-Louise gaan graag wandelen, al gaan ze niet (meer) op stap met
de rugzak.
Net voor het donker maken we nog een
wandeling naar het kasteel met een mooi aangelegde tuin. Weer in de
tent horen we alleen nog dreunende muziek uit het kasteel komen. Er
is blijkbaar een feestje aan de gang.
Maandag 21 mei 2001, Wégimont -Spa 33 + 3 km
We krijgen vandaag een pittige tocht
van 33 km, omdat we afhankelijk zijn van de campings en in acht dagen
de hele route willen volbrengen. Maar nu zitten we nog even heerlijk
te ontbijten op een bankje met uitzicht op het kasteel en in de zon.
Ik heb heerlijk geslapen, maar Leendert had last van het discogedreun
uit het kasteel. Op de camping heb ik nog geen levende ziel gezien.
Maar wat wil je; het is pas halfzeven. Ik heb wel een eekhoorntje
gezien!
We lopen deze eerste twee dagen door
het land van Hervé. De GR 563 en GR 5 lopen tot in Grihanster
gelijk. De veld- en holle wegen maken het typisch Zuid-Limburg. Al gauw zijn we in Oine, waar de route ietwat is gewijzigd. Wij
volgen de markering. De vitrine van een bakker noodzaakt tot stoppen.
Aangezien we geen brood nodig hebben, nemen we een appeltaartje mee,
om die even later, na een steile klim bij Grihanster, bij de koffie
te verorberen. Maar we moeten verder. Er zijn nog vele kilometers te
gaan en Maria staat op ons te wachten.
Hoewel bang voor de boer, lunchen we
aan de rand van een gemaaid veld. Een boom beschermt ons tegen de
zon. We hebben veel te weinig waterflessen bij ons en moeten
bijtanken. Even later komen we aan in Banneux, dat wil zeggen: op de
plek waar Maria is verschenen. Zelfs op deze maandag is het
overspoeld door zestigplus dames. Ze bidden of bestellen een mis. Als
ik vraag om drinkwater, word ik naar de bron gestuurd. Aangezien ik
die niet kan vinden, en we veel te veel tijd verspild hebben, gaan we
voort. Hopelijk is er in La Reid een bron.
De Gr 5 maakt een gigantische lus.
Niet extreem mooi, maar onze GR-regels maken geen discussie mogelijk.
We zien blauwe rapunzel, blauwe smeerwortel en salomonszegel.
Rekening houdend met het dicht zijn van horeca op maandag, bereiken we La Reid en zijn o zo blij met een open terras. Moe ploffen we
neer. Vocht wordt aangevuld met ijsthee of een cassis.
De fles wordt gevuld met water. Kom we moeten verder.
Leendert heeft een chocodip. Hij heeft
last van knie, voeten en rug. Chocola moet genoeg zijn tot Spa. Via
een mooi kronkelend pad, langs een riviertje en over vele
boomwortels, na het zien van een eekhoorn én over een lange
asfaltweg met vele villa's, waarvan de helft te koop staat, horen we
de kermisgeluiden van Spa. Navraag leert dat de camping nog ongeveer
1 1/2 km lopen is. Het is al zeven uur, zodat we maar eerst een
restaurant binnen stormen. De Old lnn serveert een karig maal: een
trio van asperges betekent inderdaad drie asperges. Ik voel me zeer
veel onrecht aangedaan. Arme Leendert. Zit hij weer met een
chagrijnige Lilian. Dan nog maar een ijsje.
Langs een lánge kaarsrechte asfaltweg
omhoog (die we morgen weer omlaag moeten lopen) zijn we dan eindelijk
op de camping. We zetten de tent op. Leendert vindt in de
vuilnisbak een afgeschuurd boekje van de GR 5. Wij duiken al snel in
bed, gek wordend van de knutjes.
Dinsdag 22 mei 2001 Spa - Vielsalm 34 km
We beginnen met een meevaller. De
weinig aantrekkelijke afdaling naar Spa en de weinig aantrekkelijke
stijging uit Spa, slaan we over. 200 m vanaf de camping is een zijweg
die ons in korte tijd leidt naar het mooie stuk van de GR 5. Dat
scheelt twee kilometer van de GR en dat kunnen we wel missen op deze
zware, zware dag van 34 km.
Wij hebben geen tijd! Ook het restaurant ligt te ver van de route, maar ik klaag niet met dit mooie weer. Bovendien is onze eigen espresso veel lekkerder en hebben we ook nog een stuk appeltaart. Tijdens de lange afdaling naar Ruy
maken we een pitstop. Dan is het weer steil stijgen, bochten en dwarsen naar Stavelot. Bij een bankje is het alweer lunchpauze. Het bankje zit van geen meter. We leunen tegen een boom, de voeten omhoog tegen een helling. Eigenlijk best lekker. We maken een boodschappenlijstje.
Via een spannende spoortunnel stappen we Stavelot binnen.
In een grote Spar kopen we vers spul. Het brood snijden we zelf met de machine. In het postkantoor kan ik eindelijk de verkreukte kaart voor lna's verjaardag posten. Weer geen tijd voor een terrasje. We lopen langs de beroemde Abdij in renovatie. In oktober is hij klaar.
In een grote Spar kopen we vers spul. Het brood snijden we zelf met de machine. In het postkantoor kan ik eindelijk de verkreukte kaart voor lna's verjaardag posten. Weer geen tijd voor een terrasje. We lopen langs de beroemde Abdij in renovatie. In oktober is hij klaar.
En weer stijgen,
bochten en dwarsen. Het is benauwd, veel zon en weinig wind. De weg is lang, lang, lang. Het mooie Natuurvriendenhuis "Les Gattes" in Logbiermé is dicht. Dan maar in het grote sparrenbos een kopje thee. Nu is het alleen nog maar afdalen over lange rechte boswegen. Het vleugje wind maakt het aangenaam. Eindelijk is Vielsalm in zicht. Sunparks blijkt een eenheidsworst-gezinsbungalowpark. Ik wist zeker dat het onze camping was. Foutje.
bochten en dwarsen. Het is benauwd, veel zon en weinig wind. De weg is lang, lang, lang. Het mooie Natuurvriendenhuis "Les Gattes" in Logbiermé is dicht. Dan maar in het grote sparrenbos een kopje thee. Nu is het alleen nog maar afdalen over lange rechte boswegen. Het vleugje wind maakt het aangenaam. Eindelijk is Vielsalm in zicht. Sunparks blijkt een eenheidsworst-gezinsbungalowpark. Ik wist zeker dat het onze camping was. Foutje.
Op de camping ontmoeten we eindelijk
andere wandelaars en twee fietsende ouderen. Mr. Bonny, de
campingbeheerder is niet aanwezig. Wij eten in de stad bij mijn
favoriete restaurant, met uitzicht op de Salm. Ik heb een nieuw
scheldwoord voor Leendert: PUTKOP.
Woensdag 23 mei 2001 Vielsalm -
Burg Reuland 27 km
Voor onze tent zitten we in de zon.
Even dan, want hij verdwijnt weer achter de bomen. Het brood van
gisteren is oud. De tenten om ons heen vertonen geen enkele
activiteit. We proberen de buitentent nog een beetje te drogen. Wanneer we om kwart voor acht vertrekken, is er al
wat meer leven en maken we nog een praatje met twee vijftigplus
fietsers, die op weg zijn naar Santiago, en een wandelaar. Mister
Bonny is nog steeds afwezig en wij verlaten de camping zonder
betalen. Proletarisch kamperen heet dat.
De bakker bij de Spar trakteert op
pruimenplum gebak. Goed stevig. Leendert sjouwt het gebak over de
lange stijgende asfaltweg, het steenslagpad en het
kronkelend paadje naar Commanster. Hier moet horeca zijn en dus
houden we nog even vol. Maar het bord bij het Chateaux, wijzend op
een restaurant, is overwoekerd en niets op de binnenplaats wijst op
horeca. De ranch met café, één kilometer verder, is weinig
aantrekkelijk én gesloten. Nog een halve kilometer over asfalt,
ploffen we neer in de berm, Leendert zet koffie en wij
verorberen het gebak. Ik ben onaangenaam verrast door drie teken. Ik
verwijder ze met mijn nagels, maar het blijft ietwat jeuken.
Het is vandaag een saaie tussendag.
Het lijkt wel of we alleen over asfalt lopen. (Nader onderzoek leert
dat dit zo was.) Ook de weg door het bos is asfalt. Onverharde
paadjes
links en rechts, laten we links
liggen. Leendert heeft het daarom niet naar zijn zin. Zijn rug doet
pijn, zijn knie en voeten. De motivatie moet uit een ander vaatje
getapt worden. Zou een extra napoleonnetje helpen?
Ook de volgende rust is een plekje in
de berm. We nemen een lange pauze, half in de zon, half in de schaduw
slapen een hazenslaapje. We hebben min of meer de tijd aan onszelf.
Vandaag maar 27 km. Het laatste stuk lopen we over de een verharde
weg tussen de akker- en weilanden. Overal zijn tractors aan het werk
het hooi te maaien. In de verte is een wit kerkje zichtbaar. Burg Reuland?
Tegen vijven is dan eindelijk horeca
in zicht. Het witte kerkje is achter de bomen verdwenen. Op het
terras van Pension Reuland is nog één tafeltje vrij. Doe ons maar
een Hoegaarden!
De route maakt nog een kronkel langs
de burcht Burg-Reuland, die enige tijd geleden gerestaureerd is.
Nu op zoek naar de camping. Ik moet Leendert voortduwen. Aan de hoofdweg wordt het al duidelijk: er is geen camping. Dit wordt nog eens bevestigd door het foldertje van de VVV. Met andere woorden: de informatie in het GR-boekje klopt niet. Ik denk aan wildkamperen (misschien vragen in een café), maar Leendert heeft al visioenen van een echt bed. Laten we bij het pension eens vragen of ze nog een kamer hebben en anders mogen we misschien de tent opzetten. Maar het hoeft niet. Even later hebben we een nette kamer met douche en WC. We kunnen alleen à la carte eten en zo zitten we even later, na een douche, in het restaurant. Mijn rode kousenvoeten worden "bewonderd" door de andere gasten. Het gezelschap bestaat voornamelijk uit dikke dames en heren van vijftigplus. In de veranda vermaken we ons met een potje scrabble. En mijn werkboek Persoonlijke Effectiviteit, waar ik depressief van word. Maar de echte domper komt, als blijkt dat we pas om halfnegen kunnen ontbijten. Ik had me nog zo goed voorbereid. Waar is mijn assertiviteit!?
Nu op zoek naar de camping. Ik moet Leendert voortduwen. Aan de hoofdweg wordt het al duidelijk: er is geen camping. Dit wordt nog eens bevestigd door het foldertje van de VVV. Met andere woorden: de informatie in het GR-boekje klopt niet. Ik denk aan wildkamperen (misschien vragen in een café), maar Leendert heeft al visioenen van een echt bed. Laten we bij het pension eens vragen of ze nog een kamer hebben en anders mogen we misschien de tent opzetten. Maar het hoeft niet. Even later hebben we een nette kamer met douche en WC. We kunnen alleen à la carte eten en zo zitten we even later, na een douche, in het restaurant. Mijn rode kousenvoeten worden "bewonderd" door de andere gasten. Het gezelschap bestaat voornamelijk uit dikke dames en heren van vijftigplus. In de veranda vermaken we ons met een potje scrabble. En mijn werkboek Persoonlijke Effectiviteit, waar ik depressief van word. Maar de echte domper komt, als blijkt dat we pas om halfnegen kunnen ontbijten. Ik had me nog zo goed voorbereid. Waar is mijn assertiviteit!?
Donderdag 24 mei 2001 Burg Reuland
- Dasburg 26 km
Eén, ik ben altijd vroeg wakker;
twéé, we hebben een lange tocht te gaan en drie het is zo warm. Ik
wil gewoon vroeg vertrekken. Dan mag ik toch wel even chagrijnig
zijn?
Ik sluimer nog wat in het gekuilde
bed. Een korte douche en inspectie van de tocht. Ontbijt met Frische
Kaiserbrötchen. We betalen en dalen af naar het centrum van het
plaatsje. Het is heerlijk warm en bewolkt. Vandaag lopen we eindelijk
veel door bos en dit keer veel half verhard. We beginnen met een
rondje om de Rotheckberg met een terugblik op Burg-Reuland
en koffie in de schaduw van een boshut. Er zijn veel Hemelvaartwandelaars op pad. Er verschijnen af en toe gele bollen als routemarkering: we naderen Luxemburg. In Ouren komen we bij de St Peterskirche en de wit-rode markering leidt ons via de kruisweg, naar de top van de heuvel, een grote grasvlakte. We zitten boven Ouren, maar kunnen het niet zien.
Een zeer geschikte lunchpiek. Twee Nederlandse jongens passeren ons. We maken een praatje, om ze die dag nog vele malen te ontmoeten.
en koffie in de schaduw van een boshut. Er zijn veel Hemelvaartwandelaars op pad. Er verschijnen af en toe gele bollen als routemarkering: we naderen Luxemburg. In Ouren komen we bij de St Peterskirche en de wit-rode markering leidt ons via de kruisweg, naar de top van de heuvel, een grote grasvlakte. We zitten boven Ouren, maar kunnen het niet zien.
Een zeer geschikte lunchpiek. Twee Nederlandse jongens passeren ons. We maken een praatje, om ze die dag nog vele malen te ontmoeten.
Ouren herinnert me aan de lrish Pub,
waar we een aantal jaren geleden tijdens de Pasen met de NKBV zo
heerlijk gegeten hebben. Alle restaurants zaten toen vol en we hadden
het opgegeven. Gelukkig kon Leendert zich een pub herinneren en zo
konden we toch nog genieten van een gezellige diner.
Nu kopen we alleen een blikje fris. Ik
kijk nog even om het hoekje of de Pub nog bestaat. Het bord is er nog
wel, maar of het nog open is? We lopen verder naar het
Drielandenpunt. Helaas even over asfalt, voorbij geraasd door auto's
en motors, hoewel er genoeg ruimte is voor een mooi voetpad. Dit zou
de VVV van Ouren beter hebben kunnen organiseren. Bij het
drielandenpunt werpen we een vluchtige blik op het Europadenkmal, ter
herinnering aan het Verdrag van Rome tussen België, Frankrijk,
Duitsland, Luxemburg en Nederland. Langs de Our, die we vandaag niet
meer verlaten vervolgen we onze weg.
Eerst nog even over asfalt, waarbij we een lint van geblinddoekte mensen passeren, en dan al kronkelend over rotspaadjes, op en af, op en af, op en af.
De markering is inmiddels definitief veranderd van het witrode vlaggetje naar een gele bol. Luxemburg is een eigenwijs land. Om vier uur maken we een stop bij de Camping van Tintesmillen voor een thee en cassis. De twee jongens zijn er weer. Om vijf uur nemen we nog een soepje, want we zijn er nog lang niet. De twee Nederlandse jongens én twee Nederlandse dames passeren ons. Zeven uur ploffen we neer op het terras bij de Brug naar Dasburg. En ja hoor, daar zitten zij ook weer. Wij willen eerst wat eten voor we naar de camping gaan, maar zij willen nog naar Unter/Obereisenbach. Minstens zeven kilometer. Hoewel moe, willen ze liever 's avonds lopen. Voor ons is dit geen alternatief, omdat we brood moeten kopen.
Eerst nog even over asfalt, waarbij we een lint van geblinddoekte mensen passeren, en dan al kronkelend over rotspaadjes, op en af, op en af, op en af.
De markering is inmiddels definitief veranderd van het witrode vlaggetje naar een gele bol. Luxemburg is een eigenwijs land. Om vier uur maken we een stop bij de Camping van Tintesmillen voor een thee en cassis. De twee jongens zijn er weer. Om vijf uur nemen we nog een soepje, want we zijn er nog lang niet. De twee Nederlandse jongens én twee Nederlandse dames passeren ons. Zeven uur ploffen we neer op het terras bij de Brug naar Dasburg. En ja hoor, daar zitten zij ook weer. Wij willen eerst wat eten voor we naar de camping gaan, maar zij willen nog naar Unter/Obereisenbach. Minstens zeven kilometer. Hoewel moe, willen ze liever 's avonds lopen. Voor ons is dit geen alternatief, omdat we brood moeten kopen.
We nemen afscheid, eten een simpele
salade en macaroni met een ijsje van B- kwaliteit. Voor ons zit een
groepje Brabantse jongens en één meisje. Duidelijk van een andere
"kwaliteit". Ik bedoel, het
motorrij-bier-friet-hardrocktype. Leendert informeert bij de cafébaas
nog even naar de boodschapmogelijkheden in Dasburg, maar die blijken
er niet te zijn, alleen een bakker. Iedereen doet boodschappen in
Manderscheid, 5 km verderop. Dan maar morgenvroeg naar het
tankstation.
Wij steken de Our over naar de
camping. Het is een mug- en mutvolle familiecamping met lastige
voetballende jochies. Als ze onze tent belagen, worden ze streng door
Leendert toegesproken en verdwijnen naar een andere plek. Er wordt
een kampvuur gestookt en het is rumoerig tot diep in de nacht.
Vrijdag 26 mei 2000 Dasburg -
Vianden 30 km
Na veel gedraai staan we op. Het is
een heel eind lopen naar het toiletgebouw. Er is wederom geen mens te
bekennen. De tent is nat, maar op de zon kunnen we nog lang
wachten. We staan in de Ourvallei welke wordt omsloten door hoge
bergruggen en hoge bomen. Ontbijt met tuttifrutti, een appel en nog
steeds oud brood. Om acht uur staan we in de winkel van het
benzinestation voor vers brood. Best duur (fl. 4,50).
En nu echt op weg naar Rodershausen,
waar ik 21 jaar geleden met Anneke, Kittie en Marion met vakantie ben
geweest. Toen niet zo'n succes: er was niets te doen, veel regen en
te gewone fietsen voor de steile hellingen van Luxemburg. Nu zie ik
in de verte het huis liggen. Van de rest in de omgeving kan ik me
weinig herinneren.
We worden getrakteerd op een steile
klim naar Geislay. Een verwarmend klimmetje op de vroege morgen. De
zon doet zijn best, maar het loof beschermt ons. Het weer is
benauwender dan gisteren. Op de top zouden we van uitzicht moeten
kunnen genieten, maar de bomen staan wat in de weg. Weer terug bij de
rivier hebben we een paar mooie doorkijkjes.
Inmiddels is de groene driehoekmarkering
van de Ardennen-Eifel route erbij gekomen. Weer zo'n route die wij
een keertje willen gaan lopen. Een stukje hebben we (toevallig) al
met Pasen gedaan. In Obereisenbach strijken we neer op een
schaduwrijk plekje op het terras van pension "Die Alte
Kappelle". De pensionhoudster heeft rabarbertaart gebakken.
Leendert klaagt dat Nederland niet zo'n bakcultuur heeft, waarop ik
natuurlijk de Limburgse vlaai moet verdedigen. Nog lang geen zin om
te vertrekken. Een club toerfietsen arriveert met de auto en nemen
met hun fietsen het hele terras in beslag. Aso's.
Een grappig paadje achterlangs leidt
ons verder. We raken het spoor bijster. De beschrijving wijst naar
rechts en de markering naar links. We gaan eerst linksaf, maar
besluiten toch het boekje te volgen en gaan terug, met het risico dat
een brug verdwenen is. We komen in een heel mooi valleitje terecht
en we kruisen het beekje zonder problemen. We lopen langs de andere oever, om even later op dezelfde hoogte uit te komen.
en we kruisen het beekje zonder problemen. We lopen langs de andere oever, om even later op dezelfde hoogte uit te komen.
Onze leidraad voor vandaag is de N10,
de doorgaande autoweg naar Vianden. We lopen steeds een stukje over
de N10 (Dit is niet leuk!) om vervolgens via een zijpad in het bos
steil omhoog te klimmen via leuke smalle paadjes en weer af te dalen
naar de N10 over verharde of halfverharde wegen. Op naar Wahlhausen,
af naar Gemünd, op naar het bos, af naar Lachebierg, op naar het
bos, af naar Stoizembourg. God, wie heeft dit bedacht?
Soms verwens ik de GR 5. Waarom op het
heetst van de dag een klim over asfalt naar 499 meter? Eenmaal in
Wahlhausen is het een geweldig uitzicht van 360 graden.
Deze keer vergeef ik de GR-bedenkers. We kijken voortdurend uit op Duitsland aan de overzijde van de Our; beneden ons en volgend doel is Gemuend.
We dalen weer geleidelijk af en zodra we in het bos zijn en een aantrekkelijke plek zien, wordt de zitlap, de mok, het brood en beleg uit de rugrak gehaald. Schoenen uit en de inwendige mens voeden. Na twee kontjes oud brood, is het benzinestationbrood, een meergranenbrood met pitten extra ZALIG!
Deze keer vergeef ik de GR-bedenkers. We kijken voortdurend uit op Duitsland aan de overzijde van de Our; beneden ons en volgend doel is Gemuend.
We dalen weer geleidelijk af en zodra we in het bos zijn en een aantrekkelijke plek zien, wordt de zitlap, de mok, het brood en beleg uit de rugrak gehaald. Schoenen uit en de inwendige mens voeden. Na twee kontjes oud brood, is het benzinestationbrood, een meergranenbrood met pitten extra ZALIG!
Op een verlaten terras (waar zijn die
Hemelvaartgangers?) bestelt Leendert een limo en bier; ik een
ijsthee. De vrouw sloft moeizaam naar buiten. Leendert ziet het niet
meer zitten om naar Vianden te lopen, maar komt niet met een goed
alternatief. Hij weet dat we anders morgen een flinke trip moeten
maken én op tijd moeten zijn voor de trein naar Visé. Dus gaan we
maar weer. Ik vul nog even de flessen aan de dorpspomp.
Een gemene stijging van 250 m met
tussendoor ook nog een fikse daling van 50 m (ik hoop dat Leendert
niet chagrijnig is) brengt ons naar de Niklausberg. Ik ben wat
teleurgesteld, want er is een grote weg en we kijken tegen de 25 m
hoge zijkant van het grote waterreservoir van Vianden aan, waarvan de
generator voortdurend een eentonig geluid produceert. Op het terras
van de vernieuwde houten "berghut" geniet ik van een
biertje en Leendert van zijn limo en bier. Het mag.
Het is al halfzes en we hebben nog
slechts één klim voor de boeg. We lopen verkeerd. Misleid door de
beschrijving in het boekje ("Vlakbij het benedenbekken rechtsaf
een ruime bocht naar links omheen een elektriciteitscentrale maken.")
maken we een bocht naar links, waardoor we vastlopen op de gesloten
hekken van de centrale. De vele markeringen op de boom maakten het
ook niet duidelijk. We keren terug en vinden de juiste weg met de
centrale aan onze linkerhand.
Het doel is nu Kapel
Bildschen. Weer klimmen en nog eens 9 minuten klimmen naar het
uitzichtspunt bij de schuilhut. Het is al kwart over zeven. Een
slokje water en weer vrolijk verder. Nu alleen nog maar afdalen.
Dankzij de avondzon hebben we een schitterend uitzicht op de immense
burcht van Vianden.
In de oude bovenstad duiken we het
eerst beste restaurant in. Een gelukkige gok, want ze hebben een
heerlijke salade Nicoise en tuttifrutti ijs. Tien voor tien zijn we
op de camping. Het kantoor is nog net open. De zeer vriendelijke
Belgische beheerder laat ons kiezen uit de laatste twee vrije
plekjes. Na de rumoerige nacht in Dasburg vrees ik het ergste. Maar
de beheerder is duidelijk: elf uur moet alles rustig zijn. We vinden
een mooie plek. We kunnen niet meer douchen, want om proletarisch
douchen (door illegale kampeerbuskampeerders op de nabij gelegen
parkeerplaats) te voorkomen, is er geen warm water van tien uur
avonds tot acht uur 's ochtends. Ik bel met Anya om definitief voor
zondag af te spreken. Als we dan in "bed" liggen, horen we
inderdaad geen radio. Afgezien van twee drukpratende Nederlandse
stellen is het een en al rust.
Zaterdag 26 mei 2001 Vianden -
Diekirch - Moelingen 18 + 5 km
De dag begint traditiegetrouw met
plassen. Leendert ruimt de slaapzak en matjes op en ik maak het
ontbijt klaar. De tent staat op de meest perfecte plek in de zon en
droogt snel. Om kwart voor acht is alles ingepakt en lopen
we langs de Our naar het centrum van Vianden voor het pinnen van geld
en nog wat boodschappen. Een lange rij bij de bakker voor
croissantjes en harde broodjes. Buiten, in de vensterbank liggen de
broden voor de vaste klanten.
Na een uur lopen, onder
andere over een voormalige spoorlijn, nu omgebouwd tot fietspad,
ontmoeten we weer de Nederlandse jongens. We lopen samen verder Ze
zijn eergisteren na Dasburg al snel (na één km) gestrand op een
camping. Gisteren zijn ze om negen uur aangekomen in Vianden. We
wisselen onze vele vakantieverhalen uit. Hun tempo ligt een stukje
hoger dan de onze, maar toch hebben zij over de hele tocht één dag
langer gedaan. Ze willen nu de trein van drie uur halen. Wij
genieten. Bij onze koffiepauze met Viandense vlaai nemen we
definitief afscheid. Vandaag al twee plus drie GR 5 wandelaars
gezien. Leendert constateert een duidelijke verandering in flora. We
(= hij) ziet drie soorten orchideeën, de mannetjes orchis, de
vogelnestorchis en het wit bosvogeltje. Daarnaast ook nog de
pekanjer, de nachtsilene en heelblaadjes.
Na nog één klim, één vergissing en
één lange asfaltweg, nadert het einde. De N19 moet ons naar
Diekirch brengen. We willen in een restaurant warm eten, zodat we
vanavond niet meer op zoek hoeven. Maar we hebben geen geluk. In
Gilsdorf is alleen een café. De doodsaaie, twee kilometer lange weg
naar Diekirch in de benauwende zon, lijkt oneindig. Toch bereiken we
het plein in Diekirch, waar nog één tafeltje vrij is. We kruipen
dicht bij elkaar om toch nog onder de parasol te kunnen zitten. Het
is eindeloos wachten op de bediening. Tijd genoeg om verveelde mensen
te bekijken. Ik vraag me af wat ik zou doen als ik niet van wandelen
en avontuur zou houden.
Drie uur op het perron van Diekirch.
De jongens hebben waarschijnlijk de trein van één uur gehaald. Na
een korte treinrit naar Ettelbruck, nu
op weg naar Visé. Na een lange overstaptijd in Luik, zijn we om
halfzeven in Visé. Nu het avontuur naar de camping. We nemen de
kortste weg door de drukke straat, langs de volle terrasjes en vier
kilometer, grotendeels over het industrieterrein. De treinreis was
plakkerig en het is nog steeds benauwd. Het enige wat ik nu verlang
is een douche. En een witbiertje. Onderweg zien we geen bordjes naar
de camping.
De grond is hard en we moeten voorzichtig zijn om geen bomen te beschadigen. We zijn zuinig met water. We hebben nog maar één liter. Nu een kopje soep en morgen één kopje thee. Leendert heeft hoofdpijn. Waarschijnlijk omdat het benauwd is en hij te weinig gedronken heeft. Omdat we de tent niet alleen kunnen laten, gaan we om negen uur slapen.
Zondag 27 mei 2001 Moelingen - Visé
- Maastricht 25 km.
Een onrustige nacht. Veel
verkeerslawaai van de E- en N-zoveel. Af en toe een vliegtuig of
goederentrein. Mijn romantisch beeld van wildkamperen met ondergaande
roodgloeiende zon, is nog niet bewaarheid. Enigszins bang gemaakt
door Leenderts verhalen over overvallen kampeerders voelde ik me niet
zo veilig. We maken ons op voor de terugtocht naar Visé voor de
ontmoeting met Anya. We nemen een andere, iets aangenamere route over
de provinciale weg. Het is al druk met auto's en wielrenners. In Visé
hebben we nog tijd voor koffie en mag aan de tap de flessen vullen.
Om halftien komt Anya aan.
We hebben elkaar al vijf maanden, sinds de kerst, niet gezien.
Vandaag hebben we ruim tijd om bij te kletsen. We lopen vandaag een
stuk van het Pelgrimspad, tot we bij Mariadorp het Krijtlandpad
oppakken. Het stuk Visé - Maastricht via de GR 5 moet in de ijskast.
35 km is een bietje veul; we moeten naar huis en morgen is weer een
werkdag.
Een leuk pad door de weilanden en
onverharde wegen brengt ons weer naar Moelingen. Onderweg komen we
André (van onze Paastocht) tegen. Hij is aan de wandel met Nemo. In
Mesch duiken we 't koffer in. Niets onbeschaafds, maar een gezellig
origineel café. Een plek om terug te komen. Eijsden is een
verrassing met het kasteel, de oude dorpskern en de
uiterwaarden. Een nieuw natuurontwikkelingsproject, nog
niet bekend bij Anya.
Bij de zeilclub is een uitspanning. Tot Maastricht vind ik het een saai stuk. De kleine waard bestaat in mijn ogen voornamelijk uit brandnetels. Dit moeten Mieke en ik in het najaar maar schrappen. Dan zijn we in Maastricht. We lopen langs het provinciehuis en het Bonnefantenmuseum. Mooie gebouwen. We bekijken het nieuwe appartementencomplex, waar Anya zou willen wonen. Leendert en ik vinden het nu nog een eentonige voorgevel. In Wyck pikken we nog een biertje voor we afscheid nemen. We willen naar huis!!!
Bij de zeilclub is een uitspanning. Tot Maastricht vind ik het een saai stuk. De kleine waard bestaat in mijn ogen voornamelijk uit brandnetels. Dit moeten Mieke en ik in het najaar maar schrappen. Dan zijn we in Maastricht. We lopen langs het provinciehuis en het Bonnefantenmuseum. Mooie gebouwen. We bekijken het nieuwe appartementencomplex, waar Anya zou willen wonen. Leendert en ik vinden het nu nog een eentonige voorgevel. In Wyck pikken we nog een biertje voor we afscheid nemen. We willen naar huis!!!
Woensdag 4 juli 2001 Visé -
Maastricht 32 km
Een epiloog. In het gelukkig bezit
van een geldig niet-afgestempeld kaartje Maastricht - Visé, moet
dit nog vóór half juli ten gelde gemaakt worden. En zo geschiedde
het. Op woensdagmorgen, twintig voor zeven zitten we in de trein
naar Visé. De treinreis verloopt wonder boven wonder vlekkeloos.
Weer wordt er niet afgestempeld.
De route maakt een vreselijke lus van
wel 40 min. Hemelsbreed schieten we geen meter op. De cherubijnen van
een nagemaakt kasteeltje maken indruk. Het eerste
terrasje vereist vochtaanvulling. Het warme golfplaten afdak biedt
geen verkoeling. Op naar het volgende terras van Kanne. Verlekkerd
kijk ik naar het ijs met aardbeien op het tafeltje naast mij. Kom we
moeten verder. Naar de hoeve Kaster en de Sint Pietersberg
met het monument van het Pieterpad. Vanaf de St. Pietersberg hebben
we een fraai gezicht op kasteel Neer Kanne. Wij gaan
linksaf, dalen en stijgen, lopen asfalt en bereiken wederom het
Albertkanaal. Alleen zien we het niet, omdat we de weg moeten volgen.
We negeren de vele borden, die ons waarschuwen dat we over 1,5 km, 1
km, 850 (m), 600m niet meer verder mogen. Wij doen het
toch. Er is niets aan de hand. Eindelijk bereiken we om vijf uur de
camping. De laatste 3,5 km naar Lanaken laten we voor wat het is. Dat
doen we een andere keer.
In de Rechtstraat bij de Rooie Knien
verorberen we een salade en ijs met aardbeien, vooraf gegaan door een
witbiertje. Ik volg de conversatie aan het tafeltje naast ons. Het
lijken twee in Maastricht residerende Haagse dames, maar ik kan het
mis hebben. Na een digestief van het huis waggelen we naar de trein.
Deze keer gaat het vlekkeloos en zijn we om halfelf thuis. We
zijn voldaan.